Orakel
26-09-04, 11:47
Chinese moslims zijn gematigd, maar hebben sympathie voor Bin Laden
- Chinese moslims in de autonome regio van Ningxia zijn gematigd in vergelijking met hun broeders uit Saudi-Arabië of Afghanistan. Schoolmeisjes dragen kleurige hoofddoekjes en jeans. De Han-Chinezen krijgen de beste jobs. Dat leidt tot spanningen. Maar openlijke vijandigheid of streven naar onafhankelijkheid is er niet.
China telt tien hogere scholen voor de koranstudie, waar jongens worden opgeleid tot imam. Meisjes kunnen er kiezen voor een opleiding tot tolk of lerares. Ze zitten samen in de klas, op gescheiden banken weliswaar. De meisjes dragen een kleurige hoofddoek, maar geen boerka's of chadors.
Maar ook gematigde moslims hebben sympathie voor Osama Bin Laden, de leider van het terreurnetwerk Al Qaeda. Ma Mingxuan, de directeur van het Islamitisch Instituut in Yinchuan, de hoofdplaats van Ningxia, veroordeelt het vermoorden van onschuldige burgers als een inbreuk op de geboden van de islam, de wet en het humanisme. Maar met een metafoor geeft hij wel aan dat de Verenigde Staten het terrorisme zelf hebben uitgelokt. 'Als je mij met rust laat, laat ik ook jou met rust. Maar als je sterker bent dan ik en mij voordurend pest, heb ik geen andere keuze dan een steen te nemen en je ruiten in te slaan om mijn woede te uiten.' Directe kritiek op de Verenigde Staten wil directeur Ma niet kwijt. De Chinese regering steunt immers de strijd van de VS tegen het terrorisme, zij het met kritiek op de Amerikaanse inval in Irak.
Het Islamitisch Instituut werd in 1985 opgericht met een donatie van 1,13 miljoen dollar (919.000 euro) van de Saudische Islamitische Ontwikkelingsbank. Ruim 1.400 studenten hebben sindsdien een cursus van drie of vier jaar gevolgd. Ongeveer 60 procent werd imam, de overigen leraar of tolk. Naast de koranstudie is er onderricht in de Arabische taal en de islamitische jurisprudentie. Ongeveer 30 procent van de meer dan 300 studenten die nu aan het instituut studeren, zijn meisjes. De beste studenten dromen ervan hun studies voort te zetten in de grote islamitische universiteiten van Al-Azar (Egypte), Medina (Saudi-Arabië) of de Koninklijke Universiteit in Jordanië.
Er worden nog steeds moskeeën bijgebouwd in het gebied, maar echt veel komen er niet meer bij. Er is geen grote bevolkingsaangroei bij de moslims, ondanks het feit dat ze van de overheid wel meer dan een kind mogen hebben. In het gebied loopt een hervestigingsprogramma om mensen uit de zeer arme dorpjes in de bergen te verhuizen naar de vlakte. Ze krijgen grond die veroverd is op de woestijn. Toch verbetert hun levensstandaard weinig. Regelmatig wordt de oogst door zandstormen vernield. In een dorp met honderdduizend inwoners zijn er tien moskeeën. De bouw van een nieuwe moskee kost om en bij de 400.000 yuan (39.410 euro).
Iedereen levert een bijdrage in cash of in natura. Er is elektriciteit in het dorp en telefoneren met de gsm is geen probleem. De mannen trekken 's nachts de woestijn in om schorpioenen te vangen die ze aan producenten van traditionele geneesmiddelen kunnen verkopen.
Met zijn 66.400 vierkante kilometer is de Hui Autonome Regio van Ningxia meer dan twee keer zo groot als België. In het gebied leven 1,8 miljoen Hui's, 34 procent van de bevolking. In heel China wonen er 9 miljoen Hui's. Zij belijden de islam, eten geen varkensvlees en drinken geen alcohol. De Hui stammen af van Arabische en Iraanse handelaren die via de Zijderoute naar China trokken en er huwden. Ze onderscheiden zich van de eveneens islamitische Oeigoeren. Dat zijn afstammelingen van Turkse inwijkelingen die voornamelijk in de autonome regio Xinjiang wonen. Alle moslims in China zijn soennieten.
