Te quiero
26-11-04, 19:21
Ze zijn moslim, van Marokkaanse afkomst en zitten in de hoogste klassen van havo en vwo. Ze zijn net zo veelbelovend als ooit Mohammed B. en Samir A. Zeven scholieren over radicaliseren, sms'en in de moskee en het mixtaaltje dat ze spreken met hun ouders.
,,Ik ben Mohamed B.!'', stelt Mohamed Bouzaine (17, 6-vwo) zich voor. De anderen lachen. Humor redt hen deze dagen, vinden ze. Ze kunnen vooral onderling lachen. ,,Nederlanders durven nu niet vaak grapjes te maken over Marokkanen'', zegt Mohamed. ,,En zeker de afgelopen weken niet.'' Soms kunnen grapjes wel, zoals in het voetbalteam van school. Alle teamgenoten hebben een bijnaam, zoals 'de blinde', of 'de kaasvreter'. Mohamed heet 'de terrorist'. Hij vindt het zelf erg grappig. ,,Als je zo met elkaar kunt omgaan, is de druk eraf.''
Zeven Marokkaanse scholieren van het Libanon Lyceum in de Rotterdamse wijk Kralingen-Crooswijk zitten op een middag bij elkaar in een leeg lokaal. Het is de eerste van een serie ontmoetingen met deze groep havo- en vwo-scholieren; vijf meisjes en twee jongens. De jongste is vijftien, de oudste achttien.
Een week lang praten we geregeld met ze, individueel en soms in groepjes. Over de uitzonderingspositie van hoger opgeleide Marokkaanse jongeren in de Nederlandse én de Marokkaanse cultuur. Over de rol die de islam in hun leven speelt. Over hoe Nederland veranderd is sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten, de oorlog in Irak, en de moord op cineast Theo van Gogh, ruim twee weken geleden. En over hun eigen verandering.
Het zijn vaak ingewikkelde gesprekken. De scholieren schakelen in één zin over van de profeet Mohammed naar de Marokkaanse rapper Ali B.. Zelf hebben ze er op het eerste gezicht minder moeite mee. Ze kijken uit welke grap ze met wie maken. Mohamed: ,,Onder Marokkanen hebben we het wel eens over elkaars moeder of zus. Zeggen we voor de grap: 'Hé, ik zag je zus langs de snelweg staan, met een leren jas.' Maar als een buitenstaander zoiets zegt, is dat heel erg.''
Fatima Lachhab (17, 6-vwo): ,,Wij kunnen heel hard lachen als we Marokkanen nadoen die slecht Nederlands praten. Nederlanders vinden dat totaal niet grappig.''
Bousaina Mahtala (18, 5-havo) heeft een Nederlandse vriendin. Zij zat er niet bij toen Bousaina bij haar Marokkaanse vriendinnen ging zitten. ,,Dat doet ze vaak niet. Dan kijkt ze om zich heen met zo'n blik van: waar gáát dit over? Zij heeft van die droge, Nederlandse humor.''
Mohamed: ,,Wij maken grappen over ouderwetse Marokkanen, hoe ze lopen en zich kleden. Nederlanders snappen dat niet.''
Thuis gaat het spel van twee gezichten door. Op school praten de scholieren Nederlands, met hun ouders vaak een mengelmoes van Nederlands en Berbers of Marokkaans-Arabisch. Khadija Abbou (15), leerling uit 4-vwo praat met haar moeder Berbers, met haar broers en zussen Nederlands, met haar vader ,,een mixtaaltje''.
Naar de Arabische zender Al-Jazira, populair onder hun ouders, kijken de scholieren niet. Veel te eenzijdig, alleen maar positief over de Palestijnse zaak. Maar het Nederlandse journaal? Pffft, net zo subjectief, schamperen ze. Ouasima El Haddioui (17, 6-vwo): ,,Als je die twee zenders bekijkt, dan zie je twee uitersten van het nieuws. Niet alleen over Israël, maar ook over Irak.''
Ouasima, zwarte hoofddoek en een blos van opwinding, kan goed acteren. Ook zij maakt grapjes over de spanning die ze voelt op straat. Ze zou wel bij Goede Tijden, Slechte Tijden willen spelen. ,,Die hebben in de serie toch ook wel eens een terrorist nodig?''
