vlegeltje
05-07-04, 16:02
Slimmer dan de bewakers van Abu Ghraib
De martelingen van de Palestijnse gevangenen in Israëls gevangenissen
Oorverdovende muziek, slaaponthouding, bedorven eten, slaag, eindeloze verhoren, geïsoleerde opsluiting, extreme hitte en kou, maandenlange opsluiting zonder proces, geen bezoek. Dit zijn de vormen van `fysieke en psychische druk' die leger en veiligheidsdiensten in Israël toepassen in de jacht op `tikkende tijdbommen'. Hoever mag een democratie gaan in de strijd tegen echte en vermeende terroristen? En tegen welke prijs?
De mannen met de zwarte maskers spraken vloeiend Arabisch, gebruikten uitdrukkingen en koranteksten die zij, diepgelovige moslima, niet eens kende. Zelf leerde Madalla Nada, bijna 43 en moeder van negen kinderen, tijdens de twee maanden in het Russisch Kamp, het Jeruzalemse verhoorcentrum van de Israëlische geheime dienst Shabak, maar twee woorden Hebreeuws: mayim, bevakasha; water, alstublieft.
Haar cel was zo zwart als de kappen van de ondervragers die dag in dag uit doorvroegen over haar echtgenoot Falah Nada (48), lid van de fundamentalistische moslimorganisatie Hamas, sociaal werker en functionaris in de Waqf, de bewakingsdienst van moskeeën. Wat deed hij? Wie waren zijn vrienden? Wie waren zijn bezoekers op die en die dag? Als je niet antwoordt, kom je hier niet levend uit en zie je je kinderen nooit meer terug.
Ramen ontbraken - in het plafond zat alleen een gat waar tijdens de koude winterdagen een polaire airco-stroom uitkwam en toen het warmer werd stinkende lucht, heter dan een hamsin, de woestijnwind. De hummus was bedorven, de pita beschimmeld, douchen verboden en de verwondingen aan armen, rug en schouders, die zij had opgelopen bij de nachtelijke arrestatie, bleven lang onverzorgd.
Op de brits ontbrak de matras, de deken stonk naar kots en urine en zij droeg al die tijd dezelfde broek en bloes. Slapen was tijdens de etmaallange verhoren onmogelijk. ,,Ik ben niet geslagen, maar ik moest dagenlang op een stoel zitten. En als ik in slaap viel, werd er steeds geschreeuwd dat ik hier zou sterven, dat mijn toekomst voorbij was. Ze dreigden ook mijn kinderen op te pakken. Ik heb net die foto's van Iraakse gevangenen in Abu Ghraib gezien. De Israëliërs doen het veel slimmer, zij sloegen mij niet, maar zij martelden mij tóch.''
Met diepe zuchten en af en toe een traan doet Madalla, frêle gestalte, traditioneel, maar smaakvol gekleed met een hoofddoek van dure zijde, ringen aan beide handen, verslag van haar ervaringen met de Shabak. Ziek van ongerustheid en bedorven eten, met permanente hoofdpijn van vermoeidheid, ongewassen en smerig van top tot teen zag Madalla 60 dagen niemand - geen advocaat, geen vrienden en geen familie, alleen de ondervragers. Op één uitzondering na, de dag dat haar echtgenoot vanachter een glazen wand werd getoond. ,,Hij hing in een stoel, vastgebonden, en hij was geslagen. Zij wilden hem onder druk zetten, ze wilden hem breken. Hij was maar half bij bewustzijn.''
