PDA

Bekijk Volledige Versie : Een onthoofd lichaampje, een stapel lijken



Simon
04-09-04, 08:41
zaterdag 4 september 2004 uur.

Een onthoofd lichaampje, een stapel lijken

Van onze correspondente Corine de Vries

BESLAN - Het witte T-shirt van de 24-jarige student Arthur Aladzjikov is besmeurd met bloed. Bloed van de zeven kinderen die hij net uit het schoolgebouw naar buiten gedragen heeft. 'Eén kindje vroeg me om water, maar de rest was in shock of bewusteloos. En een van hen was geloof ik al dood. Ik voelde geen hartslag meer. Dat was een jongetje van een jaar of 6.'


We staan voor het schoolgebouw, of wat daarvan over is. Het dak is deels ingestort, ruiten zijn gebroken en in de muren zitten grote gaten waar granaten zijn ingeslagen. Af en toe klinken er harde explosies, maar Aladzjikov reageert daar amper op. Zijn ogen zijn rood van de rook en het gas, zijn oren doof van de explosies en schietpartijen.

Aladzjikov maakte deel uit van een groepje bezorgde familieleden en omstanders dat vlak na het begin van de bestorming door het politiekordon heen brak en naar de school rende. 'Ik hoorde de explosies en dacht niet verder na. Ik wilde alleen maar zoveel mogelijk kinderen redden. We zijn met een groepje door het raam naar binnengeklommen.'

Wat hij daar aantrof, was een nachtmerrie. 'Er waren daar binnen duidelijk explosieven ontploft. Ik heb heel veel doden gezien. Bij het raam lag een onthoofd lichaampje. Ook op het schoolplein lag een stapel lijken. Die lagen er denk ik al een tijdje, ze stonken enorm.'

De stemming in de straten van Beslan varieert tussen woede, wanhoop en verslagenheid. Overal luisteren groepjes mensen naar de radio, elkaar troostend, discussiërend over wie er schuldig is. Het is donker, omdat in veel wijken de elektriciteit is uitgevallen. Jonge mannen in burgerkleding lopen met een kalasjnikov in de hand rond tussen de militairen. Brandweermannen roken nerveus een sigaret en weigeren te vertellen wat ze hebben meegemaakt. Enkele verplegers staan uitgeput voor hun ambulance.

Roza Kirgoejeva is een van hen. Als verpleegkundige was ze ter plekke om eerste hulp te geven . 'De meeste kinderen waren doof door de explosies. Sommigen huilden, anderen waren in shock. Een vrouw was over haar hele gezicht en lichaam verbrand, maar wilde absoluut niet geholpen worden. Ze schreeuwde dat ze terug wilde, omdat het lichaam van haar overleden kleindochter daar nog lag.' Kirgoejeva maakt zich grote zorgen, omdat het aantal gewonden naar haar idee zo klein was. 'Terwijl ik de hele middag wagens met lijken erin weg zag rijden. Er moeten ontzettend veel doden gevallen zijn.'

De verpleegster kreeg van een aantal gijzelaars te horen hoe de rebellen hen hadden behandeld. 'Ze kregen in het begin een beetje water, maar vanaf de tweede dag helemaal niets meer. De toiletten werden afgesloten, omdat daar water was. De gijzelaars moesten hun behoeften doen in een lokaal. Veel kinderen begonnen hun eigen urine te drinken. Dat zoiets gruwelijks kon gebeuren, had ik nooit verwacht.'

De 35-jarige Zalina praat op een donkere straathoek met enkele buurtbewoners. Overstuur vertelt ze wat ze net in het lijkenhuis heeft aangetroffen. Ze was daar om haar 12-jarige nichtje te zoeken, dat zich onder de gijzelaars bevond. 'Mijn zus kon haar in de ziekenhuizen niet vinden, en vroeg mij om te kijken of ze bij de doden lag. Wat ik daar zag, zal ik nooit vergeten. Tientallen dode lichamen van kinderen. Ze waren hevig verbrand en onherkenbaar, zelfs naar leeftijd en geslacht. Ze waren bijna allemaal naakt. Dat kan ik niet begrijpen. Niemand kan een Kaukasische vrouw of meisje ertoe bewegen haar kleren uit te trekken, hoe warm of benauwd het ook is. Als het aan mij ligt, worden alle Tsjetsjenen en Ingoesjetiërs uitgeroeid. Dit zullen wij hen nooit vergeven.'


bron: de Volkskrant