PDA

Bekijk Volledige Versie : Vlaams Regeerakkoord 2004-2009, intercultureel samenlevingsbeleid



Marsipulami
23-07-04, 00:46
Vlaams Regeerakkoord 2004-2009, intercultureel samenlevingsbeleid

Geplaatst door: Edith op jul 21, 2004 - 01:40 PM - -


Elementen met betrekking tot intercultureel samenlevingsbeleid, minderhedenbeleid en migratiebeleid in het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009

Vertrouwen geven, verantwoordelijkheid nemen

Een compilatie op basis van de volledig tekst van het Vlaams Regeerakkoord door KMS Kerkwerk Multicultureel Samenleven vzw.


I. TOPPRIORITEIT:
MEER ONDERNEMEN, MEER WERKGELEGENHEID

2. Overgang van opleiding en vorming naar de arbeidsmarkt: naar meer samenwerking tussen onderwijs en ondernemingen
We herwaarderen en vereenvoudigen de systemen van alternerend leren, alternerend
werken. We maken bindende afspraken met alle partners, over een uitbreiding van
het aanbod (voorbeeldrol van de overheid, sluitend aanbod aan voortrajecten voor
jongeren die nog niet arbeidsrijp zijn …), de kwaliteit van de begeleiding en een
diploma of getuigschrift na afloop van de opleiding.
In overleg met het onderwijs, de bedrijven en de social profit geven we zoveel
mogelijk leerlingen en leerkrachten de kans om in het laatste jaar van het middelbaar
onderwijs stages te lopen. Na de stage kan een certificaat toegekend worden.
We maken werk van een competentiegerichte opleidingenstructuur en modulering van
het opleidingenaanbod (p.20)

8. Diversiteitsbeleid en strijd tegen discriminatie op de arbeidsmarkt

We versterken de stimuli voor bedrijven, om een diversiteitsbeleid te voeren,
inspanningsverbintenissen aan te gaan, streefcijfers aan te geven én te halen.
Bijzondere aandacht gaat naar personen met een handicap. We werken effectief de
activiteitsvallen voor arbeidsgehandicapten weg.
Binnen de Serv erkennen we de “Commissie diversiteit”, als forum waar het overleg
met de organisaties voor personen met een handicap en allochtonen plaatsvindt.
We maken actiever gebruik van de instrumenten voorzien in de anti-discriminatiewet
om racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt te detecteren en aan te pakken.(p.23)

II. GEZINNEN VERSTERKEN

Zonder afbreuk te doen aan het federaal asielbeleid, realiseren we bijkomende
opvangcapaciteit voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen asiel
aanvragen. We voeren overleg met de federale overheid om tot oplossingen te komen gericht op gezinshereniging. (p.26)

III. EEN BETAALBARE WONING VOOR IEDEREEN

De beleidsdomeinen wonen en welzijn vragen zowel een samenwerking als een
afbakening. De sociale noden van de bewoners staan voor ons centraal. Om de
welzijnsproblemen op te vangen die de woonsector niet aankan, is een aparte
financiering vanuit welzijn nodig. We onderzoeken de gevolgen van co-ouderschap bij de
toewijzing van sociale woningen.
Het systeem van de inkomensgrenzen voor sociale huisvesting wordt herbekeken met
het oog op het bereiken van een betere sociale mix. (p.29)

4. WOONKWALITEIT VERBETEREN
Huisjesmelkerij wordt kordaat aangepakt.
De strijd tegen leegstand en verkrotting en huisjesmelkers vergt een goed uitgebouwde Wooninspectie, die over aangepaste instrumenten beschikt. We verbeteren de werking van de Wooninspectie.
We geven een bonus aan gemeenten die zelf en in de plaats van het Vlaams gewest de heffing op leegstand en verkrotting overnemen. De opbrengst is bestemd voor het gemeentelijk woonbeleid.
Nu er een uitdoofscenario bestaat voor permanente bewoning op campings wordt ook een regeling uitgewerkt voor bewoners van weekendverblijven die niet planologisch kunnen worden geregulariseerd. (p.30)

