PDA

Bekijk Volledige Versie : Godsdienstvrijheid in Turkije



Marsipulami
24-07-04, 00:45
Godsdienstvrijheid in Turkije

Turkse aanpassingen strooien zand in Europese ogen

Passen gedwongen sluiting van een seminarie en geschiedvervalsing in de EU? Dat is de vraag die komende december beantwoord moet worden. Er mogen dan enkele wetswijzigingen in Turkije doorgevoerd zijn, nog altijd staan christelijke minderheden zwaar onder druk in de staat die maar geen rechtsstaat wil worden.

Ben van de Venn

Bij de vraag of de onderhandelingen met Turkije over het EU-lidmaatschap komende december gestart moeten worden, kan men demografische en geopolitieke bezwaren opperen. Beslissend is echter of het land voldoet aan de toetredingscriteria zoals de EU die in Kopenhagen heeft vastgesteld. En nog specifieker: eerbiedigt het de rechten van de christelijke minderheden op zijn grondgebied? Een vraag die gerechtvaardigd is als we de cijfers zien: begin twintigste eeuw was een vijfde deel van de inwoners van het huidige Turkse territorium christen, nu nog een schamele 0,3 procent.

Eigen interpretatie

Officieel genieten de meeste christelijke minderheden bescherming op basis van bepalingen in het Verdrag van Lausanne. Met dit verdrag werd de Turkse Republiek in 1923 als opvolger van het Ottomaanse Rijk in de volkerengemeenschap opgenomen. Turkije wilde een seculiere staat naar westers voorbeeld worden. Voor de positie van de niet-islamitische minderheden werden speciale bepalingen opgenomen.

Artikel 40 van het verdrag kent niet-islamitische minderheden het recht op eigen scholen toe. In artikel 41 komt daar het recht op gebruik van de eigen taal bij. Turkije interpreteerde deze clausules echter op zijn eigen manier.

'Misschien durven ze het leger niet buitenspel te zetten of echte godsdienstvrijheid in te voeren'


De regels zouden alleen gelden voor gemeenschappen die ten tijde van het Ottomaanse rijk de status van een 'religieus-etnisch gedefinieerde natie' bezaten. En dat waren in Turkse ogen alleen Grieken, Armeniërs en joden. Op de rooms-katholieke en anglicaanse christenen zouden de bepalingen niet van toepassing zijn. Zij zouden slecht een beperkte bescherming genieten.

De bepalingen van het verdrag zijn tot op de dag van vandaag de enige wettelijke basis voor de meeste christelijke gemeenschappen op Turkse bodem. Niet voor de katholieken en protestanten. De katholieke bisschoppenconferentie van Turkije is geen rechtspersoon en kan daarom geen bezit hebben.

Ondeelbare eenheid

Na de militaire coup van 1980 werd een nieuwe grondwet opgesteld om Turkije als staat te herdefiniëren. Opnieuw spreekt het in 1982 totstandgekomen document over Turkije als een principieel seculiere staat, waarin het recht op godsdienstvrijheid is gegarandeerd.

Voor de katholieke Kerk is er helemaal geen mogelijkheid kerken te bouwen


Maar over religieuze minderheden wordt niet gerept. Het betreft hier (volgens artikel 24) het individuele recht zijn geloof te belijden en zelfs te wisselen van geloof. Een garantie om voor het praktiseren van dat geloof benodigde instellingen op te richten geeft de grondwet niet. Tegenover deze minimale rechten voor christenen krijgt de soennitische islam als etnisch opgevatte nationale meerderheid een voorkeursbehandeling. Voorop staat in de grondwet de ondeelbare eenheid van land en natie. Als hoeders van de eenheid en homogeniteit van het land treedt het leger op.

Aanslagen

De Oostenrijkse internetsite www.politiek-forum.at geeft een beschrijving van de daadwerkelijke positie waarin de christelijke gemeenschappen verkeren. En die is soms schrijnend.

