PDA

Bekijk Volledige Versie : Haat zaaien is nooit een kunst ! Volkskrant Reaktie op Hans den Boef !



kspeciaal
23-07-04, 15:11
Ik kwan recent een leuke stukje op de Volkskrant. dat stuk was een reaktie op een recente stuk van Den Boef op de volkskrant!

Haat zaaien is nooit een kunst

Adolescenten zijn een vreemd soort volk. Nog altijd in de kater van de puberteit doen ze alles om hun specifieke boodschap wereldkundig te maken. Ze uiten liefdesverdriet in graffiti, maken hun ongenoegens duidelijk door ze in bushokjes te kerven of maken een rap en zetten deze op het internet. Zo ook de adolescenten van het rapgroepje DHC. Naast zeuren over het alledaags leven en klagen over de schoolconciërge hadden deze jongeren het ook gewaagd een politica te bedreigen.

Kunst? Nee, kunst is het zeker niet. Ze tonen maar weinig artistiek inzicht. Erg realistisch zijn de rappers van DHC ook niet: de verschillende liquidatiemethoden die ze de revue laten passeren zijn simpelweg niet te combineren. Het lijkt eerder op een grove grap. Nieuw? Nee, de rapgroep NAG had al eerder op deze manier gestunt. Bovendien ontsnapt op internet geen enkel publiek figuur aan een zekere vorm van “gedissed” worden. Een kwartiertje gericht internetten is voldoende om dat zelf te observeren. Degenen die niet over internet beschikken kunnen ook de toiletten bezoeken van iedere middelgrote middelbare school om vergelijkbare teksten te vinden.

Voor August Hans den Boef draait het hier echter om een nieuw verschijnsel, een complete cultuur zelfs. Na een kleine beschouwing over postmodernisme vervolgt hij: ”De discussie over de hiphopcultuur naar aanleiding van de Haagse rappers DHC en hun Hirsi Ali diss laat zien wat het betekent als postmodernisme buiten het reservaat van de kunst treedt.”(Forum, 15 juli). Hij illustreert dat door terecht op te merken dat een misdaad niet te rechtvaardigen is door het in het domein van de kunst te plaatsen. Echter, Den Boef voert ons hier op een dwaalspoor. Aangenomen dat de jongens van DHC hun rap als kunst beschouwen; om buiten dat domein te treden zouden ze dus hun plan moeten willen realiseren. Daarvan is allerminst sprake, er zijn geen wapens en geen concrete moordplannen ontdekt. De Scud-raket waar één van de leden Hirsi Ali mee bedreigt is onvindbaar gebleken. Het DHC incident is dus allerminst een toonbeeld van wat er kan gebeuren als postmodernisme buiten het reservaat van kunst treedt.

Om de samenleving desalniettemin te beschermen van losgeslagen “kunstenaars” stelt Den Boef voor om alleen kunstenaars die een bepaalde kwaliteit in hun werk hebben bereikt volledige bescherming van meningsuiting te gunnen. Dit voorstel is maar moeilijk serieus te nemen: wie bepaalt wat kunst is en wie mag zich kunstenaar noemen? Aan welke kunstzinnige criteria moeten hij/zij voldoen? Wat is kwaliteit en wanneer heeft iemand de noodzakelijke kwaliteit bereikt om aanspraak te maken op vrije meningsuiting? En hoe zit het eigenlijk met de minder artistieke beroepsgroepen? Moeilijke vragen, zeker als je ook beseft dat sommige kunstenaars pas na hun dood worden gewaardeerd en deze dus nooit van volledige meningsuiting kunnen genieten.

DHC is in zekere zin toch nog bijzonder: ze staan, althans volgens Den Boef, namelijk niet in de traditie van de protestzangers van de jaren zestig. Ze vormen een traditie van jongeren die de islam als identiteit kiezen als uitlaatklep voor hun dagelijkse frustraties. Dit geeft goed aan dat Den Boef protestbewegingen waarschijnlijk niet uit eigen ervaring kent. Natuurlijk vormt DHC een protestbeweging. Net zoals vele andere jongeren komen in opstand tegen iedereen die hun niet aanstaat, onder andere ook de weinig subtiele Hirsi Ali. Ze staan in de traditie van de nozems, de provo’s en de hippies. Tegenwoordig concurreren deze jonge rappers met skaters, rockers, en alto’s.

