PDA

Bekijk Volledige Versie : Tijdens Wereldoorlog II dienden zo'n 150.000 joodse soldaten in de Duitse Wehrmacht



Marsipulami
14-11-04, 22:02
Bij de Wehrmacht zat je veilig

Hitlers joodse soldaten: daders of slachtoffers?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog dienden zo'n 150.000 joodse soldaten in de Duitse Wehrmacht. Ze vochten aan het Oostfront, raakten gewond of werden krijgsgevangen genomen en verdrongen hun joodse wortels om te overleven. Die lang vergeten groep van oorlogsveteranen krijgt vandaag steeds meer aandacht in Duitsland. Zijn ze daders of slachtoffers? Vier overlevenden vertellen hun verhaal. ,,Elke dag kon de leugen aan het licht komen. Bij jodengrappen mocht je niet rood worden.''



OOIT sierde het gezicht van Werner Goldberg de cover van een nazi-krant, waarin de Wehrmachtsoldaat gepresenteerd werd als ,,de ideale Duitse soldaat''. ,,Niemand wist was dat ik, een krachtige blonde jongeman met blauwe ogen, joods bloed bezat. Mijn vader was joods. Daarmee was ik voor de nazi's automatisch een Mischling van de eerste graad, een Halbjude '', vertelt Goldberg, in zijn statige woning in West-Berlijn.

Vanaf 1938 werd in Duitsland de algemene dienstplicht ingevoerd, ook voor Mischlinge als Werner Goldberg. Volgens het Reichswehrgesetz uit 1936 mochten zij wel nog het leger in, maar ze mochten geen officier worden. ,,Ik was vanwege mijn joodse bloed van school getrapt en mocht vanwege mijn padvinderverleden ook niet de Hitlerjugend in'', vertelt Goldberg. ,,Maar de Wehrmacht had alle Duitsers nodig.'' En dus werd hij toch opgeroepen. Het is de bittere ironie van de geschiedenis dat zij die door de Endlösung bedreigd werden, er soms zelf, als radartjes in de oorlogsmachinerie, aan hebben meegewerkt.

En niet alleen als radartjes. De historica Anita Kugler schreef dit jaar een biografie over een omstreden joodse SS-officier, die in Litouwen een concentratiekamp leidde. Daar zagen sommige joodse arbeiders in deze Eleke Scherwitz een beschermer. Na de Tweede Wereldoorlog bekende hij joods te zijn en werkte in Zuid-Duitsland met slachtoffers van het nationaal-socialisme. Tot hem de moord op drie gevangenen ten laste werd gelegd. Vanwege zijn joodse achtergrond kreeg hij een zwaardere straf en moest hij zes jaar achter de tralies.

Door een toevallige ontmoeting met een joodse soldaat stootte de Amerikaanse historicus Bryan Mark Rigg op het tot dan toe onbekende historische fenomeen van de joodse Wehrmachtsoldaten. Hij schreef daarover een boek, Hitler's Jewish Soldiers , dat insloeg als een bom. Uit zijn boek bleek dat de groep die hij beschrijft, zo'n 150.000 man telde. Onder hen bevinden zich enkele bekende Duitsers, zoals de voormalige bondskanselier Helmut Schmidt en Egon Bahr, de architect van Willy Brandts Ostpolitik.

Hoe komt het dat er zo lang niet over het bestaan van die groep is gepraat? Het komt erop neer dat de historici niet zochten en de ooggetuigen niet praatten. Volgens Rigg, die militaire geschiedenis doceert aan de universiteit van Virginia, waren de joodse soldaten na de oorlog vooral bezig met de verwerking van de verschrikkingen die ze hadden meegemaakt en hadden ze pas op het einde van hun leven de behoefte hun verhaal te vertellen. Bovendien dachten velen, onder wie Helmut Schmidt, dat ze met hun gespleten identiteit absolute uitzonderingen waren. Voor de nazi's waren ze joden en de joden zagen hen als knechten van de nazi's.

In 1935, met de afkondiging van de Neurenberger Wetten, probeerden de nazi's alle joden en Mischlinge uit het leger, de luchtmacht en de marine te bannen. Maar duizenden soldaten met joods bloed wilden per se in dienst blijven, desnoods met valse papieren of uitzonderingsregels. Volgens Rigg heeft Hitler een aantal van hen persoonlijk de hand boven het hoofd gehouden: generaals, jachtvliegers en onderzeebootcommandanten. Van de dienstdoende soldaten verzwegen sommigen hun afkomst, anderen wisten niet eens dat ze joods waren. Voor velen was de Wehrmacht gewoon de veiligste plek om de oorlog door te komen.

Jodenpiemel

Een aantal overlevenden woont nog steeds in Berlijn. Helmuth Kopp (81) zit in een rolstoel in zijn bejaardenflatje in Spandau, een buitenwijk van Berlijn, en vertelt zijn verhaal zonder wroeging. Dat geldt trouwens voor de meeste ex-soldaten: je huid redden betekende Hitler dienen. Praktische overwegingen wonnen het veelal van de moraal.

Zo ook bij Kopp: ,,In 1933 kwam ik na de dood van mijn joodse moeder in het weeshuis terecht. De rest van mijn familie vluchtte naar Palestina en ik bleef alleen achter.'' Dat Kopp in het jüdische Heim besneden was, was bij de oproep voor de militaire keuring in 1939 natuurlijk een probleem. Kopp, net 18 jaar geworden, beweerde dat hij Vollarier was. ,,Ik moest me uitkleden en toen zagen de zeven artsen mijn besneden lid. Ik loog, als Mischling ersten Grades , dat dat door een zwaar ongeluk kwam, en ze geloofden mij. Maar bij het douchen maakten ze altijd grapjes over 'korporaal Kopp met zijn jodenpiemel'. Dan lachte ik maar wat mee.''