In tegenstelling tot sommige Oeigoeren streven de Hui niet naar onafhankelijkheid. De meeste Hui leven verspreid over andere provincies in China. Door gemengde huwelijken is hun etnische geaardheid verwaterd. Ze onderscheiden zich vooral van de Han-Chinezen door hun geloof. Bovendien heeft Ningxia geen grens met andere landen, wat eveneens onafhankelijkheid bemoeilijkt.
De meer strikte moslims zijn tegen huwelijken tussen Hui en Han-Chinezen. Huwelijken met islamitische Oeigoeren, Kazakken of Oezbeken uit de naburige autonome regio van Xinjiang kunnen nog net.
Toch interpreteren ze de koran op een vrij liberale manier. Niet-gelovige bezoekers mogen een kijkje nemen in de moskeeën, zelfs vrouwen met blote armen en zonder hoofddoek zijn welkom.
De lokale economie groeit met 12 procent zelfs iets sneller dan het landsgemiddelde. De buitenlandse handel nam verleden jaar met 30 procent toe.
De meeste goede jobs gaan naar Han-Chinezen die inwijken uit andere provincies. De Hui zijn boeren of marktkramers. Wie het zich kan veroorloven naar de universiteit te gaan, kiest voor Peking of Sjanghai en hoopt daar een job te vinden. Han-Chinezen uit andere provincies trekken naar Ningxia omdat het relatief onderontwikkelde gebied voor hen mogelijkheden biedt. Islamitische Hui's en niet-gelovige Han-Chinezen raken daardoor alsmaar meer met elkaar vermengd.
Michel LENS
08:53 - 24/09/2004
Copyright © Tijdnet
www.kifkif.be
- Chinese moslims in de autonome regio van Ningxia zijn gematigd in vergelijking met hun broeders uit Saudi-Arabië of Afghanistan. Schoolmeisjes dragen kleurige hoofddoekjes en jeans. De Han-Chinezen krijgen de beste jobs. Dat leidt tot spanningen. Maar openlijke vijandigheid of streven naar onafhankelijkheid is er niet.
China telt tien hogere scholen voor de koranstudie, waar jongens worden opgeleid tot imam. Meisjes kunnen er kiezen voor een opleiding tot tolk of lerares. Ze zitten samen in de klas, op gescheiden banken weliswaar. De meisjes dragen een kleurige hoofddoek, maar geen boerka's of chadors.
Maar ook gematigde moslims hebben sympathie voor Osama Bin Laden, de leider van het terreurnetwerk Al Qaeda. Ma Mingxuan, de directeur van het Islamitisch Instituut in Yinchuan, de hoofdplaats van Ningxia, veroordeelt het vermoorden van onschuldige burgers als een inbreuk op de geboden van de islam, de wet en het humanisme. Maar met een metafoor geeft hij wel aan dat de Verenigde Staten het terrorisme zelf hebben uitgelokt. 'Als je mij met rust laat, laat ik ook jou met rust. Maar als je sterker bent dan ik en mij voordurend pest, heb ik geen andere keuze dan een steen te nemen en je ruiten in te slaan om mijn woede te uiten.' Directe kritiek op de Verenigde Staten wil directeur Ma niet kwijt. De Chinese regering steunt immers de strijd van de VS tegen het terrorisme, zij het met kritiek op de Amerikaanse inval in Irak.
