PDA

Bekijk Volledige Versie : Succesvol en Marokkaan, Marokkanen hoog op integratieladder



Joesoef
01-12-04, 18:39
Succesvol en Marokkaan

Ze zijn vaker crimineel, schoolverlater en zelfs fundamentalist. Tegelijkertijd zijn er ook relatief veel jonge Marokkanen die het schoppen tot succesvol schrijver, voetballer of muzikant. Een generatie in spagaat.

‘Even lekker stappen had voor hem geen zin. Dat was de reden waarom hij ook altijd buiten hing. Lekker chillen met zijn matties hij deed zijn ding. Ging niet naar een discotheek want hij kwam er niet in.’ Hier spreekt geen gefrustreerde hangjongere, maar Ali B, Nederlands meest succesvolle rapper. Populair bij Ahmed en Fatima, maar ook bij Sabine en Thomas.

‘En da’s helemaal niet goed voor mijn street credibility’, constateert het voormalige straatschoffie uit Amsterdam-Oost in zijn nieuwste theatershow, waarvan de voorstellingen steevast zijn uitverkocht. ‘Een hit met Marco Borsato, wég street credibility. Een huis in Almere, optredens voor witte dertigers, shit, mijn street credibility is hélémaal weg.’

Ali B is lang niet de enige Marokkaanse artiest die succes heeft bij het Nederlands publiek. Cabaretier Najib Amhali kreeg Carré vol, iets waar menig Nederlandse collega alleen van droomt. De film Shouf Shouf Habibi trok 320 duizend bioscoopbezoekers, waarmee het een van de meest succesvolle Nederlandse films van dit jaar is.

Succes dankzij afkomst?


Het begon halverwege de jaren negentig met schrijvers als Hafid Bouazza en Abdelkader Benali. Sindsdien blinken steeds meer Marokkanen – geboren tussen 1970 en 1982 – uit als schrijver, muzikant, acteur of voetballer. In het begin werd hun nog wel eens verweten dat ze hun succes vooral te danken hadden aan hun afkomst.

Zo zouden uitgevers iedere allochtone schrijver met een beetje talent meteen uitgeven, maar dat verwijt gaat al lang niet meer op – als het dat al ooit deed. Uitgevers blijven slechte schrijvers niet de hand boven het hoofd houden, net zo min als trainers slechte voetballers blijven opstellen. Alleen politici van Marokkaanse origine worden tegenwoordig af en toe nog voor ‘beroepsallochtoon’ uitgemaakt.

Het succes van de Marokkaanse culturele elite springt des te meer in het oog, omdat het schril afsteekt bij het beroerde imago van ‘de Marokkaanse jongere’: werkloos, crimineel en, sinds kort, terrorist. Een imago dat in elk geval deels overeenstemt met de werkelijkheid. Op de Antillianen na kent geen bevolkingsgroep zo veel gevangenen per duizend inwoners (960 gedetineerden per duizend inwoners in 2002; het landelijk gemiddelde in dat jaar was 64, bron: CBS). En daarbij blijken Marokkaanse jongeren veel vatbaarder voor moslimfundamentalisme dan bijvoorbeeld hun Turkse leeftijdgenoten. Hoe kan het dat deze generatie tegelijkertijd literaire prijzen in de wacht sleept, voetballers levert in de eredivisie en succesvol is als muzikant en acteur? En ook dat weer meer dan Turkse leeftijdgenoten?

Speling van het lot of ´de integratie´?


Succesvol Marokkaan van het eerste uur schrijver Abdelkader Benali heeft er niet zo snel een antwoord op. ‘Zijn die Marokkanen nou zo voorlijk of zijn die andere groepen zo achterlijk? Is die Marokkaans-Nederlandse combinatie niet gewoon een speling van het lot, een tragisch misverstand dat eens in de zoveel tijd plaatsvindt in het mensenlandschap? Een beetje zoals de Duits-joodse mix of de Brits-Indiase.’
Benali is vaker gewezen op het succes van Marokkanen bij het Nederlandse publiek. ‘Ik heb ooit eens gehoord dat in de Surinaamse gemeenschap het verhaal ging dat men (de Nederlanders, TP) die Marokkanen wel in het vizier had. Ze gingen zo snel en wisten een groter publiek te bereiken.’ Maar, vraagt hij zich af, ‘van wie kun je in dit prille stadium zeggen dat het blijvertjes zijn? Ali B, Bouazza, El Bezaz, Oaïssa? En als we toch aan het generaliseren zijn: opvallend is wel dat je onder Turken veel sterke, uitgekookte en kalme bestuurders tegenkomt.’
‘De tweede generatie Marokkanen is de best geïntegreerde groep na de Surinamers, Antillianen en Molukkers ’, zegt Rachid Majiti. De MBA-student in Fontainebleau en voormalig lid van het Marokkaans-Nederlands interactieteam jeugd wordt vaak door media en bestuurders gevraagd om zijn mening, als het gaat om Marokkaanse jongeren. Zelfs Le Figaro en de Financial Times, vragen Majiti, die voor zijn MBA bij McKinsey werkte, om commentaar op de Nederlandse situatie. Dat er veel Marokkaans talent over de velden snelt, literaire prijzen in de wacht sleept en volle zalen trekt, is volgens hem een uitvloeisel van succesvol integreren.