De oriëntaals-orthodoxe Armeense Apostolische Kerk, is met 65.000 leden de grootste christelijke gemeenschap in Turkije. Als autochtone Kerk heeft ze volgens het Verdrag van Lausanne een legale status.

Zuur is ook het lot van Turken die zich tot het christendom bekeren


Maar van wettelijke bescherming is plotseling niets meer te bespeuren nu de diplomatieke betrekkingen met buurland Armenië onder spanning staan. Dientengevolge hebben ze het de laatste jaren hard te verduren. In februari 1997 werden tweemaal bommen en molotovcocktails geworpen op de Mariakerk in de wijk Eyub in Istanbul. Onteigeningen van kerkhoven vonden plaats in Istanbul en Diyarbakir, zoals er overal Armeense bezittingen onteigend worden op grond van een verordening uit 1936.

Gevoelig ligt de positie van de Grieks-orthodoxe christenen die ressorteren onder het patriarchaat van Constantinopel, het huidige Istanbul. Voor de komst van de moslims in Turkije was de stad eeuwenlang het luisterrijke centrum van het oosterse christendom.

De regels over de christenen zijn vaag en dubbelzinnig


Nu omvat het patriarchaat nog amper duizenden gelovigen in de miljoenenstad Istanbul. Hoewel ook deze gemeenschap volgens het Verdrag van Lausanne wettelijke bescherming zou moeten genieten, was het patriarchaat in de wijk Fanar in december 1997 doelwit van een aanslag. Het was de derde aanval binnen vier jaar.

Het meest getroffen is de Grieks-orthodoxe Kerk echter door de sluiting van haar seminarie Halki op een eiland nabij Istanbul. De orthodoxen zijn daarmee beroofd van hun enige centrum voor studie en opleiding van geestelijken. Juist deze rijke christelijke denominatie dreigt daardoor uit te sterven. In 1971 sloot de Turkse overheid het seminarie op basis van een wet die staatscontrole eist op alle hoger godsdienstig en militair onderwijs. (Een petitie voor heropening staat op: www.greece.org/themis/halki2/DUTpetition.html).


Foto: ANP

Premier Erdogan van Turkije ontmoette premier Balkenende onlangs. Onder Nederlands voorzitterschap zal de EU in december gaan beslissen of de onderhandelingen over een EU-lidmaatschap met Turkije gaan beginnen.

Vergunning

Zuur is ook het lot van Turken die zich tot het christendom bekeren. Wisseling van geloof is in de grondwet uitdrukkelijk toegestaan. Plaatselijke autoriteiten worden echter niet moe deze nieuwe christenen tegen te werken.

De katholieke bisschoppenconferentie is geen rechtspersoon en kan daarom geen bezit hebben.


Minstens twintig van hun kerken zijn betrokken in rechtszaken. Zo ook de protestantse kerk in Diyarbakir. Afgelopen Pasen moest de oprichter, Ahmet Guvener, voor de rechter verschijnen omdat hij zonder toestemming de kerk had geopend. Guvener werd vrijgesproken. Het Comité voor het behoud van Culturele en Historische Monumenten in Diyarbakir legde zich daar echter niet bij neer. Het kwam met de wettelijke eis op de proppen dat elke plaats voor godsdienstuitoefening op een stuk land van minstens 2500 vierkante meter moest staan. En daaraan voldeed het terrein van 116 vierkante meter niet. Dus weigerde het comité een vergunning af te geven. Het vergat dat van de 175 moskees in Diyarbakir er uitgerekend één aan de gestelde eis voldoet.

Totalitaire structuren

Anders dan de Oost-Europese landen lijkt Turkije maar moeilijk afscheid te kunnen nemen van bestaande totalitaire structuren. Dat is de conclusie van Arie Oostlander, rapporteur voor Turkije van de EU. Hij verwerpt ook de stelling van minister Bot, ex-ambassadeur in Turkije, dat Turkije niet langer aan het lijntje gehouden mag worden. Het lidmaatschap is immers nooit aan Turkije beloofd. "Er is altijd sprake geweest van aanbieding van een perspectief op lidmaatschap onder duidelijke voorwaarden. Er bestaat geen morele plicht voor de Unie om Turkije zonder vervulling van die voorwaarden toe te laten," schrijft Oostlander in de jongste aflevering van Christen-democratische Verkenningen.