De ondertoon van de grappen is serieuzer. Want als je Marokkaan bent, is je leven sinds de moord op Theo van Gogh op 2 november drastisch veranderd. Dat ervaart zij ook. Ze imiteert hoe ze op straat wordt aangekeken: een misprijzende, afkeurende blik. ,,Niks zeggen, alleen maar kijken. Van top tot teen.'' En soms gaat het verder. ,,Ik liep met mijn moeder door de stad toen een man tegen ons siste: teringmoslims. Het is dat mijn moeder erbij was, anders had ik er echt wat van gezegd.''
Bousaina Mahtala knikt. Gisteren nog, zegt ze, is haar tante aangevallen door twee Nederlandse jongens. Haar hoofddoek werd afgerukt. ,,Ze zeiden: 'Stomme rot-Marokkanen, ga terug naar je eigen land.'' ,,Ik voel me in een hoekje gedreven'', zegt Mohamed. ,,Ik ben hier ingeburgerd en alles, ik woon hier zeventien jaar.''
,,Het omgekeerde komt ook voor'', zegt Fatima Lachhab (17, 6-vwo). ,,Een oud vrouwtje zei tegen mij: ik vind het zo erg voor jullie wat er is gebeurd.'' ,,Wij zijn volwassen genoeg om de moord op Van Gogh te veroordelen'', zegt Mohamed. Ouasima: ,,Het zijn vooral mensen met een lage opleiding die zeggen dat hij het zelf heeft uitgelokt.'' Mohamed: ,,Omdat ze dom zijn.''
Niet dat ze zelf niet beledigd waren. De film Submission van Theo van Gogh en Kamerlid Ayaan Hirsi Ali (VVD) was best schokkend, vinden ze. ,,Koranteksten op een naakt lichaam'', zegt Mohamed. ,,Dan ga je wel erg ver.'' Maar eigenlijk nam geen van hen er echt aanstoot aan. ,,Ik had die film op televisie gezien'', zegt Ouasima. ,,Ik vond het niks, maar ik was het alweer vergeten. Ik vind wel vaker iets smakeloos.''
De verdachte van de moord op Theo van Gogh, daar zijn ze het over eens, heeft de film als een aanval op de islam gezien. Hij moet gedacht hebben dat hij met de moord iets goeds heeft gedaan voor zijn geloof, zeggen ze. Zij zijn het daar niet mee eens, want de islam is juist een geloof van vrede. Fatima: ,,Een voorbeeld: de profeet kreeg afval over zich heen van de buurman, maar hij bleef toch aardig tegen die man. Dát is knap, dat is vredelievend. Als je bedenkt hoe ík zou reageren in zo'n geval.'' Ouasima: ,,Wij geloven dat alleen God een leven mag nemen.''
Toch begrijpen ze dat Mohammed B. het anders heeft kunnen zien. Naoual Benaissa (17, 6-vwo) legt het uit: ,,In de koran staat dat je niet mag strijden en niet mag doden. Dat mag alleen tijdens de jihad, de heilige oorlog. Maar de jihad begint voor iedereen op een ander tijdstip. Dat is persoonlijk. Daar zijn geen regels voor. Ik denk dat Mohamed B. vond dat met de aanval op de islam van Theo van Gogh de jihad voor hem was begonnen.'' De anderen knikken.
,,Voor mij'', zegt Naoual, ,,zou de jihad pas beginnen als ik belemmerd word in het uitoefenen van mijn geloof. Als moslims niet zouden kunnen bidden, of geen hoofddoek mogen dragen. En dan nog zou ik niet gaan doden. Ik nam Theo van Gogh ook totaal niet serieus. Als Balkenende zoiets zou zeggen, zou ik me beledigd voelen. Maar bij hem...''