Marokkanen hoog op integratieladder


Marokkanen goed geïntegreerd? Het lijkt vloeken in de kerk. Het zijn immers die ‘kut-Marokkanen’ die overlast veroorzaken en het was een Marokkaan die Theo van Gogh doodschoot. Toch heeft Majiti een punt. Marokkanen zijn wel degelijk beter geïntegreerd dan Turken. Dat blijkt tenminste uit een rapport dat in opdracht van minister Rita Verdonk voor Integratie is opgesteld. Op de ‘integratieladder’ doen de tweede en derde generatie Marokkanen het beter dan hun Turkse leeftijdgenoten. Terwijl ‘we’ van die laatste groep veel minder ‘last’ hebben.
‘Marokkanen gaan in hun vrije tijd meer om met autochtonen dan Turken of Chinezen, die veel meer op hun eigen groep gericht zijn’, zegt Jaco Dagevos van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Maar dat heeft ook nadelen. ‘Problemen liggen eerder op straat. Van een meer gesloten gemeenschap als de Turkse heb je als allochtoon en samenleving minder "last". Niet dat er geen problemen zijn bij die andere gemeenschappen. Het is alleen minder zichtbaar. Onder Chinezen bijvoorbeeld komt heel veel gokverslaving voor.’
Het verschil tussen Marokkanen en Turken – de twee groepen zijn ongeveer even groot en even lang in Nederland – is dat de tweede groep veel hechter is dan de eerste, constateert arabist Jan Jaap de Ruiter van de Universiteit van Tilburg. ‘Veel Marokkanen in Nederland zijn Berbers uit het noorden en oosten. Dat zijn regio’s die door de overheid in Rabat zijn verwaarloosd. Ze hebben niet zo veel op met hun nationale identiteit. Hun identiteit ontlenen ze meer aan de islam. Turken hebben juist een heel sterke nationale identiteit.’

Acceptatie zoeken buiten eigen groep


Dat gebrek aan nationale identiteit maakt ook dat Marokkanen minder hangen aan hun eigen taal. Marokkaanse kleuters, de kinderen van de tweede generatie, hebben volgens het SCP dan ook minder taalachterstand dan Turkse leeftijdsgenoten. ‘Marokkanen verliezen hun taal veel sneller, terwijl de meeste Turken van de tweede generatie nog goed Turks spreken’, zegt De Ruiter. Daarnaast beheersen veel Berbers de schrijftaal van Marokko, het Arabisch, niet. ‘Een Marokkaanse schrijver schrijft daarom in het Nederlands, terwijl een Turk ook in zijn eigen taal kan schrijven. Met name uit Duitsland – dat is een markt op zich – komt veel Turkse literatuur.’
Doordat de Marokkaanse gemeenschap minder hecht is, worden leden van de tweede generatie wel gedwongen zich sneller aan te passen dan Turkse leeftijdgenoten. Ze hebben minder culturele bagage om op terug te vallen. ‘Dat betekent dat ze meer op zoek gaan naar acceptatie buiten de eigen groep. En die krijgen ze soms wel, soms ook niet. Dat leidt tot extremen. Problemen, maar ook tot hele mooie literatuur, zoals bij Benali’, zegt arabist De Ruiter.
Ali B en schrijvers als Benali en Bouazza maken niet alleen gebruik van het Nederlands. ‘Ze maken deel uit van de Nederlandse scene’, zegt Dominique Caubet, hoogleraar Arabisch en Afrikaanse talen aan het Instituut voor oosterse talen en culturen in Parijs. Een cabaretier als Najib Amhali mag dan grappen maken over zijn Marokkaanse achtergrond, zijn werkwijze is volgens de Française door en door Nederlands. ‘Dat geldt alleen al voor het vak cabaretier. Zijn humor is ook typisch Nederlands.’
Caubet raakte geïnteresseerd in de kunst van Marokkanen in Nederland toen ze vorig jaar een tiental schrijvers, rappers, acteurs en kunstenaars interviewde voor een artikel. Ze vond de ontwikkelingen zo interessant dat ze nu na haar boek over Noord-Afrikaanse schrijvers en kunstenaars in Frankrijk, ook een boek over de Marokkaanse culturele elite in Nederland gaat schrijven. ‘Met name het succes van de film Shouf Shouf Habibi heeft mij verbaasd. Omdat de film zo veel bezoekers trok natuurlijk, maar ook omdat de film zo Nederlands was.’
Shouf Shouf Habibi was voor haar een teken dat het steeds beter ging met de Marokkanen in Nederland. ‘Ik wist dat Marokkanen in Nederland een slecht imago hebben, dat het dieven zijn. Ik denk dat een film als Shouf Shouf Habibi, waarin heel veel zelfspot zit, een grote rol speelt bij het veranderen van het imago van Marokkanen.’

Alleen de culturele elite geïntegreerd?
Als de tweede generatie Marokkanen het Nederlands zo goed beheerst, beter zelfs dan andere groepen allochtonen, waarom lijkt dan slechts de culturele elite geïntegreerd? Volgens Fatima Elatik, stadsdeelbestuurder in Amsterdam-Zeeburg mét hoofddoek, is het een misvatting dat veel Marokkanen niet zijn geïntegreerd. ‘Juist bij integratie treden botsingen op. Problemen liggen meteen op straat.’

In de huidige discussie wordt een ‘last hebben van’ bijna gelijkgesteld aan een gebrek aan integratie. Het tegendeel is volgens Elatik waar. ‘De hele integratiediscussie kwam pas op gang toen er een groep van de tweede generatie was waar de straat of de staat overlast van ondervond. De eerste generatie is vaak helemaal niet geïntegreerd, maar omdat niemand last van ze had, was het nooit een issue ’, zegt Elatik. In zeker opzicht heeft zelfs de groep jongens die veel zichtbare overlast veroorzaken, zich aangepast, denkt Majiti. ‘De kleine groep die problemen veroorzaakt, vanwege de zichtbare criminaliteit zoals straatroof, loopt niet in djellaba’s. Die jongens dragen Prada, luisteren naar Puff Daddy en eten bij de Febo of McDonald’s.’

