PDA

Bekijk Volledige Versie : Democratie eist de beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting



Marsipulami
10-11-04, 01:03
Dwingelandij van correct denken?

Hoe valt de antiracismewet te verzoenen met de vrijheid van meningsuiting? Na de moord op de Nederlandse columnist en cineast Theo van Gogh is het een brandend actuele vraag, die ook op het Vlaams Blok-proces herhaaldelijk ter sprake kwam. Het hof van beroep in Gent gaf in zijn arrest van 21 april 2004 het volgende antwoord, dat na de uitspraak van het Hof van Cassatie gisteren overeind blijft.



,,De wet van 30 juli 1981 staat niet in de weg dat door een groep of vereniging schokkende, verontrustende of zelfs kwetsende ideeën worden geuit. Zo willen het het pluralisme, de verdraagzaamheid en de geest van openheid, zonder dewelke een vrije en democratische samenleving niet bestaat. De wet van 30 juli 1981 legt dus geenszins de dwingelandij van 'het correct denken' op. Kritiek, zelfs hevige kritiek door eender welke groep of vereniging en nog meer door een politieke partij, is en blijft mogelijk. Het publiek debat is een noodzakelijke en wezenlijke waarborg voor het correct functioneren van de democratische instellingen.''

,,Kritiek geuit ten aanzien van de allochtone bevolking van het land is door de (antiracisme)wet zeker niet verboden. De eventuele problemen veroorzaakt door hetzelfde deel van de bevolking mogen en moeten kunnen worden aangekaart. Ook objectief en redelijk te verantwoorden voorstellen teneinde te verhelpen aan deze eventuele problemen, mogen nog steeds worden geformuleerd.''

,,Wat de wet van 30 juli 1981 beoogt, is te beletten dat een groep of vereniging, het weze een politieke partij, zich gaat profileren als een groep of vereniging die systematisch aanzet tot discriminatie, rassenscheiding, haat of geweld ten aanzien van een individu of bepaalde delen van de bevolking op grond van hun zogenaamd ras, hun huidskleur, hun afkomst of hun nationale of etnische afstamming, kortom systematisch aanzet tot door racisme of xenofobie ingegeven onverdraagzaamheid.''

,,Dergelijke door racisme of xenofobie ingegeven onverdraagzaamheid is onverenigbaar met de waarden geldend in een democratische, vrije en pluralistische samenleving en wettigt dan ook de beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting.''


10/11/2004

©Copyright De Standaard

observer
10-11-04, 08:27
los vna het feit dat ik het er niet mee eens ben

wie zou moeten bepalen wat de grens is

je zou de argumenten op het VB ook voor de ael kunnen gebruiken, toch is dat niet gebeurd

wie controleerd de controleurs