NIS
28-07-04, 20:12
Van onze verslaggeefster Charlotte Huisman
AMSTERDAM - De kabinetsplannen voor de verplichte inburgering van allochtonen werken niet. Zij zullen het integratieproces eerder vertragen dan versnellen. Dat vinden de 26 middelgrote gemeenten (G26), aldus hun woordvoerder, de Tilburgse wethouder Gon Mevis. De gemeenten zijn erover in gesprek met de minister.
Minister Verdonk van Integratie wil de inburgering van allochtonen drastisch hervormen. De inburgering zal niet meer alleen verplicht zijn voor nieuwe immigranten, maar ook voor allochtonen die al langer in Nederland zijn, maar de taal niet goed beheersen. Bovendien wil zij het cursusaanbod op de schop nemen, omdat dit te veel uitval kent en te betuttelend is. Ook moet het lesgeld grotendeels zelf betaald worden.
Op het ogenblik krijgen zogeheten nieuwkomers van de gemeente verplichte taal- en maatschappijoriëntatielessen aangeboden bij de Regionale Opleidingscentra (ROC's). Die worden vaak aangevuld met opleidingstrajecten om hen aan het werk te krijgen.
In het nieuwe stelsel moeten de immigranten hun inburgering zelf regelen en betalen. Als deelnemers binnen drie jaar slagen voor het examen, krijgen zij een deel van hun kosten terug. Als zij na vijf jaar de taaltoets niet hebben gehaald, krijgen zij geen permanente verblijfsvergunning.
De gemeenten vrezen dat het leren van de taal langer zal gaan duren. Mevis: 'Er wordt pas na vijf jaar definitief gecontroleerd of de deelnemer zijn toetsen heeft gehaald. Nu gaan de nieuwkomers, zodra ze zich in een stad vestigen, een lesprogramma volgen.'
Het ministerie is de gemeenten tegemoet gekomen door toestemming te geven voor een aantal proefprojecten. Vorige week kwam het ministerie met onder meer Tilburg, Gouda, Rotterdam en Den Haag overeen dat zij een groep werkloze zogeheten oudkomers wel een door de gemeente vastgelegd programma van taallessen mogen aanbieden in combinatie met een reïntegratietraject. De resultaten van deze aanpak kunnen vervolgens worden vergeleken met die van de 'vrije' aanpak die de minister voorstaat.
AMSTERDAM - De kabinetsplannen voor de verplichte inburgering van allochtonen werken niet. Zij zullen het integratieproces eerder vertragen dan versnellen. Dat vinden de 26 middelgrote gemeenten (G26), aldus hun woordvoerder, de Tilburgse wethouder Gon Mevis. De gemeenten zijn erover in gesprek met de minister.
Minister Verdonk van Integratie wil de inburgering van allochtonen drastisch hervormen. De inburgering zal niet meer alleen verplicht zijn voor nieuwe immigranten, maar ook voor allochtonen die al langer in Nederland zijn, maar de taal niet goed beheersen. Bovendien wil zij het cursusaanbod op de schop nemen, omdat dit te veel uitval kent en te betuttelend is. Ook moet het lesgeld grotendeels zelf betaald worden.
Op het ogenblik krijgen zogeheten nieuwkomers van de gemeente verplichte taal- en maatschappijoriëntatielessen aangeboden bij de Regionale Opleidingscentra (ROC's). Die worden vaak aangevuld met opleidingstrajecten om hen aan het werk te krijgen.
In het nieuwe stelsel moeten de immigranten hun inburgering zelf regelen en betalen. Als deelnemers binnen drie jaar slagen voor het examen, krijgen zij een deel van hun kosten terug. Als zij na vijf jaar de taaltoets niet hebben gehaald, krijgen zij geen permanente verblijfsvergunning.
De gemeenten vrezen dat het leren van de taal langer zal gaan duren. Mevis: 'Er wordt pas na vijf jaar definitief gecontroleerd of de deelnemer zijn toetsen heeft gehaald. Nu gaan de nieuwkomers, zodra ze zich in een stad vestigen, een lesprogramma volgen.'
Het ministerie is de gemeenten tegemoet gekomen door toestemming te geven voor een aantal proefprojecten. Vorige week kwam het ministerie met onder meer Tilburg, Gouda, Rotterdam en Den Haag overeen dat zij een groep werkloze zogeheten oudkomers wel een door de gemeente vastgelegd programma van taallessen mogen aanbieden in combinatie met een reïntegratietraject. De resultaten van deze aanpak kunnen vervolgens worden vergeleken met die van de 'vrije' aanpak die de minister voorstaat.