Seif
21-10-04, 09:45
21 oktober 2004
De mens heeft slechts 20.000 tot 25.000 genen, en niet minstens 30.000 zoals tot nu toe werd gedacht. Dat blijkt uit de nieuwste, extra gedetailleerde genenkaart van het Human Genome Project, die deze week is gepubliceerd in Nature.
Het onderzoeksresultaat doet vermoeden dat er een nog onbekend regelmechanisme aan het werk is, dat het mogelijk maakt om een gen voor verschillende doeleinden te gebruiken. De BBC vergelijkt in dit verband de genen al met Zwitserse zakmessen.
Velen vermoeden dat dat mechanisme opgesloten ligt in het zogeheten nonsens-DNA, de stukken DNA die niet tot een bepaald gen behoren. Opvallend is dat die stukken, die 90% van het genoom uitmaken, bij veel diersoorten vrijwel identiek zijn. Dat doet vermoeden dat ze een belangrijke functie hebben, zodat ze niet ongehinderd alle kanten op kunnen muteren.
Maar die theorie staat ook alweer op losse schroeven. In hetzelfde nummer van Nature meldt Edward Rubin van Lawrence Berkeley National Laboratory (VS) dat hij muizen heeft gekweekt die drie miljoen basenparen van hun nonsens-DNA missen. Dat is ongeveer drie procent van hun genoom. En voor zover hij kan nagaan, zijn de dieren volkomen normaal.
Collega-wetenschapper David Haussler (University of California, Santa Cruz) vermoedt dat het effect van het nonsens-DNA wellicht te subtiel is om op deze manier merkbaar te worden. “Een paar generaties overleven in het lab is wel wat anders dan het miljoenen jaren in het wild uithouden.”
Maar ja. Een derde artikel in Nature betreft het genoom van de gevlekte kogelvis, Tetraodon nigroviridis. Die heeft ongeveer evenveel genen als de mens, maar in de loop van de evolutie is hij vijf zesde van zijn junk-DNA kwijtgeraakt. Toch zwemt hij nog vrolijk rond.
Wie graag een Nobelprijs wil verdienen, mag proberen dit uit te leggen.
bronnen: BBC News Online en [email protected], 20 oktober 2004
De mens heeft slechts 20.000 tot 25.000 genen, en niet minstens 30.000 zoals tot nu toe werd gedacht. Dat blijkt uit de nieuwste, extra gedetailleerde genenkaart van het Human Genome Project, die deze week is gepubliceerd in Nature.
Het onderzoeksresultaat doet vermoeden dat er een nog onbekend regelmechanisme aan het werk is, dat het mogelijk maakt om een gen voor verschillende doeleinden te gebruiken. De BBC vergelijkt in dit verband de genen al met Zwitserse zakmessen.
Velen vermoeden dat dat mechanisme opgesloten ligt in het zogeheten nonsens-DNA, de stukken DNA die niet tot een bepaald gen behoren. Opvallend is dat die stukken, die 90% van het genoom uitmaken, bij veel diersoorten vrijwel identiek zijn. Dat doet vermoeden dat ze een belangrijke functie hebben, zodat ze niet ongehinderd alle kanten op kunnen muteren.
Maar die theorie staat ook alweer op losse schroeven. In hetzelfde nummer van Nature meldt Edward Rubin van Lawrence Berkeley National Laboratory (VS) dat hij muizen heeft gekweekt die drie miljoen basenparen van hun nonsens-DNA missen. Dat is ongeveer drie procent van hun genoom. En voor zover hij kan nagaan, zijn de dieren volkomen normaal.
Collega-wetenschapper David Haussler (University of California, Santa Cruz) vermoedt dat het effect van het nonsens-DNA wellicht te subtiel is om op deze manier merkbaar te worden. “Een paar generaties overleven in het lab is wel wat anders dan het miljoenen jaren in het wild uithouden.”
Maar ja. Een derde artikel in Nature betreft het genoom van de gevlekte kogelvis, Tetraodon nigroviridis. Die heeft ongeveer evenveel genen als de mens, maar in de loop van de evolutie is hij vijf zesde van zijn junk-DNA kwijtgeraakt. Toch zwemt hij nog vrolijk rond.
Wie graag een Nobelprijs wil verdienen, mag proberen dit uit te leggen.
bronnen: BBC News Online en [email protected], 20 oktober 2004