Het Islamitisch Instituut werd in 1985 opgericht met een donatie van 1,13 miljoen dollar (919.000 euro) van de Saudische Islamitische Ontwikkelingsbank. Ruim 1.400 studenten hebben sindsdien een cursus van drie of vier jaar gevolgd. Ongeveer 60 procent werd imam, de overigen leraar of tolk. Naast de koranstudie is er onderricht in de Arabische taal en de islamitische jurisprudentie. Ongeveer 30 procent van de meer dan 300 studenten die nu aan het instituut studeren, zijn meisjes. De beste studenten dromen ervan hun studies voort te zetten in de grote islamitische universiteiten van Al-Azar (Egypte), Medina (Saudi-Arabië) of de Koninklijke Universiteit in Jordanië.
Er worden nog steeds moskeeën bijgebouwd in het gebied, maar echt veel komen er niet meer bij. Er is geen grote bevolkingsaangroei bij de moslims, ondanks het feit dat ze van de overheid wel meer dan een kind mogen hebben. In het gebied loopt een hervestigingsprogramma om mensen uit de zeer arme dorpjes in de bergen te verhuizen naar de vlakte. Ze krijgen grond die veroverd is op de woestijn. Toch verbetert hun levensstandaard weinig. Regelmatig wordt de oogst door zandstormen vernield. In een dorp met honderdduizend inwoners zijn er tien moskeeën. De bouw van een nieuwe moskee kost om en bij de 400.000 yuan (39.410 euro).
Iedereen levert een bijdrage in cash of in natura. Er is elektriciteit in het dorp en telefoneren met de gsm is geen probleem. De mannen trekken 's nachts de woestijn in om schorpioenen te vangen die ze aan producenten van traditionele geneesmiddelen kunnen verkopen.
Met zijn 66.400 vierkante kilometer is de Hui Autonome Regio van Ningxia meer dan twee keer zo groot als België. In het gebied leven 1,8 miljoen Hui's, 34 procent van de bevolking. In heel China wonen er 9 miljoen Hui's. Zij belijden de islam, eten geen varkensvlees en drinken geen alcohol. De Hui stammen af van Arabische en Iraanse handelaren die via de Zijderoute naar China trokken en er huwden. Ze onderscheiden zich van de eveneens islamitische Oeigoeren. Dat zijn afstammelingen van Turkse inwijkelingen die voornamelijk in de autonome regio Xinjiang wonen. Alle moslims in China zijn soennieten.
In tegenstelling tot sommige Oeigoeren streven de Hui niet naar onafhankelijkheid. De meeste Hui leven verspreid over andere provincies in China. Door gemengde huwelijken is hun etnische geaardheid verwaterd. Ze onderscheiden zich vooral van de Han-Chinezen door hun geloof. Bovendien heeft Ningxia geen grens met andere landen, wat eveneens onafhankelijkheid bemoeilijkt.
De meer strikte moslims zijn tegen huwelijken tussen Hui en Han-Chinezen. Huwelijken met islamitische Oeigoeren, Kazakken of Oezbeken uit de naburige autonome regio van Xinjiang kunnen nog net.
Toch interpreteren ze de koran op een vrij liberale manier. Niet-gelovige bezoekers mogen een kijkje nemen in de moskeeën, zelfs vrouwen met blote armen en zonder hoofddoek zijn welkom.
De lokale economie groeit met 12 procent zelfs iets sneller dan het landsgemiddelde. De buitenlandse handel nam verleden jaar met 30 procent toe.
De meeste goede jobs gaan naar Han-Chinezen die inwijken uit andere provincies. De Hui zijn boeren of marktkramers. Wie het zich kan veroorloven naar de universiteit te gaan, kiest voor Peking of Sjanghai en hoopt daar een job te vinden. Han-Chinezen uit andere provincies trekken naar Ningxia omdat het relatief onderontwikkelde gebied voor hen mogelijkheden biedt. Islamitische Hui's en niet-gelovige Han-Chinezen raken daardoor alsmaar meer met elkaar vermengd.
Michel LENS
08:53 - 24/09/2004
Copyright © Tijdnet
www.kifkif.be