peter edel
22-08-04, 09:11
MORDECHAI VANUNU: “ISRAEL ACHTER DE MOORD OP KENNEDY.”
© 2004, Peter Edel,
Ambassadeur in Nederland van de Republiek Kanaan.
In april jl. kwam de Israëlische kernfysicus Mordechai Vanunu na een gevangenschap van 18 jaar op vrije voeten. Voordat een rechter in Israël hem wegens spionage tot deze straf veroordeelde, werkte Vanunu in de met veel mysterie omgeven Israëlische kernreactor in Dimona. Omdat hij zich niet langer met de zionistische ideologie kon verenigen, besloot Vanunu gegevens over de nucleaire politiek van Israël aan de 'Sunday Times' te overhandigen. Daarnaast leverde hij door hemzelf in Dimona gemaakte foto's aan de Britse krant. Aan de hand van deze informatie kwamen specialisten tot de conclusie dat Israël over een kernarsenaal beschikt, iets dat leiders van de joodse staat over het algemeen ten stelligste ontkennen. De enige uitzondering was Shimon Peres die in 1999 het bestaan van een dergelijk 'onderhandelingselement' in verkapte termen toegaf.
Vanunu werd vrijgelaten op voorwaarde dat hij het land niet mag verlaten en dat hij geen interviews geeft. De Israëlische autoriteiten draaiden er daarbij niet omheen dat de tot het christendom bekeerde activist nog altijd over informatie beschikt waarmee hij de staat Israël veel schade kan berokkenen. Maar met de korte verklaring na zijn vrijlating liet de strijdbare Vanunu al direct blijken dat hij niet voornemens is te zwijgen. Eind juli zag hij zijn kans schoon en wist hij vanuit Oost-Jeruzalem, waar hij bij Palestijnse vrienden woont, een interview te geven aan de in Londen gevestigde krant 'al-Hayat'.
De woorden van Vanunu liegen er niet om. Zo waarschuwt hij dat Israël een groot risico loopt om in een tweede Tsjernobyl te veranderen. Een aardbeving zou naar zijn mening kunnen leiden tot het vrijkomen van radioactieve straling, waardoor het leven van miljoenen in gevaar zou komen. Het is tekenend voor de situatie dat de Israëlische regering onlangs besloot jodiumtabletten te verspreiden aan omwonenden van de nucleaire faciliteiten in Dimona, voor het geval het tot een nucleaire ramp mocht komen. Vanunu gaf aan Jordanië nu al voor de zekerheid het advies om de bevolking in de grensstreek met Israël op radioactieve besmetting te controleren. Daarbij mag het niet onvermeld blijven dat Reuters onlangs het bericht bracht dat het grondwater in de wijde omgeving van Dimona in hoge mate radioactief is.
Veel kritiek leverde Vanunu verder op Mohammed el-Baradei, de leider van de 'Atomic Energy Agency', die begin juli een bezoek aflegde aan Israël. Volgens Vanunu had el-Baradei van dit bezoek af moeten zien, omdat hij geen gelegenheid kreeg de nucleaire reactor in Dimona te inspecteren.
De meest sensationele uitspraak van Vanunu is zijn beschuldiging dat het nucleaire establishment in Israël verantwoordelijk was voor de moord op John F.Kennedy in 1963 te Dallas. Vanunu benadrukte daarbij de moeizame verhouding tussen de van het non-proliferatiebeginsel overtuigde Kennedy en David Ben Goerion. De druk die de Amerikaanse president op de Israëlische premier uitoefende om af te zien van kernbewapening, zou volgens Vanunu tot de moord op JFK hebben geleid. Hij voegde hier nog aan toe dat door de gewelddadige dood van Kennedy geen enkele andere Amerikaanse president het tot op heden gewaagd heeft Israël serieus op te roepen tot meer openheid op nucleair gebied.
De uitlating van Vanunu over een relatie tussen Israël en de moord op Kennedy leidde wereldwijd tot publicaties. Zo berichtte de Russische ‘Pravda’ op 27‘juli: "Israel may be implicated in the biggest crime of the past century, which took place in Dallas in 1963." Ook in Israël verscheen het nieuws over Vanunu. Daar maakte de ‘Jerusalem Post’ melding van het feit dat de Israëlische minister van Justitie Menachem Mazuz de politie heeft opgeroepen het interview in al-Hayat op te nemen bij een onderzoek waaruit moet blijken of Vanunu de voorwaarden van zijn vrijlating heeft geschonden. Daarmee geven de leiders van de staat Israël wel heel duidelijk te kennen dat Vanunu eens te meer een gevoelige snaar heeft geraakt.
Opmerkelijk stil bleef het in de VS, waar alleen een paar joodse kranten publiceerde over het interview met Vanunu. Ook in Nederland bleef het tot nu toe stil, al neemt dat niet weg dat Israël hier al eens eerder in verband is gebracht met de moord op Kennedy. Want midden jaren negentig onderzocht ik zelf de mogelijkheid van Israëlische betrokkenheid bij de extreem rechtse structuur achter deze historische moordaanslag. Zie in dit verband de synopsis van mijn (ongepubliceerde) manuscript 'De moordvrienden' (www.stelling.nl/peteredel/).