En om maar meteen het volgende misverstand uit de wereld te helpen: die groep is geen kraamkamer van fundamentalisten. Mohammed B. was voordat hij radicaliseerde geen crimineeltje, maar redelijk succesvol en bovenal goed geïntegreerd. Hij moest het Arabisch in de brieven die hij op Van Gogh achterliet, opzoeken in het woordenboek. Nederlands is zijn eerste taal. ‘Mohammed B. is afkomstig uit de grote middengroep. Hij volgde een hbo-opleiding, werkte in het buurthuis. Waarschijnlijk geen jongen met buitengewoon of veel talent, maar ook zeker geen domme jongen en zeer maatschappelijk bewust’, zegt Majiti. ‘Juist in die groep is heel veel onrust. Ze kunnen bij wijze van spreken met hun hand bijna het succes aanraken. Alleen dan lukt het ze bijvoorbeeld niet om een stageplek te regelen.’


Grote middengroep vindt zich goed aangepast


De grote middengroep bestaat volgens Majiti bovendien uit nieuwsconsumenten. De negatieve aandacht in de media en het algemene beeld dat ontstaat over Marokkaanse moslimjongeren doet ze niet alleen erg veel pijn, maar brengen ze ook in verband met het feit dat ze die stageplek of baan niet kunnen krijgen. ‘Ze hebben zich, vinden ze zelf, goed aangepast en vragen zich af wat ze nog meer moeten doen. Assimileren?’ Een enkeling raakt volgens Majiti zo gefrustreerd dat hij zich zoals Mohammed B. totaal afkeert van de Nederlandse maatschappij. Zijn daad is volstrekt verwerpelijk, maar Majiti begrijpt wel waar de frustratie vandaan komt. Hij ergert zich zelf namelijk ook aan de toon van het debat.
‘Die rel vorige week over die imam die Verdonk geen hand wilde geven bijvoorbeeld. Dat wordt enorm opgeblazen, terwijl twintig anderen de minister wel gewoon een hand gaven. Mag je als Marokkaan weer gaan uitleggen waarom "alle" moslimmannen vrouwen geen hand geven.’
Datzelfde lot treft ook schrijvers, muzikanten en voetballers en dat kan behoorlijk vervelend zijn. Zo klaagde Najib Amhali onlangs in Volkskrant Magazine dat interviews steevast over zijn achtergrond gaan en niet over zijn werk. ‘Waarom vraagt niemand naar mijn mening over stand-up comedy ?’
Ook Abdelkader Benali heeft er niet zo veel zin meer in om in radio- en tv-programma’s op te treden als lichtend voorbeeld. ‘Het is behoorlijk vervelend om in de media aangehaald te worden als geslaagd product van de integratie, want ik voel het zelf niet zo. Ik voel mezelf behoorlijk mislukt. Daar zal ik nog een boek over schrijven, met als titel Het Berberlied van Schijn en Wezen.’
Het is vervelend om steeds op hun Marokkaanse achtergrond te worden aangesproken, maar dat is het dan ook: hun carrière bijvoorbeeld, lijdt er niet onder. Majiti: ‘Echt talent laat zich daardoor niet tegenhouden.’ Anders is dat wellicht voor Marokkanen die geen bijzonder talent hebben, maar het wel moeten maken in het bedrijfsleven of zelfs in de politiek. ‘Als ik nu de arbeidsmarkt op zou moeten, weet ik niet of ik hetzelfde zou bereiken’, zegt Elatik.
En Caubet, denkt zij dat het voor Marokkanen in het algemeen moeilijker zal worden om door te breken? ‘Ja. Ik was net met de inleiding van mijn boek bezig en die zal ik moeten herschrijven, want die was heel optimistisch’, zegt Caubet. Maar toch denkt ze niet dat er geen nieuw talent meer zal doorbreken. ‘Hier in Frankrijk is dat ook niet gebeurd. Terwijl hier dezelfde problemen spelen. En moslimterrorisme kennen we hier al sinds de aanslagen van Algerijnse fundamentalisten in de jaren negentig.’

Intermediar, Door Thijs Peters / maandag 29 november 2004

Joesoef
01-12-04, 18:42
Prominenete Marokkanen



Najib Amhali, cabaretier en acteur
Nador, Marokko 1971
Na de acteursopleiding bij de Hoge School voor de Kunsten in Utrecht speelde de in Krommenie opgegroeide Amhali rollen voor tv en op toneel. Nadat een soap hem wilde hebben als kansloze allochtoon, had hij het gehad met typecasting en koos hij voor een carrière als cabaretier. Hij won het Leids cabaretfestival in 1998 en is inmiddels toe aan zijn derde avondvullende programma. Acteren doet hij er tegenwoordig bij. Zo speelde hij een rol in Shouf Shouf Habibi en de door Theo van Gogh geregisseerde tv-serie Najib en Julia.


Mimoun Oaïssa, acteur en scenarioschrijver
Ben-i-Said, Marokko 1975
Na de toneelschool speelde Oaïssa bij toneelgroep Amsterdam en in tv-producties als Klokhuis en de politieserie Spangen. Zijn echte doorbraak was de film Shouf Shouf Habibi waarin hij de rol van ‘Ap’ speelt, een twintigjarige Marokkaan die zijn weg zoekt in de Nederlandse samenleving. Oaïssa speelde niet alleen de hoofdrol, maar bedacht ook het idee voor de film en werkte aan het script.


