PDA

Bekijk Volledige Versie : Emigreren doe je zo



Orakel
12-09-04, 18:45
EN IK KOM NOOIT MEER TERUG
Nederlanders in het buitenland.

Je komt ze altijd tegen. Sta je midden in de jungle van Brazilië, tuft er een Hollander op een tractor voorbij. Zoek je een baantje in Australië, mag je bollen pellen bij een boer die Klaas heet. Scheur je in de States naar de Pizzahut, hebben ze dat ding een Hollands geveltje gegeven. Behalve reizen, emigreren we dus ook graag. Omdat we de oorlog zat waren, of om belasting te ontduiken. Daarom vind je ze overal: allochtone Nederlanders.

Als je geen allochtoon bent, heb je grote kans dat ze in je familie zitten, want tussen 1946 en 1957 was emigreren een hype. Nederland is veel te vol dacht de regering toen, dus moeten we gewoon wat burgers exporteren. Ze warmden ze op met mooie filmpjes en stuurden promotieteams het land in die soms hele straten overhaalden om te vertrekken. Dat was simpel. Want carrière maken zat er hier niet in. Nederland lag nog in puin door de oorlog. En er was ook meteen weer nieuwe oorlog. In Nederlands-Indië. Tussen Amerika en de Sovjet-Unie. En als Nederland dan ook nog sappige reclames (http://www.vpro.nl/geschiedenis/index.shtml?4158511+4158556+15569567) gaat maken over emigratie ... ja, dan zijn je koffers, tractor en koeien gauw gepakt.

CANADA
Meestal vetrokken ze per boot naar Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Brazilië. Die landen wilden onze overtollige burgers dolgraag hebben, omdat ze dan klusjes konden opknappen waar ze zelf geen zin meer in hadden. Zoals boer zijn. Want Canadezen gingen liever in de grote stad wonen. De enige voorwaarde van Canada: je moest een koe kunnen melken. Verder mocht je niet meer dan honderd dollar meenemen. Dat werd dus eerst een paar jaar melkbussen sjouwen of achter de lopende band staan voor je een keer een boerderij kon kopen. Maar de Nederlanders stonden te trappelen. Canada stond bij de meeste emigranten nummer één op het verlanglijstje. Ze werden verspreid over het hele land zodat ze wel moesten integreren. Maar de Hollanders lieten hun eigen dominees overkomen en zo vormen ze zelfs nu nog een hechte club, via de kerk.

AUSTRALIE
In Australië werd je meestal opgevangen in kampen. Je liet je rijtjeshuis achter voor een grote halve ijzeren ton, of een noodgebouw met luizen. Meer dan de helft van de mensen die toen aankwamen, spreekt nu Engels als eerste taal. Daar ging een mengelmoes van Nederlands en Australisch aan vooraf. Dan kreeg je dingen als: ‘Mag ik een hete sjouwer nemen?’, ‘drinking a pilsje’, ‘je caravan parken’. In Amerika noemen ze dat trouwens Yankee Dutch.

Jammer genoeg schijn je zo’n tweede taal weer vergeten als je bejaard bent. Maar daarvoor organiseren Hollanders speciale tehuizen voor hun eigen soort. In Australië heb je bijvoorbeeld het Prins Willem Alexander Village in Birkdale. Vol allochtonen dus. Net als al die Nederlandse klaverjasclubs, carnavalsclubs, volksdansgroepen, borrelclubs of Holland Festivals met echte boerenkool! Onze gezelligheid, dat begrepen de Australiërs niet helemaal. Op feestjes hangen mannen aan de bar en zitten de dames bij elkaar. Dat vonden de Hollanders niet gezellig. En de Australiërs snappen weer niet dat die maffe Hollanders fluiten tijdens het werk. Of dat ze een ommetje maken zonder duidelijk doel.

BRAZILIE
Brazilië is het enige land waar het in de jaren ’50 geen probleem was om een echte Hollandse enclave te stichten. Zo ontstonden de kolonies Castrolanda , Holambra, Carambei en Arapoti. Schrijf ze in je agenda als je nog plannen had voor Brazilië. Want als je GTST niet wilt missen, kun je gegarandeerd meekijken. Gewoon via de schotel. Je herkent de Nederlandse huizen aan de bloempotten voor de ramen. (Dat geldt trouwens in alle landen).

AMERIKA
In Amerika hebben de Nederlanders al voor de emigratiegolf flink huisgehouden. Nergens zie je zoveel Oudhollandse klederdrachten en klompendansen als op de festivals die ze daar houden. Je vindt zelfs hele nagemaakte Hollandse dorpen met dijken, grachten, molens, ophaalbruggen, draaiorgels en Nederlandse straatnaamborden. Het dorp Holland bijvoorbeeld, in de staat Michigan, Lynden in de staat Washington en Pella, Waupun en Orange City in de staat Iowa. Het gekke is dat bijna niemand hier Nederlands spreekt. Hooguit een paar zwaar gereformeerden die nog Nederlandse bijbels lezen.

DE REST
Een heel ander slag emigranten zit in België en Duitsland. Daar ontstonden in de jaren ’80 en ‘90 enclaves van rijke Nederlanders die een goedkope villa zochten. Bijvoorbeeld in Brasschaat en Lanaken (België). Daar hebben de villawijken namen als Goudkust, Zilverkust en Ivoorkust. In Duitsland gaat het om plaatsen als Kleef, Bad Bentheim en Gronau. De Nederlanders maken zich daar niet erg populair. Aan de grens bijvoorbeeld passen ze zich niet aan: voor werk, school, boodschappen, hobbyclubs, dokter en tandarts gaan ze gewoon naar Nederland. En omdat de Nederlanders meer lappen voor een huis, worden de andere woningen ook duurder. Daardoor kunnen de locals soms geen huis meer in hun eigen buurt betalen.

En dan heb je nog opa en oma die geen zin meer hebben in verplichte pyamadagen. En om achter de geraniums naar de regen te kijken. Die stappen in de voetsporen van Sinterklaas: naar Spanje! Het land van zon, zee en Friet van Piet. De laatste acht jaar vertrokken ze met bijna twee keer zoveel als daarvoor. Ook een echte hype dus. Wel berehandig als je nog ‘ns zonder cash in Salou vast zit…

http://www.bnn.nl/view/5076906/3935748/5076170#image