Orakel
23-10-04, 15:21
22-07-2004 - Sociaal Cultureel Planbureau.
Moslim in Nederland.
Over de diversiteit en verandering in de religieuze oriëntaties van moslims in Nederland.
Excerpt
In het sterk geseculariseerde Nederland wonen tegenwoordig meer dan 900.000 moslims, hetgeen overeenkomt met ongeveer 6% van de bevolking. Hoe staan deze moslims tegenover hun religie? Zijn zij onderhevig aan de secularisatieprocessen die onze samenleving als geheel treffen? Of richten zij zich, onder druk van de omstandigheden, juist in versterkte mate op hun geloof?
In deze publicatie wordt een aantal grootschalige onderzoeken naar deze vragen samengevat. Op grond van het onderzoeksmateriaal, afkomstig van enkele universitaire instituten en het Sociaal en Cultureel Planbureau zelf, kan geconcludeerd worden dat de hier woonachtige Turkse en Marokkaanse moslims zich – ook in de tweede hier geboren generatie – nog sterk identificeren met hun religie. Intussen gaat de secularisatie echter allerminst aan hen voorbij. De jongeren tonen zich in de religieuze praktijk duidelijk minder orthodox dan de ouderen en zijn veel meer geneigd het geloof te zien als iets waaraan zij een eigen invulling geven.
Dit op zijn minst partiële proces van secularisatie lijkt zich weinig aan te trekken van de commotie die de laatste jaren in Nederland rond de islam is ontstaan. Het enthousiasme voor religieus fundamentalisme blijkt in de onderzochte groepen gering te zijn.
**************************************
Het voornaamste resultaat van beide studies is een brede trend naar secularisatie, in de zin van een afname van de geloofspraktijk bij de jongeren en de hoger opgeleiden.
Van de jongere generaties Turken en Marokkanen zegt nog hooguit één derde elke vrijdag de moskee te bezoeken, tegenover een kleine helft van de oudere generaties.
Overigens bezoeken, conform seksespecifieke islamitische verplichtingen, vooral moslimmannen de moskee. De geloofspraktijk in brede zin omvat ook nog andere rituele en sociale vormen van religieuze participatie.
Zo zeggen jongeren minder te bidden dan de oudere generatie, en speelt ook hun sociale leven zich meer buiten de religieuze sfeer af: zij zeggen minder aan godsdienst te doen, praten er minder over
met familie en vrienden, en zijn ook minder actief in het islamitische verenigingsleven dan de generatie van hun ouders.
De grootste afname in de geloofspraktijk stellen we vast bij Turken en Marokkanen met een goede opleiding en met een baan. Wie maatschappelijk meer participeert in de Nederlandse samenleving, is dus minder actief in de religieuze sfeer.
Maar ook wie sociaal-cultureel meer aansluiting vindt in die samenleving, praktiseert minder: Turken en Marokkanen die beter de Nederlandse taal beheersen, meer sociale contacten met autochtonen onderhouden, en meer Nederlandse televisie kijken, besteden minder tijd aan de geloofspraktijk.
Van belang is tot slot dat ook de normerende invloed van religie in het dagelijks leven van moslims afneemt met een teruglopende geloofspraktijk en een stijgend onderwijsniveau. In het licht van de
toenemende gemiddelde verblijfsduur, de voortschrijdende sociale integratie en het stijgende onderwijspeil in Turkse en Marokkaanse populaties, valt te verwachten dat de secularisatie van de islam zich verder doorzet. Dit ondanks het feit dat de grote meerderheid van de Turken en de Marokkanen zich, ook in de huidige tweede generatie,
op een vanzelfsprekende manier met de islam identificeert.
Toch betekent secularisatie voor Turkse en Marokkaanse minderheden niet hetzelfde als voor autochtonen met een christelijke achtergrond. Voor een goed begrip van grenzen aan verandering moet de religieuze participatie van Turken en Marokkanen worden onderscheiden van hun identificatie met de islam die in stand blijft, ook bij de tweede generatie.
