Orakel
11-08-04, 23:27
De collectieve nationalistische roes van het integratiedebat
Politici en opiniemakers zijn collectief in de ban geraakt van het integratie-nationalisme. Er gaat geen dag meer voorbij of ze komen met nieuwe klachten over "allochtonen" en nog hardere voorstellen om hen tot "integreren" te dwingen. De BV Nederland kan immers alleen aangepaste en productieve "allochtonen" gebruiken. Een overzicht van een jaar lang inhakken op migranten en vluchtelingen.
In september 2002 werd de parlementaire commissie Blok ingesteld na een motie van SP-fractievoorzitter Marijnissen. Daarin vroeg hij om een onderzoek naar de oorzaken van het volgens hem "onvoldoende geslaagde integratiebeleid". Aan de commissie nam ook SP-Kamerlid Fenna Vergeer deel. Bij haar aantreden deelde ze apetrots de SP-nota "Gastarbeid en kapitaal" uit aan haar nieuwe collega's.
Al sinds het uitbrengen van die racistische nota in 1983 hamert de partij erop dat migranten vooral een probleem vormen, en dat ze zich moeten aanpassen of anders oprotten. Indertijd kon gelukkig nog alleen extreem-rechts sympathie opbrengen voor dat nationalistische standpunt. Pas vanaf september 1991 kreeg de SP meer bijval, nadat VVD-leider Bolkestein een 'dapper' artikel publiceerde, getiteld: "De integratie van minderheden moet met lef worden aangepakt". Drie jaar later stookte de rechtse PvdA-er Van der Zwan samen met migratiewetenschapper Entzinger het vuurtje nog wat verder op. Dat leidde ertoe dat het eerste paarse kabinet "inburgering" verplicht stelde.
Barbaren
Sinds Paul Scheffers artikel "Het multiculturele drama" in 2000, de aanslagen van 11 september 2001 en de opkomst van Pim Fortuyn zijn politici, opiniemakers en wetenschappers verzeild geraakt in een soort collectieve nationalistische roes.
Dagelijks proberen ze elkaar af te troeven met racistische opmerkingen en met voorstellen voor nog scherpere maatregelen tegen migranten en vluchtelingen.
"Allochtonen" worden steevast afgeschilderd als achterlijke barbaren en religieuze fanaten die door de verlichte Nederlanders beschaafd moeten worden. De tegenstellingen tussen links en rechts lijkt men volkomen vergeten. "We" zijn nu in de eerste plaats allemaal Nederlanders die bedreigd worden door "de allochtonen" die zich niet zouden willen aanpassen aan "onze cultuur" en "onze wetten".
In werkelijkheid delen "de Nederlanders" helemaal geen gezamenlijke "cultuur", en in "onze" wetten zijn vooral de scheve kapitalistische en patriarchale machts- en eigendomsverhoudingen vastgelegd. De nieuwe nationalistische eensgezindheid werd goed onder woorden gebracht in een gezamenlijke open brief van 40 opiniemakers van GroenLinks tot de conservatieve Burke Stichting. Samen moeten "we" er nu voor zorgen dat "die nieuwe consensus" in beleid wordt omgezet, schreven ze.
Op 22 februari 2004 riep VVD-fractieleider Van Aartsen op tot "een nationaal zelfbewustzijn". Een begrip dat eerder populair was bij de NSB, Hitlers NSDAP en de Zuid-Afrikaanse Nationale Partij. In de "Beleidsnotitie integratie" had de VVD het net iets voorzichtiger over "een nieuw zelfbewustzijn" en men benadrukte het belang van "enig gevoel van trots over wat de westerse samenlevingen hebben bereikt".
Vrijwel alle partijen pleiten inmiddels voor een herwaardering van het traditionele geschiedenisonderwijs. Dat moet volgens de SP "de kernwaarden van de Nederlandse rechtsstaat, samenlevingsopbouw en geschiedenis overdragen". Maar geschiedenisonderwijs was traditioneel één lange bewieroking van machtige Nederlandse mannen en hun politiek van onderdrukking, uitbuiting en uitsluiting, van koloniale roof en slavernij. Vanuit een links en anti-nationalistisch perspectief is juist de wereldwijde geschiedenis van verzet en bevrijding het belangrijkst om van te leren.
Pindakaas
Omdat "de Nederlandse cultuur" niet bestaat, roepen veel politici en opiniemakers daarover noodgedwongen maar wat en zo ontaardt het integratiedebat in de grootst mogelijke onzin. Veel van deze nationalistische borrelpraat wordt door wetenschappers vaak ook nog eens van een 'wetenschappelijk' jasje voorzien.
