Orakel
08-08-04, 00:44
Wapenfabrikanten staan in de rij om Irak te bedienen.
Door Thalif Deen.
NEW YORK, 12 juli 2004 (IPS) - Met de machtsoverdracht aan de nieuwe Iraakse regering is ook een einde gekomen aan het al veertien jaar durende wapenembargo tegen Irak. Wapenhandelaren proberen allemaal hun graantje mee te pikken op de nieuwe miljardenmarkt die zich opent in het toch al overbewapende Midden-Oosten.
Het door de Verenigde Staten bestuurde tijdelijke coalitiebestuur (CPA), die eind juni de macht overdroeg aan Irak, bereidde de aanschaf voor van zes C-130 Hercules-transportvliegtuigen, zestien Iroquois-helikopters en zestien lichte verkenningsvliegtuigen. De levering van het materieel staat gepland voor april 2005.
De voorgenomen aanschaf is onderdeel van een poging om de door jarenlange sancties verzwakte Iraakse legermacht opnieuw op te bouwen. Maar sommige deskundigen vragen zich af of dat een goede strategie is. "Als Irak wapens krijgt, zal dat de veiligheidssituatie niet verbeteren. Het land zal ook niet veiliger worden voor buitenlandse dreiging of invasie", zegt Naseer H. Aruri, emeritus professor aan de Universiteit van Massachusetts. "Er zijn nog steeds 140.000 Amerikaanse militairen, 20.000 militairen van de coalitietroepen en 20.000 gecontracteerde burgers in Irak actief, wat betekent dat het land nog steeds bezet is", aldus Aruri, auteur van het boek 'Dishonest Broker, the U.S. Role in Israel en Palestine'. "Als er nu wapens gekocht worden, dan is dat in de eerste plaats ten dienste van de bezetter en om de oppositie de kop in te drukken", aldus Aruri.
De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Jordanië verlenen momenteel assistentie bij de opleiding van het Iraakse leger, dat 40.000 manschappen moet gaan tellen. Sinds eind vorig jaar leverde Oostenrijk Irak 50.000 geweren. Irak kocht 421 UAZ Hunter-jeeps van Rusland en haalde voor miljoenen dollars aan gepantserde voertuigen, pistolen, nachtkijkers en brandblusapparatuur uit Brazilië en Oekraïne.
Het besluit om de 50.000 geweren te bestellen bij de Oostenrijkse fabrikant Glock, leverde hevig protest van het Pentagon op, omdat ook Amerikaanse bedrijven deze wapens hadden kunnen leveren. Het 'U.S. Army Corps of Engineers' gunde in maart twee contracten ter waarde 2,7 miljoen dollar aan Amerikaanse bedrijven. Het ging daarbij onder meer om communicatie-, distributie en controleapparatuur. Ook een order ter waarde van 7,8 miljoen, voor een digitaal commando- en controlesysteem waarmee verschillende legerbases met elkaar verbonden kunnen worden, ging naar een Amerikaans bedrijf.
Nog hogere bedragen zijn gemoeid met een contract voor de renovatie van de militaire bases in Umm Qasr, Al Kasik, Tadji en Numaniyah. Hier gaat het om een contract ter waarde van 150 miljoen dollar. Het Pentagon heeft ook plannen om de bestaande bases bij Mossoel, Bagdad en Kut uit te breiden. Met deze opdracht is een bedrag gemoeid van naar schatting 600 miljoen dollar.
Volgens Frida Berrigan, onderzoekster aan het 'Arms Trade Resource Center', een project van het 'World Policy Institute' (WPI), is het niet verstandig om nieuwe wapens en militair materieel Irak binnen te halen zolang de situatie in het land nog zo onstabiel is. "Voordat Irak voorzien wordt van 'hightech' wapentuig, zal eerst in de 'lowtech' behoefte aan schoon drinkwater en elektriciteit voldaan moeten zijn", aldus Berrigan.
"Duizenden net opgeleide Iraakse politiemannen deserteren en leveren volgens de verhalen de Amerikaanse wapens aan opstandelingen. Als de ervaringen met de Iraakse politie een voorbode zijn van wat van het Iraakse leger te verwachten is, dan is het niet het juiste moment voor de interim-regering om op grote schaal wapens in te kopen", aldus Berrigan.
Naar verwachting zullen de uitgaven voor militaire doeleinden in het Midden-Oosten in 2007 zijn opgelopen tot ongeveer 55 miljard dollar per jaar. In 2003 was dat nog 52 miljard dollar, volgens 'Forecast International', een in defensie gespecialiseerd marktonderzoekbureau uit de VS. De hoogste uitgaven komen voor rekening van Saudi-Arabië (18 miljard in 2007), Israël (9 miljard), Iran (4,5 miljard), de Verenigde Arabische Emiraten (3,7 miljard) en Egypte (meer dan 3 miljard dollar).
Het grootste deel van het budget wordt besteed aan de aanschaf van wapens, die voornamelijk uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland afkomstig zijn.
waarheid.nu
Door Thalif Deen.