Moslim in Nederland.
Over de diversiteit en verandering in de religieuze oriëntaties van moslims in Nederland.
Excerpt
In het sterk geseculariseerde Nederland wonen tegenwoordig meer dan 900.000 moslims, hetgeen overeenkomt met ongeveer 6% van de bevolking. Hoe staan deze moslims tegenover hun religie? Zijn zij onderhevig aan de secularisatieprocessen die onze samenleving als geheel treffen? Of richten zij zich, onder druk van de omstandigheden, juist in versterkte mate op hun geloof?
In deze publicatie wordt een aantal grootschalige onderzoeken naar deze vragen samengevat. Op grond van het onderzoeksmateriaal, afkomstig van enkele universitaire instituten en het Sociaal en Cultureel Planbureau zelf, kan geconcludeerd worden dat de hier woonachtige Turkse en Marokkaanse moslims zich – ook in de tweede hier geboren generatie – nog sterk identificeren met hun religie. Intussen gaat de secularisatie echter allerminst aan hen voorbij. De jongeren tonen zich in de religieuze praktijk duidelijk minder orthodox dan de ouderen en zijn veel meer geneigd het geloof te zien als iets waaraan zij een eigen invulling geven.
Dit op zijn minst partiële proces van secularisatie lijkt zich weinig aan te trekken van de commotie die de laatste jaren in Nederland rond de islam is ontstaan. Het enthousiasme voor religieus fundamentalisme blijkt in de onderzochte groepen gering te zijn.
**************************************
Het voornaamste resultaat van beide studies is een brede trend naar secularisatie, in de zin van een afname van de geloofspraktijk bij de jongeren en de hoger opgeleiden.
Van de jongere generaties Turken en Marokkanen zegt nog hooguit één derde elke vrijdag de moskee te bezoeken, tegenover een kleine helft van de oudere generaties.
Overigens bezoeken, conform seksespecifieke islamitische verplichtingen, vooral moslimmannen de moskee. De geloofspraktijk in brede zin omvat ook nog andere rituele en sociale vormen van religieuze participatie.
Zo zeggen jongeren minder te bidden dan de oudere generatie, en speelt ook hun sociale leven zich meer buiten de religieuze sfeer af: zij zeggen minder aan godsdienst te doen, praten er minder over
met familie en vrienden, en zijn ook minder actief in het islamitische verenigingsleven dan de generatie van hun ouders.
De grootste afname in de geloofspraktijk stellen we vast bij Turken en Marokkanen met een goede opleiding en met een baan. Wie maatschappelijk meer participeert in de Nederlandse samenleving, is dus minder actief in de religieuze sfeer.
Maar ook wie sociaal-cultureel meer aansluiting vindt in die samenleving, praktiseert minder: Turken en Marokkanen die beter de Nederlandse taal beheersen, meer sociale contacten met autochtonen onderhouden, en meer Nederlandse televisie kijken, besteden minder tijd aan de geloofspraktijk.
Van belang is tot slot dat ook de normerende invloed van religie in het dagelijks leven van moslims afneemt met een teruglopende geloofspraktijk en een stijgend onderwijsniveau. In het licht van de
toenemende gemiddelde verblijfsduur, de voortschrijdende sociale integratie en het stijgende onderwijspeil in Turkse en Marokkaanse populaties, valt te verwachten dat de secularisatie van de islam zich verder doorzet. Dit ondanks het feit dat de grote meerderheid van de Turken en de Marokkanen zich, ook in de huidige tweede generatie,
op een vanzelfsprekende manier met de islam identificeert.
Toch betekent secularisatie voor Turkse en Marokkaanse minderheden niet hetzelfde als voor autochtonen met een christelijke achtergrond. Voor een goed begrip van grenzen aan verandering moet de religieuze participatie van Turken en Marokkanen worden onderscheiden van hun identificatie met de islam die in stand blijft, ook bij de tweede generatie.