Waaraan zouden "allochtonen" zich nu eigenlijk moeten aanpassen? Integratie-minister Verdonk denkt het antwoord op die vraag te hebben gevonden: aan de wensen van "de Nederlanders". Ze heeft de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) van de universiteit van Amsterdam opdracht gegeven om een reeks hypothetische "typen allochtonen" te verzinnen die zich in uiteenlopende mate aangepast zouden hebben.
Bijvoorbeeld "Mohammed" die Nederlands spreekt, maar wel de moskee bezoekt , en "Hakan" die met een Nederlandse is getrouwd en wel eens bier drinkt, maar niet goed Nederlands praat. Deze "vignetten" zullen worden opgesteld in samenwerking met 19 vooral rechtse opiniemakers. Daarna zal aan "autochtonen" gevraagd worden om deze "voorbeeld-allochtonen" te beoordelen.
Op basis daarvan zal een "integratie-index" worden opgesteld, een meetlat om "de integratie" van "allochtonen" 'objectief' te meten.
De SEO heeft deze meetmethode ontwikkeld voor de beoordeling van potjes pindakaas door de consument. Wil die liever goedkope pindakaas in een potje met gouden letters of dure zonder mooi labeltje erop? Eerder werd deze methode al benut om de acceptatie van laag opgeleide arbeiders door hun bazen te meten. Migratie-onderzoeker Boris Slijper van het IMES is dolenthousiast over de "integratie-index" en stelt voor om een soort "allochtonen"-idols te organiseren. Dan kunnen Nederlanders op tv de best "geïntegreerde allochtoon" selecteren .
Het is geen toeval dat dezelfde marketing-methoden ingezet worden om te meten hoezeer arbeiders en "allochtonen" voldoen. Bij "allochtonen" wordt er veel gepraat over "hun cultuur", maar uiteindelijk draait het er ook bij hen vooral om of ze bruikbaar zijn voor de economie. Het integratiedebat stuurt namelijk voortdurend aan op bevolkingspolitieke maatregelen.
Staten zijn er immers in de eerste plaats om gunstige voorwaarden te creëren voor de vermeerdering van het kapitaal, en daarbij is een bruikbare en productieve arbeidersklasse zeer belangrijk. Maar de afgelopen decennia is de arbeidersklasse steeds meer "allochtoon" geworden en "allochtonen" zouden niet voldoende aangepast zijn aan de wensen van het kapitaal. Met name hun opleidingsniveau zou niet toereikend zijn, nu in plaats van fabrieken de informatietechnologie economisch centraal is komen te staan.
Bovendien zou hun loyaliteit niet voldoende bij de Nederlandse staat en bedrijven liggen, en ook hun beheersbaarheid zou te wensen overlaten. Via het integratiedebat probeert men "de allochtonen" er nu toe aan te zetten om zich in rap tempo geschikt te maken voor de BV Nederland. Tegelijk neemt ook de druk op werklozen nog verder toe om zich aan te passen aan de wensen van het kapitaal. Werklozen worden inmiddels gedwongen om elk type werk aan te nemen, hoe onzeker en slecht betaald ook. Tevens worden onderbetaalde stages verplicht en tegenstribbelende werklozen thuis met busjes opgehaald. Ook het onderwijs wordt steeds meer aangepast aan de wensen van het kapitaal. Het enige waarin de meer progressieve partijen verschillen van de meer conservatieve bij de aanpak van "de allochtonen" en de werklozen, is dat ze "de verheffing" van de onderklasse benadrukken in plaats van de sancties die "onwilligen" te wachten staan.
Functioneel racisme
De politici en opiniemakers benadrukken steevast dat het debat en het beleid niet racistisch of nationalistisch zijn. De ruimte die knuffel-"allochtonen" als Hirsi Ali, Ellian, Lazrak, Varela en Ephimenco krijgen om andere "allochtonen" af te zeiken zou dat alleen maar bewijzen.
Toch wordt er incidenteel wel naar racisme verwezen. Zo wordt het vaak impliciet ingezet als dreigement. Wanneer "de allochtonen" zich niet aanpassen, moet men niet gek opkijken als "de autochtonen" in "de oude wijken" gewelddadig zouden worden, zo suggereert men dan. Zulke "volkswoede" ligt steeds op de loer, omdat migranten "onze sociale verbanden ondermijnen", zoals de VVD meent.
