PDA

Bekijk Volledige Versie : Het bondgenootschap van Bush en bin Laden



Marsipulami
29-07-04, 01:59
Het bondgenootschap van Bush en bin Laden

Genietend van de Californische zon tracht Timothy Garton Ash de ziel van de Verenigde Staten te vatten. Hij raakt er maar niet uit of de Amerikanen sinds 9/11 echt zijn veranderd. De muren rond de vesting Amerika worden wel duidelijk.



IK ben zonet de Verenigde Staten binnengeraakt. Aangezien ik met een zogenaamd J-1 visum reisde, mag dat gerust een hele prestatie worden genoemd. Eerst moest ik een formulier invullen om mijn gastuniversiteit te vragen me een ander formulier op te sturen. Gewapend met dat formulier vulde ik nog drie andere formulieren in, waarin ik werd gevraagd enkele voor de hand liggende en relevante gegevens te verstrekken, zoals daar zijn: het telefoonnummer van mijn broer en de namen van twee mensen die deze informatie konden bevestigen. Daarna moest ik me naar de Barclays Bank begeven voor een speciaal ontvangstbewijs van de betaling van de kosten. Vervolgens moest ik een pasfoto afgeven van 2 bij 2 inches waarop ,,het hoofd (gemeten vanaf de bovenkant van het haar tot de onderkant van de kin) tussen 254 en 349 millimeter (1 bij 1 3/8 inch) moest meten en waarbij de afstand van de onderkant van de foto tot het niveau van de ogen tussen 268 en 349 millimeter (1 1/18 en 1 3/8 inch) moest liggen''. Er zijn maar een handvol fotowinkels die daaraan kunnen voldoen en toen Snappy Snaps mijn foto had genomen, moest ik 38 euro neertellen voor een dubbel setje. De eerste keer dat u een aanvraag indient, moet u trouwens ook naar de ambassade voor een gesprek.

Toen ik met deze kostbare adelbrief op zak aankwam op de luchthaven van San Francisco, werden mijn vingerafdrukken genomen en werd ik gefotografeerd. Vorig jaar werd ik even apart genomen voor een diepgaander onderzoek terwijl aan het loket naast me een ambtenaar van het ministerie van Homeland Security een meisje bijna een zenuwtoeval bezorgde door haar indringerig uit te horen over haar plannen met haar Amerikaanse vriendje. Zij kwam net als ik uit Groot-Brittannië, de grootste bondgenoot van de Verenigde Staten. Stel u voor dat ze de Libische of Iraanse nationaliteit had gehad.

Ja, ik weet wel dat de Verenigde Staten op 11 september 2001 het slachtoffer zijn geworden van terroristische aanslagen en dat sommige van die terroristen de Verenigde Staten zijn binnengekomen met J-1 visa. En natuurlijk heb ik er alle begrip voor dat dit land strengere veiligheidsmaatregelen neemt. Maar dit is meer dan een persoonlijk ongenoegen. Decanen van vooraanstaande Amerikaanse universiteiten hebben zich er al publiekelijk over beklaagd dat zulke bureaucratische en indringende procedures een nefaste invloed hebben op het aantal buitenlandse studenten dat in de Verenigde Staten wil en kan komen studeren (in Londen vindt men dat dit aanzienlijke perspectieven kan openen voor Britse universiteiten). Dat brengt ons bij de bredere vraag of de 'soft power' van Amerika, namelijk de macht om anderen aan te trekken en hen naar zijn hand te zetten omdat ze dat aantrekkelijk vinden, is afgenomen door de manier waarop de Bush-administratie heeft gereageerd op de aanslagen van 11 september 2001. Dat brengt ons bij de nog bredere vraag wie deze 'oorlog' aan het winnen is: Al-Qaeda of de VS? ,,God bless America'', schreef de dichter Philip Larkin, ,,so large, so friendly and so rich''. En de Amerikaanse hypermacht heeft in tegenstelling tot de eendimensionale supermacht van de Sovjet-Unie altijd afgehangen van die driedimensies samen: militaire, economische en 'soft' power. De 'soft power' van een land is moeilijker te meten dan zijn militaire of economische macht, maar één mogelijke maatstaf is wat ik de 'Vrijheidsbeeldtest' noem. In deze test krijgt elk land een cijfer dat berekend wordt door het aantal mensen dat erheen wil te delen door het aantal mensen dat er weg wil. Tijdens de Koude Oorlog bijvoorbeeld, wilden heel wat mensen emigreren uit de Sovjet-Unie tegenover heel weinig mensen die er wilden wonen, terwijl honderden miljoenen mensen naar Amerika wilden immigreren tegenover weinig mensen die er weg wilden. Op basis van deze ruwe meting heeft Amerika nog altijd massa's 'soft power'.