Kort daarna werd zij overgebracht naar de enige vrouwengevangenis in Israël, Neveh Tirtza. Daar bracht ze nog eens 120 dagen door in een overbevolkte kamer met Palestijnse en Israëlische vrouwen, sommigen met baby's. En opeens werd zij vrijgelaten. Dat is nu twee maanden geleden. Zij heeft net gehoord dat haar man tijdens een besloten proces is veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf. Details over de aanklacht, behalve het lidmaatschap van Hamas, kent zij niet. Het enige dat zij weet is dat zij hem op zijn vroegst in 2011 zal terugzien in hun luxueuze appartement in westelijk Ramallah. Op bezoek gaan is uitgesloten, omdat zij niet langs de Israëlische checkpoints en blokkades komt en evenmin toestemming krijgt om onder begeleiding van het Rode Kruis haar man in een van de Negev-woestijngevangenissen op te zoeken. Haar dochters in Chicago willen dat zij naar de Verenigde Staten komt. ,,Maar ik kan mijn man, mijn kinderen en mijn land niet in de steek laten.''
Muggen en ratten
Madalla is een van de 31.000 Palestijnen die sinds 2000 door het leger zijn gearresteerd en door de Shabak verhoord. Haar man is, volgens deze week gepubliceerde cijfers, één van de 8.362 gedetineerden in de gevangenissen van het leger (3.962) of de Israëlische Gevangenisdienst(4.400). Een nieuw record en een spectaculaire toename, want eind 1999 waren nog maar 802 Palestijnen in Israëlische gevangenissen opgesloten. Wie aanslagen pleegt in Israël zelf of in gebieden die volgens de Oslo-akkoorden onder Israëlische supervisie vallen, wordt opgesloten in de complexen van het gevangeniswezen. Alle anderen belanden in militaire gevangenissen, maar strikt wordt deze regel niet toegepast.
Eén troost voor de Palestijnen: de omstandigheden waaronder zij worden vastgehouden zijn voor vrijwel alle gevangenen, ook de Israëlische moordenaars, drugsdealers en vrouwenmeppers, even slecht. Bar, op het wrede af, zo kwalificeerde deze week een Israëlische overheidsinstantie, het Bureau van de Openbare Verdediger, de situatie in de politiecellen en de gewone gevangenissen.
De militaire gevangenissen bleven buiten beschouwing, maar dat maakt voor het algemene beeld nauwelijks verschil: overvolle gevangenissen, bedroevende hygiënische omstandigheden, smerige keukens, muggen, ratten, te weinig bedden, te weinig matrassen, slechte verlichting, slechte ventilatie, soms twaalf tot zestien gevangenen in een cel van vier bij vier meter (Russisch Kamp), geen recreatie- of luchtruimtes, geen bezoekersfaciliteiten en altijd problemen met de toegang tot advocaten. Het is het verhaal van een onderbezet, ondergefinancierd, volkomen overbelast gevangeniswezen.
,,Wij doen ons best, maar de meeste gevangenissen dateren uit de tijd van het Britse mandaat. Wij zijn bezig met een ambitieus nieuwbouwprogramma. Men moet vooral niet vergeten dat het niet eenvoudig is om duizenden terroristen en fanatieke vijanden van de staat Israël te managen. Er wordt strijd geleverd buiten de gevangenismuren, maar - en dat is betrekkelijk nieuw - nu ook binnen de gevangenismuren, want gevangen leiders proberen vanuit hun cellen aanslagen en acties te organiseren. Vroeger stopte een terrorist zodra hij werd opgesloten, nu gaat hij door. We zijn het enige land ter wereld met duizenden terroristen achter de tralies. Dat bemoeilijkt ons werk zeer'', zegt luitenant-kolonel Ian Domnitz van het Israëlische gevangeniswezen tijdens een rondgang door de pas opgeleverde Rimonim-gevangenis ten oosten van Netanya. De gevangenis is een van de drie `vlaggenschepen' die hij graag aan buitenlandse journalisten toont, onderwijl filosoferend over de samenhang tussen de kwaliteit van de gevangenis en de hoge graad van Israëls beschaving.
Palestijnen en Israëliers in deze moderne high-security-gevangenis, waar in de gangen de oogprikkelende lucht van traangas (`een oefening') hangt, staan onder streng regime: de contacten met de buitenwereld worden zorgvuldig gescreend, tv's ontbreken in de cellen, de kranten worden gecensureerd, mobiele telefoons zijn streng verboden. Advocaten worden zeer grondig gefouilleerd. Bij de geringste verdenking of overtreding van de gevangenisregels wordt bezoek van familie geannuleerd.