Hafid Bouazza, schrijver
Oujda, Marokko 1970
Auteur die ook columns schrijft voor NRC Handelsblad en een van de weinige Marokkanen die zich libertaire uitspraken durft te veroorloven. Hij studeerde Arabische taal- en letterkunde, werkte als vertaler en docent en debuteerde in 1996 met de roman De voeten van Abdullah, een verhalenbundel die de E. du Perronprijs won. Bouazza probeert zich in zijn werk te ontworstelen aan het lot van tweede generatie-Marokkanen, maar is tegen wil en dank tot spreekbuis van de groep gebombardeerd. ‘Leve de thuisloosheid’, schreef hij dan ook in het boekenweekessay van 2001.


Nourdin Boukhari, voetballer
Rotterdam, 1980
Boukhari was een echte pleintjesvoetballer toen hij in 1999 bij Sparta als aanvaller begon. Ajax kocht hem drie jaar later, maar verhuurde hem vervolgens aan NAC Breda. Daar speelde hij goed genoeg om weer naar Amsterdam te worden teruggehaald. Al in 2002 zat hij bij de selectie van het Marokkaanse elftal.


Ahmed Aboutaleb, Amsterdams wethouder en loco-burgemeester
Beni Sidel, Marokko 1961
Ook wel ‘politiek-correcte profeet’ en ‘bruggenbouwer’ genoemd. Hij dwong na de dood van Van Gogh respect af door zijn ferme optreden. Zei onder meer dat de Marokkaanse minderheid extremisten in de eigen kring subiet moest melden. Aboutaleb klom op van de lts, mts naar de hts. Hij was jarenlang directeur van het instituut voor culturele ontwikkeling Forum en is nu wethouder van onder meer integratie. De opgerolde Haagse Hofstadgroep had het op hem gemunt. Hij wordt al maanden met de dood bedreigd.


Fatima Elatik, stadsdeelwethouder van het Amsterdamse Zeeburg
Amsterdam, 1973
Praatgrage moslima met hoofddoek die binnen de Amsterdamse PvdA en de media het Marokkaanse volksdeel vertegenwoordigt. Groeide op in de Amsterdamse Rivierenbuurt, deed mavo, havo en toen hbo biologie en kwam te werken in het kabinet van de burgemeester. Na een jaar ging ze voor de PvdA in de gemeenteraad. Van Gogh beschouwde haar als het prototype van de excuus-Marokkaan. De ‘domme gans’ noemde hij haar steevast. Elatik wordt beveiligd sinds ze na een inbraak op het stadsdeelkantoor bedreigd werd.


Abdelkader Benali, schrijver
Ighazzazen, Marokko 1975
Slagerszoon Abdelkader Benali kwam op vierjarige leeftijd naar Rotterdam. Zijn eerste boek Bruiloft aan zee verscheen in 1996 en viel vooral op vanwege speelse, vrije omgang met de taal. ‘Dat brengt soms de lezer en redacteuren tot wanhoop’, zegt hij zelf. Met De Langverwachte won hij in 2003 de Libris Literatuurprijs. ‘De factoren die geleid hebben tot mijn succes waren een behoorlijke geldingsdrang en een behoefte aan vaste inkomsten.’ Aan dat laatste heeft hij inmiddels geen gebrek, aangezien zijn boeken in veel talen vertaald zijn.


Khalid Sinouh, voetballer
Amsterdam, 1975
Keeper van RKC Waalwijk. Sinouh begon ooit op het doel in Haarlem en heeft het inmiddels geschopt tot Marokkaans international. In tegenstelling tot de meeste Marokkanen in Nederland komt hij uit een gegoede familie. Zijn vader werkt aan de universiteit en een van zijn ooms is advocaat en mensenrechtenactivist in Marokko. Sinouh ging na de moord op Van Gogh bij Barend en Van Dorp aan tafel zitten omdat hij duidelijk wilde maken dat je de niet hele Marokkaanse gemeenschap verantwoordelijk kunt stellen voor de daad van één gek.

Joesoef
01-12-04, 18:42
Hoogopgeleid, maar allochtoon

Dat allochtonen vaker werkloos zijn dan autochtonen, omdat ze nu eenmaal lager zijn opgeleid, is een fabeltje. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).


Van de hoogopgeleide allochtonen is maar liefst tien procent werkloos, tegenover drie procent van de autochtone hoogopgeleiden. Het opleidingsniveau is dus nauwelijks van invloed op de werkloosheid onder migranten. Het verschil tussen hoog- en laagopgeleide allochtonen is maar drie procentpunt: tien tegen dertien procent. Bij autochtonen doet de hoogte van de opleiding er meer toe.

Laagopgeleide autochtonen zijn bijna twee keer zo vaak werkloos als hoger opgeleide werknemers. Aan het soort opleiding kan het verschil in werkloosheid onder hoogopgeleide allochtonen en autochtonen niet liggen. Allochtonen kiezen opvallend vaak voor een studie economie of recht (wel bijna vijftien procentpunt meer dan andere studenten) - toch niet de studies met de somberste vooruitzichten. Waar komt het dan wel door? Worden allochtonen gediscrimineerd? Merken werving- en selectiebureaus bijvoorbeeld dat deze groep moeilijker te bemiddelen is?