Zijn collega Werner Goldberg (85) zag in de Wehrmacht een bepaalde bescherming: ,,Als je in het leger zat, was het niet meer mogelijk dat je een Berufsverbot kreeg.'' De oud-soldaten Kopp, Goldberg en ook Karl-Joachim (Kajo) Reutlinger vinden ook dat ze in eerste instantie joodse Duitsers, en geen Duitse joden waren. ,,Pas Hitler zelf heeft ons tot joden gemaakt'', roept Reutlinger in zijn chique villa in Berlijn-Wilmersdorf misnoegd uit. Ook de voormalige bondskanselier Helmut Schmidt deelt die mening. Goldberg gaat nog een stap verder: hij typeert zichzelf niet als een joodse, maar als een Duitse soldaat. Hij vindt de titel van Bryan Mark Riggs boek, Hitlers Jewish Soldiers , niet correct: ,,De benaming klopt niet. 'Racistisch vervolgden in de Wehrmacht' zou een betere titel zijn'', zucht Goldberg.

Veel joodse soldaten waren niet praktiserend in hun geloof. Reutlinger en Goldberg, bijvoorbeeld, waren christelijk gedoopt en opgevoed. Ze hadden geen wroeging om in het leger dienst te nemen. Want tot Hitlers machtsovername voelden ze zich volledig in de Duitse maatschappij geïntegreerd. Reutlinger was net als Goldberg in de padvinderij actief geweest en mocht daarom de Hitlerjugend niet in.

In 1933 werd Reutlinger van school gegooid. Hij ging werken als bode. Toen hij vijftien was, brak de oorlog uit en hij meldde zich vrijwillig bij de Luftwaffe. De latere Bild Zeitung -journalist Reutlinger zou in 1942 worden bevorderd tot officier bij de Luftwaffe in Dresden. Daar moest hij bewijzen dat hij van niet-joodse afstamming was, en dat kon hij natuurlijk niet. Exit Luftwaffe. Reutlinger diende zijn ontslag in, maar behield zijn uniform en liep daarmee rond in Berlijn. ,,Iedereen groette mij, maar de hogere officieren groette ik niet terug.''

Ook Werner Goldberg moest eerder dan verwacht het Duitse leger verlaten. ,,Ik heb alle Duitse generaals met leren kleding verzorgd. Ze stonden allemaal bij mij voor de spiegel'', glundert Goldberg niet zonder trots. Na een leergang in de textielindustrie moest hij in 1938 in dienst. Eerst kwam hij als grenadier bij de infanterie in Potsdam terecht. Tijdens de veldtocht tegen Polen was ook Goldberg van de partij. ,,Maar'', zo verzekert hij plechtig, ,,ik heb nog nooit op een Pool geschoten.''

In 1940 moest hij toch het leger verlaten. Net zoals op het gymnasium werd zijn joodse familie hem fataal. Goldbergs vader was door zijn joodse naam in moeilijkheden gekomen en moest dwangarbeid verrichten. Zijn zoon wond zich daarover vreselijk op en toen hij bij de verantwoordelijke generaal op het matje werd geroepen, slaagde hij erin zijn vader weer vrij te krijgen. Maar daarna moest hij wel uit het leger vertrekken.

Na zijn ontslag liep hij nog acht weken door Berlijn in zijn oude soldatenuniform. Iedereen bracht op straat braaf de Hitlergroet voor de half joodse korporaal. In Potsdam kon hij weer terecht bij zijn oude baas, die intussen duizenden officiersjassen voor de Wehrmacht maakte. Dat deed hij zo goed dat zijn baas door de vingers zag dat zijn beste kleermaker van joodse afkomst was.

De voormalige legerchauffeur Fritz Steinwasser was, net als Reutlinger, volgens nazi-maatstaven maar voor een kwart van joodse afkomst. Bij Steinwasser werd dat nog door de vingers gezien, Reutlinger had minder geluk. Vanaf 1944 moest Reutlinger zware dwangarbeid in Hessen verrichten. Dat geeft aan dat de Duitse 'rassenzuivering' ondanks alle bureaucratie ook heel willekeurige elementen bevatte. Sommigen werden opgepakt en in de gevangenis gegooid, anderen hadden betere contacten en konden zich met list en geluk door de oorlog heen slaan.

Marsipulami
14-11-04, 22:03
Verdomming

Hoe ervoeren de soldaten hun dienstneming in de Wehrmacht? Korporaal Kopp had het niet zozeer moeilijk met het heulen met de vijand, wel met het ,,veroordeeld zijn tot verdomming''. Hij moest van school af, en dat was het moment dat Kopp tegen zichzelf zei: ,,Nu stop je met de omgang met de joden.'' Op zich was dat opmerkelijk, want hij had intussen in het weeshuis Hebreeuws geleerd en een fijne tijd gehad in de joodse gemeente van Berlijn, die in 1937 nog 177.000 zielen telde. Maar op straat zag hij om de honderd meter posters van de nazi-krant Der Stürmer, en hij begreep ,,dat dat niet lang meer goed zou gaan''.

