PDA

Bekijk Volledige Versie : Progressief Vlaanderen Bestrijdt Het Vlaams Blok Maar Niet Het Racisme



Marsipulami
15-11-04, 00:52
PROGRESSIEF VLAANDEREN BESTRIJDT HET VLAAMS BLOK, NIET HET RACISME.

Omdat tijdens de laatste twintig jaar racisme, vooral gericht tegen mensen van moslimafkomst, van gedaante is veranderd en salonfähig is geworden, omdat het maatschappelijk klimaat rond het thema “migratie” steeds scherper en grimmiger wordt, omdat het Vlaams Blok het ene electoraal succes na het andere boekt en slechts weinige partijen een alternatief (kunnen of willen) bieden, willen wij met dit manifest een aantal krijtlijnen uittekenen die wij cruciaal achten voor een effectieve antiracistische en radicaalpluralistische visie.

Om de juiste oplossingen te zoeken is het belangrijk om te begrijpen waarom het Vlaams Blok zo’n brede voedingsbodem heeft, over alle klassen en confessionele en politieke oriëntaties heen. De elec-torale successen van het Vlaams Blok zijn immers niet de oorzaak van het toenemende racisme in Vlaanderen, maar wel het symptoom van een algemeen gedeelde overtuiging over de Vlaamse identiteit die alle partijlijnen doorkruist: de algemeen gedeelde mythe van een cultureel specifiek, homogeen en superieur Vlaanderen, die door het Vlaams Blok wordt uitgewerkt tot zijn uiterste consequenties.


Vlaams-nationalisme, islamofobie en racisme

Sinds het begin van de jaren '80 steunen racistische ideologieën internationaal eerder op noties van cultuur en religie dan “ras”. Ook het Vlaams Blok benadrukt nu dat het minder begaan is met “raciale” dan wel met culturele verschillen. Dit nieuwe racisme vertaalt zich op drie manieren: het idee van absolute onverenigbaarheid van culturele verschillen, de culturele superioriteit van de Vlaamse cultuur en de ontkenning van enige institutionele en ideologische diversiteit binnen Vlaanderen.

(1) Het vertoog over culturele onverenigbaarheid is niet langer beperkt tot de exegeten van Nieuw Rechts bij wie het Vlaams Blok de mosterd haalde. Het benadrukt vooral de onverenigbaarheid tussen een Joods-Christelijke (Europese) en niet-Europese Islamitische traditie, al moet men daarvoor de eeuwenlange aanwezigheid van Moslims in Europa (in het Iberische schiereiland, de Balkan, de Russische Federatie…) en de invloed van de Islam op de Europese intellectuele traditie ontkennen. In de Vlaamse context wordt dit vertoog van culturele onverenigbaarheid bovendien versterkt door de erfenis van communautaire twisten. Historisch gaf de Vlaamse Beweging het onderscheid tussen Vlamingen en Franstaligen altijd een eerder culturele dan raciale invulling: Franstaligen mochten in Vlaanderen blijven wonen, op voorwaarde dat ze Nederlands spraken. Zo loopt er een rechte lijn van “Franse ratten rol uw matten” naar “aanpassen of opkrassen”. Mensen ter rechter- én ter linkerzijde vinden zich nu in de idee dat in Vlaanderen alleen Vlamingen thuis zijn en dat “vreemdelingen” die zich er komen vestigen zich moeten assimileren of verhuizen.

(2) Dit ideaal van een cultureel homogeen Vlaanderen wordt bovendien hoe langer hoe meer verdedigd op grond van de zogenaamde superioriteit van de Vlaamse cultuur, gebaseerd op een mythisch beeld van de universele waarden van het Verlichtingsdenken, dat gemakshalve over het hoofd ziet dat dit geroemde Verlichtingsdenken het cultuurspecifieke, elitaire, misogyne en racistische product was van een bepaalde historische periode die is uitgemond in de Holocaust. Men stelt het voor alsof mensen slechts de keuze hebben tussen een universalistisch gedachtegoed dat de onaantastbaarheid van het individu benadrukt en het cultuurrelativisme dat uitgaat van de onaantastbaarheid van menselijke culturen. Daar tegenover stellen wij een pluralistische benadering die benadrukt dat individuen en culturen elkaar constitueren in een dynamische interactie.
In naam van het superieur geachte universalistische gedachtegoed werpen nogal wat mensen die verder in het geheel niet begaan zijn met of betrokken bij de concrete strijd voor vrouwenrechten en tegen seksisme zich plotseling op als pleitbezorgers voor de rechten van moslimvrouwen die worden afgeschilderd als “slachtoffers” van hun cultuur en religie, om zo de tegenstelling met het emancipatorische karakter van de eigen cultuur te benadrukken. Deze instrumentalistering van vrouwenemancipatie is allesbehalve nieuw: de “beschavingsmissies” van de West-Europese kolonisering hebben op dit vlak de toon gezet. Dat een deel van de vrouwenbeweging de dag van vandaag dit spel van de “botsing der beschavingen” meespeelt, getuigt van de vergaande amnesie rond de geschiedenis van de kolonisatie.