In Trouw opperde Oostlander dit voorjaar de mogelijkheid Turkije de status van bevoorrechte handelspartner te verlenen, zoals ook de Fransen en Duitsers willen. "Misschien vinden de Turken dat zelf uiteindelijk de beste oplossing. Want misschien durven ze het leger niet buitenspel te zetten of echte godsdienstvrijheid in te voeren." Ondertussen zou de deur naar volledig lidmaatschap open moeten blijven, want, redeneert Oostlander, daarmee steun je de hervormers in Turkije. (BvdV)

Gemarteld

Het voorbeeld in Dyarbarkir toont de huidige situatie aan. Tussen 2001 en 2003 zijn er veranderingen in wetgeving doorgevoerd: constitutionele hervormingen (2001), een nieuw burgerlijke wetboek (2001), drie additionele wetshervormingen (2002) en door de EU opgelegde harmonisatiepakketten (2003). Maar de regels over de christenen zijn vaag en dubbelzinnig. Zo vaardigde de minister van Binnenlandse Zaken aan de lokale autoriteiten op 24 september 2003 instructies uit over de bouw van 'plaatsen voor erediensten'. Bij een aanvraag tot het bouwen van een kerk moet daarmee rekening gehouden worden in de regionale bestemmingsplannen. De uiteindelijke toestemming hangt dan af van de hoogste lokale civiele overheid.

In feite stuit elke aanvraag op nieuwe obstakels. Voor de katholieke Kerk is er helemaal geen mogelijkheid kerken te bouwen. Ondanks een verzoek daartoe afgelopen december, ontbreekt het haar aan elke legale basis. Ook de enige buitenlandse priester die pastoraal werk mag doen in Turkije, de Duitser Rainer Korten, ontbeert een kerkgebouw. Hij celebreert Eucharistie boven een restaurant in Antalya.

Maar Dyarbarkir staat niet op zichzelf. Ook in Istanbul zijn nieuwe christenen de laatste twee decennia doelwit van de politie geweest. Bekendste geval is Behnan Konutgan, een Assyrische protestantse voorganger die zich al dertig jaar inzet voor de christenen in Istanbul. Tot vorig jaar was hij voorzitter van de protestantse Kerk in Turkije. In die dertig jaar is hij vijfentwintig keer door de politie aangehouden; vijf keer nam men hem zijn paspoort af. Soms zat hij een dag vast, soms een week. Menigmaal werd hij daarbij gemarteld.

Armeense slachting

Vooralsnog is er nóg een vraagstuk waarover angstvallig gezwegen wordt. Begin 20e eeuw werd een inktzwarte bladzijde geschreven in de geschiedenis van Turkije: het deporteren en afslachten van zo'n twee miljoen Armeense, en Syrischtalige christenen. De gebeurtenissen zijn in 1919 al wetenschappelijk gedocumenteerd door de Duitser Johannes Lepsius. Niettemin blijven de Turkse regering en geschiedschrijving deze feiten tot op de dag van vandaag zonder blikken of blozen ontkennen. De Turkse minister van Onderwijs vaardigde 14 april 2003 nog een verbod uit om deze genocide op scholen ter sprake te brengen.

Wat is er op tegen om schuld te bekennen, zoals Duitsland na de Tweede Oorlog gedaan heeft? Het minst wat men van Turkije mag verwachten is dat het meewerkt aan een grondig historisch onderzoek door middel van een EU-commissie van Turkse, Armeense en Europese tophistorici. Want geschiedvervalsing past in ieder geval niet bij de waarden van de EU.

De Turkse ambassadeur, Tacem Ilden, laat via een woordvoerder weten dit artikel gelezen te hebben en vooralsnog geen commentaar te willen geven.