Migranten zouden "ons" gezellige "autochtone" samenzijn kapot maken en alleen daarom eigenlijk al een soort criminelen zijn. Niet voor niets is "integratie" inmiddels met de rest van het "vreemdelingenbeleid" ondergebracht bij het ministerie van Justitie.
Als dreigement kan racisme dus functioneel zijn voor bevolkingspolitiek. Disfunctioneel wordt het in de ogen van bevolkingspolitici wanneer werkgevers op zich geschikte werknemers niet aannemen wegens racisme, of "koudwatervrees" zoals D66 het eufemistisch noemt. "Discriminatie in het openbare leven is helaas een realiteit. Zo voelen veel allochtonen zich zelf geïntegreerd maar niet geaccepteerd", concludeerde de commissie Blok in haar eindrapport "Bruggen bouwen", dat in januari 2004 klaar was.
De commissie moest vooral munitie leveren voor weer een nieuwe ronde prijsschieten op "allochtonen". Maar voordat Blok zijn conclusies zelfs maar kon presenteren, deelde de VVD al mee dat men zijn rapport niet nodig had om te weten hoe slecht "allochtonen" bezig zijn. Het CDA kwam zelfs alvast met een nota vol eigen conclusies en aanbevelingen. Bij de presentatie bleek de commissie beter te hebben gekeken naar de feiten.
Blok stelde vast dat het niet half zo slecht met "de integratie" ging als wel in het debat werd voorgespiegeld. Daarop werd de commissie genadeloos neergesabeld. De meeste partijen lieten zich aan Bloks conclusies weinig gelegen liggen en kwamen in de weken daarop met uiterst scherpe nota's. Overigens viel een zelfde behandeling eerder ten deel aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) toen die het rapport "Perspectief op integratie" presenteerde. "Dat etnische minderheden traditionele rolopvattingen zouden hebben, wordt niet bevestigd door de uitkomsten van dit onderzoek", stond daar onder meer in. Ook dat wilde men niet horen. Een flink deel van het integratiedebat bestaat immers uit het aanvallen van "allochtone" mannen die hun vrouwen zouden onderdrukken. Iets wat "autochtone" mannen volgens de heersende nationalistische en patriarchale dogma's nauwelijks zouden doen.
Politici en opiniemakers zijn collectief in de ban geraakt van het integratie-nationalisme. Er gaat geen dag meer voorbij of ze komen met nieuwe klachten over "allochtonen" en nog hardere voorstellen om hen tot "integreren" te dwingen. De BV Nederland kan immers alleen aangepaste en productieve "allochtonen" gebruiken. Een overzicht van een jaar lang inhakken op migranten en vluchtelingen.
In september 2002 werd de parlementaire commissie Blok ingesteld na een motie van SP-fractievoorzitter Marijnissen. Daarin vroeg hij om een onderzoek naar de oorzaken van het volgens hem "onvoldoende geslaagde integratiebeleid". Aan de commissie nam ook SP-Kamerlid Fenna Vergeer deel. Bij haar aantreden deelde ze apetrots de SP-nota "Gastarbeid en kapitaal" uit aan haar nieuwe collega's.
Al sinds het uitbrengen van die racistische nota in 1983 hamert de partij erop dat migranten vooral een probleem vormen, en dat ze zich moeten aanpassen of anders oprotten. Indertijd kon gelukkig nog alleen extreem-rechts sympathie opbrengen voor dat nationalistische standpunt. Pas vanaf september 1991 kreeg de SP meer bijval, nadat VVD-leider Bolkestein een 'dapper' artikel publiceerde, getiteld: "De integratie van minderheden moet met lef worden aangepakt". Drie jaar later stookte de rechtse PvdA-er Van der Zwan samen met migratiewetenschapper Entzinger het vuurtje nog wat verder op. Dat leidde ertoe dat het eerste paarse kabinet "inburgering" verplicht stelde.
Barbaren
Sinds Paul Scheffers artikel "Het multiculturele drama" in 2000, de aanslagen van 11 september 2001 en de opkomst van Pim Fortuyn zijn politici, opiniemakers en wetenschappers verzeild geraakt in een soort collectieve nationalistische roes.
Dagelijks proberen ze elkaar af te troeven met racistische opmerkingen en met voorstellen voor nog scherpere maatregelen tegen migranten en vluchtelingen.