Amper diversiteitsbeleid
Stefan Heines van bureau GITP komt ze eigenlijk nauwelijks tegen en vindt dat jammer. 'Het gevaar is dat je binnen een bedrijf een soort eenheidsworst krijgt - allemaal dezelfde werknemers. Toch zijn maar weinig bedrijven bezig met diversiteit.' Maar allochtonen kunnen toch zelf reageren op vacatures van selectiebureaus? 'Bij ons doen ze het niet. Misschien dat ze de drempel te hoog vinden. Denken ze: er zit nog een selectiebureau tussen, dus laat maar.' Die ervaring heeft Content Executive Recruitment niet. Lara Erdtsieck, die jong talent werft voor salesfuncties en traineeships, krijgt veel reacties van allochtonen. 'Maar dat heeft duidelijk ook met het vakgebied te maken. Veel allochtone jongens hebben een vader in de detailhandel. Ze hebben het handelen meegekregen, hebben een snelle babbel en kunnen goed verkopen, maar willen niet in een winkel staan. Veel van die jongens gaan commerciële economie studeren.'

Overgenomen uit Intermediair, 27 november 2003

barfly
01-12-04, 19:45
Men vergeet Khalid Bouhlarouz hij speelt voor Nederland en verdient het dagelijks brood in Duitsland bij, ik meen, HSV en de Duitsers zien 'em terecht als heel goeie verdediger. :duim:

louise_louise
02-12-04, 09:24
Lezenswaardig!


Geplaatst door Joesoef
Succesvol en Marokkaan

Ze zijn vaker crimineel, schoolverlater en zelfs fundamentalist. Tegelijkertijd zijn er ook relatief veel jonge Marokkanen die het schoppen tot succesvol schrijver, voetballer of muzikant. Een generatie in spagaat.

‘Even lekker stappen had voor hem geen zin. Dat was de reden waarom hij ook altijd buiten hing. Lekker chillen met zijn matties hij deed zijn ding. Ging niet naar een discotheek want hij kwam er niet in.’ Hier spreekt geen gefrustreerde hangjongere, maar Ali B, Nederlands meest succesvolle rapper. Populair bij Ahmed en Fatima, maar ook bij Sabine en Thomas.

‘En da’s helemaal niet goed voor mijn street credibility’, constateert het voormalige straatschoffie uit Amsterdam-Oost in zijn nieuwste theatershow, waarvan de voorstellingen steevast zijn uitverkocht. ‘Een hit met Marco Borsato, wég street credibility. Een huis in Almere, optredens voor witte dertigers, shit, mijn street credibility is hélémaal weg.’

Ali B is lang niet de enige Marokkaanse artiest die succes heeft bij het Nederlands publiek. Cabaretier Najib Amhali kreeg Carré vol, iets waar menig Nederlandse collega alleen van droomt. De film Shouf Shouf Habibi trok 320 duizend bioscoopbezoekers, waarmee het een van de meest succesvolle Nederlandse films van dit jaar is.

Succes dankzij afkomst?


Het begon halverwege de jaren negentig met schrijvers als Hafid Bouazza en Abdelkader Benali. Sindsdien blinken steeds meer Marokkanen – geboren tussen 1970 en 1982 – uit als schrijver, muzikant, acteur of voetballer. In het begin werd hun nog wel eens verweten dat ze hun succes vooral te danken hadden aan hun afkomst.

Zo zouden uitgevers iedere allochtone schrijver met een beetje talent meteen uitgeven, maar dat verwijt gaat al lang niet meer op – als het dat al ooit deed. Uitgevers blijven slechte schrijvers niet de hand boven het hoofd houden, net zo min als trainers slechte voetballers blijven opstellen. Alleen politici van Marokkaanse origine worden tegenwoordig af en toe nog voor ‘beroepsallochtoon’ uitgemaakt.

Het succes van de Marokkaanse culturele elite springt des te meer in het oog, omdat het schril afsteekt bij het beroerde imago van ‘de Marokkaanse jongere’: werkloos, crimineel en, sinds kort, terrorist. Een imago dat in elk geval deels overeenstemt met de werkelijkheid. Op de Antillianen na kent geen bevolkingsgroep zo veel gevangenen per duizend inwoners (960 gedetineerden per duizend inwoners in 2002; het landelijk gemiddelde in dat jaar was 64, bron: CBS). En daarbij blijken Marokkaanse jongeren veel vatbaarder voor moslimfundamentalisme dan bijvoorbeeld hun Turkse leeftijdgenoten. Hoe kan het dat deze generatie tegelijkertijd literaire prijzen in de wacht sleept, voetballers levert in de eredivisie en succesvol is als muzikant en acteur? En ook dat weer meer dan Turkse leeftijdgenoten?

Speling van het lot of ´de integratie´?


Succesvol Marokkaan van het eerste uur schrijver Abdelkader Benali heeft er niet zo snel een antwoord op. ‘Zijn die Marokkanen nou zo voorlijk of zijn die andere groepen zo achterlijk? Is die Marokkaans-Nederlandse combinatie niet gewoon een speling van het lot, een tragisch misverstand dat eens in de zoveel tijd plaatsvindt in het mensenlandschap? Een beetje zoals de Duits-joodse mix of de Brits-Indiase.’
Benali is vaker gewezen op het succes van Marokkanen bij het Nederlandse publiek. ‘Ik heb ooit eens gehoord dat in de Surinaamse gemeenschap het verhaal ging dat men (de Nederlanders, TP) die Marokkanen wel in het vizier had. Ze gingen zo snel en wisten een groter publiek te bereiken.’ Maar, vraagt hij zich af, ‘van wie kun je in dit prille stadium zeggen dat het blijvertjes zijn? Ali B, Bouazza, El Bezaz, Oaïssa? En als we toch aan het generaliseren zijn: opvallend is wel dat je onder Turken veel sterke, uitgekookte en kalme bestuurders tegenkomt.’
‘De tweede generatie Marokkanen is de best geïntegreerde groep na de Surinamers, Antillianen en Molukkers ’, zegt Rachid Majiti. De MBA-student in Fontainebleau en voormalig lid van het Marokkaans-Nederlands interactieteam jeugd wordt vaak door media en bestuurders gevraagd om zijn mening, als het gaat om Marokkaanse jongeren. Zelfs Le Figaro en de Financial Times, vragen Majiti, die voor zijn MBA bij McKinsey werkte, om commentaar op de Nederlandse situatie. Dat er veel Marokkaans talent over de velden snelt, literaire prijzen in de wacht sleept en volle zalen trekt, is volgens hem een uitvloeisel van succesvol integreren.

