Bofko
11-09-04, 18:32
PARIJS - De Franse wet die de dracht van het hoofddoekje op de openbare school verbiedt, is zonder grote problemen ingevoerd. Een week na de terugkeer van de leerlingen op school weigeren honderd tot 120 moslimmeisjes op een totaal van 12 miljoen leerlingen hun hoofddoekje af te doen. Vorig jaar waren er nog 1200 probleemgevallen.
Nog geen 120 meisjes in Frankrijk weigeren de sluier af te leggen, de helft in de Elzas. Ongeveer de helft van de weigeraars bevindt zich in de Elzas, een regio die een uitzonderingspositie in Frankrijk inneemt. Waar overal elders de scheiding tussen kerk en staat ertoe heeft geleid dat er geen religieuze tekens op de openbare school te zien zijn, hangen in de Elzas de kruisbeelden gewoon in de klaslokalen.Die bevoorrechte positie voor het katholieke geloof heeft de weerstand van moslimmeisjes tegen de wet in de hand gewerkt.
De ruim honderd meisjes die hebben geweigerd, zijn in een 'dialoogfase' terechtgekomen. Leidt dat in de komende weken niet tot het afdoen van het hoofddoekje, dan krijgen zij en hun ouders de mogelijkheid aangeboden tot inschrijving bij een 'onderwijs-op-afstand'-organisatie: de leerling kan dan schriftelijk zijn middelbare-schoolopleiding vervolgen en gaat derhalve niet voor het onderwijs verloren. Gaan ouders en kind hier op in, dan verspelen zij de mogelijkheid de school juridisch aan te klagen.
Ondanks het beperkte aantal probleemgevallen wordt in kringen van moslims en sikhs over de nieuwe wet gemord. Onder de circa zesduizend sikhs in Frankrijk bevinden zich in de regio Parijs, waar het overgrote deel woont, 85 scholieren met tulband. Daarvan blijken er negen te willen vasthouden aan de originele tulband, de overigen accepteren een meer discrete haardoek als compromis.
Volgens Boubaker El-Hadj-Amor, lid van de nationale moslimraad en rector van de moskee van Poitiers, zijn veel scholen verder gegaan dan de wet voorschrijft, door in hun interne reglementen iedere vorm van hoofdbedekking te verbieden.
Dat maakt het voor moslimmeisjes onmogelijk te kiezen voor een hoofdband, een tussenvariant die door zijn moslimorganisatie, de fundamentalistische Union des Organisations Islamiques de France (UOIF), was aanbevolen.
Ook windt El-Hadj-Amor zich op over de 'intimidatie' van de kant van de schoolautoriteiten: 'Zij hebben zich niet aan de afspraak gehouden dat er niet op de eerste dag aan de schooldeur zou worden gecontroleerd.'
Hij voert de geringe weerstand tegen de wet deels terug op de gijzelingscrisis in Irak, waarbij de ontvoerders van twee Franse journalisten het intrekken van de 'hoofddoekjeswet' hebben geëist. Dat heeft ook in de Franse moslimgemeenschap tot grote verontwaardiging geleid, waarna moslimorganisaties het consigne gaven geen verzet te plegen bij de invoering. Een van de organisaties is de UOIF, waarvan secretaris-generaal Fouad Alaoui afgelopen week deel uitmaakte van een delegatie die naar Bagdad afreisde om de kidnappers op andere gedachten te brengen.
Aanvankelijk verklaarde Alaoui iedere openlijke kritiek op de wet taboe, vanwege de gijzelingskwestie. Inmiddels heeft hij in de moslimraad aangegeven van plan te zijn de wet voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg aan te vechten. Volgens zijn geloofsgenoot El-Hadj-Amor zullen ook in Frankrijk nog 'heel wat' juridische procedures worden gevoerd. Wanneer de gijzelingskwestie voorbij is, voelen de Franse moslims zich weer vrij hun afkeer ervan te tonen, voorspelt hij.
Vooraanstaand islamkenner Olivier Roy gaat er daarentegen vanuit dat het verzet tegen de wet niet zal toenemen. 'De wet is aanvaard, zeker als je bedenkt dat er eigenlijk alleen in de Elzas problemen zijn', stelt hij. Dat er nog juridische procedures zullen worden gevoerd, maakt in zijn ogen niet veel uit. 'Dat is normaal en gebeurt binnen de wettelijke kaders.'
Interessant vindt Roy de veranderde positie van fundamentalistische UOIF, die zich in de kwestie van het hoofddoekje en de gijzeling 'heeft opgesteld als een verantwoorde burger. Dat heeft hun positie versterkt.'
Waar landen als Nederland en Groot-Brittannië, 'die van hun geloof in een multiculturele samenleving zijn gevallen', zich afkeren van een dialoog met fundamentalisten, is die in Frankrijk juist tot stand gekomen.