In de schaduw van de bekende protestzangers van de jaren vijftig en zestig stonden overigens ook minder-getalenteerden die net als DHC moesten vertrouwen op goedkoop gevloek en geschreeuw. Achter getalenteerde rappers als Ali B en Raymzter die misstanden als moslimhaat en discriminatie aan de kaak stellen, zijn er helaas ook minder-getalenteerden als NAG en DHC. Wat betreft de eerste hip-hop generatie die Den Boef kort aanhaalt, deze zette niet alleen sociale misstanden aan de kaak, maar hadden ook wat fysieke bedreigingen op voorraad voor degenen die (volgens hen) deze misstanden veroorzaakten.

DHC valt bij nauwkeurige analyse in een compleet andere traditie dan Den Boef denkt. Ze valt namelijk in een soort huichelaars-traditie die de laatste tijd in veel groepen de kop opsteekt. De voorbeelden zijn talloos: gelovigen die anderen bedreigen en zich verstoppen achter de religie. Kamerleden die religieuze scholen bezoeken, niet om ze op kwaliteit te beoordelen, maar om scholieren naar eigen inzicht te bekeren. Rechtsfilosofen die zich afzetten tegen cultuurrelativisme maar religieuze culturen al te graag indelen in superieur of inferieur. Liberalen die zich bezig houden met manieren waarop ze de vrijheden van bepaalde bevolkingsgroepen het best kunnen inperken. Columnisten die in plaats van zaken aan te kaarten hun vloekvocabulaire publiek maken. De eeuwige geleerden die elk akkefietje definiëren in termen van botsingen van culturen, zonder dat daar aanleiding toe is. En last but not least: rappers die de ernstigste dingen in hun raps verspreiden en zich achteraf achter “kunst” verschuilen, zich niet verantwoordelijk voelen. Het gaat kortom om mensen die zich een bepaalde publieke identiteit aanmeten zonder daar naar te handelen.

Overeenkomstig de tijdgeest kan Den Boef het tenslotte niet laten om los van het onderwerp toch een sneer uit de delen naar moslimjongeren (hij noemt ze kleinerend onze moslimjongeren). Ze zouden alleen demonstreren tegen The Satanic Verses van Rushdie, het toneelstuk Aïsja en de vrouwen van Medina, tegen Israël of voor het behoud van de hoofddoek. Alleen al aan de manier waarop Den Boef dit naar voren brengt is zijn fatalistische aard te herkennen. Ik zou bovenstaande graag anders formuleren. Moslimjongeren worden steeds mondiger. Ze demonstreren tegen haatdragende teksten of maken zich zorgen om toneelstukken die een verkeerd beeld geven van hun islamitische identiteit. Ze demonstreren tegen een afscheidingshek van Israël dat zelfs door het internationaal gerechtshof als illegaal wordt beschouwd. Ze zijn bezorgd over een volk dat op een plaats woont die in algemeen taalgebruik de bezette gebieden wordt genoemd. Ze demonstreren tegen een oorlog die werd gevoerd om leugens. Ze tekenen petities en gaan in discussie om onnodige willekeur en generalisering te bestrijden. Enfin, ze participeren in de democratische samenleving. Deze beschrijving is niet alleen een stuk optimistischer maar doet ook meer recht aan de waarheid.

Groepen als DHC en NAG proberen ze zich te profileren door anderen te choqueren, net zoals punk-bandjes in het verleden. Ze vormen een mix van adolescente frustraties en de gangsterrap rage uit Amerika. Ze zijn zich niet van het postmodernisme bewust, net zo min als ze bewust zijn van de islam. Den Boef heeft gelijk: haat zaaien is net als generaliseren geen kunst. Dat heeft hij in zijn stuk met meer dan argumentatie alleen duidelijk gemaakt.

Mimoun Boukiour.
De Volkskrant