Zelf zouden ze nooit zo radicaliseren, denken ze. Zelfs niet als ze later geen baan kunnen vinden omdat ze Marokkaans zijn. Hamza Talbi (15), leerling uit 4-vwo, wil chirurg worden, Mohamed architect, Naoual psycholoog en Ouasima adviseur, het liefst bij de overheid. Ouasima: ,,Als ik niet geaccepteerd word, zou ik me wel heel gefrustreerd voelen. Ik denk dat Mohammed B. zich niet geaccepteerd voelde.'' In hun directe omgeving zien ze geen mensen radicaliseren. Khadija discussieert wel vaak met haar zus die op een islamitische middelbare school zit. ,,Zij oordeelt veel harder over Theo van Gogh.'' Maar het radicalisme van Mohammed B. staat ver van hen af. Dat komt ook, denken ze, doordat zij een goede opleiding krijgen waar hun geleerd wordt na te denken.
Maar Mohammed B. was toch ook goed opgeleid?
,,Als hij zich inderdaad zo geďsoleerd voelde dat hij zijn toevlucht zocht in het geloof, dan is het juist weer niet zo gek dat hij tot het gaatje ging, zegt Fatima. ,,Juist moslims die niet streng islamitisch zijn opgevoed en zich later meer in het geloof gaan verdiepen nemen het vaak heel serieus.'' Ze ziet dat bij haar moeder, die Nederlandse is en bekeerd tot de islam. ,,Zij is veel strenger dan mijn vader in het volgen van alle regels. Mijn vader zegt heel vaak, ach...''
Met de koran is het best lastig, zeggen de scholieren keer op keer. Het heilige boek is multi-interpretabel. Heeft een van hen de koran wel eens helemaal gelezen? Stilte. ,,Dat is ook niet te doen'', zegt Fatima. ,,Het is een heel lastige tekst.'' ,,Door de kritiek wordt mijn geloof juist sterker'', zegt Ouasima. ,,Toen Hirsi Ali zei dat in de koran staat dat mannen hun vrouw mogen slaan, ben ik gaan zoeken. Toen bleek dat het een kwestie van interpretatie is.''
Mohamed: ,,Niet alleen Hirsi Ali interpreteert het zo. Marokkaanse mannen zeggen graag tegen hun analfabete vrouwen: 'als je niet doet wat ik zeg, dan mag ik je slaan'.'' Khadija Abbou: ,,Daarom halen Marokkaanse mannen hun vrouw liever uit Marokko. Die doen tenminste wat ze zeggen.''
De kritiek op de islam doet Mohamed Bouziane pijn. Samen met Hamza praten we daar een paar dagen later over door, in een cafeetje dichtbij school. Maar hij wordt er ook strijdbaar door, zegt hij. ,,Ik ben niet van de wijs te brengen. Mijn geloof is hetzelfde als dat van mijn vader.'' Hamza: ,,Wij zijn wel iets vrijer met de islam.'' Mohamed: ,,We kleden ons moderner. Wij dragen geen djellaba of een gebedsmuts. En Marokkanen van onze generatie durven meer opmerkingen te maken over de doorgeschoten vrijheid van meningsuiting in de Nederlandse cultuur.''
Mohamed vindt dat de schuld van de dood van Theo van Gogh eenzijdig bij de islam wordt gelegd. ,,De vrijheid van meningsuiting in Nederland heeft ervoor gezorgd dat mensen steeds meer de grenzen opzoeken. Mensen kunnen die vrijheid niet meer aan en zijn niet meer tolerant. Godslastering vind ik echt te ver gaan.''
Hij is actief op een discussieforum op de website van de school. Daar heeft hij opgeschreven dat de vrijheid van meningsuiting moet worden ingeperkt. ,,Meteen kreeg ik tienduizend reacties op de mail. Of ik gek was geworden, en zo. Maar ik heb er juist heel goed over nagedacht.''
Deze week heeft hij opgezocht wat de definitie van een terrorist is. ,,Dat ben je als je een schrikbewind voert door middel van daden van geweld. Nou, dan is die Amerikaan die de gewonde Irakees doodschoot in Falluja óók een terrorist.''
Marokkaanse jongeren zijn te verdelen in twee groepen. De groep die vasthoudt aan tradities en geloof en de groep die het daarmee niet meer zo nauw neemt. De zeven havo- en vwo-scholieren van het Libanon Lyceum behoren tot de eerste groep, maar zien steeds meer Marokkaanse jongeren, ook schoolgenoten, die alcohol drinken, vriendjes krijgen en niet meer bidden.