De meeste Palestijnen hebben al jaren geen bezoek ontvangen, omdat hun families beschouwd worden als een gevaar voor de veiligheid, de verkeerde leeftijd hebben (mannen en vrouwen tussen 15 en 50 jaar krijgen nooit permissie) of simpelweg het lange wachten voor checkpoints niet meer aankunnen. Opa's en oma's en kleine kinderen zijn de enigen die worden toegelaten. Amjad Adwhani (27) in cel 36 heeft nog twee van de acht jaar te gaan. ,,Ja, vanwege Hamas'', antwoordt hij. Hij is afkomstig uit Hebron en tot de relatief lage straf van acht jaar veroordeeld wegens het smokkelen van geld van Amman naar Palestijns gebied.
,,Wij zijn geen gewone gevangenen, wij zijn krijgsgevangenen, wij zijn strijders en geen terroristen'', zegt Amjad, van beroep apothekersassistent, in keurig Engels, geleerd in de cel, net als Hebreeuws. ,,Hier is het vooral koeler en deel je maar met zijn tweeën een cel. In de Negev en in Ramleh was het een hel.'' Dat zijn militaire gevangenissen in de woestijn, waar omvangrijke tentenkampen met meer dan duizend gevangenen zijn opgetrokken. ,,Nu is het ergste alleen nog dat ik mijn familie al zes jaar niet heb gezien en ik me enorm verveel. Nog twee jaar en...'' Hij zwijgt even als een bewaker dichterbij komt en grijnst dan: ,,Jullie gaan het vanavond tegen Portugal niet redden!''
Sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967 hebben 650.000 Palestijnen, ongeveer 20 procent van de totale en 40 procent van de mannelijke bevolking, enige tijd gevangengezeten. Van de 8.329 huidige gevangenen hebben 1.941 volgens leger en gevangeniswezen `bloed aan hun handen'; 477 van hen zijn veroordeeld tot meervoudige en opeenvolgende levenslange straffen. Het aantal `administratieve gedetineerden' - gevangenen die doorgaans maanden en soms jaren zijn opgesloten zonder aanklacht of proces - bedraagt 1.150. In ieder Palestijns huis en bij iedere familie hangt wel een foto van een gevangen vader, zoon, neef, broer of oom aan de muur. Vaak hangen die foto's naast de beeltenissen van familieleden die bij de gerichte liquidaties van leger en grenspolitie zijn omgekomen.
Met het toenemend aantal gevangenen stijgen ook de klachten over mishandeling tijdens de arrestaties door het leger en de grenspolitie en over foltering tijdens de verhoren door de algemene veiligheidsdienst.
,,We zien sinds 2000, sinds het begin van de tweede intifada, een spectaculaire toename in het aantal arrestaties en we zien ook weer een toename van het gebruik van verhoormethodes die wij als martelingen beschouwen. Het verhaal van Madalla past in een patroon dat wij ook zien'', constateert Hannah Friedman van het Openbare comité tegen martelen in Israël. Friedman, een in Nederland geboren immigrante, en haar toenmalige collega, professor Stanley Cohen, wonnen in 1999 een langlopende procedure bij het Hooggerechtshof dat in een arrest nagenoeg alle vormen van marteling bij het verhoren van echte en vermeende terroristen verbood. Tot '99 moesten leger en veiligheidsdienst zich houden aan geheime instructies uit 1987, die voorschreven dat op arrestanten `gemiddelde fysieke en psychische druk' uitgeoefend mocht worden. Het woord `martelen' werd niet gebruikt, maar de praktijk, die door achtereenvolgende premiers werd gesteund, kwam daar wel op neer. Voormalig premier Ehud Barak, vier jaar geleden in de Knesset: ,,Wij leven nu eenaal niet in Holland, we leven niet in de Benelux, wij worden constant geconfronteerd met terreur.''