IV. ZORGEN VOOR MEKAAR, ZEKER VAN ZORG:
DE ZORGWAARBORG

H. (KANS)ARMOEDE BESTRIJDEN
Op het vlak van armoedebestrijding en sociale cohesie moet Vlaanderen bij de top 5
van de EU-regio’s behoren. Alle inwoners en doelgroepen hebben tijdens elke levensfase voldoende ontwikkelingskansen en keuzemogelijkheden om op elk domein deel te nemen aan het maatschappelijk leven.
We schakelen mensen die in armoede leven en hun organisaties tijdig en structureel in bij de voorbereiding van het beleid.
We eerbiedigen het toegezegde budgettaire groeipad voor de Verenigingen waar
armen het woord nemen.
We maken werk van een zo ruim mogelijke automatische toekenning van rechten en maken daarover afspraken met onder meer de Vlaamse en de federale
administraties, de lokale besturen, de OCMW’s en de verschillende welzijnsactoren.
We pakken de problemen van overmatige schulden en afbetalingsproblemen gericht aan.
Elk beleidsdomein heeft aandacht voor armoedebestrijding en risicoverlaging. Daartoe doen de Vlaamse administratie en de diverse organisaties beroep op
ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting.
We versterken de binding tussen het opbouwwerk en het lokaal sociaal beleid.
(p.35)

V. INVESTEREN IN ONDERWIJS,
ELK TALENT ZIJN KANSEN GEVEN

Inschrijvingsbeleid
In navolging van de evaluatie van het Gelijkeonderwijskansendecreet kan naast broers en zussen in basisscholen voorrang worden gegeven aan kinderen uit de buurt. In steden met een groot aandeel leerlingen met een andere thuistaal dan het Nederlands, worden instrumenten geboden om, rekening houdend met de doelen vooropgesteld in het Lokaal overleg platform (LOP), te komen tot evenwichtig samengestelde scholen. (p.39)

BUITENLANDSE DIPLOMA’S
We versnellen de erkenning en gelijkwaardigverklaring van buitenlandse diploma’s.(p.40)

ONTHAALKLAS ANDERSTALIGEN
We breiden het Onthaalklas anderstalige nieuwkomers (OKAN)-onderwijs verder uit,
zowel naar doelgroep als naar aanbod. Dit betekent dat het taalbad ook mogelijk wordt voor kinderen met de Belgische nationaliteit. Daarnaast geven we stimuli aan
(zelf)organisaties en initiatieven die zich inzetten voor het aanleren van het Nederlands.
CENTRA VOOR LEERLINGENBEGELEIDING (CLB)
De school is bevoegd voor de eerstelijnszorg in de leerlingenbegeleiding, het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) voor de tweedelijnszorg. Tussen beide komt een betere afstemming tot stand, waarbij de regiefunctie de school toekomt zonder de onafhankelijkheid van de centra voor leerlingenbegeleiding aan te tasten. Voor de werking van de CLB’s moet er wel rekening mee gehouden worden dat ze ook opereren in een breder netwerk van voorzieningen, dat verschilt naargelang van de locatie.
Leerlingen moeten in dit kader georiënteerd worden op basis van hun talenten in plaats van wat ze niet kunnen.(p40-41)

VI. SAMENLEVEN IN DIVERSITEIT.
NAAR EEN ACTIEF EN GEDEELD BURGERSCHAP: MEER KANSEN, MEER PARTICIPATIE …
DUIDELIJKE RECHTEN EN PLICHTEN. (p.44-48)

De Vlaamse samenleving is de jongste decennia grondig veranderd. Diversiteit is een
onomkeerbare realiteit geworden. Deze evolutie betekent niet alleen een verrijking van onze samenleving, ze stelt de sociale samenhang ook op de proef. Willen we deze uitdaging efficiënt en oplossingsgericht aangaan, dan moet iedereen zich bewust zijn van zijn of haar individuele verantwoordelijkheid. Dat betekent dat iedereen een ,,versterkt en gedeeld’’ burgerschap aan de dag moet leggen.
De onderdelen daarvan zijn:
1) met respect voor anderen participeren aan onze samenleving;
2) door werk en eigen inspanning bijdragen aan de welvaart;
3) eerbied en respect opbrengen voor fundamentele rechten en vrijheden en voor de normen neergelegd in de Grondwet, wetten, decreten...;
4) geen mensen uitsluiten of discrimineren, omwille van hun etnische, religieuze of culturele achtergrond.

