PDA

Bekijk Volledige Versie : Retro: de 4 kardinale deugden.



Orakel
13-07-04, 22:37
Een beschouwing over de vier kardinale deugden verstandigheid, rechtvaardigheid, moed en gematigdheid
Dr. A.A.M. Kinneging

Na weken discussies over criminaliteit en middenin een parlementaire enquête over verantwoordelijkheid, keert de rechtsfilosoof Andreas Kinneging terug tot de bron: wat is rechtvaardigheid en hoe kan zij worden aangeleerd?
"Rechtvaardigheid is een deugd voor een ieder die toedeelt, maar van groter gewicht naarmate men hoger in de maatschappelijke hiërarchie staat.
Heersen, regeren is immers toedelen.
Rechtvaardigheid is dus bij uitstek de deugd van hen die heersen."

Hoewel onze eeuw alle andere in bloeddorstigheid heeft overtroffen, is de vooruitgangsgedachte nog altijd een vanzelfsprekende vooronderstelling in de wereldbeschouwing van velen. Niet in de zin dat verdere vooruitgang met zekerheid verwacht mag worden, maar wel dat wij tegenwoordig verder zijn dan zij die vóór ons kwamen.

De voorbeelden van vooruitgang liggen inderdaad voor het oprapen. Denk aan de computertechnologie, aan de voortgang van de medische wetenschap, de evolutie van het bruto nationaal produkt, enzovoorts. We kunnen in veel opzichten meer dan onze voorouders, omdat we meer weten. Op velerlei gebied is ons inzicht in de aard der dingen verbeterd en verdiept. Vergeleken met ons verkeerden zij die in het verleden leefden vaak in duisternis.

De vraag is echter of onze voorouders in alle opzichten minder wisten en minder begrepen dan wij. Het is weliswaar verleidelijk om te denken dat we, daar we op tal van terreinen verder zijn, hen wel op elk gebied zullen overtreffen, maar noodzakelijk is die conclusie niet. Integendeel: het is heel wel mogelijk dat onze voorouders op bepaalde gebieden een dieper inzicht hadden dan wij. Dat zou betekenen dat wij, omdat we niet meer bij hen te rade gaan in de veronderstelling het beter te weten, op die gebieden dreigen terug te vallen naar een primitiever niveau van denken.
Ik zou hier willen argumenteren dat dit momenteel inderdaad het geval is. Omdat we, uitgaande van de onjuiste gedachte dat we het beter weten dan onze voorouders, niet meer voldoende ons licht opsteken bij hen, dreigt ons denken op het terrein over de ethiek en het recht vluchtig en oppervlakkig geworden.

Maar wie vluchtig en oppervlakkig denkt, wie geen inzicht heeft, maakt fouten. En omdat ethiek en recht een antwoord zijn op de belangrijkste vraag, namelijk de vraag hoe te leven, zijn de fouten die we op dit gebied maken de grootste fouten. Wat ons te doen staat, moge derhalve duidelijk zijn: ad fontes. Terug naar de bronnen.


Dit wijst ons intussen wel op een tweede aspect van het recht, naast dat van de schepping en handhaving van de orde. Negatief geformuleerd: het recht kan nimmer een systeem van willekeur, onderdrukking en terreur zijn. De orde van het recht is niet de orde van het graf. Positief geformuleerd betekent dit dat het recht niet alleen op maatschappelijke orde is georiënteerd, maar tevens op rechtvaardigheid.
Men zou zich zelfs kunnen afvragen of de orde van de tirannie de naam wel verdient, want in een tirannie ontstaan ontevredenheid, rancune en haat en in hun voetspoor de dreiging van omwenteling en revolutie. In de tirannie heerst dan ook geen ware orde. Niet voor niets moet een tiran altijd voor zijn leven vrezen. Zo gezien heeft het recht dus slechts één doel: de orde. De rechtvaardigheid is geïmpliceerd in en de hoogste manifestatie van de orde.

Rechtvaardigheid inhoud

Maar wat is rechtvaardigheid? Zijn er niet net zo veel noties van rechtvaardigheid als er rechtsstelsels zijn? Blijft hierdoor het relativisme niet onverminderd van kracht?
Het traditionele antwoord op deze vraag is tegelijkertijd bevestigend en ontkennend. Bevestigend, in zoverre de notie van rechtvaardigheid recht moet doen (!) aan de diversiteit die dienaangaande naar tijd en plaats bestaat; ontkennend, in zoverre deze notie die diversiteit opneemt in één idee. Dit is het idee dat rechtvaardigheid niets anders is dan ieder het zijne te geven - suum cuique tribuere. Via Plato, Aristoteles, Cicero, Augustinus, Thomas van Aquino en het Romeinse recht is deze notie van rechtvaardigheid gemeengoed geworden in het denken van het avondland, maar in onze tijd hoort men er merkwaardig genoeg weinig of niets meer over.
Wat betekent het: ieder het zijne te geven? Een eerste begripsbepaling is dat rechtvaardig is wie dat wat aan een ieder toekomt (het suum) respecteert en het hem niet onthoudt, niet wegneemt en niet beschadigt.
Drie vragen dringen zich onmiddellijk op. Wie of wat is het subject van rechtvaardigheid? Wat is het precies dat een ieder toekomt? En hoe kan rechtvaardigheid worden bewerkstelligd?

http://waarden.goliath.nl/studie/hoeken/2artikelen/kinneging/

Zoek de zeven gelijkenissen met de huidige maatschappij.