De Autochtoon
14-07-04, 18:07
'Ernstige gebreken, maar geen doelbewuste verdraaiing'
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 14 JULI. De Britse inlichtingen aan de vooravond van de oorlog in Irak vertoonden ,,ernstige gebreken'' en waren ,,onbetrouwbaar''. Maar er zijn geen aanwijzingen gevonden van ,,doelbewuste verdraaiing of verwijtbare nalatigheid''.
Dat zijn de voornaamste bevindingen van Lord Butler, die in opdracht van de Britse regering de kwaliteit van de inlichtingen onderzocht op basis waarvan Londen besloot tot (deelname aan) de oorlog in Irak in het voorjaar van 2003.
Butler bracht vanmiddag verslag uit van zijn onderzoek dat hij in februari startte.
De Britse premier Tony Blair zei in een eerste reactie de conclusies van Butlers rapport volledig te accepteren. Maar hij zei ook dat het wegwerken van Saddam Hussein geen verkeerde beslissing was. De oorlog was gerechtvaardigd, herhaalde Blair. ,,Ik accepteer volledig de persoonlijke verantwoordelijkheid voor de wijze waarop de zaak is gepresenteerd en derhalve voor de gemaakte fouten'', aldus Blair. Deze zijn volgens hem ,,te goeder trouw'' gemaakt.
Butler toont zich buitengewoon verbaasd over de geringe kwaliteit van de inlichtingen op grond waarvan de regering-Blair besloot de oorlog in te gaan. Het was volgens hem ,,zeer onwaarschijnlijk'' dat Irak over massavernietigingswapens (mvw's) beschikte.
De omstreden '45-minuten claim', waarbinnen Saddam volgens Londen chemische en bacteriologische wapens kon inzettten, had volgens Butler niet gebruikt mogen worden om de aanval op Irak te rechtvaardigen, omdat zij op onbetrouwbare inlichtingen berustte.
In zijn reactie op het rapport van Butler stelde Blair dat het ,,steeds duidelijker'' wordt dat Saddam geen mvw's had. Een relatie tussen het terreurnetwerk Al-Qaeda van Osama bin Laden en het Iraakse bewind was er volgens Butler niet. Wel had Groot-Brittannië volgens hem goede redenen aan te nemen dat Irak had geprobeerd uranium in Afrika (Niger) te kopen.
De Amerikaanse commissie die vorige week de kwaliteit van de vooroorlogse Irak-informatie van VS-president Bush kraakte, stelde vast dat deze Niger-connectie bestond uit vervalste documenten.
Volgens Butler geloofde de Britse regering in de waarheid van de beweringen in het Irak-dossier, dat in het najaar van 2002 door de overkoepelende inlichtingendienst JIC onder leiding van John Scarlett was samengesteld. Ofschoon hij daarin ernstige tekortkomingen aantrof, heeft Butler geen bewijs gevonden dat de regering wist dat er onjuiste beweringen in stonden. ,,De taal in het dossier kan bij lezers de indruk achterlaten dat de beoordeling stoelde op uitgebreidere en hardere inlichtingen dan het geval was'', aldus Butler.
,,Niemand heeft gelogen, niemand heeft inlichtingen verzonnen, niemand heeft dingen in het dossier gezet tegen het advies van de inlichtingendiensten'', aldus Blair in zijn eerste reactie op het rapport.
14 juli 2004
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 14 JULI. De Britse inlichtingen aan de vooravond van de oorlog in Irak vertoonden ,,ernstige gebreken'' en waren ,,onbetrouwbaar''. Maar er zijn geen aanwijzingen gevonden van ,,doelbewuste verdraaiing of verwijtbare nalatigheid''.
Dat zijn de voornaamste bevindingen van Lord Butler, die in opdracht van de Britse regering de kwaliteit van de inlichtingen onderzocht op basis waarvan Londen besloot tot (deelname aan) de oorlog in Irak in het voorjaar van 2003.
Butler bracht vanmiddag verslag uit van zijn onderzoek dat hij in februari startte.
De Britse premier Tony Blair zei in een eerste reactie de conclusies van Butlers rapport volledig te accepteren. Maar hij zei ook dat het wegwerken van Saddam Hussein geen verkeerde beslissing was. De oorlog was gerechtvaardigd, herhaalde Blair. ,,Ik accepteer volledig de persoonlijke verantwoordelijkheid voor de wijze waarop de zaak is gepresenteerd en derhalve voor de gemaakte fouten'', aldus Blair. Deze zijn volgens hem ,,te goeder trouw'' gemaakt.
Butler toont zich buitengewoon verbaasd over de geringe kwaliteit van de inlichtingen op grond waarvan de regering-Blair besloot de oorlog in te gaan. Het was volgens hem ,,zeer onwaarschijnlijk'' dat Irak over massavernietigingswapens (mvw's) beschikte.
De omstreden '45-minuten claim', waarbinnen Saddam volgens Londen chemische en bacteriologische wapens kon inzettten, had volgens Butler niet gebruikt mogen worden om de aanval op Irak te rechtvaardigen, omdat zij op onbetrouwbare inlichtingen berustte.
In zijn reactie op het rapport van Butler stelde Blair dat het ,,steeds duidelijker'' wordt dat Saddam geen mvw's had. Een relatie tussen het terreurnetwerk Al-Qaeda van Osama bin Laden en het Iraakse bewind was er volgens Butler niet. Wel had Groot-Brittannië volgens hem goede redenen aan te nemen dat Irak had geprobeerd uranium in Afrika (Niger) te kopen.
De Amerikaanse commissie die vorige week de kwaliteit van de vooroorlogse Irak-informatie van VS-president Bush kraakte, stelde vast dat deze Niger-connectie bestond uit vervalste documenten.
Volgens Butler geloofde de Britse regering in de waarheid van de beweringen in het Irak-dossier, dat in het najaar van 2002 door de overkoepelende inlichtingendienst JIC onder leiding van John Scarlett was samengesteld. Ofschoon hij daarin ernstige tekortkomingen aantrof, heeft Butler geen bewijs gevonden dat de regering wist dat er onjuiste beweringen in stonden. ,,De taal in het dossier kan bij lezers de indruk achterlaten dat de beoordeling stoelde op uitgebreidere en hardere inlichtingen dan het geval was'', aldus Butler.
,,Niemand heeft gelogen, niemand heeft inlichtingen verzonnen, niemand heeft dingen in het dossier gezet tegen het advies van de inlichtingendiensten'', aldus Blair in zijn eerste reactie op het rapport.
14 juli 2004