Marokkanen hoog op integratieladder


Marokkanen goed geïntegreerd? Het lijkt vloeken in de kerk. Het zijn immers die ‘kut-Marokkanen’ die overlast veroorzaken en het was een Marokkaan die Theo van Gogh doodschoot. Toch heeft Majiti een punt. Marokkanen zijn wel degelijk beter geïntegreerd dan Turken. Dat blijkt tenminste uit een rapport dat in opdracht van minister Rita Verdonk voor Integratie is opgesteld. Op de ‘integratieladder’ doen de tweede en derde generatie Marokkanen het beter dan hun Turkse leeftijdgenoten. Terwijl ‘we’ van die laatste groep veel minder ‘last’ hebben.
‘Marokkanen gaan in hun vrije tijd meer om met autochtonen dan Turken of Chinezen, die veel meer op hun eigen groep gericht zijn’, zegt Jaco Dagevos van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Maar dat heeft ook nadelen. ‘Problemen liggen eerder op straat. Van een meer gesloten gemeenschap als de Turkse heb je als allochtoon en samenleving minder "last". Niet dat er geen problemen zijn bij die andere gemeenschappen. Het is alleen minder zichtbaar. Onder Chinezen bijvoorbeeld komt heel veel gokverslaving voor.’
Het verschil tussen Marokkanen en Turken – de twee groepen zijn ongeveer even groot en even lang in Nederland – is dat de tweede groep veel hechter is dan de eerste, constateert arabist Jan Jaap de Ruiter van de Universiteit van Tilburg. ‘Veel Marokkanen in Nederland zijn Berbers uit het noorden en oosten. Dat zijn regio’s die door de overheid in Rabat zijn verwaarloosd. Ze hebben niet zo veel op met hun nationale identiteit. Hun identiteit ontlenen ze meer aan de islam. Turken hebben juist een heel sterke nationale identiteit.’

Acceptatie zoeken buiten eigen groep


Dat gebrek aan nationale identiteit maakt ook dat Marokkanen minder hangen aan hun eigen taal. Marokkaanse kleuters, de kinderen van de tweede generatie, hebben volgens het SCP dan ook minder taalachterstand dan Turkse leeftijdsgenoten. ‘Marokkanen verliezen hun taal veel sneller, terwijl de meeste Turken van de tweede generatie nog goed Turks spreken’, zegt De Ruiter. Daarnaast beheersen veel Berbers de schrijftaal van Marokko, het Arabisch, niet. ‘Een Marokkaanse schrijver schrijft daarom in het Nederlands, terwijl een Turk ook in zijn eigen taal kan schrijven. Met name uit Duitsland – dat is een markt op zich – komt veel Turkse literatuur.’
Doordat de Marokkaanse gemeenschap minder hecht is, worden leden van de tweede generatie wel gedwongen zich sneller aan te passen dan Turkse leeftijdgenoten. Ze hebben minder culturele bagage om op terug te vallen. ‘Dat betekent dat ze meer op zoek gaan naar acceptatie buiten de eigen groep. En die krijgen ze soms wel, soms ook niet. Dat leidt tot extremen. Problemen, maar ook tot hele mooie literatuur, zoals bij Benali’, zegt arabist De Ruiter.
Ali B en schrijvers als Benali en Bouazza maken niet alleen gebruik van het Nederlands. ‘Ze maken deel uit van de Nederlandse scene’, zegt Dominique Caubet, hoogleraar Arabisch en Afrikaanse talen aan het Instituut voor oosterse talen en culturen in Parijs. Een cabaretier als Najib Amhali mag dan grappen maken over zijn Marokkaanse achtergrond, zijn werkwijze is volgens de Française door en door Nederlands. ‘Dat geldt alleen al voor het vak cabaretier. Zijn humor is ook typisch Nederlands.’
Caubet raakte geïnteresseerd in de kunst van Marokkanen in Nederland toen ze vorig jaar een tiental schrijvers, rappers, acteurs en kunstenaars interviewde voor een artikel. Ze vond de ontwikkelingen zo interessant dat ze nu na haar boek over Noord-Afrikaanse schrijvers en kunstenaars in Frankrijk, ook een boek over de Marokkaanse culturele elite in Nederland gaat schrijven. ‘Met name het succes van de film Shouf Shouf Habibi heeft mij verbaasd. Omdat de film zo veel bezoekers trok natuurlijk, maar ook omdat de film zo Nederlands was.’
Shouf Shouf Habibi was voor haar een teken dat het steeds beter ging met de Marokkanen in Nederland. ‘Ik wist dat Marokkanen in Nederland een slecht imago hebben, dat het dieven zijn. Ik denk dat een film als Shouf Shouf Habibi, waarin heel veel zelfspot zit, een grote rol speelt bij het veranderen van het imago van Marokkanen.’