Toch is de algemene aantrekkingskracht van Amerika onmiskenbaar afgenomen, niet alleen door de bureaucratische procedures, maar door Guantanamo, door Irak, door een nogal harde, militaristische, nationalistische aanpak van wereldproblemen en door de misplaatste overtuiging dat de war on terror kan worden gewonnen met hoofdzakelijk, zo niet uitsluitend, militaire middelen, inlichtingen en een politiemacht. Als u de resultaten erbij neemt van het wereldwijde onderzoek dat het Pew Research Centre heeft gevoerd, dan ziet u dat de afkeer van Amerika de afgelopen twee jaar over de hele wereld nooit geziene hoogtes heeft bereikt. De Bush-administratie heeft de economische dimensie van de Amerikaanse macht op het spel gezet door het handelstekort en de overheidsschuld te laten oplopen tot 500 miljard dollar, door 400 miljard dollar uit te geven aan defensie en door de derde, 'soft' dimensie, vrijwel te negeren. Ondertussen is zelfs de ene Amerikaan op vijf die over een paspoort beschikt terughoudender geworden om buiten Noord-Amerika te reizen. Om maar één klein voorbeeld te geven: het aantal Amerikaanse klanten dat bij de Europese vestigingen van Avis een auto huurt, ligt veertig procent lager dan in 2000. Er heerst een gevoel van 'Vesting Amerika'.

Kan de vrijdenkende, multilateralistische, Frans sprekende John Kerry, die tijdens de Democratische conventie volgende week in Boston het officiële startschot geeft van zijn campagne, het tij keren en het imago van Amerika in de wereld weer de glamour geven van het Kennedy-tijdperk? Ik constateer dat heel wat mensen in Europa die vraag met een overtuigde 'nee' beantwoorden. Ze zeggen dat er iets fundamenteels is veranderd. Zelfs als Amerika weer zijn oude vorm aanneemt, zal de houding tegenover Amerika niet zo snel omslaan. Maar daar ben ik persoonlijk nog niet zo zeker van. Misschien komt het door de Californische zon waarvan ik hier zit te genieten terwijl ik de buitengewone, goed werkende, multi-etnische omgeving gadesla, maar ik vind dat Amerika nog over al zijn troeven en trekpleisters beschikt. Toegegeven, ze zijn beschadigd door 9/11, verminderd door de snel groeiende economische concurrentie van Azië, maar ze blijven indrukwekkend. Als Kerry een sprankeltje charisma kan oproepen, met de hulp van zijn populaire running mate John Edwards, en als het enorme ego van Ralph Nader zo goed zou willen zijn onder een toepasselijk milieuvriendelijke bus terecht te komen, dan is het best mogelijk dat de Democraat ons weer kan laten zien dat Amerika nog altijd bestaat. En een groot deel van de wereld, zelfs de Arabische en moslimwereld, zal zijn roep beantwoorden.

Het is daarom dat Osama bin Laden, als hij nog in staat is politieke berekeningen te maken, een verkiezingsoverwinning voor George W. Bush moet bewerkstelligen. Terroristen hebben vaak als doel de 'ware', onderdrukkende aard te onthullen van de staat waartegen hun terreur is gericht en op die manier meer steun te krijgen voor hun terroristische zaak. Als de Verenigde Staten alleen in Afghanistan waren opgetreden en zich daarna hadden geconcentreerd op het opruimen van de restanten van Al-Qaeda, dan waren de Verenigde Staten vandaag aan de winnende hand in de war on terror. Maar zoals bin Laden ongetwijfeld had gehoopt, heeft de Bush-administratie overdreven gereageerd en op die manier Al-Qaeda via Irak en Guantanamo rekruteringssergeanten bezorgd waar Osama alleen maar van kon dromen.

In deze omgekeerde wereld van dubbelzinnige ironieën steunen de Republikeinen dus heimelijk hun meest extreme tegenstander, Ralph Nader, omdat die stemmen zal afsnoepen van John Kerry, terwijl de terroristen van Al-Qaeda Bush zullen steunen omdat die hun beste rekruteerder is. Maar kunnen ze de uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen echt beïnvloeden? Natuurlijk wel. Een grote terroristische aanval op Amerikaanse bodem op enkele dagen voor 2 november zou bijna zeker niet dezelfde gevolgen hebben als de aanslagen net voor de verkiezingen in Madrid, waar de twijfelende kiezers resoluut het kamp van de tegenstanders van de oorlog kozen. Uit een recente opiniepeiling van The Economist was de war on terror een van de weinige thema's waarvoor de Amerikanen meer vertrouwen hadden in Bush dan in Kerry.

Waarschijnlijker is dat er een golf van patriottische solidariteit met de zittende president op gang zou komen. Kortom, de herverkiezing van Bush zou weleens kunnen afhangen van de genadeloze vindingrijkheid van Al-Qaeda, terwijl de kansen van Kerry in de handen liggen van de mate waarin het ministerie van Homeland Security van Bush erin slaagt Al-Qaeda te bestrijden.

Timothy Garton Ash

(De auteur is historicus en de directeur van het European Studies Centre in St. Antony's College in Oxford.)

Vertaling: Home Office


23/07/2004 Timothy Garton Ash

©Copyright De Standaard