Zelf vinden zij juist veel houvast in de islam. ,,Islam is een religie, maar het is ook een levenswijze'', zegt Fatima, een levendig meisje met zwarte hoofddoek. Ze gebaart veel als ze praat. In een café proberen Fatima, Ouasima en Naoual uit te leggen welke rol hun geloof speelt in hun leven. Ze vinden het lastig; de islam is overal. Fatima en Ouasima dragen een hoofddoek, alledrie vasten ze tijdens de ramadan en ze bidden dagelijks.
Dit alles, zeggen ze steeds, doen ze vrijwillig. Ze worden niet gedwongen door hun ouders. ,,Als ze me zouden dwingen, zou ik het juist niet doen'', zegt Naoual. ,,Dat weten mijn ouders ook.'' Alledrie kennen ze meisjes van school die met hoofddoek en wijde kleding van huis vertrekken en op het toilet een broek of korte rok aantrekken en de hoofddoek afdoen. Fatima: ,,Mijn ouders laten wel merken dat ze het fijn vinden dat ik een hoofddoek draag.''
Fatima en Ouasima begonnen in de eerste klas van de middelbare school een hoofddoek te dragen. Beiden deden het niet om geloofsredenen, maar omdat vriendinnen het ook deden. Ouasima deed hem na twee jaar af. ,,Ik vond dat ik mijn hoofddoek uit overtuiging moest dragen of niet.'' Maar na een week had ze spijt: ,,Zonder hoofddoek voel ik me bloot. Het hoort bij mijn manier van leven.''
,,Het is ook een soort bescherming'', zegt Fatima. ,,In onze cultuur krijg je als vrouw meer respect met een hoofddoek om. Ik ben er trots op. Ik laat zien: dit is mijn geloof.''
,,Het is niet verboden om je haar en hals te laten zien'', zegt Ouasima. ,,Maar wel soenna, beter van niet. Roken bijvoorbeeld, is ook soenna.''
Fatima draagt haar hoofddoek eigenlijk niet op de juiste manier, geeft ze toe. Ze knoopt hem op haar achterhoofd vast. ,,Eigenlijk moet hij nek en boezem bedekken'', legt ze uit met luide stem. Enkele gasten van het café kijken verbaasd op. ,,Maar daar ben ik nog niet aan toe.''
Naoual draagt geen hoofddoek en denkt er pas de laatste tijd over na. Met hoofddoek heb je ook een stigma, vindt ze. ,,Het is lastiger om een baan te vinden. Ik hoop wel dat werkgevers er doorheen kijken, maar ik weet dat het niet zo is. Mijn zus is rechter in opleiding en die mag ook geen hoofddoek op. Dat doet ze dan ook niet, voor haar carričre. Ik vind het wel logisch, een rechter mag ook geen keppeltje op of een kruisje dragen.''
Bidden doet Naoual vrij consciëntieus. Vijf keer per dag is het beste, het gezicht naar Mekka. Van hun ouders hebben ze geleerd hoe het moet. ,,Je moet staan en dan bukken en zo'', zegt Ouasima. Ze reciteren dan bepaalde verzen uit de koran. Op school bidden is lastig. ,,Er zijn meisjes die om een speciale gebedsruimte hebben gevraagd'', zegt Fatima. ,,Maar dat wilde de school niet.'' Ze begrijpen dat wel. Het is een openbare school. Het geeft ook niet, zeggen ze, je mag gemiste gebeden thuis inhalen. Naoual doet dat vaak, Ouasima ook. ,,Het geeft me voldoening, ik voel me schuldig als ik het niet doe.'' Fatima slaat regelmatig een gebed over. ,,Ik wil graag, maar ik vergeet het vaak. Ik denk dat ik een of twee keer per dag haal.''
In Marokko bidt ook lang niet iedereen, zegt Fatima. Afgelopen zomer ging ze voor het eerst sinds jaren weer naar Marokko. ,,Ik dacht dat iedereen keurig vijf keer zou bidden en een hoofddoek zou dragen. Maar bijna niemand droeg een hoofddoek en alleen mijn oma en een nicht heb ik zien bidden.''