Alleen de culturele elite geïntegreerd?
Als de tweede generatie Marokkanen het Nederlands zo goed beheerst, beter zelfs dan andere groepen allochtonen, waarom lijkt dan slechts de culturele elite geïntegreerd? Volgens Fatima Elatik, stadsdeelbestuurder in Amsterdam-Zeeburg mét hoofddoek, is het een misvatting dat veel Marokkanen niet zijn geïntegreerd. ‘Juist bij integratie treden botsingen op. Problemen liggen meteen op straat.’

In de huidige discussie wordt een ‘last hebben van’ bijna gelijkgesteld aan een gebrek aan integratie. Het tegendeel is volgens Elatik waar. ‘De hele integratiediscussie kwam pas op gang toen er een groep van de tweede generatie was waar de straat of de staat overlast van ondervond. De eerste generatie is vaak helemaal niet geïntegreerd, maar omdat niemand last van ze had, was het nooit een issue ’, zegt Elatik. In zeker opzicht heeft zelfs de groep jongens die veel zichtbare overlast veroorzaken, zich aangepast, denkt Majiti. ‘De kleine groep die problemen veroorzaakt, vanwege de zichtbare criminaliteit zoals straatroof, loopt niet in djellaba’s. Die jongens dragen Prada, luisteren naar Puff Daddy en eten bij de Febo of McDonald’s.’

En om maar meteen het volgende misverstand uit de wereld te helpen: die groep is geen kraamkamer van fundamentalisten. Mohammed B. was voordat hij radicaliseerde geen crimineeltje, maar redelijk succesvol en bovenal goed geïntegreerd. Hij moest het Arabisch in de brieven die hij op Van Gogh achterliet, opzoeken in het woordenboek. Nederlands is zijn eerste taal. ‘Mohammed B. is afkomstig uit de grote middengroep. Hij volgde een hbo-opleiding, werkte in het buurthuis. Waarschijnlijk geen jongen met buitengewoon of veel talent, maar ook zeker geen domme jongen en zeer maatschappelijk bewust’, zegt Majiti. ‘Juist in die groep is heel veel onrust. Ze kunnen bij wijze van spreken met hun hand bijna het succes aanraken. Alleen dan lukt het ze bijvoorbeeld niet om een stageplek te regelen.’


Grote middengroep vindt zich goed aangepast


De grote middengroep bestaat volgens Majiti bovendien uit nieuwsconsumenten. De negatieve aandacht in de media en het algemene beeld dat ontstaat over Marokkaanse moslimjongeren doet ze niet alleen erg veel pijn, maar brengen ze ook in verband met het feit dat ze die stageplek of baan niet kunnen krijgen. ‘Ze hebben zich, vinden ze zelf, goed aangepast en vragen zich af wat ze nog meer moeten doen. Assimileren?’ Een enkeling raakt volgens Majiti zo gefrustreerd dat hij zich zoals Mohammed B. totaal afkeert van de Nederlandse maatschappij. Zijn daad is volstrekt verwerpelijk, maar Majiti begrijpt wel waar de frustratie vandaan komt. Hij ergert zich zelf namelijk ook aan de toon van het debat.
‘Die rel vorige week over die imam die Verdonk geen hand wilde geven bijvoorbeeld. Dat wordt enorm opgeblazen, terwijl twintig anderen de minister wel gewoon een hand gaven. Mag je als Marokkaan weer gaan uitleggen waarom "alle" moslimmannen vrouwen geen hand geven.’
Datzelfde lot treft ook schrijvers, muzikanten en voetballers en dat kan behoorlijk vervelend zijn. Zo klaagde Najib Amhali onlangs in Volkskrant Magazine dat interviews steevast over zijn achtergrond gaan en niet over zijn werk. ‘Waarom vraagt niemand naar mijn mening over stand-up comedy ?’
Ook Abdelkader Benali heeft er niet zo veel zin meer in om in radio- en tv-programma’s op te treden als lichtend voorbeeld. ‘Het is behoorlijk vervelend om in de media aangehaald te worden als geslaagd product van de integratie, want ik voel het zelf niet zo. Ik voel mezelf behoorlijk mislukt. Daar zal ik nog een boek over schrijven, met als titel Het Berberlied van Schijn en Wezen.’
Het is vervelend om steeds op hun Marokkaanse achtergrond te worden aangesproken, maar dat is het dan ook: hun carrière bijvoorbeeld, lijdt er niet onder. Majiti: ‘Echt talent laat zich daardoor niet tegenhouden.’ Anders is dat wellicht voor Marokkanen die geen bijzonder talent hebben, maar het wel moeten maken in het bedrijfsleven of zelfs in de politiek. ‘Als ik nu de arbeidsmarkt op zou moeten, weet ik niet of ik hetzelfde zou bereiken’, zegt Elatik.
En Caubet, denkt zij dat het voor Marokkanen in het algemeen moeilijker zal worden om door te breken? ‘Ja. Ik was net met de inleiding van mijn boek bezig en die zal ik moeten herschrijven, want die was heel optimistisch’, zegt Caubet. Maar toch denkt ze niet dat er geen nieuw talent meer zal doorbreken. ‘Hier in Frankrijk is dat ook niet gebeurd. Terwijl hier dezelfde problemen spelen. En moslimterrorisme kennen we hier al sinds de aanslagen van Algerijnse fundamentalisten in de jaren negentig.’