Toen hij bij de volkstelling in 1939 moest aangeven of hij joods was, vulde Kopp 'arische grootouders' in. Dat was de tweede leugen, nadat hij zich ook al bij de Wehrmacht als Vollarier had gepresenteerd. Zo kreeg hij met valse papieren een nieuwe identiteit. ,,Ik had geen andere keus dan een muur op te trekken en alle eretekens te weigeren'', zegt de ex-soldaat 65 jaar later. Gewetensproblemen heeft hij niet, het ging om het naakte overleven. Niet het geweten, maar de angst maakte het leven ondraaglijk. Kopp: ,,Elke dag kon de leugen aan het daglicht komen, bij jodengrappen mocht je niet rood worden, bij jodendeportaties moest je je rol blijven spelen.''

Voor Fritz Steinwasser was dat dilemma met de gespleten identiteit niet zo aanwezig. ,,Met het joodse geloof had ik niks te maken. Omdat mijn grootvader joods was, was ik voor de nazi's een Vierteljude . Maar ik voelde me ook geen ariër.''

Steinwasser vernam pas in 1933 dat hij joods bloed had, hij was christelijk opgevoed. Toch werd hij door de nazi's van school getrapt. Een ander probleem in zijn puberteit waren de meisjes, die tegen hem zeiden: ,,We vinden je best leuk, maar we kunnen toch niet met een jood verkering hebben.'' Dat beschadigde het toch al broze zelfbewustzijn van Steinwasser. Tot er toch een meisje kwam, iemand die hem trouw bleef en een dochter schonk.

In 1938 moest hij naar de Arbeitseinsatz en direct daarna wachtte de Wehrmacht op hem. Zijn vader, die in de Eerste Wereldoorlog invalide geraakt was en met het IJzeren Kruis was beloond, was pacifist en had hem opgedragen om zich niet te veel op de voorgrond te dringen. Het was beter om gezond te blijven dan een decoratie te krijgen. ,,Het was mijn enige doel om überhaupt weer naar huis te komen'', zegt Steinwasser zachtjes in zijn flatje in Oost-Berlijn. Deserteren was voor hem nooit een optie. Het ging niet om een dubbelleven, maar om het overleven. Daarom hield hij zich ook stil toen hij getuige was van moordpartijen van de SS in Rusland. Bij thuiskomst bleek dat zijn joodse opa naar Theresienstadt was gedeporteerd. Zijn vader werd als oorlogsveteraan door de nazi's ongemoeid gelaten.

Grillig lot

Ook de grootmoeder van Kajo Reutlinger was in Theresiënstadt omgekomen. Toen Kajo bij de Luftwaffe ontslagen werd, kwam de angst voor de Gestapo weer op. Hij vreesde dat hij elk ogenblik afgehaald kon worden. En jawel, op een bepaalde dag werd hij van bed gelicht, op transport naar de Arbeitseinsatz in Hessen.

Op weg daarheen werd het konvooi continu door Britse jachtvliegtuigen bestookt. Toch kwam het konvooi heelhuids aan in Hessen, waar Reutlinger tot de capitulatie 600 meter onder de grond kolen kon scheppen. Net voor de Duitse overgave ging het hele kamp op dodenmars naar Buchenwald. Korporaal Reutlinger ontsnapte de dans door tot het einde van de oorlog bij een boer onder te duiken. Door alle gevangenschap en vluchtperikelen heeft Kajo Reutlinger nog jarenlang nachtmerries gehad.

Werner Goldberg bevond zich naar eigen zeggen de hele oorlog in de Grauzone . Velen wisten van zijn joodse achtergrond, maar toch kwam hij er altijd mee weg. Anno 2004 zegt de voormalige kledingmaker dat hij zich heeft laten gebruiken, maar zich van de misdaden van de nazi's verre hield. In 1944 sukkelde hij onder de tram. Hij verbleef tot de Duitse capitulatie in het ziekenhuis. Daar verheugde hij zich op elke bom die op Berlijn viel.

Het lot van de joodse soldaten tijdens de wereldoorlog is grillig. Korporaal Kopp reisde met zijn infanteriecompagnie door Oost-Europa. Met zwaar geschut trokken ze door Oostenrijk, Hongarije en Roemenië naar Oekraïne. Onderweg, zo beweert Kopp trots, zou hij zijn kameraden nog gehinderd hebben bij het aftuigen van een groep joodse vluchtelingen.

Bij Kiev en Charkov vonden de Duitsers in 1944 hun eindstation. Ze zaten in de val en moesten zich overgeven. Kopp bleef twee jaar krijgsgevangen en woog in 1946 maar 43 kilogram. Voor de Russen heeft hij geen enkel goed woord over. Hij beweert dat ze op krijgsgevangenen schoten en zich aan massaverkrachtingen te buiten gingen, ,,omdat ze nooit vakantie hadden''.

Ook de nu 85-jarige Fritz Steinwasser maakte het einde van de oorlog in krijgsgevangenschap mee. Pas in 1948, na 3,5 jaar, kwam de sterk vermagerde korporaal uit Oost-Pruisen terug. Hij beweert niet zoveel Russen gedood te hebben als zijn collega Kopp, die zonder blikken of blozen verklaart hoeveel Ivans hij neergemaaid heeft. Opnieuw dient zich de vraag aan of de joodse soldaten nu daders of slachtoffers waren.

Unieke levensweg

Wat gebeurde er met die Wehrmachtsoldaten na de Tweede Wereldoorlog? Fritz Steinwasser werkte eerst in de Oost-Duitse provincie en kwam als vakbondsfunctionaris naar Oost-Berlijn. Daarna werkte hij voor de DDR-staatsradio en het Oost-Berlijnse stadsbestuur. Tijdens zijn jarenlang krijgsgevangenschap ging zijn vrouw er met een Russische professor vandoor, naar West-Duitsland. Zijn dochter zag hij pas in 1989 terug.

