Orakel
28-06-04, 19:35
Een raadsel van de Hodja:
DE RACE NAAR MEKKA
De oude Ahmed was een merkwaardig man, zowel bij zijn leven als na zijn dood. Zijn testament bepaalde, dat zijn beide zoons een race per kameel naar Mekka moesten houden. Al zijn bezittingen zouden gaan naar degene wiens kameel het laatst aankwam. De zoons, die steeds grote eerbied voor hun vader hadden getoond en zeer gehoorzaam waren, deden hun uiterste best om zijn wens uit te voeren, maar ze hadden daarmee de grootste moeite.. Elk van hen was er natuurlijk op gebrand de begeerlijke prijs in de wacht te slepen in een eerlijke wedstrijd.
Geen van beiden leekdus geen grote haastte hebben om in Mekka te arriveren. Maar zij wilden ook voldoen aan hun godsdienstige plichten om binnen de vastgestelde tijd in Mekka te zijn voor de jaarlijkse bedevaart. Zij treuzelden, talmden, deden het kalm aan, deden stappen terug, waarbij elk hoopte, dat de ander zich vergissen zou en het eerst in Mekka zou aankomen. De race was al twee weken aan de gang, toen ze afstapten, doodop, hongerig en terneergeslagen, en weenden met de armen om elkaars schouders.
Juist op dat moment kwam toevallig Nasreddin Hodja voorbij en hij bleef staan om naar de reden van hun verdriet te vragen. Ze vertelden hun droevig lot, terwijl hij aandachtig toeluisterde. Toen ze klaar waren met hun verhaal, zei hij: "Uw moeilijkheden zijn niet zo groot als u denkt", en hij vertelde hun, hoe zij de wens van hun vader zonder verwijl konden uitvoeren. Zodra Nasreddin uitgesproken was, sprongen de broers op hun kamelen en spoedden zich op topsnelheid naar Mekka.
Wat had Nasreddin Hodja hun gezegd waardoor ze voldeden aan hun vaders wens en ook nog op tijd voor de bedevaart waren?
En niet stiekum googlen hé?
DE RACE NAAR MEKKA
De oude Ahmed was een merkwaardig man, zowel bij zijn leven als na zijn dood. Zijn testament bepaalde, dat zijn beide zoons een race per kameel naar Mekka moesten houden. Al zijn bezittingen zouden gaan naar degene wiens kameel het laatst aankwam. De zoons, die steeds grote eerbied voor hun vader hadden getoond en zeer gehoorzaam waren, deden hun uiterste best om zijn wens uit te voeren, maar ze hadden daarmee de grootste moeite.. Elk van hen was er natuurlijk op gebrand de begeerlijke prijs in de wacht te slepen in een eerlijke wedstrijd.
Geen van beiden leekdus geen grote haastte hebben om in Mekka te arriveren. Maar zij wilden ook voldoen aan hun godsdienstige plichten om binnen de vastgestelde tijd in Mekka te zijn voor de jaarlijkse bedevaart. Zij treuzelden, talmden, deden het kalm aan, deden stappen terug, waarbij elk hoopte, dat de ander zich vergissen zou en het eerst in Mekka zou aankomen. De race was al twee weken aan de gang, toen ze afstapten, doodop, hongerig en terneergeslagen, en weenden met de armen om elkaars schouders.
Juist op dat moment kwam toevallig Nasreddin Hodja voorbij en hij bleef staan om naar de reden van hun verdriet te vragen. Ze vertelden hun droevig lot, terwijl hij aandachtig toeluisterde. Toen ze klaar waren met hun verhaal, zei hij: "Uw moeilijkheden zijn niet zo groot als u denkt", en hij vertelde hun, hoe zij de wens van hun vader zonder verwijl konden uitvoeren. Zodra Nasreddin uitgesproken was, sprongen de broers op hun kamelen en spoedden zich op topsnelheid naar Mekka.
Wat had Nasreddin Hodja hun gezegd waardoor ze voldeden aan hun vaders wens en ook nog op tijd voor de bedevaart waren?
En niet stiekum googlen hé?