(Wordt vervolgd)
,,Ik ben Mohamed B.!'', stelt Mohamed Bouzaine (17, 6-vwo) zich voor. De anderen lachen. Humor redt hen deze dagen, vinden ze. Ze kunnen vooral onderling lachen. ,,Nederlanders durven nu niet vaak grapjes te maken over Marokkanen'', zegt Mohamed. ,,En zeker de afgelopen weken niet.'' Soms kunnen grapjes wel, zoals in het voetbalteam van school. Alle teamgenoten hebben een bijnaam, zoals 'de blinde', of 'de kaasvreter'. Mohamed heet 'de terrorist'. Hij vindt het zelf erg grappig. ,,Als je zo met elkaar kunt omgaan, is de druk eraf.''
Zeven Marokkaanse scholieren van het Libanon Lyceum in de Rotterdamse wijk Kralingen-Crooswijk zitten op een middag bij elkaar in een leeg lokaal. Het is de eerste van een serie ontmoetingen met deze groep havo- en vwo-scholieren; vijf meisjes en twee jongens. De jongste is vijftien, de oudste achttien.
Een week lang praten we geregeld met ze, individueel en soms in groepjes. Over de uitzonderingspositie van hoger opgeleide Marokkaanse jongeren in de Nederlandse én de Marokkaanse cultuur. Over de rol die de islam in hun leven speelt. Over hoe Nederland veranderd is sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten, de oorlog in Irak, en de moord op cineast Theo van Gogh, ruim twee weken geleden. En over hun eigen verandering.
Het zijn vaak ingewikkelde gesprekken. De scholieren schakelen in één zin over van de profeet Mohammed naar de Marokkaanse rapper Ali B.. Zelf hebben ze er op het eerste gezicht minder moeite mee. Ze kijken uit welke grap ze met wie maken. Mohamed: ,,Onder Marokkanen hebben we het wel eens over elkaars moeder of zus. Zeggen we voor de grap: 'Hé, ik zag je zus langs de snelweg staan, met een leren jas.' Maar als een buitenstaander zoiets zegt, is dat heel erg.''
Fatima Lachhab (17, 6-vwo): ,,Wij kunnen heel hard lachen als we Marokkanen nadoen die slecht Nederlands praten. Nederlanders vinden dat totaal niet grappig.''
Bousaina Mahtala (18, 5-havo) heeft een Nederlandse vriendin. Zij zat er niet bij toen Bousaina bij haar Marokkaanse vriendinnen ging zitten. ,,Dat doet ze vaak niet. Dan kijkt ze om zich heen met zo'n blik van: waar gáát dit over? Zij heeft van die droge, Nederlandse humor.''
Mohamed: ,,Wij maken grappen over ouderwetse Marokkanen, hoe ze lopen en zich kleden. Nederlanders snappen dat niet.''
Thuis gaat het spel van twee gezichten door. Op school praten de scholieren Nederlands, met hun ouders vaak een mengelmoes van Nederlands en Berbers of Marokkaans-Arabisch. Khadija Abbou (15), leerling uit 4-vwo praat met haar moeder Berbers, met haar broers en zussen Nederlands, met haar vader ,,een mixtaaltje''.
Naar de Arabische zender Al-Jazira, populair onder hun ouders, kijken de scholieren niet. Veel te eenzijdig, alleen maar positief over de Palestijnse zaak. Maar het Nederlandse journaal? Pffft, net zo subjectief, schamperen ze. Ouasima El Haddioui (17, 6-vwo): ,,Als je die twee zenders bekijkt, dan zie je twee uitersten van het nieuws. Niet alleen over Israël, maar ook over Irak.''
Ouasima, zwarte hoofddoek en een blos van opwinding, kan goed acteren. Ook zij maakt grapjes over de spanning die ze voelt op straat. Ze zou wel bij Goede Tijden, Slechte Tijden willen spelen. ,,Die hebben in de serie toch ook wel eens een terrorist nodig?''