De uniformenmaker Werner Goldberg bouwde een lange carrière op. Hij werd burgemeester in de West-Berlijnse wijk Wilmersdorf en was de lokale oprichter van de CDU. Daarop was hij achtereenvolgens theaterintendant, televisiechef en tentoonstellingsmaker.

Kajo Reutlinger schreef naast zijn werk voor verschillende geallieerde kranten en de Sender Freies Berlin boeken over zijn reporterschap in het naoorlogse Berlijn.

Ex-korporaal Kopp werkte in West-Berlijn als automonteur en heeft zowel de joodse als de evangelische godsdienst resoluut afgezworen: ,,Ik geloof niet meer in een God. Daarvoor heb ik als kind te veel meegemaakt.''

Onlangs maakte de regisseur Heike Mundzeck een filmdocumentaire (Die Soldaten mit dem halben Stern) over een aantal van de door Rigg opgespoorde joodse soldaten. Beetje bij beetje raken meet details bekend over die vergeten groep oorlogsveteranen, die een voor een zeggen dat ze soldaat zijn geweest om te overleven. ,,Ik wilde niet naar het concentratiekamp'' is een veelgehoorde reden voor hun keuze om in dienst van de Wehrmacht naar het front te trekken.

Die frontervaring weerhield de joodse soldaten ervan om na de oorlog over hun situatie te spreken. Ze probeerden een normaal bestaan op te bouwen en het pijnlijke verleden te vergeten. En als ze al over hun persoonlijke geschiedenis overschouwden, dachten ze een unieke levensweg te hebben bewandeld. Toen Rigg bij zijn research de nazi-jager Simon Wiesenthal om tips vroeg, zei die veelzeggend: ,,Onderzoek dat maar niet. De joden hebben al genoeg problemen.''

Bryan Mark Rigg, Hitler's Jewish Soldiers. University Press of Kansas Anita Kugler, Scherwitz. Der Jüdische SS-Offizier , Kiepenheuer & Witsch, Keulen 2004


13/11/2004 Rob Savelberg, foto's Philipp Ebeling

©Copyright De Standaard

Marsipulami
14-11-04, 22:19
Toch verassend dat 60 jaar na de oorlog nog altijd een aantal taboes overeind blijven staan omtrent de jodenvervolging. Het Europese schuldcomplex tgo de holocaust begint langzaam aan minder zwaar te drukken. Dat is een goede zaak voor zowel Joden als Palestijnen, maar een slechte zaak voor Israël.

Marsipulami
14-11-04, 23:59
*kuch*

Marsipulami
15-11-04, 01:10
*ahum*

Al Sawt
15-11-04, 01:35
Ik mis de naam van Edward Milch! Van alle Duitse officieren van Joodse religie, was hij het hoogste. Hij was een van de grondlegger van de Luftwaffe.

Tomas
15-11-04, 08:35
Geplaatst door Al Sawt
Ik mis de naam van Edward Milch! Van alle Duitse officieren van Joodse religie, was hij het hoogste. Hij was een van de grondlegger van de Luftwaffe.

De nazi's definieerde joods-zijn niet als religie, maar als ras. Ze hadden zelfs hele schema's opgesteld waaruit je kon afleiden of je jood was. Had je een halfjoodse moeder dan was je b.v. jood, een halfjoodse vader dan was je vrijgesteld van de jodenster.

Marsipulami
15-11-04, 09:09
Geplaatst door Tomas
De nazi's definieerde joods-zijn niet als religie, maar als ras. Ze hadden zelfs hele schema's opgesteld waaruit je kon afleiden of je jood was. Had je een halfjoodse moeder dan was je b.v. jood, een halfjoodse vader dan was je vrijgesteld van de jodenster.

Ik had nog nooit gehoord van het feit dat er zoveel joden waren die hebben meegevochten met de Nazi's. De beeldvorming rond WOII is blijkbaar aardig wat bijgekleurd van alle kanten.

Tomas
15-11-04, 09:13
Geplaatst door Marsipulami
Ik had nog nooit gehoord van het feit dat er zoveel joden waren die hebben meegevochten met de Nazi's. De beeldvorming rond WOII is blijkbaar aardig wat bijgekleurd van alle kanten.

Wat houdt joods eigenlijk in volgens jouw definitie en hoe verhoud zich dat tot de diverse definities die in dit artikel worden gehanteerd?

Marsipulami
15-11-04, 09:24
Geplaatst door Tomas
Wat houdt joods eigenlijk in volgens jouw definitie en hoe verhoud zich dat tot de diverse definities die in dit artikel worden gehanteerd?

Nou, ik heb er me nooit in verdiept. Maar ik had wel begrepen dat zoals jij zegt dat het jood-zijn voor de nazi's met afkomst te maken had en niet met levensbeschouwelijke overtuiging. Hitler heeft Joden vervolgt en geen joden.

Volgens mij persoonlijk is het jood-zijn een religie aanhangen en zijn Joden in niets verschillend van Belgen, Hollanders en aboriginals.

De huidige staat Israël hanteert de nazi-definitie van Jood-zijn en gaat niet uit van een religieuze overtuiging.

Tomas
15-11-04, 09:39
Geplaatst door Marsipulami
Nou, ik heb er me nooit in verdiept. Maar ik had wel begrepen dat zoals jij zegt dat het jood-zijn voor de nazi's met afkomst te maken had en niet met levensbeschouwelijke overtuiging. Hitler heeft Joden vervolgt en geen joden.

Volgens mij persoonlijk is het jood-zijn een religie aanhangen en zijn Joden in niets verschillend van Belgen, Hollanders en aboriginals.


Waarom plaats je dan een artikel waarin juist wel verwarrend met het begrip jood wordt omgegaan?


De huidige staat Israël hanteert de nazi-definitie van Jood-zijn en gaat niet uit van een religieuze overtuiging.

Maf land. Weet je dat zeker? Is het zo dat die ethiopische joden etc, vanwege een bloedlijn als jood worden gezien en niet vanwege hun geloof? Eigenlijk maakt het natuurlijk geen zak uit, of je je immigratiewetgeving nu basseert op geloof of ras. Allebij is discriminerende onzin.

mark61
15-11-04, 09:51
Geplaatst door Tomas
Maf land. Weet je dat zeker? Is het zo dat die ethiopische joden etc, vanwege een bloedlijn als jood worden gezien en niet vanwege hun geloof? Eigenlijk maakt het natuurlijk geen zak uit, of je je immigratiewetgeving nu basseert op geloof of ras. Allebij is discriminerende onzin.

Dacht het wel ja. Was me al heel lang geleden opgevallen dat nazi's en joden het fantastisch eens waren over overerving joods zijn via de moeder.

Marsipulami
15-11-04, 09:53
Geplaatst door Tomas
Waarom plaats je dan een artikel waarin juist wel verwarrend met het begrip jood wordt omgegaan?

Euhm, wat moet ik daar nou op antwoorden? Het stond gewoon in de krant. Ik voel me nergens voor verantwoordelijk en heb geen misdaad begaan.


Maf land. Weet je dat zeker?

Jah, nogal, religie is niet belangrijk voor Israël alleen de bloedverwantschap.


Is het zo dat die ethiopische joden etc, vanwege een bloedlijn als jood worden gezien en niet vanwege hun geloof?

Men heeft ook joden in Peru gevonden een tijd geleden die mochten emigreren en een tijdje geleden ook nog joden in India dacht ik. De bloedlijn is belangrijkste criterium, in twijfelgevallen zijn er wel een aantal procedures die gevolgd kunnen worden om definitief uitsluitsel te geven.



Eigenlijk maakt het natuurlijk geen zak uit, of je je immigratiewetgeving nu basseert op geloof of ras. Allebij is discriminerende onzin.

Ja klopt. Het gaat bovendien niet alleen over emigratiewetgeving. Het gaat ook over aankoop van grond in Israël. Het gaat ook over autostrades in de bezette gebieden die enkel door Joden (afkomst) mogen gebruikt worden, enz.

De PLO heeft groot gelijk. De staat Israël moet weg. Er moet één land komen waar je afkomst of je religie niet relevant is en waar je rechten gebaseerd zijn op je mens-zijn. Waar elke burger dezelfde rechten heeft en mag gaan en staan waar ie wil.

Tomas
15-11-04, 10:10
Geplaatst door Marsipulami
Euhm, wat moet ik daar nou op antwoorden? Het stond gewoon in de krant. Ik voel me nergens voor verantwoordelijk en heb geen misdaad begaan.

Is al goed.



Ja klopt. Het gaat bovendien niet alleen over emigratiewetgeving. Het gaat ook over aankoop van grond in Israël. Het gaat ook over autostrades in de bezette gebieden die enkel door Joden (afkomst) mogen gebruikt worden, enz.


Kan je dat enigszins hard maken? Heb je een link naar een onafhankelijke site waarin dat bevestigd wordt? je kunt israel toch nauwelijks een rechtstaat noemen met dergelijke wetgeving.

Marsipulami
15-11-04, 10:31
Geplaatst door Tomas
Kan je dat enigszins hard maken? Heb je een link naar een onafhankelijke site waarin dat bevestigd wordt? je kunt israel toch nauwelijks een rechtstaat noemen met dergelijke wetgeving.

Onafhankelijke sites over Israël/Palestina bestaan niet.


Hier heb je een artikeltje:

Apartheid : in Zuid-Afrika begraven, in Israël springlevend


door Redactie Uitpers


Uri Davis, Apartheid Israel. Possibilities for the struggle within, Zed Books, Londen New York, Media Review Network, Pretoria, 2003, 242 blz., 22,5 euro, ISBN 1 84277 339 9.

Hoe kan je "een bijdrage leveren om het Westen een moreel oordeel te laten vellen, een politiek kader te creëren, een klimaat, waarin de westerse publieke opinie zijn steun betuigt aan internationale sancties tegen de regering van de schurkenstaat Israël? Sancties, die tot doel hebben de apartheidsstructuren van deze "for jews only"-staat te ontmantelen om tot een democratische (confederale, federale of unitaire) staat Palestina te komen, die beantwoordt aan de waarden van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de normen van het internationaal recht"
Door het scalpel te hanteren, zoals Uri Davis. Hij heeft een politiek essay geschreven,waarin de apartheidsstaat Israël tot op de laatste vezel wordt ontleed. Uri Davis pleit voor strikte sancties tegen de joodse staat.