Ook de hoogste rechters zijn gevoelig voor dat argument. Israël is de enige westers georiënteerde democratie die de strikte `VN-conventie tegen marteling en ander wreed, onmenselijk en vernederend gedrag' uit 1984 weliswaar heeft ondertekend, maar niet stipt heeft omgezet in nationale wetgeving. De hoogste rechters van het land hebben voor agressieve ondervragers juridische openingen gecreëerd. En evenmin erkent Israël de uit 1949 daterende Derde en Vierde Geneefse Conventies over het correct behandelen van (krijgs)gevangenen en het beschermen van burgers in de bezette gebieden. Israël redeneert - en dit is een omstreden, wereldwijd afgewezen redenering - dat de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook voor de oorlog van 1967 geen soevereine gebieden waren en derhalve niet onder de Geneefse Conventies kunnen vallen. Conventies die strenge regels stellen aan het beleid van een bezettende macht en zelfs het overbrengen van Palestijnen naar Israël verbieden, laat staan dat zij hardhandig verhoord mogen worden.
,,Als ondervragers van de Shabak te maken krijgen met een Palestijn die zij beschouwen als een `tikkende bom', mogen zij fysieke druk gebruiken en moeten dan achteraf toestemming vragen aan de hoogste officier van justitie van het land en het gebruik van deze marteltechnieken verdedigen'', legt Friedman uit. Onder fysieke druk wordt verstaan het langdurig verhoren in het belang van 's lands veiligheid, slaaponthouding vanwege de acute dreiging en iemand vastbinden om de veiligheid van de ondervragers te garanderen. In werkelijkheid worden deze middelen gebruikt voor keiharde ondervragingen.
Friedman: ,,Na het arrest van '99 hield de veiligheidsdienst zich overwegend aan de nieuwe regels, maar na de grote zelfmoordaanslagen in 2000, 2001, 2002 werden weer marteltechnieken gebruikt, zoals iemand heel hard door elkaar schudden, iemand met een vlakke hand slaan of op een zeer pijnlijke manier, ruggelings gebogen vastbinden op stoel of bank of in een kooi.''
Deel twee
hieronder
De martelingen van de Palestijnse gevangenen in Israëls gevangenissen
Oorverdovende muziek, slaaponthouding, bedorven eten, slaag, eindeloze verhoren, geïsoleerde opsluiting, extreme hitte en kou, maandenlange opsluiting zonder proces, geen bezoek. Dit zijn de vormen van `fysieke en psychische druk' die leger en veiligheidsdiensten in Israël toepassen in de jacht op `tikkende tijdbommen'. Hoever mag een democratie gaan in de strijd tegen echte en vermeende terroristen? En tegen welke prijs?
De mannen met de zwarte maskers spraken vloeiend Arabisch, gebruikten uitdrukkingen en koranteksten die zij, diepgelovige moslima, niet eens kende. Zelf leerde Madalla Nada, bijna 43 en moeder van negen kinderen, tijdens de twee maanden in het Russisch Kamp, het Jeruzalemse verhoorcentrum van de Israëlische geheime dienst Shabak, maar twee woorden Hebreeuws: mayim, bevakasha; water, alstublieft.
Haar cel was zo zwart als de kappen van de ondervragers die dag in dag uit doorvroegen over haar echtgenoot Falah Nada (48), lid van de fundamentalistische moslimorganisatie Hamas, sociaal werker en functionaris in de Waqf, de bewakingsdienst van moskeeën. Wat deed hij? Wie waren zijn vrienden? Wie waren zijn bezoekers op die en die dag? Als je niet antwoordt, kom je hier niet levend uit en zie je je kinderen nooit meer terug.
Ramen ontbraken - in het plafond zat alleen een gat waar tijdens de koude winterdagen een polaire airco-stroom uitkwam en toen het warmer werd stinkende lucht, heter dan een hamsin, de woestijnwind. De hummus was bedorven, de pita beschimmeld, douchen verboden en de verwondingen aan armen, rug en schouders, die zij had opgelopen bij de nachtelijke arrestatie, bleven lang onverzorgd.