Roy juicht de Franse ontwikkeling toe: 'Fundamentalisten zijn geen tegenstanders, zolang ze maar bereid blijken de spelregels te accepteren.'
www.volkskrant.nl
Nog geen 120 meisjes in Frankrijk weigeren de sluier af te leggen, de helft in de Elzas. Ongeveer de helft van de weigeraars bevindt zich in de Elzas, een regio die een uitzonderingspositie in Frankrijk inneemt. Waar overal elders de scheiding tussen kerk en staat ertoe heeft geleid dat er geen religieuze tekens op de openbare school te zien zijn, hangen in de Elzas de kruisbeelden gewoon in de klaslokalen.Die bevoorrechte positie voor het katholieke geloof heeft de weerstand van moslimmeisjes tegen de wet in de hand gewerkt.
De ruim honderd meisjes die hebben geweigerd, zijn in een 'dialoogfase' terechtgekomen. Leidt dat in de komende weken niet tot het afdoen van het hoofddoekje, dan krijgen zij en hun ouders de mogelijkheid aangeboden tot inschrijving bij een 'onderwijs-op-afstand'-organisatie: de leerling kan dan schriftelijk zijn middelbare-schoolopleiding vervolgen en gaat derhalve niet voor het onderwijs verloren. Gaan ouders en kind hier op in, dan verspelen zij de mogelijkheid de school juridisch aan te klagen.
Ondanks het beperkte aantal probleemgevallen wordt in kringen van moslims en sikhs over de nieuwe wet gemord. Onder de circa zesduizend sikhs in Frankrijk bevinden zich in de regio Parijs, waar het overgrote deel woont, 85 scholieren met tulband. Daarvan blijken er negen te willen vasthouden aan de originele tulband, de overigen accepteren een meer discrete haardoek als compromis.
Volgens Boubaker El-Hadj-Amor, lid van de nationale moslimraad en rector van de moskee van Poitiers, zijn veel scholen verder gegaan dan de wet voorschrijft, door in hun interne reglementen iedere vorm van hoofdbedekking te verbieden.
Dat maakt het voor moslimmeisjes onmogelijk te kiezen voor een hoofdband, een tussenvariant die door zijn moslimorganisatie, de fundamentalistische Union des Organisations Islamiques de France (UOIF), was aanbevolen.
Ook windt El-Hadj-Amor zich op over de 'intimidatie' van de kant van de schoolautoriteiten: 'Zij hebben zich niet aan de afspraak gehouden dat er niet op de eerste dag aan de schooldeur zou worden gecontroleerd.'
Hij voert de geringe weerstand tegen de wet deels terug op de gijzelingscrisis in Irak, waarbij de ontvoerders van twee Franse journalisten het intrekken van de 'hoofddoekjeswet' hebben geëist. Dat heeft ook in de Franse moslimgemeenschap tot grote verontwaardiging geleid, waarna moslimorganisaties het consigne gaven geen verzet te plegen bij de invoering. Een van de organisaties is de UOIF, waarvan secretaris-generaal Fouad Alaoui afgelopen week deel uitmaakte van een delegatie die naar Bagdad afreisde om de kidnappers op andere gedachten te brengen.
Aanvankelijk verklaarde Alaoui iedere openlijke kritiek op de wet taboe, vanwege de gijzelingskwestie. Inmiddels heeft hij in de moslimraad aangegeven van plan te zijn de wet voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg aan te vechten. Volgens zijn geloofsgenoot El-Hadj-Amor zullen ook in Frankrijk nog 'heel wat' juridische procedures worden gevoerd. Wanneer de gijzelingskwestie voorbij is, voelen de Franse moslims zich weer vrij hun afkeer ervan te tonen, voorspelt hij.
Vooraanstaand islamkenner Olivier Roy gaat er daarentegen vanuit dat het verzet tegen de wet niet zal toenemen. 'De wet is aanvaard, zeker als je bedenkt dat er eigenlijk alleen in de Elzas problemen zijn', stelt hij. Dat er nog juridische procedures zullen worden gevoerd, maakt in zijn ogen niet veel uit. 'Dat is normaal en gebeurt binnen de wettelijke kaders.'
Interessant vindt Roy de veranderde positie van fundamentalistische UOIF, die zich in de kwestie van het hoofddoekje en de gijzeling 'heeft opgesteld als een verantwoorde burger. Dat heeft hun positie versterkt.'
Waar landen als Nederland en Groot-Brittannië, 'die van hun geloof in een multiculturele samenleving zijn gevallen', zich afkeren van een dialoog met fundamentalisten, is die in Frankrijk juist tot stand gekomen.
Roy juicht de Franse ontwikkeling toe: 'Fundamentalisten zijn geen tegenstanders, zolang ze maar bereid blijken de spelregels te accepteren.'
www.volkskrant.nl