Uri Davis is een joods burger van de staat Israël. Maar omschrijft zichzelf liever als een Palestijnse jood. Hij is in 1943 geboren in Jeruzalem (Al Quods voor de Arabieren). Heeft als academicus (hij is antropoloog, filosoof en arabist) een lange staat van dienst aan universiteiten als die Durham en Exeter. Hij is adviseur van de Palestijnse Nationale Raad (het Palestijnse parlement). En dat dankt hij niet in het laatst aan zijn nooit aflatende inzet voor de rechten van de Palestijnen en aan zijn genadeloze kritiek op de idelogie van het zionisme, die aan de basis lag, ligt en zal liggen van de staat Israël. Uri Davis is al sinds het midden van de jaren zestig actief als "anti-zionistische jood". Hij behoorde tot de mede-oprichters van de MAIAP (Movement against Israeli Apartheid in Palestine) en speelt een belangrijke rol in organisaties als MIFTAH (Palestinian Initiative for the Promotion of Global Dialogue and Democracy) en Al Beit (Association for the Defence of Human Rights in Israel)*.

‘Enige democratie in het Midden-Oosten’

Uri Davis zet het mes in een aantal hardnekkige mythen over de staat Israël. Toonaangevende Israëlische politici van Ben Goerion (de vader van de joodse staat) via Golda Meïr (de moeder), tot Menahem Begin, Yitzhak Shamir (twee voormalige extreem-rechtse terroristen), Shimon Peres, de ("socialistische") generaals Yitzhak Rabin en Ehud Barak, de extreem-rechtse generaal Ariel Sharon (allemaal eerste ministers van de staat Israël) hameren steevast op dezelfde spijker: "Israël is de enige democratie in het Midden-Oosten". Helaas blijft de rest van de wereld hen hierin volgen. Dat de Israëlische leiders zich hiermee vergelijken met de hen omringende Arabische regimes (van pro-Amerikaanse absolutistische heersers, zoals die van Saoedi-Arabië en de overige Golfstaten, tot monarchen en presidenten als die van Jordanië en Egypte en dictatoren zoals die van Syrië en het Irak van Saddam Hoessein), liever dan vergeleken te worden met parlementaire democratieën in Europa, ontgaat de meeste waarnemers. Uri Davis blaast de "democratische" parfumwolk, waarin de zionistische leiders zich graag hullen zonder meer weg. Israël – anno 2004 – heeft nog steeds geen grondwet, waarin de rechten en plichten van alle burgers (ongeacht hun politieke, filosofische of religieuze overtuiging) volledig en zonder discriminatie worden gegarandeerd, waarin de grenzen van de staat zijn vastgelegd en waarin - zoals het elke democratie past – de scheiding van religie en staat tot hoogste principe is verheven. Davis toont zeer omstandig aan hoe de staat Israël een echte theocratie is. Atheïsme wordt niet eens erkend in Israël. Burgerlijke huwelijken en begrafenissen bestaan er niet. De burgerlijke stand is er in handen van rabbijnen. En zelfs niet alle rabbijnen zijn gelijk voor de wet – er is een door de staat erkende en niet-erkende joodse clerus. Religie en nationaliteit worden door de Israëlische staatsbureaucratie vrolijk door elkaar gehaspeld. Een "joodse" pasgeborene krijgt in het bevolkingsregister dit achter zijn naam: "religie en nationaliteit: jood. Staatsburgerschap: Israëlisch. Een Palestijnse baby, die in de staat Israël wordt geboren: religie en nationaliteit: soennitische moslim. Staatsburgerschap: Israëlisch". En aanvankelijk (tot ver in de jaren zestig) werd voor de Palestijnse pasgeborenen het staatsburgerschap niet eens vermeld. De Israëlische politiek past zijn discriminerende wetten van tijd tot tijd aan, echter zonder de feitelijke discriminatie definitief op te heffen.

Een staat voor joodse burgers

Een democratische staat is een staat voor al zijn burgers. Israël is dat niet en is dat nooit geweest. Uri Davis gaat ervan uit dat in een democratische staat het "staatsburgerschap" wettelijk de relatie regelt tussen elk individu en de staat. Daarbij erkent de staat de fundamentele rechten van elke staatsburger, verleent hem/haar gelijke rechten en gelijke toegang tot burgerrechten, politieke vrijheden, economische welvaart en openbare en maatschappelijke diensten. De staat Israël doet dit niet en voert een actief apartheidsbeleid waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen joden en niet-joden. Uri Davis analyseert nauwkeurig de apartheidswetgeving van de staat Israël vanaf de stichting tot vandaag. Cruciaal daarbij zijn de wetten "op de terugkeer" (willekeurig welke jood, waar ook ter wereld, heeft het recht om naar Israël terug te keren, Palestijnen (en hun nageslacht), die in 1948 en 1967 uit hun land zijn verdreven hebben geen recht op terugkeer); de Absentee Property Law (Palestijnen die uit hun land zijn verdreven zijn "absentees" (afwezigen) en hebben geen enkel recht meer op hun vroegere eigendommen). Uri Davis toont met schokkende cijfers aan hoe de staat Israël in de eerste jaren na zijn oprichting economisch heeft kunnen overleven dank zij de georganiseerde diefstal van Palestijnse eigendommen. De belangrijkste apartheidswet in Israël heeft echter betrekking tot het grondbezit: 93% van de grond in Israël is "eigendom van het joodse volk" en kan alleen maar gebruikt worden door joodse burgers. Hiermee doet de Israëlische apartheid het nog een stuk slechter dan de voormalige Zuid-Afrikaanse variant. In Zuid-Afrika was ten tijde van de apartheid 87% van het land bestemd voor "blanken". Het apartheidsregime discrimineerde zelfs een heel stuk selectiever dan de Israëlische apartheidsstaat. Pretoria maakte nog een onderscheid tussen blanken, kleurlingen, Indiërs en de zwarten helemaal onderaan de ladder. In Israël beperkt de door de wet en het parlement geregelde racisme zich tot het onderscheid tussen joden en niet-joden. Pretoria dreef zijn apartheid tot in het absurde door: een groot deel van de zwarte bevolking werd ondergebracht in zwarte (economisch onleefbare) thuislanden, de beruchte bantoestans. In de sinds 1967 bezette gebieden doen de Israëli’s vandaag hetzelfde met de Palestijnen. Maar - in tegenstelling tot het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime – bouwen de zionisten een muur rond de Palestijnse bantoestans. Het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime heeft nooit zijn tanks, helicopters en gevechtsvliegtuigen ingezet tegen zijn bantoestans. Israël doet dat wel. En in totale straffeloosheid. Pretoria werd destijds door de internationale gemeenschap tenminste aan strenge economische sancties onderworpen.