Op de brits ontbrak de matras, de deken stonk naar kots en urine en zij droeg al die tijd dezelfde broek en bloes. Slapen was tijdens de etmaallange verhoren onmogelijk. ,,Ik ben niet geslagen, maar ik moest dagenlang op een stoel zitten. En als ik in slaap viel, werd er steeds geschreeuwd dat ik hier zou sterven, dat mijn toekomst voorbij was. Ze dreigden ook mijn kinderen op te pakken. Ik heb net die foto's van Iraakse gevangenen in Abu Ghraib gezien. De Israëliërs doen het veel slimmer, zij sloegen mij niet, maar zij martelden mij tóch.''
Met diepe zuchten en af en toe een traan doet Madalla, frêle gestalte, traditioneel, maar smaakvol gekleed met een hoofddoek van dure zijde, ringen aan beide handen, verslag van haar ervaringen met de Shabak. Ziek van ongerustheid en bedorven eten, met permanente hoofdpijn van vermoeidheid, ongewassen en smerig van top tot teen zag Madalla 60 dagen niemand - geen advocaat, geen vrienden en geen familie, alleen de ondervragers. Op één uitzondering na, de dag dat haar echtgenoot vanachter een glazen wand werd getoond. ,,Hij hing in een stoel, vastgebonden, en hij was geslagen. Zij wilden hem onder druk zetten, ze wilden hem breken. Hij was maar half bij bewustzijn.''
Kort daarna werd zij overgebracht naar de enige vrouwengevangenis in Israël, Neveh Tirtza. Daar bracht ze nog eens 120 dagen door in een overbevolkte kamer met Palestijnse en Israëlische vrouwen, sommigen met baby's. En opeens werd zij vrijgelaten. Dat is nu twee maanden geleden. Zij heeft net gehoord dat haar man tijdens een besloten proces is veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf. Details over de aanklacht, behalve het lidmaatschap van Hamas, kent zij niet. Het enige dat zij weet is dat zij hem op zijn vroegst in 2011 zal terugzien in hun luxueuze appartement in westelijk Ramallah. Op bezoek gaan is uitgesloten, omdat zij niet langs de Israëlische checkpoints en blokkades komt en evenmin toestemming krijgt om onder begeleiding van het Rode Kruis haar man in een van de Negev-woestijngevangenissen op te zoeken. Haar dochters in Chicago willen dat zij naar de Verenigde Staten komt. ,,Maar ik kan mijn man, mijn kinderen en mijn land niet in de steek laten.''
Muggen en ratten
Madalla is een van de 31.000 Palestijnen die sinds 2000 door het leger zijn gearresteerd en door de Shabak verhoord. Haar man is, volgens deze week gepubliceerde cijfers, één van de 8.362 gedetineerden in de gevangenissen van het leger (3.962) of de Israëlische Gevangenisdienst(4.400). Een nieuw record en een spectaculaire toename, want eind 1999 waren nog maar 802 Palestijnen in Israëlische gevangenissen opgesloten. Wie aanslagen pleegt in Israël zelf of in gebieden die volgens de Oslo-akkoorden onder Israëlische supervisie vallen, wordt opgesloten in de complexen van het gevangeniswezen. Alle anderen belanden in militaire gevangenissen, maar strikt wordt deze regel niet toegepast.
Eén troost voor de Palestijnen: de omstandigheden waaronder zij worden vastgehouden zijn voor vrijwel alle gevangenen, ook de Israëlische moordenaars, drugsdealers en vrouwenmeppers, even slecht. Bar, op het wrede af, zo kwalificeerde deze week een Israëlische overheidsinstantie, het Bureau van de Openbare Verdediger, de situatie in de politiecellen en de gewone gevangenissen.