Goed samen-leven is een verantwoordelijkheid van iedereen: van de overheid, de
ondernemingen, scholen en verenigingen, maar in de eerste plaats ook van de
individuele burger. De Vlaamse overheid kan de samenlevingsproblemen niet alleen
oplossen. Zij bepaalt wel het kader. Ze legt de voorwaarden op die een samenleven in diversiteit mogelijk moet maken. Die voorwaarden behelzen duidelijke afspraken over rechten en plichten die voor iedereen gelden, ongeacht de culturele eigenheid of de etnische afkomst. De overheid ziet erop toe dat die voorwaarden ook effectief worden nageleefd. Maar uiteindelijk is het aan de individuele en verantwoordelijke burger om open te staan voor de diversiteit van onze samenleving en om de nodige inspanningen te leveren om het harmonieus samenleven mogelijk te maken.
Daarnaast moet de overheid ook voldoende kansen geven. Binnen de eigen
bevoegdheden (onderwijs, huisvesting, tewerkstelling, welzijn en onthaal van
nieuwkomers, cultuur, sport,...) versterkt de Vlaamse overheid daarom de hefbomen die bijdragen tot de zelfredzaamheid, participatie en emancipatie van alle Vlamingen, alle minderheidsgroepen (strategisch plan minderhedenbeleid) en allochtonen én tot wederzijds respect. Zij realiseert zoveel als mogelijk een inclusief beleid: algemene maatregelen waar mogelijk, specifieke maatregelen waar dit echt noodzakelijk is.

Gezien het feit dat het minderhedendecreet en inburgeringsbeleid deels overlappend zijn, is een evaluatie en afstemming in functie van het inburgeringsbeleid en een volwaardige participatie van personen die tot minderheden behoren aangewezen. We zorgen voor een betere onderbouwing van het diversiteit– en inburgeringsbeleid op het vlak van het verzamelen van gegevens en de analyse van problemen. We realiseren een geïntegreerde aanpak. Deze moet maatregelen bevatten met betrekking tot onthaal en inburgering, “empowerment”, onderwijs (verlaging van de inschrijvingsplicht tot 5 jaar, aanpak van hardnekkig spijbelgedrag, verplichte deelname aan alle lessen die raken aan het halen van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen…), werkgelegenheid, huisvesting, het verenigingsleven, emancipatorisch beleid en religie. Specifieke overlastfenomenen, al dan niet duidelijk gelinkt aan specifieke groepen, worden aangepakt.
Om de middelen efficiënt in te zetten, hanteren we een verschillende aanpak voor
nieuwkomers en oudkomers (allochtonen die al langer in Vlaanderen leven die eventueel nog geen Nederlands spreken en/of nog niet klaar zijn om te werken…). Voor de oudkomers kiezen we in principe voor een niet-categoriale aanpak, maar voor een verbetering van hun (participatie)kansen via het gewone beleid in de diverse deeldomeinen. Ook voor de nieuwkomers streven we naar een snelle doorstroming naar het reguliere aanbod aan onderwijs en arbeidsmarktvoorzieningen.
Om een dergelijk geïntegreerd beleid te voeren zorgt de Vlaamse regering in elk geval voor een betere en sterke coördinatie, zowel binnen de Vlaamse regering als met de andere beleidsniveaus.
Om een dergelijk geïntegreerd beleid te voeren, wordt binnen de Vlaamse regering een functioneel bevoegde minister aangeduid, onder wiens bevoegdheid de verschillende beleidsonderdelen inzake diversiteit, integratie en burgerschap worden samengebracht.