"Allochtonen" worden steevast afgeschilderd als achterlijke barbaren en religieuze fanaten die door de verlichte Nederlanders beschaafd moeten worden. De tegenstellingen tussen links en rechts lijkt men volkomen vergeten. "We" zijn nu in de eerste plaats allemaal Nederlanders die bedreigd worden door "de allochtonen" die zich niet zouden willen aanpassen aan "onze cultuur" en "onze wetten".
In werkelijkheid delen "de Nederlanders" helemaal geen gezamenlijke "cultuur", en in "onze" wetten zijn vooral de scheve kapitalistische en patriarchale machts- en eigendomsverhoudingen vastgelegd. De nieuwe nationalistische eensgezindheid werd goed onder woorden gebracht in een gezamenlijke open brief van 40 opiniemakers van GroenLinks tot de conservatieve Burke Stichting. Samen moeten "we" er nu voor zorgen dat "die nieuwe consensus" in beleid wordt omgezet, schreven ze.
Op 22 februari 2004 riep VVD-fractieleider Van Aartsen op tot "een nationaal zelfbewustzijn". Een begrip dat eerder populair was bij de NSB, Hitlers NSDAP en de Zuid-Afrikaanse Nationale Partij. In de "Beleidsnotitie integratie" had de VVD het net iets voorzichtiger over "een nieuw zelfbewustzijn" en men benadrukte het belang van "enig gevoel van trots over wat de westerse samenlevingen hebben bereikt".
Vrijwel alle partijen pleiten inmiddels voor een herwaardering van het traditionele geschiedenisonderwijs. Dat moet volgens de SP "de kernwaarden van de Nederlandse rechtsstaat, samenlevingsopbouw en geschiedenis overdragen". Maar geschiedenisonderwijs was traditioneel één lange bewieroking van machtige Nederlandse mannen en hun politiek van onderdrukking, uitbuiting en uitsluiting, van koloniale roof en slavernij. Vanuit een links en anti-nationalistisch perspectief is juist de wereldwijde geschiedenis van verzet en bevrijding het belangrijkst om van te leren.
Pindakaas
Omdat "de Nederlandse cultuur" niet bestaat, roepen veel politici en opiniemakers daarover noodgedwongen maar wat en zo ontaardt het integratiedebat in de grootst mogelijke onzin. Veel van deze nationalistische borrelpraat wordt door wetenschappers vaak ook nog eens van een 'wetenschappelijk' jasje voorzien.
Waaraan zouden "allochtonen" zich nu eigenlijk moeten aanpassen? Integratie-minister Verdonk denkt het antwoord op die vraag te hebben gevonden: aan de wensen van "de Nederlanders". Ze heeft de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) van de universiteit van Amsterdam opdracht gegeven om een reeks hypothetische "typen allochtonen" te verzinnen die zich in uiteenlopende mate aangepast zouden hebben.
Bijvoorbeeld "Mohammed" die Nederlands spreekt, maar wel de moskee bezoekt , en "Hakan" die met een Nederlandse is getrouwd en wel eens bier drinkt, maar niet goed Nederlands praat. Deze "vignetten" zullen worden opgesteld in samenwerking met 19 vooral rechtse opiniemakers. Daarna zal aan "autochtonen" gevraagd worden om deze "voorbeeld-allochtonen" te beoordelen.
Op basis daarvan zal een "integratie-index" worden opgesteld, een meetlat om "de integratie" van "allochtonen" 'objectief' te meten.
De SEO heeft deze meetmethode ontwikkeld voor de beoordeling van potjes pindakaas door de consument. Wil die liever goedkope pindakaas in een potje met gouden letters of dure zonder mooi labeltje erop? Eerder werd deze methode al benut om de acceptatie van laag opgeleide arbeiders door hun bazen te meten. Migratie-onderzoeker Boris Slijper van het IMES is dolenthousiast over de "integratie-index" en stelt voor om een soort "allochtonen"-idols te organiseren. Dan kunnen Nederlanders op tv de best "geïntegreerde allochtoon" selecteren .
Het is geen toeval dat dezelfde marketing-methoden ingezet worden om te meten hoezeer arbeiders en "allochtonen" voldoen. Bij "allochtonen" wordt er veel gepraat over "hun cultuur", maar uiteindelijk draait het er ook bij hen vooral om of ze bruikbaar zijn voor de economie. Het integratiedebat stuurt namelijk voortdurend aan op bevolkingspolitieke maatregelen.