De ondertoon van de grappen is serieuzer. Want als je Marokkaan bent, is je leven sinds de moord op Theo van Gogh op 2 november drastisch veranderd. Dat ervaart zij ook. Ze imiteert hoe ze op straat wordt aangekeken: een misprijzende, afkeurende blik. ,,Niks zeggen, alleen maar kijken. Van top tot teen.'' En soms gaat het verder. ,,Ik liep met mijn moeder door de stad toen een man tegen ons siste: teringmoslims. Het is dat mijn moeder erbij was, anders had ik er echt wat van gezegd.''
Bousaina Mahtala knikt. Gisteren nog, zegt ze, is haar tante aangevallen door twee Nederlandse jongens. Haar hoofddoek werd afgerukt. ,,Ze zeiden: 'Stomme rot-Marokkanen, ga terug naar je eigen land.'' ,,Ik voel me in een hoekje gedreven'', zegt Mohamed. ,,Ik ben hier ingeburgerd en alles, ik woon hier zeventien jaar.''
,,Het omgekeerde komt ook voor'', zegt Fatima Lachhab (17, 6-vwo). ,,Een oud vrouwtje zei tegen mij: ik vind het zo erg voor jullie wat er is gebeurd.'' ,,Wij zijn volwassen genoeg om de moord op Van Gogh te veroordelen'', zegt Mohamed. Ouasima: ,,Het zijn vooral mensen met een lage opleiding die zeggen dat hij het zelf heeft uitgelokt.'' Mohamed: ,,Omdat ze dom zijn.''
Niet dat ze zelf niet beledigd waren. De film Submission van Theo van Gogh en Kamerlid Ayaan Hirsi Ali (VVD) was best schokkend, vinden ze. ,,Koranteksten op een naakt lichaam'', zegt Mohamed. ,,Dan ga je wel erg ver.'' Maar eigenlijk nam geen van hen er echt aanstoot aan. ,,Ik had die film op televisie gezien'', zegt Ouasima. ,,Ik vond het niks, maar ik was het alweer vergeten. Ik vind wel vaker iets smakeloos.''
De verdachte van de moord op Theo van Gogh, daar zijn ze het over eens, heeft de film als een aanval op de islam gezien. Hij moet gedacht hebben dat hij met de moord iets goeds heeft gedaan voor zijn geloof, zeggen ze. Zij zijn het daar niet mee eens, want de islam is juist een geloof van vrede. Fatima: ,,Een voorbeeld: de profeet kreeg afval over zich heen van de buurman, maar hij bleef toch aardig tegen die man. Dát is knap, dat is vredelievend. Als je bedenkt hoe ík zou reageren in zo'n geval.'' Ouasima: ,,Wij geloven dat alleen God een leven mag nemen.''
Toch begrijpen ze dat Mohammed B. het anders heeft kunnen zien. Naoual Benaissa (17, 6-vwo) legt het uit: ,,In de koran staat dat je niet mag strijden en niet mag doden. Dat mag alleen tijdens de jihad, de heilige oorlog. Maar de jihad begint voor iedereen op een ander tijdstip. Dat is persoonlijk. Daar zijn geen regels voor. Ik denk dat Mohamed B. vond dat met de aanval op de islam van Theo van Gogh de jihad voor hem was begonnen.'' De anderen knikken.
,,Voor mij'', zegt Naoual, ,,zou de jihad pas beginnen als ik belemmerd word in het uitoefenen van mijn geloof. Als moslims niet zouden kunnen bidden, of geen hoofddoek mogen dragen. En dan nog zou ik niet gaan doden. Ik nam Theo van Gogh ook totaal niet serieus. Als Balkenende zoiets zou zeggen, zou ik me beledigd voelen. Maar bij hem...''