Marsipulami
23-07-04, 00:46
A. INBURGERING
We breiden het aanbod aan verplichte inburgeringstrajecten uit zodat alle
nieuwkomers die zich permanent in Vlaanderen willen vestigen, en waaraan de
inburgeringsplicht zonder schending van internationale en Europese regels kan
worden opgelegd, binnen een korte tijdspanne het verplichte inburgeringstraject
kunnen aanvatten. Daartoe verhoogt de Vlaamse overheid het budget en geeft ze
meer mogelijkheden aan onder meer vrijwilligers met bewezen vaardigheden om
Nederlandse les en maatschappelijke oriëntatie te geven en nieuwkomers te coachen om mee te werken aan dergelijke inburgeringstrajecten.
Voor het onthaal en de inburgering van minderjarige nieuwkomers doet de Vlaamse overheid maximaal een beroep op het onderwijs, in het bijzonder op scholen met onthaalonderwijs.
We breiden de verplichte taallessen Nederlands uit tot alle werkzoekende
Nederlandsonkundige oudkomers (via het decreet op het inwerkbeleid) en
Nederlandsonkundige oudkomers die leven van een leefloon, volgens de normale
geplogenheden met betrekking tot de toepassing van de wettelijke voorwaarde inzake werkbereidheidsvereiste.
We stimuleren andere oudkomers om een aangepast inburgeringstraject te volgen.
We concentreren ons daarbij in de eerste plaats op oudkomers, ouders van
schoolgaande kinderen. We werken daartoe de wachtlijsten weg.
Wie zich inschrijft voor een cursus Nederlands of inburgeringstraject moet deze ook voleindigen. Wie de cursus zonder geldige reden niet afmaakt, moet de kosten voor het inburgeringstraject resp. de cursus Nederlands zelf betalen.
We zorgen voor een betere sanctionering van het niet of niet-correct naleven van de verplichting tot het volgen van een inburgeringstraject. Aan wie onder het
toepassingsgebied van het inburgeringsdecreet valt, kan de toegang tot een sociale
woning worden ontzegd, wanneer en zolang hij/zij het inburgeringstraject niet heeft
gevolgd. We vervangen de strafsancties voorzien in het inburgeringsdecreet door
administratieve sancties, die we effectief zullen toepassen.

B. ONDERNEMEN EN TEWERKSTELLING
We zorgen voor voldoende aantal passende inwerktrajecten. Net zoals voor iedereen het weigeren van één of andere passende opleiding kan leiden tot het verlies of de vermindering van een uitkering, geldt dit ook voor de weigering van inwerktraject, dat kennis van het Nederlands of het volgen van een cursus Nederlands veronderstelt.
 We bestrijden racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt en vervullen een
voorbeeldfunctie op het vlak van de evenredige arbeidsparticipatie van allochtonen.
 De Vlaamse overheid versterkt de stimuli voor bedrijven om een diversiteitsbeleid te voeren en moedigt hen aan om inspanningsverbintenissen aan te gaan, om in overleg met werknemers, werkgevers streefcijfers aan te geven en te halen, zonder dat dit het opleggen van quota inhoudt.
 De Vlaamse overheid ondersteunt en versterkt het ondernemerschap van allochtonen.

