Isaac
07-07-04, 15:27
Door onze redactie onderwijs
ROTTERDAM, 7 JULI. De extra rijksbijdrage voor zwarte scholen om achterstanden te bestrijden gaat omlaag. Witte scholen met achterstandsleerlingen krijgen juist meer geld. De etnische achtergrond van leerlingen verdwijnt als criterium voor subsidie.
Dit staat in een notitie van minister Van der Hoeven (Onderwijs, CDA), die vrijdag in de ministerraad wordt besproken. Volgens Van der Hoeven leidt de allochtone achtergrond van een leerling niet langer automatisch tot een achterstand. Zij wil de extra rijksbijdrage uitsluitend toekennen op grond van het opleidingsniveau van de ouders, dat bij inschrijving van hun kinderen wordt geregistreerd. Voor allochtone en autochtone (bijvoorbeeld Friese) leerlingen die bij binnenkomst van de basisschool vrijwel geen Nederlands spreken, blijft een mogelijkheid bestaan voor een forse extra subsidie.
Het totale budget voor het bestrijden van achterstand in het basisonderwijs, 295 miljoen euro, blijft gelijk. Omdat etniciteit verdwijnt als criterium, zal de herverdeling nadelig uitpakken voor scholen met veel allochtone leerlingen. Op dit moment ontvangen 2.800 scholen extra geld om achterstand te bestrijden. Het is nog niet bekend hoeveel scholen een deel van deze steun zullen kwijtraken. Ongeveer 600 scholen, met name in de provincie, zullen meer geld ontvangen. Het totale aantal allochtone achterstandsleerlingen is even groot als het aantal autochtone achterstandsleerlingen, allebei 200.000. Pas sinds kort is er meer aandacht voor de problemen van scholen met autochtone achterstandsleerlingen. Met name Friese scholen hebben recentelijk geprotesteerd tegen de huidige regeling, die zwarte scholen bevoordeelt.
In de huidige situatie worden volgens de 'gewichtenregeling' voor het basisonderwijs verschillende soorten achterstand onderscheiden. Elk type achterstand correspondeert met een hoeveelheid extra geld per leerling.
Autochtone leerlingen met laagopgeleide ouders (maximaal voorbereidend beroepsonderwijs) zijn goed voor een kwart extra op de reguliere subsidie per leerling. Allochtone leerlingen met laagopgeleide ouders, de zogeheten 1,9-leerlingen, zijn goed voor een bijna dubbele subsidie. Ook kinderen uit pleeggezinnen en schippers-, kermis- en circuskinderen leveren een school extra geld op. Met het achterstandsgeld betalen scholen extra leerkrachten en intensieve taalprogramma's.
In de nieuwe regeling, die waarschijnlijk in september 2006 wordt ingevoerd, is sprake van standaardgewichten voor leerlingen met laagopgeleide en zeer laag opgeleide ouders. Een derde categorie betreft leerlingen die als kleuter geen of nauwelijks Nederlands spreken. Zij moeten een taaltoets afleggen om hun achterstand vast te stellen, en geven bij een 'positief' resultaat recht op extra geld. De minister verwacht dat het gaat om een relatief kleine groep van 16.000 leerlingen. De Tweede Kamer heeft zich eerder al uitgesproken tegen de plannen van Van der Hoeven voor een bredere kleutertoets die alle vaardigheden zou moeten meten.
Met name de grote steden, met meer zwarte dan witte scholen, worden gedupeerd door de herverdeling van het achterstandsgeld. Volgens de Amsterdamse onderwijswethouder Aboutaleb zullen op zwarte scholen veel leerkrachten moeten verdwijnen, met name ondersteunend personeel. Volgens Aboutaleb is de maatregel slecht voor de ,,sociale stabiliteit van de stad''. Andere betrokkenen uit het onderwijs steunen de minister bij het verlaten van etniciteit als criterium, maar keren zich tegen het gelijkblijvende budget voor meer scholen omdat dat zal leiden tot minder geld voor zwarte scholen.
