Orakel
22-07-04, 23:39
Driejarigen weten al of een merk cool is
van onze redactie onderwijs
Trouw, 2004-07-22 - lezersreacties op dit artikel (9)
AMSTERDAM - Tweejarige peuters hebben al hun favoriete merken. En dat niet alleen: ze kunnen hun voorkeuren nog overtuigend aan hun ouders duidelijk maken ook. Dit is een van de conclusies uit het 'Doelgroepenrapport een- tot vijftienjarigen' dat deze week is verschenen.
Het rapport is bedoeld om adverteerders en marketeers er hun voordeel mee te laten doen: als je weet wat er onder kinderen en jongeren speelt, slaag je er nog beter in hen te bereiken.
Neem de peuters: na hun derde verjaardag zouden ze volgens marktonderzoekers zelfs al in staat moeten zijn het imago van een merk (is het sportief, is het cool?) te herkennen.
Eén ding is natuurlijk lastig: diezelfde peuters zijn zeer beïnvloedbaar en hun voorkeur wisselt snel. McDonald's wordt als voorbeeld genoemd van een merk dat veel tweejarigen al kennen: de 'M' zou tevens de eerste letter zijn die deze kinderen kunnen schrijven.
Uitgever Sanoma verzamelde in het boekje allerlei trends en weetjes over een- tot vijftienjarigen. Het boekje biedt een aardig overzicht over deze doelgroep, die uiteraard in tal van subgroepen (nul- tot driejarigen, vier- tot zesjarigen, enzovoorts) uiteenvalt.
Een doelgroep die steeds vaker apart benoemd wordt, zijn de tweens: kinderen tussen de negen en vijftien jaar, die veel te besteden hebben en zeer merkgevoelig zijn. Veel marktbureaus maken weinig onderscheid meer tussen de oudste leerlingen van de basisschool en de jongsten van de middelbare school: kinderen in de bovenbouw van de basisschool gaan immers steeds meer op middelbare scholieren lijken.
De tweens zijn ook zo belangrijk omdat zij hun invloed op 'gezinsbeslissingen' groot is. Zo heeft een kwart van de dertien- tot vijftienjarigen inspraak bij de aanschaf van een nieuwe auto, 28 procent beslist mee over een nieuwe tv en 51 procent bepaalt mede wat er 's avonds gegeten wordt.
Ook de strategieën die kinderen gebruiken om hun ouders over te halen een bepaald product te kopen (zoals pakken, vragen, kijken), zijn onderzocht.
Onderzoekers van de universiteit van Amsterdam deden een observatiestudie in supermarkten en speelgoedwinkels en kwamen tot de conclusie dat er rond zo'n aanschaf eigenlijk opvallend weinig conflicten ontstaan.
,,Er is een echte onderhandelingscultuur; ouders en kinderen overleggen en nemen samen een beslissing.''
Uiteraard bevat het rapport veel gegevens over computer- en (mobiel) telefoongebruik door kinderen van verschillende leeftijden. Een belangrijke conclusie voor adverteerders is dat de heersende 'beeldcultuur' steeds meer door een 'tekstcultuur' wordt vervangen. Door het dagelijks gebruik van e-mail, sms en chatten ontstaat een nieuwe taal, die voor jongens weer andere woorden kent dan voor meisjes.
Voor marketing- en reclamebureaus is dit lastig, omdat deze taal zeer snel verandert. Bovendien willen jongeren juist niet met hun eigen woorden, afkortingen en codes aangesproken worden.
,,Ze prikken er direct doorheen als volwassenen een tekst in namaakjongerentaal hebben geschreven.''
Overigens verzinnen ook de reclamemakers voortdurend nieuwe woorden.