De militaire gevangenissen bleven buiten beschouwing, maar dat maakt voor het algemene beeld nauwelijks verschil: overvolle gevangenissen, bedroevende hygiënische omstandigheden, smerige keukens, muggen, ratten, te weinig bedden, te weinig matrassen, slechte verlichting, slechte ventilatie, soms twaalf tot zestien gevangenen in een cel van vier bij vier meter (Russisch Kamp), geen recreatie- of luchtruimtes, geen bezoekersfaciliteiten en altijd problemen met de toegang tot advocaten. Het is het verhaal van een onderbezet, ondergefinancierd, volkomen overbelast gevangeniswezen.
,,Wij doen ons best, maar de meeste gevangenissen dateren uit de tijd van het Britse mandaat. Wij zijn bezig met een ambitieus nieuwbouwprogramma. Men moet vooral niet vergeten dat het niet eenvoudig is om duizenden terroristen en fanatieke vijanden van de staat Israël te managen. Er wordt strijd geleverd buiten de gevangenismuren, maar - en dat is betrekkelijk nieuw - nu ook binnen de gevangenismuren, want gevangen leiders proberen vanuit hun cellen aanslagen en acties te organiseren. Vroeger stopte een terrorist zodra hij werd opgesloten, nu gaat hij door. We zijn het enige land ter wereld met duizenden terroristen achter de tralies. Dat bemoeilijkt ons werk zeer'', zegt luitenant-kolonel Ian Domnitz van het Israëlische gevangeniswezen tijdens een rondgang door de pas opgeleverde Rimonim-gevangenis ten oosten van Netanya. De gevangenis is een van de drie `vlaggenschepen' die hij graag aan buitenlandse journalisten toont, onderwijl filosoferend over de samenhang tussen de kwaliteit van de gevangenis en de hoge graad van Israëls beschaving.
Palestijnen en Israëliers in deze moderne high-security-gevangenis, waar in de gangen de oogprikkelende lucht van traangas (`een oefening') hangt, staan onder streng regime: de contacten met de buitenwereld worden zorgvuldig gescreend, tv's ontbreken in de cellen, de kranten worden gecensureerd, mobiele telefoons zijn streng verboden. Advocaten worden zeer grondig gefouilleerd. Bij de geringste verdenking of overtreding van de gevangenisregels wordt bezoek van familie geannuleerd.
De meeste Palestijnen hebben al jaren geen bezoek ontvangen, omdat hun families beschouwd worden als een gevaar voor de veiligheid, de verkeerde leeftijd hebben (mannen en vrouwen tussen 15 en 50 jaar krijgen nooit permissie) of simpelweg het lange wachten voor checkpoints niet meer aankunnen. Opa's en oma's en kleine kinderen zijn de enigen die worden toegelaten. Amjad Adwhani (27) in cel 36 heeft nog twee van de acht jaar te gaan. ,,Ja, vanwege Hamas'', antwoordt hij. Hij is afkomstig uit Hebron en tot de relatief lage straf van acht jaar veroordeeld wegens het smokkelen van geld van Amman naar Palestijns gebied.
,,Wij zijn geen gewone gevangenen, wij zijn krijgsgevangenen, wij zijn strijders en geen terroristen'', zegt Amjad, van beroep apothekersassistent, in keurig Engels, geleerd in de cel, net als Hebreeuws. ,,Hier is het vooral koeler en deel je maar met zijn tweeën een cel. In de Negev en in Ramleh was het een hel.'' Dat zijn militaire gevangenissen in de woestijn, waar omvangrijke tentenkampen met meer dan duizend gevangenen zijn opgetrokken. ,,Nu is het ergste alleen nog dat ik mijn familie al zes jaar niet heb gezien en ik me enorm verveel. Nog twee jaar en...'' Hij zwijgt even als een bewaker dichterbij komt en grijnst dan: ,,Jullie gaan het vanavond tegen Portugal niet redden!''
Sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967 hebben 650.000 Palestijnen, ongeveer 20 procent van de totale en 40 procent van de mannelijke bevolking, enige tijd gevangengezeten. Van de 8.329 huidige gevangenen hebben 1.941 volgens leger en gevangeniswezen `bloed aan hun handen'; 477 van hen zijn veroordeeld tot meervoudige en opeenvolgende levenslange straffen. Het aantal `administratieve gedetineerden' - gevangenen die doorgaans maanden en soms jaren zijn opgesloten zonder aanklacht of proces - bedraagt 1.150. In ieder Palestijns huis en bij iedere familie hangt wel een foto van een gevangen vader, zoon, neef, broer of oom aan de muur. Vaak hangen die foto's naast de beeltenissen van familieleden die bij de gerichte liquidaties van leger en grenspolitie zijn omgekomen.
Met het toenemend aantal gevangenen stijgen ook de klachten over mishandeling tijdens de arrestaties door het leger en de grenspolitie en over foltering tijdens de verhoren door de algemene veiligheidsdienst.
,,We zien sinds 2000, sinds het begin van de tweede intifada, een spectaculaire toename in het aantal arrestaties en we zien ook weer een toename van het gebruik van verhoormethodes die wij als martelingen beschouwen. Het verhaal van Madalla past in een patroon dat wij ook zien'', constateert Hannah Friedman van het Openbare comité tegen martelen in Israël. Friedman, een in Nederland geboren immigrante, en haar toenmalige collega, professor Stanley Cohen, wonnen in 1999 een langlopende procedure bij het Hooggerechtshof dat in een arrest nagenoeg alle vormen van marteling bij het verhoren van echte en vermeende terroristen verbood. Tot '99 moesten leger en veiligheidsdienst zich houden aan geheime instructies uit 1987, die voorschreven dat op arrestanten `gemiddelde fysieke en psychische druk' uitgeoefend mocht worden. Het woord `martelen' werd niet gebruikt, maar de praktijk, die door achtereenvolgende premiers werd gesteund, kwam daar wel op neer. Voormalig premier Ehud Barak, vier jaar geleden in de Knesset: ,,Wij leven nu eenaal niet in Holland, we leven niet in de Benelux, wij worden constant geconfronteerd met terreur.''
Ook de hoogste rechters zijn gevoelig voor dat argument. Israël is de enige westers georiënteerde democratie die de strikte `VN-conventie tegen marteling en ander wreed, onmenselijk en vernederend gedrag' uit 1984 weliswaar heeft ondertekend, maar niet stipt heeft omgezet in nationale wetgeving. De hoogste rechters van het land hebben voor agressieve ondervragers juridische openingen gecreëerd. En evenmin erkent Israël de uit 1949 daterende Derde en Vierde Geneefse Conventies over het correct behandelen van (krijgs)gevangenen en het beschermen van burgers in de bezette gebieden. Israël redeneert - en dit is een omstreden, wereldwijd afgewezen redenering - dat de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook voor de oorlog van 1967 geen soevereine gebieden waren en derhalve niet onder de Geneefse Conventies kunnen vallen. Conventies die strenge regels stellen aan het beleid van een bezettende macht en zelfs het overbrengen van Palestijnen naar Israël verbieden, laat staan dat zij hardhandig verhoord mogen worden.
,,Als ondervragers van de Shabak te maken krijgen met een Palestijn die zij beschouwen als een `tikkende bom', mogen zij fysieke druk gebruiken en moeten dan achteraf toestemming vragen aan de hoogste officier van justitie van het land en het gebruik van deze marteltechnieken verdedigen'', legt Friedman uit. Onder fysieke druk wordt verstaan het langdurig verhoren in het belang van 's lands veiligheid, slaaponthouding vanwege de acute dreiging en iemand vastbinden om de veiligheid van de ondervragers te garanderen. In werkelijkheid worden deze middelen gebruikt voor keiharde ondervragingen.
Friedman: ,,Na het arrest van '99 hield de veiligheidsdienst zich overwegend aan de nieuwe regels, maar na de grote zelfmoordaanslagen in 2000, 2001, 2002 werden weer marteltechnieken gebruikt, zoals iemand heel hard door elkaar schudden, iemand met een vlakke hand slaan of op een zeer pijnlijke manier, ruggelings gebogen vastbinden op stoel of bank of in een kooi.''
Deel twee
hieronder