Staten zijn er immers in de eerste plaats om gunstige voorwaarden te creëren voor de vermeerdering van het kapitaal, en daarbij is een bruikbare en productieve arbeidersklasse zeer belangrijk. Maar de afgelopen decennia is de arbeidersklasse steeds meer "allochtoon" geworden en "allochtonen" zouden niet voldoende aangepast zijn aan de wensen van het kapitaal. Met name hun opleidingsniveau zou niet toereikend zijn, nu in plaats van fabrieken de informatietechnologie economisch centraal is komen te staan.
Bovendien zou hun loyaliteit niet voldoende bij de Nederlandse staat en bedrijven liggen, en ook hun beheersbaarheid zou te wensen overlaten. Via het integratiedebat probeert men "de allochtonen" er nu toe aan te zetten om zich in rap tempo geschikt te maken voor de BV Nederland. Tegelijk neemt ook de druk op werklozen nog verder toe om zich aan te passen aan de wensen van het kapitaal. Werklozen worden inmiddels gedwongen om elk type werk aan te nemen, hoe onzeker en slecht betaald ook. Tevens worden onderbetaalde stages verplicht en tegenstribbelende werklozen thuis met busjes opgehaald. Ook het onderwijs wordt steeds meer aangepast aan de wensen van het kapitaal. Het enige waarin de meer progressieve partijen verschillen van de meer conservatieve bij de aanpak van "de allochtonen" en de werklozen, is dat ze "de verheffing" van de onderklasse benadrukken in plaats van de sancties die "onwilligen" te wachten staan.
Functioneel racisme
De politici en opiniemakers benadrukken steevast dat het debat en het beleid niet racistisch of nationalistisch zijn. De ruimte die knuffel-"allochtonen" als Hirsi Ali, Ellian, Lazrak, Varela en Ephimenco krijgen om andere "allochtonen" af te zeiken zou dat alleen maar bewijzen.
Toch wordt er incidenteel wel naar racisme verwezen. Zo wordt het vaak impliciet ingezet als dreigement. Wanneer "de allochtonen" zich niet aanpassen, moet men niet gek opkijken als "de autochtonen" in "de oude wijken" gewelddadig zouden worden, zo suggereert men dan. Zulke "volkswoede" ligt steeds op de loer, omdat migranten "onze sociale verbanden ondermijnen", zoals de VVD meent.
Migranten zouden "ons" gezellige "autochtone" samenzijn kapot maken en alleen daarom eigenlijk al een soort criminelen zijn. Niet voor niets is "integratie" inmiddels met de rest van het "vreemdelingenbeleid" ondergebracht bij het ministerie van Justitie.
Als dreigement kan racisme dus functioneel zijn voor bevolkingspolitiek. Disfunctioneel wordt het in de ogen van bevolkingspolitici wanneer werkgevers op zich geschikte werknemers niet aannemen wegens racisme, of "koudwatervrees" zoals D66 het eufemistisch noemt. "Discriminatie in het openbare leven is helaas een realiteit. Zo voelen veel allochtonen zich zelf geïntegreerd maar niet geaccepteerd", concludeerde de commissie Blok in haar eindrapport "Bruggen bouwen", dat in januari 2004 klaar was.
De commissie moest vooral munitie leveren voor weer een nieuwe ronde prijsschieten op "allochtonen". Maar voordat Blok zijn conclusies zelfs maar kon presenteren, deelde de VVD al mee dat men zijn rapport niet nodig had om te weten hoe slecht "allochtonen" bezig zijn. Het CDA kwam zelfs alvast met een nota vol eigen conclusies en aanbevelingen. Bij de presentatie bleek de commissie beter te hebben gekeken naar de feiten.
Blok stelde vast dat het niet half zo slecht met "de integratie" ging als wel in het debat werd voorgespiegeld. Daarop werd de commissie genadeloos neergesabeld. De meeste partijen lieten zich aan Bloks conclusies weinig gelegen liggen en kwamen in de weken daarop met uiterst scherpe nota's. Overigens viel een zelfde behandeling eerder ten deel aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) toen die het rapport "Perspectief op integratie" presenteerde. "Dat etnische minderheden traditionele rolopvattingen zouden hebben, wordt niet bevestigd door de uitkomsten van dit onderzoek", stond daar onder meer in. Ook dat wilde men niet horen. Een flink deel van het integratiedebat bestaat immers uit het aanvallen van "allochtone" mannen die hun vrouwen zouden onderdrukken. Iets wat "autochtone" mannen volgens de heersende nationalistische en patriarchale dogma's nauwelijks zouden doen.