NEW YORK, 12 juli 2004 (IPS) - Met de machtsoverdracht aan de nieuwe Iraakse regering is ook een einde gekomen aan het al veertien jaar durende wapenembargo tegen Irak. Wapenhandelaren proberen allemaal hun graantje mee te pikken op de nieuwe miljardenmarkt die zich opent in het toch al overbewapende Midden-Oosten.
Het door de Verenigde Staten bestuurde tijdelijke coalitiebestuur (CPA), die eind juni de macht overdroeg aan Irak, bereidde de aanschaf voor van zes C-130 Hercules-transportvliegtuigen, zestien Iroquois-helikopters en zestien lichte verkenningsvliegtuigen. De levering van het materieel staat gepland voor april 2005.
De voorgenomen aanschaf is onderdeel van een poging om de door jarenlange sancties verzwakte Iraakse legermacht opnieuw op te bouwen. Maar sommige deskundigen vragen zich af of dat een goede strategie is. "Als Irak wapens krijgt, zal dat de veiligheidssituatie niet verbeteren. Het land zal ook niet veiliger worden voor buitenlandse dreiging of invasie", zegt Naseer H. Aruri, emeritus professor aan de Universiteit van Massachusetts. "Er zijn nog steeds 140.000 Amerikaanse militairen, 20.000 militairen van de coalitietroepen en 20.000 gecontracteerde burgers in Irak actief, wat betekent dat het land nog steeds bezet is", aldus Aruri, auteur van het boek 'Dishonest Broker, the U.S. Role in Israel en Palestine'. "Als er nu wapens gekocht worden, dan is dat in de eerste plaats ten dienste van de bezetter en om de oppositie de kop in te drukken", aldus Aruri.
De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Jordanië verlenen momenteel assistentie bij de opleiding van het Iraakse leger, dat 40.000 manschappen moet gaan tellen. Sinds eind vorig jaar leverde Oostenrijk Irak 50.000 geweren. Irak kocht 421 UAZ Hunter-jeeps van Rusland en haalde voor miljoenen dollars aan gepantserde voertuigen, pistolen, nachtkijkers en brandblusapparatuur uit Brazilië en Oekraïne.
Het besluit om de 50.000 geweren te bestellen bij de Oostenrijkse fabrikant Glock, leverde hevig protest van het Pentagon op, omdat ook Amerikaanse bedrijven deze wapens hadden kunnen leveren. Het 'U.S. Army Corps of Engineers' gunde in maart twee contracten ter waarde 2,7 miljoen dollar aan Amerikaanse bedrijven. Het ging daarbij onder meer om communicatie-, distributie en controleapparatuur. Ook een order ter waarde van 7,8 miljoen, voor een digitaal commando- en controlesysteem waarmee verschillende legerbases met elkaar verbonden kunnen worden, ging naar een Amerikaans bedrijf.
Nog hogere bedragen zijn gemoeid met een contract voor de renovatie van de militaire bases in Umm Qasr, Al Kasik, Tadji en Numaniyah. Hier gaat het om een contract ter waarde van 150 miljoen dollar. Het Pentagon heeft ook plannen om de bestaande bases bij Mossoel, Bagdad en Kut uit te breiden. Met deze opdracht is een bedrag gemoeid van naar schatting 600 miljoen dollar.
Volgens Frida Berrigan, onderzoekster aan het 'Arms Trade Resource Center', een project van het 'World Policy Institute' (WPI), is het niet verstandig om nieuwe wapens en militair materieel Irak binnen te halen zolang de situatie in het land nog zo onstabiel is. "Voordat Irak voorzien wordt van 'hightech' wapentuig, zal eerst in de 'lowtech' behoefte aan schoon drinkwater en elektriciteit voldaan moeten zijn", aldus Berrigan.
"Duizenden net opgeleide Iraakse politiemannen deserteren en leveren volgens de verhalen de Amerikaanse wapens aan opstandelingen. Als de ervaringen met de Iraakse politie een voorbode zijn van wat van het Iraakse leger te verwachten is, dan is het niet het juiste moment voor de interim-regering om op grote schaal wapens in te kopen", aldus Berrigan.
Naar verwachting zullen de uitgaven voor militaire doeleinden in het Midden-Oosten in 2007 zijn opgelopen tot ongeveer 55 miljard dollar per jaar. In 2003 was dat nog 52 miljard dollar, volgens 'Forecast International', een in defensie gespecialiseerd marktonderzoekbureau uit de VS. De hoogste uitgaven komen voor rekening van Saudi-Arabië (18 miljard in 2007), Israël (9 miljard), Iran (4,5 miljard), de Verenigde Arabische Emiraten (3,7 miljard) en Egypte (meer dan 3 miljard dollar).
Het grootste deel van het budget wordt besteed aan de aanschaf van wapens, die voornamelijk uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland afkomstig zijn.
waarheid.nu