ZbaqZbaq
28-11-04, 23:25
Regeling van het overleg over de integratie van minderheden
(Wet overleg minderhedenbeleid-WOM)
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen
te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk
is het overleg te regelen over het voorgenomen
regeringsbeleid ten aanzien van de integratie van
etnische en culturele minderheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt
verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
b. minderheidsgroep: een door Onze Minister aangewezen
doelgroep van het integratiebeleid;
c. samenwerkingsverband: een door Onze Minister
toegelaten stichting die in gevolge haar statuten tot
doel heeft de belangen te behartigen van een
minderheidsgroep of te onderscheiden
minderheidsgroepen en die representatief is
voor die groep of groepen.
Artikel 2
Over beleidsvoornemens ten aanzien van de integratie van
minderheden en over ontwikkelingen die voor minderheden
van belang zijn met het oog op het te voeren
integratiebeleid wordt door of namens Onze Minister en,
waar daartoe aanleiding bestaat mede door of namens Onze
Ministers wie het mede aangaat, tenminste drie keer per
jaar overleg gevoerd met de tot het Landelijk overleg
minderheden toegelaten samenwerkingsverbanden.
-2-
Artikel 3
Elk samenwerkingsverband is bevoegd tot aanwijzing van
een lid en een plaatsvervangend lid van het
Landelijk overleg minderheden.
Artikel 4
1. Onze Minister is bevoegd de toelating van een
samenwerkingsverband tot het Landelijk overleg
minderheden in te trekken indien het
samenwerkingsverband naar zijn oordeel niet meer
representatief is dan wel het algemeen belang zich
tegen verdere toelating verzet.
2. Onze Minister is bevoegd een lid of plaatsvervangend
lid van het Landelijk overleg minderheden uit te
sluiten van het overleg indien naar het oordeel van
Onze Minister het algemeen belang dit vordert.
Artikel 5
De leden van het Landelijk overleg minderheden kunnen
zich na overleg met Onze Minister ter vergadering voor de
behandeling van een bepaald onderwerp door een deskundige
doen bijstaan.
Artikel 6
1. Onze Minister kan aan de samenwerkingsverbanden en aan
een door deze samenwerkingsverbanden, of door een
aantal van deze samenwerkingsverbanden, gezamenlijk
opgerichte rechtspersoon subsidie verstrekken.
2. Doel van de in het eerste lid bedoelde subsidie is het
in staat stellen van de samenwerkingsverbanden dan wel
van de rechtspersoon coördinerend en voorwaarden
scheppend werkzaam te zijn ten behoeve van het in
artikel 2 bedoelde overleg.
3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld
met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde
subsidie.
4. De in het derde lid bedoelde nadere regels hebben in
ieder geval betrekking op:
a. het aanvragen van de subsidie;
b. het toekennen van de subsidie;
c. het vaststellen van de subsidie;
d. de begroting, de financiële verantwoording en het
jaarverslag.
-3-
Artikel 7
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst. Artikel 6 werkt terug tot en met 1 januari
1997.
Artikel 8
Deze wet wordt aangehaald als: Wet overleg
minderhedenbeleid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges
en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige
uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN,
-----------------------------------------------------------------------
En wie heeft Verdonk gekozen, om er namens de mocro's in dit overleg genaamd LOM, plaats te nemen???
SMT-Samenwerkingsverband Marokkanen en Tunesiërs...
:lachu: :lachu: :lachu: :lachu: :lachu: :lachu: :lachu: :lachu:
(Wet overleg minderhedenbeleid-WOM)
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen
te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk
is het overleg te regelen over het voorgenomen
regeringsbeleid ten aanzien van de integratie van
etnische en culturele minderheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt
verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
b. minderheidsgroep: een door Onze Minister aangewezen
doelgroep van het integratiebeleid;
c. samenwerkingsverband: een door Onze Minister
toegelaten stichting die in gevolge haar statuten tot
doel heeft de belangen te behartigen van een
minderheidsgroep of te onderscheiden
minderheidsgroepen en die representatief is
voor die groep of groepen.
Artikel 2
Over beleidsvoornemens ten aanzien van de integratie van
minderheden en over ontwikkelingen die voor minderheden
van belang zijn met het oog op het te voeren
integratiebeleid wordt door of namens Onze Minister en,
waar daartoe aanleiding bestaat mede door of namens Onze
Ministers wie het mede aangaat, tenminste drie keer per
jaar overleg gevoerd met de tot het Landelijk overleg
minderheden toegelaten samenwerkingsverbanden.
-2-
Artikel 3
Elk samenwerkingsverband is bevoegd tot aanwijzing van
een lid en een plaatsvervangend lid van het
Landelijk overleg minderheden.
Artikel 4
1. Onze Minister is bevoegd de toelating van een
samenwerkingsverband tot het Landelijk overleg
minderheden in te trekken indien het
samenwerkingsverband naar zijn oordeel niet meer
representatief is dan wel het algemeen belang zich
tegen verdere toelating verzet.
2. Onze Minister is bevoegd een lid of plaatsvervangend
lid van het Landelijk overleg minderheden uit te
sluiten van het overleg indien naar het oordeel van
Onze Minister het algemeen belang dit vordert.
Artikel 5
De leden van het Landelijk overleg minderheden kunnen
zich na overleg met Onze Minister ter vergadering voor de
behandeling van een bepaald onderwerp door een deskundige
doen bijstaan.
Artikel 6
1. Onze Minister kan aan de samenwerkingsverbanden en aan
een door deze samenwerkingsverbanden, of door een
aantal van deze samenwerkingsverbanden, gezamenlijk
opgerichte rechtspersoon subsidie verstrekken.
2. Doel van de in het eerste lid bedoelde subsidie is het
in staat stellen van de samenwerkingsverbanden dan wel
van de rechtspersoon coördinerend en voorwaarden
scheppend werkzaam te zijn ten behoeve van het in
artikel 2 bedoelde overleg.
3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld
met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde
subsidie.
4. De in het derde lid bedoelde nadere regels hebben in
ieder geval betrekking op:
a. het aanvragen van de subsidie;
b. het toekennen van de subsidie;
c. het vaststellen van de subsidie;
d. de begroting, de financiële verantwoording en het
jaarverslag.
-3-
Artikel 7
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst. Artikel 6 werkt terug tot en met 1 januari
1997.
Artikel 8
Deze wet wordt aangehaald als: Wet overleg
minderhedenbeleid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges
en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige
uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN,
-----------------------------------------------------------------------
En wie heeft Verdonk gekozen, om er namens de mocro's in dit overleg genaamd LOM, plaats te nemen???
SMT-Samenwerkingsverband Marokkanen en Tunesiërs...
:lachu: :lachu: :lachu: :lachu: :lachu: :lachu: :lachu: :lachu: