PDA

Bekijk Volledige Versie : Scheve ogen - Horroreffect ontrafeld



Orakel
22-09-04, 21:15
Onderzoekers uit onder meer Utrecht hebben eindelijk opgehelderd waarom sommige schilderijen en foto’s ons lijken na te staren. De sleutel bleek besloten te liggen in de bilpartijen van een etalagepop.

Scheve ogen - Horroreffect ontrafeld

dinsdag 21 september 2004

Dinky, een zwarte slaaf in koloniaal Amerika, schreef rond 1800 in zijn memoires hoe hij doodsbenauwd was voor zijn baas, een blank plantersgezin. De planter, zo dacht Dinky, beschikte over sterke toverkracht. Hij liet zijn huis immers bewaken door geesten. Aan de muren van alle kamers hingen foto’s, met ogen die Dinky altijd bleven aanstaren, waarheen de slaaf ook ging.

Schilderijen die museumbezoekers nakijken en foto’s die de kijker vanuit elke hoek strak aankijken - het is een griezeleffect dat al eeuwen bekend is. “Het effect is eigenlijk nooit goed verklaard,” zegt Jan Koenderink, als hoogleraar ‘menselijke perceptie’ verbonden aan de Universiteit Utrecht.

En in het tijdperk van het beeldscherm kan dat gevaarlijke gevolgen hebben. De wereld telt immers steeds meer militairen, piloten en verkeersleiders die zich oriënteren met displays. Als er dus iets niet in orde is met de manier waarop we beeld op een plat vlak waarnemen, kun je het maar beter weten.

Samen met twee Utrechtse collega’s en één uit Amerika ging Koenderink de illusie experimenteel te lijf. De onderzoeker nam de beeltenis van een etalagepop en vertoonde die als ‘schilderij’ vanuit zes verschillende hoeken op een computermonitor. Daarbij nodigden de onderzoekers enkele proefpersonen uit om de torso te bekijken.

http://images.vpro.nl/img.db?19196178+s(200)

De vrijwilligers moesten vanuit de verschillende gezichtspunten nauwkeurig aangeven welke stukjes torso ze verder weg vonden staan, en welke dichtbij. In een ander experiment moesten de vrijwilligers aangeven hoe ze het vrouwenlichaam zagen door een soort naaldjes denkbeeldig loodrecht in de huid van de romp te steken. Zo kregen de onderzoekers een goed beeld van hoe de proefpersonen de ruimtelijkheid van de romp ervoeren.

http://images.vpro.nl/img.db?19196185+s(200)

Dat bleek de illusie inderdaad na te bootsen. Hoe schuin de vrijwilligers de torso ook zagen, in hun beleving had de romp steeds dezelfde dieptewerking, zo schrijven de onderzoekers in het blad Perception. Stukjes huid die dichtbij lijken, lijken net zo dichtbij als je van opzij kijkt. De torso lijkt even ‘recht’ voor ons te staan – hij is van opzij gezien alleen wat dunner.

“Dat komt omdat de beeldruimte van een foto of schilderij een meetkunde heeft die anders is dan de meetkunde van de normale wereld,” zegt Koenderink. “In een normale wereld kun je 360 graden ronddraaien. Maar je kunt je hoofd niet in een schilderij steken om een geportretteerd object van achteren te bekijken.”

En zo zit het ook met de ogen van een schilderij. Een standbeeld dat naar opzij kijkt, lijkt ons aan te kijken als we zijn blikveld inlopen. Maar we kunnen onmogelijk in het blikveld gaan staan van een portret dat opzij kijkt. Vanuit welke hoek ook: het afgebeelde gezicht zal altijd opzij kijken.

Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. Een portret met ogen die recht het beeld uit kijken, zal ons altijd recht aankijken, waar we ook staan. In onze beleving verandert de diepte van het portret immers niet. Het enige dat er gebeurt, is dat het gezicht smaller lijkt te worden naar mate we er schuiner voor staan. Maar voor ons gevoel blijven de ogen net zozeer naast elkaar staan als wanneer we het portret recht van voren bekijken. Met andere woorden: als we opzij gaan, lijken de ogen van de geportretteerde ons te volgen.

Koenderink verwacht dat het experiment ook werkt met échte schilderijen. “Want wij hebben nu gewerkt met een tweedimensionale, platte beeldruimte: een tekening van een schilderij aan een muur op het computerbeeldscherm.” Dat betekent dus dat we eigenlijk vrijwilligers naalden in een écht portret moeten laten steken? “Nou ja, je kunt natuurlijk ook iets met laserlicht op een schilderij projecteren,” zegt Koenderink.


Maarten Keulemans


Jan Koenderink, Andrea van Doorn, Astrid Kappers, James Todd: “Pointing out of the picture”. In: Perception, Vol. 33, Issue 5, 513-530 (2004).

http://www.vpro.nl/wetenschap/index.shtml?3626936+4257491+19196102