Een skippy is een 'schoolkid with income and purchasing power' en ouders van Zebra-kinderen zijn ouders die de kleren voor hun kinderen bij winkels als Zeeman en Wibra kopen. Screenagers (ook wel: msn-generatie) is een woord dat de hele doelgroep uit het boekje samenvat: dit is de generatie die vanaf de geboorte met computerspelletjes, internet en multimedia geconfronteerd wordt.
van onze redactie onderwijs
Trouw, 2004-07-22 - lezersreacties op dit artikel (9)
AMSTERDAM - Tweejarige peuters hebben al hun favoriete merken. En dat niet alleen: ze kunnen hun voorkeuren nog overtuigend aan hun ouders duidelijk maken ook. Dit is een van de conclusies uit het 'Doelgroepenrapport een- tot vijftienjarigen' dat deze week is verschenen.
Het rapport is bedoeld om adverteerders en marketeers er hun voordeel mee te laten doen: als je weet wat er onder kinderen en jongeren speelt, slaag je er nog beter in hen te bereiken.
Neem de peuters: na hun derde verjaardag zouden ze volgens marktonderzoekers zelfs al in staat moeten zijn het imago van een merk (is het sportief, is het cool?) te herkennen.
Eén ding is natuurlijk lastig: diezelfde peuters zijn zeer beïnvloedbaar en hun voorkeur wisselt snel. McDonald's wordt als voorbeeld genoemd van een merk dat veel tweejarigen al kennen: de 'M' zou tevens de eerste letter zijn die deze kinderen kunnen schrijven.
Uitgever Sanoma verzamelde in het boekje allerlei trends en weetjes over een- tot vijftienjarigen. Het boekje biedt een aardig overzicht over deze doelgroep, die uiteraard in tal van subgroepen (nul- tot driejarigen, vier- tot zesjarigen, enzovoorts) uiteenvalt.
Een doelgroep die steeds vaker apart benoemd wordt, zijn de tweens: kinderen tussen de negen en vijftien jaar, die veel te besteden hebben en zeer merkgevoelig zijn. Veel marktbureaus maken weinig onderscheid meer tussen de oudste leerlingen van de basisschool en de jongsten van de middelbare school: kinderen in de bovenbouw van de basisschool gaan immers steeds meer op middelbare scholieren lijken.
De tweens zijn ook zo belangrijk omdat zij hun invloed op 'gezinsbeslissingen' groot is. Zo heeft een kwart van de dertien- tot vijftienjarigen inspraak bij de aanschaf van een nieuwe auto, 28 procent beslist mee over een nieuwe tv en 51 procent bepaalt mede wat er 's avonds gegeten wordt.
Ook de strategieën die kinderen gebruiken om hun ouders over te halen een bepaald product te kopen (zoals pakken, vragen, kijken), zijn onderzocht.
Onderzoekers van de universiteit van Amsterdam deden een observatiestudie in supermarkten en speelgoedwinkels en kwamen tot de conclusie dat er rond zo'n aanschaf eigenlijk opvallend weinig conflicten ontstaan.
,,Er is een echte onderhandelingscultuur; ouders en kinderen overleggen en nemen samen een beslissing.''
Uiteraard bevat het rapport veel gegevens over computer- en (mobiel) telefoongebruik door kinderen van verschillende leeftijden. Een belangrijke conclusie voor adverteerders is dat de heersende 'beeldcultuur' steeds meer door een 'tekstcultuur' wordt vervangen. Door het dagelijks gebruik van e-mail, sms en chatten ontstaat een nieuwe taal, die voor jongens weer andere woorden kent dan voor meisjes.
Voor marketing- en reclamebureaus is dit lastig, omdat deze taal zeer snel verandert. Bovendien willen jongeren juist niet met hun eigen woorden, afkortingen en codes aangesproken worden.
,,Ze prikken er direct doorheen als volwassenen een tekst in namaakjongerentaal hebben geschreven.''
Overigens verzinnen ook de reclamemakers voortdurend nieuwe woorden.
Een skippy is een 'schoolkid with income and purchasing power' en ouders van Zebra-kinderen zijn ouders die de kleren voor hun kinderen bij winkels als Zeeman en Wibra kopen. Screenagers (ook wel: msn-generatie) is een woord dat de hele doelgroep uit het boekje samenvat: dit is de generatie die vanaf de geboorte met computerspelletjes, internet en multimedia geconfronteerd wordt.