PDA

Bekijk Volledige Versie : De wet op godslastering heeft alle scherpte verloren.



TonH
16-11-04, 00:36
Ook kleinzoon Donner strijdt tegen 'uitbraakselen der hel'
door Lodewijk Dros
Trouw, 2004-11-16

...Slechts enkele malen kwam het tot een veroordeling van een verdachte op grond van smalende godslastering. De nekslag voor artikel 147 kwam in 1966. Gerard (toen nog: Kornelis van het) Reve had beschreven hoe hij zich de ontmoeting met God droomde: seksueel met een ezel. De rechtbank oordeelde in dat jaar dat passages in het werk van Reve weliswaar godslasterlijk waren, maar geen smalend karakter hadden.

Daarop nam Reve zelf zo stevig de verdediging ter hand dat het wetsartikel nog altijd in coma verkeert. Later zou hij royaal toegeven dat sarren hem wel degelijk voor ogen had gestaan, voor het gerechtshof verzette de schrijver zich tegen het begrip 'godslastering'. Mijn godsbegrip, zei Reve, is nu eenmaal een ander dan dat van de 'God der wrake, die mensen tot het bedrijven van zonden predestineert, om ze vervolgens voor eeuwig te verdoemen'. ,,Het absurde van dit wetsartikel is dat het uitgaat van het bestaan van God, dus van een theologisch axioma.''

Met dat uitgangspunt, betoogde Reve, ontstaat een bizarre tweedeling tussen strafbare en legale uitingen. Een voorbeeld van toegestane kreten: ,,De Heilige Maagd is een vuile hoer.'' Want Maria is geen God. Naast haar ontwaarde Reve ,,een heel pantheon van buitenchristelijke symbolen als Boeddha, Krishna en anderen, die zich al evenmin in enige bescherming bij de wet mogen verheugen''.

De geldigheid van Reve's pleit rede is gebleven. Het aantal voorbeelden van niet-strafbare uitingen valt uit te breiden. Neem Mohammed als 'pooier van Allah' (Van Gogh) of 'perverse tiran' (Hirsi Ali). Of: ,,Mohammed doet in leprozen / kijk maar bij de evenaar / hindoes wonen zelfs in dozen / boeddha maakt je bedelaar'' (Van Kooten en de Bie, alias de Nieuw Positivo's). De Bond tegen het vloeken heeft in 1995 nog tevergeefs geprobeerd Theo van Gogh op basis van artikel 147 veroordeeld te krijgen, nadat hij 'christenhonden' voor 'supportersvereniging van die rotte vis van Nazareth' had uitgemaakt.

De ferventste moderne verdedigers van het reanimeren van een verbod op godslastering, de orthodox-protestanten, zitten met problemen die met hun eigen opvatting samenhangen. Als ze oproepen om onaangenaamheden jegens Allah of zijn 'perverse profeet' strafbaar te stellen, stellen ze Allah en God gelijk -wat ze bepaald niet doen.

Christenen die zich allerlei drek hebben moeten laten welgevallen, kunnen nu dankzij Donner hoop hebben op een steviger aanpak van godslastering. Maar dat ze dat danken aan de gruweldaad van een moslimextremist die voor zijn Allah opkwam, moet de christenen wrang smaken.

In het 'pleidooi van de verdachte' wijst Reve op de onwenselijkheid van het concept 'godslastering' in de wet: ,,Het is niet de taak van een moderne, pluralistische, democratische rechtsstaat de aanhangers ener godsdienstige overtuiging een speciale bescherming te verstrekken, die hij de aanhangers van bijvoorbeeld een politieke overtuiging onthoudt. Ik zou wel eens willen weten, welke toch wel, van het standpunt van de onpartijdige wetgever uit gezien, de uitnemendheid is van godsdienstige gevoelens boven andere.''

De rechter sprak Reve vrij. De officier van justitie tekende cassatie aan, maar de Hoge Raad bevestigde in 1968 het oordeel van de rechtbank. Geen smaling, geen godslastering. Mokkend zag opa Donner hoe aan alle taboes een eind werd gemaakt: ,,Voor de vrijheid van hen die deze gevoelens koesteren, is geen plaats''.
...
http://www.trouw.nl/nieuwsenachtergronden/artikelen/1100501489863.html

M.a.w. deze wet pakt alleen het belasteren van God aan en niet van profeten of heiligen. En al helemaal niet het beledigen van de gelovigen.