Israël en het internationaal recht

De apartheidsstaat Israël, zo toont Uri Davis aan, heeft zich nooit hoeven te bekommeren om het internationaal recht. Elke VN-resolutie werd en wordt door de leiders van de staat Israël met het grootste misprijzen vertikaal geklasseerd in de zionistische vuilnisbak van de geschiedenis. Israël dankt zijn bestaansreden nochtans aan een VN-resolutie, de beruchte resolutie 181, waarin de Verenigde Naties een verdeling voorstelden van het Britse mandaatgebied Palestina in een joodse en een Palestijnse staat. De Palestijnen hebben dit verdeelplan nooit aanvaard (de joodse staat kreeg 54% van het grondgebied toegewezen, terwijl de zionistische kolonies slechts 7% van het grondgebied in handen hadden). De zionistische leiders aanvaardden in woorden resolutie 181. Maar de stichter van de staat Israël, David Ben Goerion, was overduidelijk: "niet de VN, maar de wapens zullen beslissen over de toekomstige grenzen van de joodse staat". En zo gebeurde het ook: in 1948 palmde Israël 77% van het Palestijnse grondgebied in. In 1967 werd de rest manu militari veroverd. Uri Davis toont aan dat de jonge staat Israël doelbewust en in volslagen straffeloosheid zelfs resolutie 181 naast zich neer kon leggen. De VN verplichtten Israël en de Palestijnse staat ertoe een grondwet goed te keuren, waarin de vrijheden en de rechten van de minderheden in elk van de twee staten zouden worden erkend. Volgens het VN-verdeelplan zou er zelfs een Palestijnse meerderheid in de joodse staat hebben geleefd, terwijl de Palestijnse staat een niet onbelangrijke joodse minderheid zou hebben gehad. En in de grondwet van beide staten zou, volgens de VN, hebben moeten gestaan dat beide nieuwe staten een economische unie zouden vormen en het internationale statuut van Jeruzalem zouden moeten erkennen. De zionisten hebben resolutie 181 (net zoals de honderden andere VN-resoluties van de voorbije 56 jaar) gewoon naast zich neergelegd. De staat Israël bestaat sinds 15 mei 1948. De Palestijnse staat is vandaag verder af dan ooit. Israël kon tot de VN toetreden, op voorwaarde dat het resolutie 194 zou erkennen, waarin het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen werd gegarandeerd. Israël werd lid van de UNO, maar voerde resolutie 194 nooit uit. Integendeel: in de Israëlische wetgeving is de weigering van deze resolutie verankerd.

Cosmetica versus onrecht

Uri Davis stelt vast hoe de internationale gemeenschap en publieke opinie telkens opnieuw in slaap worden gewiegd door een uitgekookte strategie van het zionistische, politieke establishment. In Israël rijden er – in tegenstelling tot het apartheidsregime in Zuid-Afrika – geen bussen rond "alleen voor joden". Openbare toiletten hebben er geen bordjes "Alleen, voor joden / Alleen voor niet-joden". De staat Israël is er steeds in geslaagd zijn apartheid te camoufleren. Expliciete verwijzingen naar joden en niet-joden in de Israëlische wetgeving werden in de loop der jaren weggeveild. De essentie van elk van deze wetten werd niettemin gehandhaafd. Eén van de hoekstenen van de staat Israël en de Israëlische apartheid was de vakbond Histadruth. Deze zionistische vakbond werd in 1923 opgricht met als doel de zionistische kolonisatie van alle economische troeven te voorzien. (Vandaag is de Histadruth – ondanks de privatisering van een belangrijk aantal van zijn ondernemingen en banken – nog steeds de tweede grootste werkgever in Israël, na de overheid). En de Histadruth wilde dat er in Israël alleen joden tewerkgesteld werden. Dat bleek echter al snel onmogelijk. Israël had Palestijns werkvee nodig. Niettemin mochten Palestijnen tot in 1974 geen lid worden van deze (enige) vakbond in Israël. In dat jaar veranderde de vakbond zijn naam "Algemene Coöperatieve Maatschappij van Hebreeuwse Werkers in het Land van Israël" in "Algemene Coöperatieve Maatschappij van Werkers in het Land van Israël". Palestijnse arbeiders werd niet langer de toegang ontzegd. Maar meer dan een naamsverandering, een cosmetische operatie was het niet.