C. ONDERWIJS
We dringen aan op de verlaging van de inschrijvingsplicht tot 5 jaar, zodat alle
kinderen in Vlaanderen in principe één jaar kleuteronderwijs volgen.
We aanvaarden niet dat bepaalde leerlingen (of hun ouders) deelname aan bepaalde lessen (biologie, lichamelijke opvoeding, zwemmen…) die rechtstreeks raken aan de eindtermen en ontwikkelingsdoelen, weigeren omwille van hun geloof of levensbeschouwelijke overtuiging.
We maken snel werk van de inrichting van een volwaardige opleiding voor
islamleraars en imams binnen het Vlaamse onderwijs. Twee jaar nadat deze opleiding van start gaat, zullen enkel mensen die de Nederlandse taal beheersen in aanmerking komen voor de functie van imam of islamleraar. Voor de personen die nu imam of islamleraar zijn voorzien we in een overgangsperiode.
We zorgen voor een doortastende aanpak van hardnekkig spijbelgedrag van
allochtone jongeren (cf. hoofdstuk V), gericht op de terugkeer van deze jongeren
naar het onderwijs.
De Vlaamse overheid versnelt de erkenning en gelijkwaardigverklaring van
buitenlandse diploma’s.
 Een foute schooloriëntatie is voor vele allochtone jongeren een probleem. Daarom versterken we een systeem van continue studiekeuzebegeleiding met het accent op positieve oriëntering gebaseerd op de competenties en de interesses van leerlingen.

D. HUISVESTING
We voeren een huisvestingsbeleid dat er op is gericht om de diversiteit in wijken op een meer leefbare manier in te richten, door de vlucht van wie zich sociaal en
financieel heeft verbeterd tegen te gaan en nieuw– en oudkomers te spreiden. Dat
kan met name door:
o Een sterkere stimulans van eigen woningbezit met in begrip van de mogelijkheid om mits de huisvestingsmaatschappij er mee instemt en over voldoende sociale woningen beschikt een sociale huurwoning te kopen.
o Een meer gerichte en harde aanpak van huisjesmelkers.
o Een betere spreiding van de inplanting van sociale huisvesting over en binnen
alle steden en gemeenten.
o Meer ruimte voor de sociale huisvestingsmaatschappijen om op basis van
objectieve criteria een sociale woning toe te wijzen om een gepaste en goede
sociale mix te realiseren binnen sociale wooncomplexen.

E. VERENIGINGSLEVEN
We versterken de sociale integratie en het samenleven van groepen met
verschillende culturele achtergrond door de ondersteuning van verenigingen die zich
richten op meer dan één culturele doelgroep en de sociale integratie en het
samenleven van verschillende culturele groepen mee in hun doelstellingen opnemen
en waarmaken.
We betrekken allochtonen en het verenigingsleven bij het diversiteitsbeleid.

F. EMANCIPATIE VAN ALLOCHTONE VROUWEN EN MEISJES
We beklemtonen de gelijkheid en gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen. We
responsabiliseren en ondersteunen verenigingen en organisaties die bijdragen tot de
effectieve emancipatie van meisjes en vrouwen van specifieke minderheidsgroepen.

G. VLAAMS HOLOCAUSTMUSEUM
We richten een stichting op om de herinnering aan de Holocaust levend te houden, om op basis van o.m. de jodenvervolging de mechanismen van uitsluiting,
onverdraagzaamheid en racisme te ontleden en te verklaren. Zo trachten we de
democratische wortels van onze samenleving te versterken. Deze stichting realiseert deze opdracht in de eerste plaats door een spraakmakend historisch museum over deze thema’s op te richten in Mechelen.

H. AANPAK VAN OVERLAST DIE DE INTERCULTURELE VERBONDENHEID BEDREIGT
EN ONDERMIJNEN
De maatschappelijke tolerantie staat onder druk daar waar de wet slecht wordt
gehandhaafd. Om die reden is een effectief veiligheids- en handhavingsbeleid voor
cruciaal voor een breed gedragen integratiebeleid. De leefbaarheid van wijken met een gemengde etnisch-culturele achtergrond wordt te vaak bedreigd door het criminelegedrag van en de overlast veroorzaakt door – onder meer – kleine groepen allochtone jongeren. Naast een kordate politionele en gerechtelijke aanpak – op federaal niveau – moeten er een geïntegreerd beleid komen dat stoelt op responsabilisering van zowel de overheid als de buurt, de jongeren en de ouders.