Zelf zouden ze nooit zo radicaliseren, denken ze. Zelfs niet als ze later geen baan kunnen vinden omdat ze Marokkaans zijn. Hamza Talbi (15), leerling uit 4-vwo, wil chirurg worden, Mohamed architect, Naoual psycholoog en Ouasima adviseur, het liefst bij de overheid. Ouasima: ,,Als ik niet geaccepteerd word, zou ik me wel heel gefrustreerd voelen. Ik denk dat Mohammed B. zich niet geaccepteerd voelde.'' In hun directe omgeving zien ze geen mensen radicaliseren. Khadija discussieert wel vaak met haar zus die op een islamitische middelbare school zit. ,,Zij oordeelt veel harder over Theo van Gogh.'' Maar het radicalisme van Mohammed B. staat ver van hen af. Dat komt ook, denken ze, doordat zij een goede opleiding krijgen waar hun geleerd wordt na te denken.
Maar Mohammed B. was toch ook goed opgeleid?
,,Als hij zich inderdaad zo geďsoleerd voelde dat hij zijn toevlucht zocht in het geloof, dan is het juist weer niet zo gek dat hij tot het gaatje ging, zegt Fatima. ,,Juist moslims die niet streng islamitisch zijn opgevoed en zich later meer in het geloof gaan verdiepen nemen het vaak heel serieus.'' Ze ziet dat bij haar moeder, die Nederlandse is en bekeerd tot de islam. ,,Zij is veel strenger dan mijn vader in het volgen van alle regels. Mijn vader zegt heel vaak, ach...''
Met de koran is het best lastig, zeggen de scholieren keer op keer. Het heilige boek is multi-interpretabel. Heeft een van hen de koran wel eens helemaal gelezen? Stilte. ,,Dat is ook niet te doen'', zegt Fatima. ,,Het is een heel lastige tekst.'' ,,Door de kritiek wordt mijn geloof juist sterker'', zegt Ouasima. ,,Toen Hirsi Ali zei dat in de koran staat dat mannen hun vrouw mogen slaan, ben ik gaan zoeken. Toen bleek dat het een kwestie van interpretatie is.''
Mohamed: ,,Niet alleen Hirsi Ali interpreteert het zo. Marokkaanse mannen zeggen graag tegen hun analfabete vrouwen: 'als je niet doet wat ik zeg, dan mag ik je slaan'.'' Khadija Abbou: ,,Daarom halen Marokkaanse mannen hun vrouw liever uit Marokko. Die doen tenminste wat ze zeggen.''
De kritiek op de islam doet Mohamed Bouziane pijn. Samen met Hamza praten we daar een paar dagen later over door, in een cafeetje dichtbij school. Maar hij wordt er ook strijdbaar door, zegt hij. ,,Ik ben niet van de wijs te brengen. Mijn geloof is hetzelfde als dat van mijn vader.'' Hamza: ,,Wij zijn wel iets vrijer met de islam.'' Mohamed: ,,We kleden ons moderner. Wij dragen geen djellaba of een gebedsmuts. En Marokkanen van onze generatie durven meer opmerkingen te maken over de doorgeschoten vrijheid van meningsuiting in de Nederlandse cultuur.''
Mohamed vindt dat de schuld van de dood van Theo van Gogh eenzijdig bij de islam wordt gelegd. ,,De vrijheid van meningsuiting in Nederland heeft ervoor gezorgd dat mensen steeds meer de grenzen opzoeken. Mensen kunnen die vrijheid niet meer aan en zijn niet meer tolerant. Godslastering vind ik echt te ver gaan.''
Hij is actief op een discussieforum op de website van de school. Daar heeft hij opgeschreven dat de vrijheid van meningsuiting moet worden ingeperkt. ,,Meteen kreeg ik tienduizend reacties op de mail. Of ik gek was geworden, en zo. Maar ik heb er juist heel goed over nagedacht.''
Deze week heeft hij opgezocht wat de definitie van een terrorist is. ,,Dat ben je als je een schrikbewind voert door middel van daden van geweld. Nou, dan is die Amerikaan die de gewonde Irakees doodschoot in Falluja óók een terrorist.''
Marokkaanse jongeren zijn te verdelen in twee groepen. De groep die vasthoudt aan tradities en geloof en de groep die het daarmee niet meer zo nauw neemt. De zeven havo- en vwo-scholieren van het Libanon Lyceum behoren tot de eerste groep, maar zien steeds meer Marokkaanse jongeren, ook schoolgenoten, die alcohol drinken, vriendjes krijgen en niet meer bidden.
