PDA

Bekijk Volledige Versie : "Het failliet van de moslimleiders bevestigd"



Bart
05-11-04, 16:14
Het failliet van de moslimleiders bevestigd
JEFFREY SCHWERZEL

Eén belangrijke les kan worden getrokken uit de tragische moord op Theo van Gogh: de leiders van de verschillende immigranten- en moskee-organisaties, en de verschillende al dan niet door de overheid gesubsidieerde multiculturele instellingen hebben gefaald.

Of de moord op Theo van Gogh invloedrijker zal zijn dan de moord op Pim Fortuyn of de aanslagen op 11 september in New York zal de toekomst uitwijzen, maar de moord op Van Gogh staat, in extremis, symbool voor een complex geheel van problemen en spanningen die in de Nederlandse maatschappij leven. In één dramatische handeling werden de integratieproblematiek, islam en moslimextremisme, vrijheid van meningsuiting, en zinloos geweld symbolisch gebundeld. De profielen van dader en slachtoffer staan symbool voor uitersten, de tragische moord zelf symboliseert de mislukking van de droom van het vreedzame samenleven.

Theo van Gogh was zeker niet representatief voor 'de Nederlanders', maar hij verwoordde de mening van een significant gedeelte van hen. Hij deed dat op een provocerende manier die wellicht de grenzen van de vrijheid van meningsuiting overschreed.

De dader is niet ondubbelzinnig als Marokkaan te categoriseren, noch als Nederlander. Ook is hij als Nederlands-Marokkaans Amsterdammer niet gevangen tussen twee culturen. Integendeel, hij heeft zich goeddeels van beide onttrokken en koos voor onderdompeling in een eigentijdse salafistische reconstructie van de 'oorspronkelijke islam'.

Hoewel verreweg het grootste deel van de moslims deze visie op de islam verwerpt, moeten we oog houden voor het feit dat een groeiende groep voornamelijk tweedegeneratie-immigranten zich niet langer identificeert met de maatschappij waarin ze leven. Zij isoleren zich en streven een filosofie na die terugtrekking van de maatschappij, jihad en martelaarschap tot hoogste goed verheffen.

Er kan één belangrijke les getrokken worden uit dit tragische voorval: de leiders van de verschillende immigranten- en moskee-organisaties en de verschillende al dan niet door de overheid gesubsidieerde multiculturele instellingen hebben gefaald.

Ondanks hun harde werk en plichtmatige optredens in media bleken ze niet in staat zich met een belangrijk deel van hun achterban te verhouden. Wel degelijk hebben velen van hen de teleurstelling en frustraties gesignaleerd en radicalisering van jongeren zien opkomen, maar zij hebben er niets of te weinig aan gedaan. De elite was druk met het veiligstellen van subsidies en schonk niet graag al te veel aandacht aan onplezierige onderwerpen als radicalisering die de knusse sfeer zouden verstoren.

De toenemende problematiek werd ontkend: de radicalisering werd gebagatelliseerd, extremisten werden afgedaan als een kleine, niet representatieve, niet te redden minderheid, een tijdelijk verschijnsel, een aberratie en uitwas in het integratieproces. De El Tawheed-moskee was de meest zichtbare en geïnstitutionaliseerde exponent van deze radicalisering en werd al snel omringd met doodzwijgen en een cordon sanitaire.

Nooit is er hard aan de bel getrokken, men hield de problemen liever binnenshuis. Noch heeft men gepoogd deze groep bewust te engageren of enigszins te betrekken. Voorzover het bestaan van extremisten werd erkend, werd deze groep gepathologiseerd als 'gek', afgedaan als 'onislamitisch' en verder ontkend. Monddood gemaakt door de maatschappij als geheel en ook nog eens door de leiders in hun eigen gemeenschap, zocht een toenemend aantal toevlucht in het extremisme.

Ondertussen kwamen de leiders nooit op voor hun achterban op die gebieden die de achterban wilde zien. Ze kwamen zelden eenduidig naar voren met een blijk van afkeuring voor het gedrag van Marokkaanse jongeren, iets wat de Nederlandse maatschappij van hen eiste. Maar ook daagde geen organisatie Van Gogh voor de rechter, noch gingen ze in tegen figuren als Wilders of Hirsi Ali, iets wat hun achterban graag gezien zou hebben. Een groeiend aantal moslimse jongeren ziet zichzelf geïsoleerd en zonder stem of steun. Zij refereren naar degenen die op tv spreken voor de moslims in Nederland als Uncle Toms.

Uit onderzoeken is bekend dat een belangrijk gedeelte van de aanhangers van extremistische groeperingen minder door geloofsovertuiging als wel door frustraties en teleurstellingen tot het extremisme worden aangetrokken. De extremisten bieden een kijk op en verklaring voor de werkelijkheid, die beter klopt met de persoonlijke ervaringen van veel jongeren dan het rooskleurige verhaal dat door de leiders van islamitische en migrantenorganisaties voorgeschoteld wordt.

De extremisten maken gebruik van en kanaliseren de frustraties die voortkomen uit de vernederende stereotyperingen in de media, de dagelijkse discriminatie op straat, werk en school, en het constante bekritiseren van 'islam' en 'de Marokkaanse cultuur'. Ervaring in Noord-Ierland en Palestina leert dat openhartige onderkenning van legitieme frustraties die gedeeltelijk ten grondslag liggen aan participatie in extremistische groepen, veel van de leden weer kan doen terugkomen. Nederland als geheel zal tot een nieuwe verstandhouding moeten komen met zijn islamitische gemeenschap. In het aangaan van hernieuwde dialoog kunnen de radicalen van beide kanten niet worden uitgesloten, hoe verachtelijk deze groepen ook beschouwd mogen worden. Met dialoog wordt hier niet het gebruikelijke knusse polderoverleg bedoeld, maar een openhartige poging inzicht te krijgen in elkaars visies, ambities en frustraties.

In het huidige politieke en maatschappelijke klimaat is het echter onmogelijk geworden om inzicht te verkrijgen in wat de dader dreef tot zijn verachtelijke daad. Laat één ding duidelijk zijn: met deze mensen moet niet 'onderhandeld' worden. Een dialoog aangaan om het met elkaar eens te worden is zinloos. Maar het serieus nemen van hun frustraties en hen daarmee in de openbaarheid betrekken is alleszins zinvol en zelfs noodzakelijk. Inzicht krijgen betekent niet sympathie hebben, maar schept wel de mogelijkheid tot het opbouwen van een solide dialoog. En die is hoog nodig.

Jeffrey Schwerzel is cultureel antropoloog aan de VU, Faculteit Sociale Wetenschappen. Hij is betrokken bij de Engelse organisatie Forward Thinking, die probeert dialoog op te bouwen met extremisten van alle achtergronden. Zie ook: www.fd.nl/gogh

Het Financieele Dagblad - 5/11/2004