Wij benadrukken de verantwoordelijkheid van ouders voor de opvoeding van hun
kinderen tot meer burgerzin en zorgen voor een grotere betrokkenheid van de ouders bij het opleggen van maatregelen in de bijzondere jeugdzorg.
We stimuleren initiatieven die de verschillende gemeenschappen mobiliseren om
overlast aan te pakken en de leefkwaliteit van de wijken te verbeteren. We
ondersteunen projecten waarbij vrijwilligers aanspreekpunt zijn in geval van klachten over overlast en mensen wijzen op hun storend gedrag (cf. projecten zoals
Buurtvaders en Mama's op de Metro (spreken spijbelaars en jongeren die overlast
veroorzaken aan).
We nemen het initiatief tot een overleg tussen de besturen (federaal, Vlaams en
lokaal) om een betere afstemming van het beleid te realiseren voor een doortastende en gerichte aanpak van problemen van illegaliteit, concentratie van asielzoekers, nietcorrecte toepassing van wetgeving…
We maximaliseren de mogelijkheden voor gemeenten en steden om overlastfenomenen met administratieve geldboetes te beteugelen. Dit vereist dat we een aantal strafbaarstellingen in decreten schrappen om zo ruimte te creëren voor de gemeenten en steden om hun normen tegen overlast gericht te handhaven.

VII. VRIJE TIJD, CULTUUR, SPORT, JONGEREN EN
VRIJWILLIGE INZET IN VERENIGINGEN

In haar jeugdbeleid wil de Vlaamse regering vraaggestuurd werken met aandacht voor diversiteit en toegankelijkheid. (p.49)

We verhogen de brede sportparticipatie, ook voor personen met een handicap en
leden van kansengroepen, via een actieve sensibilisatie voor sportbeoefening in
clubverband. We verlagen financiële drempels zoveel als mogelijk.(p.53)

VIII. LOKALE BESTUREN
Sterke steden, gemeenten en provincies: partners in goed bestuur

We versterken de effectieve handhaving van Vlaamse regelgeving. In afwachting
van meer Vlaamse bevoegdheden voor een eigen Vlaams, volwaardig veiligheids-,
justitie– en handhavingsbeleid, maken we hiervoor afspraken met de federale
overheid. De maatschappelijke overlast (sluikstort, illegaliteit, verloedering,
verkrotting, hardnekkig spijbelgedrag…), het onveiligheidgevoel en het aantal
misdrijven moeten dalen. Ook de Vlaamse overheid kan daartoe bijdragen.
In afwachting van een gedeeltelijke defederalisering van bevoegdheden inzake justitie en veiligheid, putten we alle mogelijkheden uit waarover Vlaanderen beschikt om een doortastend veiligheids– en handhavingsbeleid te voeren. We willen in elk geval een Vlaams jeugdsanctierecht uitbouwen om gerichter én met meer rechtszekerheid voor de jongeren te kunnen optreden tegen jongeren die een ernstig misdrijf hebben gepleegd.
We nemen het initiatief tot een overleg tussen de besturen (federaal, Vlaams en
lokaal) om een betere afstemming van het beleid te realiseren voor een doortastende en gerichte aanpak van problemen van illegaliteit, concentratie van asielzoekers, nietcorrecte toepassing van wetgeving…

XIII. BRUSSEL

We zorgen voor een aangepaste uitvoering van het inburgeringsbeleid in Brussel.
Hierbij houden we rekening met de onmogelijkheid om de gemeentebesturen tot
samenwerking te verplichten en de bijzondere situatie op het terrein (meertalige
omgeving). (p 77)

XV. VLAANDEREN IN EUROPA EN IN DE WERELD

We stemmen het Vlaams ontwikkelingsbeleid af op internationale akkoorden (bv.
Milleniumdoelstellingen) en internationale ontwikkelingen. De toenemende
globalisering verplicht Vlaanderen om een actieve rol te spelen m.b.t. internationale
vraagstukken zoals handel, migratie, milieu… De Vlaamse overheid zal actief
meewerken binnen de UNESCO aan de opstelling van een conceptconventie over
culturele verscheidenheid. (p 81 – 82)


voor de volledige tekst zie www.vlaamsparlement.be