7 juli 2004
ROTTERDAM, 7 JULI. De extra rijksbijdrage voor zwarte scholen om achterstanden te bestrijden gaat omlaag. Witte scholen met achterstandsleerlingen krijgen juist meer geld. De etnische achtergrond van leerlingen verdwijnt als criterium voor subsidie.
Dit staat in een notitie van minister Van der Hoeven (Onderwijs, CDA), die vrijdag in de ministerraad wordt besproken. Volgens Van der Hoeven leidt de allochtone achtergrond van een leerling niet langer automatisch tot een achterstand. Zij wil de extra rijksbijdrage uitsluitend toekennen op grond van het opleidingsniveau van de ouders, dat bij inschrijving van hun kinderen wordt geregistreerd. Voor allochtone en autochtone (bijvoorbeeld Friese) leerlingen die bij binnenkomst van de basisschool vrijwel geen Nederlands spreken, blijft een mogelijkheid bestaan voor een forse extra subsidie.
Het totale budget voor het bestrijden van achterstand in het basisonderwijs, 295 miljoen euro, blijft gelijk. Omdat etniciteit verdwijnt als criterium, zal de herverdeling nadelig uitpakken voor scholen met veel allochtone leerlingen. Op dit moment ontvangen 2.800 scholen extra geld om achterstand te bestrijden. Het is nog niet bekend hoeveel scholen een deel van deze steun zullen kwijtraken. Ongeveer 600 scholen, met name in de provincie, zullen meer geld ontvangen. Het totale aantal allochtone achterstandsleerlingen is even groot als het aantal autochtone achterstandsleerlingen, allebei 200.000. Pas sinds kort is er meer aandacht voor de problemen van scholen met autochtone achterstandsleerlingen. Met name Friese scholen hebben recentelijk geprotesteerd tegen de huidige regeling, die zwarte scholen bevoordeelt.
In de huidige situatie worden volgens de 'gewichtenregeling' voor het basisonderwijs verschillende soorten achterstand onderscheiden. Elk type achterstand correspondeert met een hoeveelheid extra geld per leerling.
Autochtone leerlingen met laagopgeleide ouders (maximaal voorbereidend beroepsonderwijs) zijn goed voor een kwart extra op de reguliere subsidie per leerling. Allochtone leerlingen met laagopgeleide ouders, de zogeheten 1,9-leerlingen, zijn goed voor een bijna dubbele subsidie. Ook kinderen uit pleeggezinnen en schippers-, kermis- en circuskinderen leveren een school extra geld op. Met het achterstandsgeld betalen scholen extra leerkrachten en intensieve taalprogramma's.
In de nieuwe regeling, die waarschijnlijk in september 2006 wordt ingevoerd, is sprake van standaardgewichten voor leerlingen met laagopgeleide en zeer laag opgeleide ouders. Een derde categorie betreft leerlingen die als kleuter geen of nauwelijks Nederlands spreken. Zij moeten een taaltoets afleggen om hun achterstand vast te stellen, en geven bij een 'positief' resultaat recht op extra geld. De minister verwacht dat het gaat om een relatief kleine groep van 16.000 leerlingen. De Tweede Kamer heeft zich eerder al uitgesproken tegen de plannen van Van der Hoeven voor een bredere kleutertoets die alle vaardigheden zou moeten meten.
Met name de grote steden, met meer zwarte dan witte scholen, worden gedupeerd door de herverdeling van het achterstandsgeld. Volgens de Amsterdamse onderwijswethouder Aboutaleb zullen op zwarte scholen veel leerkrachten moeten verdwijnen, met name ondersteunend personeel. Volgens Aboutaleb is de maatregel slecht voor de ,,sociale stabiliteit van de stad''. Andere betrokkenen uit het onderwijs steunen de minister bij het verlaten van etniciteit als criterium, maar keren zich tegen het gelijkblijvende budget voor meer scholen omdat dat zal leiden tot minder geld voor zwarte scholen.
7 juli 2004