© 2004, Peter Edel,
Ambassadeur in Nederland van de Republiek Kanaan.
In april jl. kwam de Israëlische kernfysicus Mordechai Vanunu na een gevangenschap van 18 jaar op vrije voeten. Voordat een rechter in Israël hem wegens spionage tot deze straf veroordeelde, werkte Vanunu in de met veel mysterie omgeven Israëlische kernreactor in Dimona. Omdat hij zich niet langer met de zionistische ideologie kon verenigen, besloot Vanunu gegevens over de nucleaire politiek van Israël aan de 'Sunday Times' te overhandigen. Daarnaast leverde hij door hemzelf in Dimona gemaakte foto's aan de Britse krant. Aan de hand van deze informatie kwamen specialisten tot de conclusie dat Israël over een kernarsenaal beschikt, iets dat leiders van de joodse staat over het algemeen ten stelligste ontkennen. De enige uitzondering was Shimon Peres die in 1999 het bestaan van een dergelijk 'onderhandelingselement' in verkapte termen toegaf.
Vanunu werd vrijgelaten op voorwaarde dat hij het land niet mag verlaten en dat hij geen interviews geeft. De Israëlische autoriteiten draaiden er daarbij niet omheen dat de tot het christendom bekeerde activist nog altijd over informatie beschikt waarmee hij de staat Israël veel schade kan berokkenen. Maar met de korte verklaring na zijn vrijlating liet de strijdbare Vanunu al direct blijken dat hij niet voornemens is te zwijgen. Eind juli zag hij zijn kans schoon en wist hij vanuit Oost-Jeruzalem, waar hij bij Palestijnse vrienden woont, een interview te geven aan de in Londen gevestigde krant 'al-Hayat'.
De woorden van Vanunu liegen er niet om. Zo waarschuwt hij dat Israël een groot risico loopt om in een tweede Tsjernobyl te veranderen. Een aardbeving zou naar zijn mening kunnen leiden tot het vrijkomen van radioactieve straling, waardoor het leven van miljoenen in gevaar zou komen. Het is tekenend voor de situatie dat de Israëlische regering onlangs besloot jodiumtabletten te verspreiden aan omwonenden van de nucleaire faciliteiten in Dimona, voor het geval het tot een nucleaire ramp mocht komen. Vanunu gaf aan Jordanië nu al voor de zekerheid het advies om de bevolking in de grensstreek met Israël op radioactieve besmetting te controleren. Daarbij mag het niet onvermeld blijven dat Reuters onlangs het bericht bracht dat het grondwater in de wijde omgeving van Dimona in hoge mate radioactief is.
Veel kritiek leverde Vanunu verder op Mohammed el-Baradei, de leider van de 'Atomic Energy Agency', die begin juli een bezoek aflegde aan Israël. Volgens Vanunu had el-Baradei van dit bezoek af moeten zien, omdat hij geen gelegenheid kreeg de nucleaire reactor in Dimona te inspecteren.
De meest sensationele uitspraak van Vanunu is zijn beschuldiging dat het nucleaire establishment in Israël verantwoordelijk was voor de moord op John F.Kennedy in 1963 te Dallas. Vanunu benadrukte daarbij de moeizame verhouding tussen de van het non-proliferatiebeginsel overtuigde Kennedy en David Ben Goerion. De druk die de Amerikaanse president op de Israëlische premier uitoefende om af te zien van kernbewapening, zou volgens Vanunu tot de moord op JFK hebben geleid. Hij voegde hier nog aan toe dat door de gewelddadige dood van Kennedy geen enkele andere Amerikaanse president het tot op heden gewaagd heeft Israël serieus op te roepen tot meer openheid op nucleair gebied.
De uitlating van Vanunu over een relatie tussen Israël en de moord op Kennedy leidde wereldwijd tot publicaties. Zo berichtte de Russische ‘Pravda’ op 27‘juli: "Israel may be implicated in the biggest crime of the past century, which took place in Dallas in 1963." Ook in Israël verscheen het nieuws over Vanunu. Daar maakte de ‘Jerusalem Post’ melding van het feit dat de Israëlische minister van Justitie Menachem Mazuz de politie heeft opgeroepen het interview in al-Hayat op te nemen bij een onderzoek waaruit moet blijken of Vanunu de voorwaarden van zijn vrijlating heeft geschonden. Daarmee geven de leiders van de staat Israël wel heel duidelijk te kennen dat Vanunu eens te meer een gevoelige snaar heeft geraakt.
Opmerkelijk stil bleef het in de VS, waar alleen een paar joodse kranten publiceerde over het interview met Vanunu. Ook in Nederland bleef het tot nu toe stil, al neemt dat niet weg dat Israël hier al eens eerder in verband is gebracht met de moord op Kennedy. Want midden jaren negentig onderzocht ik zelf de mogelijkheid van Israëlische betrokkenheid bij de extreem rechtse structuur achter deze historische moordaanslag. Zie in dit verband de synopsis van mijn (ongepubliceerde) manuscript 'De moordvrienden' (www.stelling.nl/peteredel/).