Zelf vinden zij juist veel houvast in de islam. ,,Islam is een religie, maar het is ook een levenswijze'', zegt Fatima, een levendig meisje met zwarte hoofddoek. Ze gebaart veel als ze praat. In een café proberen Fatima, Ouasima en Naoual uit te leggen welke rol hun geloof speelt in hun leven. Ze vinden het lastig; de islam is overal. Fatima en Ouasima dragen een hoofddoek, alledrie vasten ze tijdens de ramadan en ze bidden dagelijks.
Dit alles, zeggen ze steeds, doen ze vrijwillig. Ze worden niet gedwongen door hun ouders. ,,Als ze me zouden dwingen, zou ik het juist niet doen'', zegt Naoual. ,,Dat weten mijn ouders ook.'' Alledrie kennen ze meisjes van school die met hoofddoek en wijde kleding van huis vertrekken en op het toilet een broek of korte rok aantrekken en de hoofddoek afdoen. Fatima: ,,Mijn ouders laten wel merken dat ze het fijn vinden dat ik een hoofddoek draag.''
Fatima en Ouasima begonnen in de eerste klas van de middelbare school een hoofddoek te dragen. Beiden deden het niet om geloofsredenen, maar omdat vriendinnen het ook deden. Ouasima deed hem na twee jaar af. ,,Ik vond dat ik mijn hoofddoek uit overtuiging moest dragen of niet.'' Maar na een week had ze spijt: ,,Zonder hoofddoek voel ik me bloot. Het hoort bij mijn manier van leven.''
,,Het is ook een soort bescherming'', zegt Fatima. ,,In onze cultuur krijg je als vrouw meer respect met een hoofddoek om. Ik ben er trots op. Ik laat zien: dit is mijn geloof.''
,,Het is niet verboden om je haar en hals te laten zien'', zegt Ouasima. ,,Maar wel soenna, beter van niet. Roken bijvoorbeeld, is ook soenna.''
Fatima draagt haar hoofddoek eigenlijk niet op de juiste manier, geeft ze toe. Ze knoopt hem op haar achterhoofd vast. ,,Eigenlijk moet hij nek en boezem bedekken'', legt ze uit met luide stem. Enkele gasten van het café kijken verbaasd op. ,,Maar daar ben ik nog niet aan toe.''
Naoual draagt geen hoofddoek en denkt er pas de laatste tijd over na. Met hoofddoek heb je ook een stigma, vindt ze. ,,Het is lastiger om een baan te vinden. Ik hoop wel dat werkgevers er doorheen kijken, maar ik weet dat het niet zo is. Mijn zus is rechter in opleiding en die mag ook geen hoofddoek op. Dat doet ze dan ook niet, voor haar carričre. Ik vind het wel logisch, een rechter mag ook geen keppeltje op of een kruisje dragen.''
Bidden doet Naoual vrij consciëntieus. Vijf keer per dag is het beste, het gezicht naar Mekka. Van hun ouders hebben ze geleerd hoe het moet. ,,Je moet staan en dan bukken en zo'', zegt Ouasima. Ze reciteren dan bepaalde verzen uit de koran. Op school bidden is lastig. ,,Er zijn meisjes die om een speciale gebedsruimte hebben gevraagd'', zegt Fatima. ,,Maar dat wilde de school niet.'' Ze begrijpen dat wel. Het is een openbare school. Het geeft ook niet, zeggen ze, je mag gemiste gebeden thuis inhalen. Naoual doet dat vaak, Ouasima ook. ,,Het geeft me voldoening, ik voel me schuldig als ik het niet doe.'' Fatima slaat regelmatig een gebed over. ,,Ik wil graag, maar ik vergeet het vaak. Ik denk dat ik een of twee keer per dag haal.''
In Marokko bidt ook lang niet iedereen, zegt Fatima. Afgelopen zomer ging ze voor het eerst sinds jaren weer naar Marokko. ,,Ik dacht dat iedereen keurig vijf keer zou bidden en een hoofddoek zou dragen. Maar bijna niemand droeg een hoofddoek en alleen mijn oma en een nicht heb ik zien bidden.''
(Wordt vervolgd)