De politieke klasse in Israël heeft zich nooit gestoord aan resoluties van de VN. Behalve aan die ene: resolutie 3379 van november 1975, waarin het zionisme werd veroordeeld als een "vorm van racisme en rassendiscriminatie" zoals de apartheid in Zuid-Afrika. Dat de hele wereldopinie dit zou erkennen - en dus ook sancties tegen de apartheidsstaat Israël zou afkondigen - was voor de leiders van de joodse staat een nachtmerrie. Na jarenlang lobbywerk werd deze resolutie in 1991 – onmiddellijk na de eerste Golfoorlog – door de VN weer ongedaan gemaakt. Een unicum in de VN-annalen. De cosmetica tegen het onrecht dat de zionisten de Palestijnen hadden aangedaan was niet langer nodig. De VN wasten de racistische joodse staat wit van zijn belangrijkste erfzonden: racisme en apartheid.

"Apartheid Israel" van Uri Davis is een erg noodzakelijk boek. Het helpt de publieke opinie en de politiek in Europa en de Verenigde Staten om Israël te beoordelen zoals het werkelijk is: een racistische, kolonialistische en militaristische pariastaat, die geen plaats heeft in het concert van de beschaafde naties...

(*) www.maiap.org / www.miftah.org/ www.ittjah.org

(Uitpers, nr.58, 6de jg., november 2004)

http://www.uitpers.be/boek_view.php?id=886

Marsipulami
15-11-04, 10:57
En hier een brief van Nelson Mandela aan en voor Tomas:

A Letter from Nelson Mandela to Thomas Friedman

by Arjan El Fassed (Media Monitors Network)

March 30, 2001

To: Thomas L. Friedman (columnist New York Times)
From: Nelson Mandela (former President South Africa)

Dear Thomas,

I know that you and I long for peace in the Middle East, but before you continue to talk about necessary conditions from an Israeli perspective, you need to know what's on my mind. Where to begin? How about 1964. Let me quote my own words during my trial. They are true today as they were then:

"I have fought against white domination and I have fought against black domination. I have cherished the ideal of a democratic and free society in which all persons live together in harmony and with equal opportunities. It is an ideal which I hope to live for and to achieve. But if needs be, it is an ideal for which I am prepared to die."

Today the world, black and white, recognise that apartheid has no future. In South Africa it has been ended by our own decisive mass action in order to build peace and security. That mass campaign of defiance and other actions could only culminate in the establishment of democracy.

Perhaps it is strange for you to observe the situation in Palestine or more specifically, the structure of political and cultural relationships between Palestinians and Israelis, as an apartheid system. This is because you incorrectly think that the problem of Palestine began in 1967. This was demonstrated in your recent column "Bush's First Memo" in the New York Times on March 27, 2001.

You seem to be surprised to hear that there are still problems of 1948 to be solved, the most important component of which is the right to return of Palestinian refugees.

The Palestinian-Israeli conflict is not just an issue of military occupation and Israel is not a country that was established "normally" and happened to occupy another country in 1967. Palestinians are not struggling for a "state" but for freedom, liberation and equality, just like we were struggling for freedom in South Africa.

In the last few years, and especially during the reign of the Labour Party, Israel showed that it was not even willing to return what it occupied in 1967; that settlements remain, Jerusalem would be under exclusive Israeli sovereignty, and Palestinians would not have an independent state, but would be under Israeli economic domination with Israeli control of borders, land, air, water and sea.

Israel was not thinking of a "state" but of "separation". The value of separation is measured in terms of the ability of Israel to keep the Jewish state Jewish, and not to have a Palestinian minority that could have the opportunity to become a majority at some time in the future. If this takes place, it would force Israel to either become a secular democratic or bi-national state, or to turn into a state of apartheid not only de facto, but also de jure.

Thomas, if you follow the polls in Israel for the last 30 or 40 years, you clearly find a vulgar racism that includes a third of the population who openly declare themselves to be racist. This racism is of the nature of "I hate Arabs" and "I wish Arabs would be dead". If you also follow the judicial system in Israel you will see there is discrimination against
Palestinians, and if you further consider the 1967 occupied territories you will find there are already two judicial systems in operation that represent two different approaches to human life: one for Palestinian life and the other for Jewish life. Additionally there are two different approaches to property and to land. Palestinian property is not recognised as private property because it can be confiscated.

As to the Israeli occupation of the West Bank and Gaza, there is an additional factor. The so-called "Palestinian autonomous areas" are bantustans. These are restricted entities within the power structure of the Israeli apartheid system.

The Palestinian state cannot be the by-product of the Jewish state, just in order to keep the Jewish purity of Israel. Israel's racial discrimination is daily life of most Palestinians. Since Israel is a Jewish state, Israeli Jews are able to accrue special rights which non-Jews cannot do. Palestinian Arabs have no place in a "Jewish" state.

Apartheid is a crime against humanity. Israel has deprived millions of Palestinians of their liberty and property. It has perpetuated a system of gross racial discrimination and inequality. It has systematically incarcerated and tortured thousands of Palestinians, contrary to the rules of international law. It has, in particular, waged a war against a civilian population, in particular children.

The responses made by South Africa to human rights abuses emanating from the removal policies and apartheid policies respectively, shed light on what Israeli society must necessarily go through before one can speak of a just and lasting peace in the Middle East and an end to its apartheid policies.

Thomas, I'm not abandoning Mideast diplomacy. But I'm not going to indulge you the way your supporters do. If you want peace and democracy, I will support you. If you want formal apartheid, we will not support you. If you want to support racial discrimination and ethnic cleansing, we will oppose you. When you figure out what you're about, give me a call.

http://www.bintjbeil.com/E/occupation/mandella.html