(3) Het in standhouden van de mythe van het cultureel homogene Vlaanderen van weleer, waar alleen Vlamingen (lees: Nederlandstaligen) woonden, berust op een complete ontkenning van de institutionele en ideologische diversiteit van Vlaanderen zoals die zich vertaald heeft in de verzuiling. Op nationaal vlak bakende de taalgrens twee taalgemeenschappen af; op regionaal vlak speelden religieuze en ideologische zuilen een gelijkaardige rol. Nu worden pogingen ondernomen om de geschiedenis te herschrijven, door niet alleen de diversiteit van het verzuilde Vlaanderen te verdoezelen, maar door het ook voor te stellen alsof er in België een traditie van laïciteit bestaat die religie uit de openbare sfeer weert. In werkelijkheid staat dat Franse principe haaks op het Belgische neutraliteitsbeginsel, dat godsdienstvrijheid en een pluralistische organisatie van religieuze en confessionele verschillen centraal stelt. Het lijkt er dan ook op dat het Franse laïciteitsmodel slechts dient om islamofobie te verdoezelen, in een poging om het Vlaamse confessionele en religieuze pluralisme te bevriezen in de tijd: Vlaanderen is vol, er kan geen andere religieuze traditie (lees: Islam) meer bij. In werkelijkheid maakt de Islam ondertussen onlosmakelijk deel uit van de Vlaamse samenleving en het Vlaamse culturele erfgoed en is het zaak om het mythische beeld van Vlaanderen aan te passen aan de nieuwe, pluralistische realiteit van de Vlaamse samenleving.


De achilleshiel(en) van het progressief front

Een effectief antiracistisch offensief staat of valt met het serieus aanpakken en ontmaskeren van de illusoire mythes waarop de Vlaamse identiteit gebaseerd is. Om het tij te doen keren, moet progressief Vlaanderen zich dringend bezinnen over een aantal van zijn beproefde strategieën tegen het Vlaams Blok die niet effectief zijn en vaak zelfs contraproductief werken.

(1) De fixatie op het Vlaams Blok is niet alleen inefficiënt, ze werkt het toenemende racisme verder in de hand omdat ze zo alle andere Vlaamse partijen vrijstelt van racisme. Het kan niet genoeg herhaald worden: het Vlaams Blok heeft geen patent op racisme. De focus op het Vlaamse Blok verdoezelt het feit dat racisme een structureel probleem is van de gehele Vlaamse maatschappij dat zich uit in discriminatie op de arbeidsmarkt, de huisvesting het onderwijs en in vormen van alledaags racisme waaraan ook niet-Vlaams Blokmandatarissen en –kiezers zich bezondigen.

(2) Zonder de noodzaak te ontkennen van een radicale herverdeling van economische middelen en de strijd tegen het kapitalisme, stellen we vast dat links de focus op klasse al te vaak aanwendt om kwesties die betrekking hebben op cultuur en identiteit op een stiefmoederlijke wijze te behandelen. Al te vaak schouwt het cultuur en identiteit aan als “afgeleide” kwesties binnen een kader waar het klasse op een deterministische wijze centraal stelt. Analysekaders die zweren bij het wegnemen van “de voedingsbodem” voor het racisme door economische herverdeling als dé magische formule te beschouwen, gaan voorbij aan de relatieve autonomie en het belang van cultuur en religie, en zijn bijgevolg ontoereikend.

(3) Tegelijkertijd, en paradoxaal genoeg, grijpt links geregeld terug naar “cultuur” in de diagnose van de “grootstedenproblematiek”. Waar links zich blindstaart op concepten zoals “klassen” en economi-sche herverdeling om oplossingen aan te bieden, durft het zich wel bezondigen aan een culturalistisch discours om de grootstedenproblematiek te analyseren, door het bijvoorbeeld voor te stellen alsof er een probleem is met de Islam en niet met arme, laaggeschoolde jongeren. Cultuur moet dienen als een parapluterm in een verklaringsschema voor wat misschien niet te verklaren maar wel op te lossen is met vertrouwde economisch deterministische schema’s. Dergelijke analyses stellen culturen en religies voor als statisch, essentialistisch en ahistorisch en verschillen dan ook nauwelijks van hun (extreem)rechtse pendanten. Daar tegenover stellen wij een radicaal antiracistische visie die vertrekt van dynamische opvattingen over cultuur en religie, die voortdurend geherdefinieerd worden in de context van veranderende omstandigheden, inclusief een inzet of basis voor een politieke strijd.

(4) Er bestaat binnen links een krampachtig verzet tegen religieus geïnspireerde mobilisaties. Al te vaak stelt links de politieke strijd die refereert naar de Islam voor als een “terugplooiing”, een “conservatieve reactie” of een “teruggrijpen naar de traditie,” vanuit de idee dat religie, in tegenstelling tot andere ideologieën, inherent onderdrukkend is. Mensen die deze mening toegedaan zijn kunnen zich niet voorstellen dat religie voor bepaalde bevolkingsgroepen, in bepaalde historische omstandigheden emanciperend kan werken omdat ze vergeten dat deze interpretatie de erfenis is van een specifieke antiklerikale strijd, gemakshalve over het hoofd zien dat de sociale strijd in Vlaanderen, zowel in het verleden als vandaag geïnspireerd wordt door een christelijke visie en veronderstellen dat emancipatorische strijdprocessen zich slechts kunnen bedienen van al beproefde methodes.

(5) Progressief Vlaanderen doet mee aan de instrumentalisering van vrouwenemancipatie in het kader van debatten over “integratie” of “de multiculturele samenleving”, maar verdoezelt pro-blemen i.v.m. seksisme en vrouwenrechten die bestaan in de eigen, “autochtone” organisaties, bewegingen of groepen. Een dergelijke selectieve interpretatie ziet ook gemakshalve over het hoofd dat historisch gezien het meest systematische verzet tegen het vrouwenstemrecht uit linkse en “progressieve” hoek kwam, in naam van “het religieuze gevaar” dat deze democratische uitbreiding van burgerrechten zou meebrengen.


Het ontbreekt links aan een degelijke, politieke en theoretisch onderbouwde visie op de multi-culturele samenleving om de strijd aan te binden met het racisme. We roepen het progressieve front in Vlaanderen op om hier werk van te maken.


Karel Arnaut
Sarah Bracke
Bambi Ceuppens
Nadia Fadil
Meryem Kanmaz