Intermediar, Door Thijs Peters / maandag 29 november 2004

David
02-12-04, 09:29
La Haoud is vergeten!

kspeciaal
02-12-04, 09:58
Geplaatst door Joesoef
Prominenete Marokkanen


Ahmed Aboutaleb, Amsterdams wethouder en loco-burgemeester
Beni Sidel, Marokko 1961
Ook wel ‘politiek-correcte profeet’ en ‘bruggenbouwer’ genoemd. Hij dwong na de dood van Van Gogh respect af door zijn ferme optreden. Zei onder meer dat de Marokkaanse minderheid extremisten in de eigen kring subiet moest melden. Aboutaleb klom op van de lts, mts naar de hts. Hij was jarenlang directeur van het instituut voor culturele ontwikkeling Forum en is nu wethouder van onder meer integratie. De opgerolde Haagse Hofstadgroep had het op hem gemunt. Hij wordt al maanden met de dood bedreigd.



Een kelin onderzoekje op de maandagochtend!
Ik heb in Google Mohammed B en Ahmed Aboutaleb ingetoetst. Resultaten:

Resultaten 1 - 10 van circa 911.000 voor mohammed B (0,05 seconden

Resultaten 1 - 10 van circa 7.100 voor Ahmed Aboutaleb (0,26 seconden)

Wie is nu prominent? Je mist toch de belangrijkste op je lijst Joesoef??

Goodnight
02-12-04, 10:49
Geplaatst door Joesoef
Succesvol en Marokkaan

Ze zijn vaker crimineel, schoolverlater en zelfs fundamentalist. Tegelijkertijd zijn er ook relatief veel jonge Marokkanen die het schoppen tot succesvol schrijver, voetballer of muzikant. Een generatie in spagaat.

‘Even lekker stappen had voor hem geen zin. Dat was de reden waarom hij ook altijd buiten hing. Lekker chillen met zijn matties hij deed zijn ding. Ging niet naar een discotheek want hij kwam er niet in.’ Hier spreekt geen gefrustreerde hangjongere, maar Ali B, Nederlands meest succesvolle rapper. Populair bij Ahmed en Fatima, maar ook bij Sabine en Thomas.

‘En da’s helemaal niet goed voor mijn street credibility’, constateert het voormalige straatschoffie uit Amsterdam-Oost in zijn nieuwste theatershow, waarvan de voorstellingen steevast zijn uitverkocht. ‘Een hit met Marco Borsato, wég street credibility. Een huis in Almere, optredens voor witte dertigers, shit, mijn street credibility is hélémaal weg.’

Ali B is lang niet de enige Marokkaanse artiest die succes heeft bij het Nederlands publiek. Cabaretier Najib Amhali kreeg Carré vol, iets waar menig Nederlandse collega alleen van droomt. De film Shouf Shouf Habibi trok 320 duizend bioscoopbezoekers, waarmee het een van de meest succesvolle Nederlandse films van dit jaar is.

Succes dankzij afkomst?


Het begon halverwege de jaren negentig met schrijvers als Hafid Bouazza en Abdelkader Benali. Sindsdien blinken steeds meer Marokkanen – geboren tussen 1970 en 1982 – uit als schrijver, muzikant, acteur of voetballer. In het begin werd hun nog wel eens verweten dat ze hun succes vooral te danken hadden aan hun afkomst.

Zo zouden uitgevers iedere allochtone schrijver met een beetje talent meteen uitgeven, maar dat verwijt gaat al lang niet meer op – als het dat al ooit deed. Uitgevers blijven slechte schrijvers niet de hand boven het hoofd houden, net zo min als trainers slechte voetballers blijven opstellen. Alleen politici van Marokkaanse origine worden tegenwoordig af en toe nog voor ‘beroepsallochtoon’ uitgemaakt.

Het succes van de Marokkaanse culturele elite springt des te meer in het oog, omdat het schril afsteekt bij het beroerde imago van ‘de Marokkaanse jongere’: werkloos, crimineel en, sinds kort, terrorist. Een imago dat in elk geval deels overeenstemt met de werkelijkheid. Op de Antillianen na kent geen bevolkingsgroep zo veel gevangenen per duizend inwoners (960 gedetineerden per duizend inwoners in 2002; het landelijk gemiddelde in dat jaar was 64, bron: CBS). En daarbij blijken Marokkaanse jongeren veel vatbaarder voor moslimfundamentalisme dan bijvoorbeeld hun Turkse leeftijdgenoten. Hoe kan het dat deze generatie tegelijkertijd literaire prijzen in de wacht sleept, voetballers levert in de eredivisie en succesvol is als muzikant en acteur? En ook dat weer meer dan Turkse leeftijdgenoten?

Speling van het lot of ´de integratie´?


Succesvol Marokkaan van het eerste uur schrijver Abdelkader Benali heeft er niet zo snel een antwoord op. ‘Zijn die Marokkanen nou zo voorlijk of zijn die andere groepen zo achterlijk? Is die Marokkaans-Nederlandse combinatie niet gewoon een speling van het lot, een tragisch misverstand dat eens in de zoveel tijd plaatsvindt in het mensenlandschap? Een beetje zoals de Duits-joodse mix of de Brits-Indiase.’
Benali is vaker gewezen op het succes van Marokkanen bij het Nederlandse publiek. ‘Ik heb ooit eens gehoord dat in de Surinaamse gemeenschap het verhaal ging dat men (de Nederlanders, TP) die Marokkanen wel in het vizier had. Ze gingen zo snel en wisten een groter publiek te bereiken.’ Maar, vraagt hij zich af, ‘van wie kun je in dit prille stadium zeggen dat het blijvertjes zijn? Ali B, Bouazza, El Bezaz, Oaïssa? En als we toch aan het generaliseren zijn: opvallend is wel dat je onder Turken veel sterke, uitgekookte en kalme bestuurders tegenkomt.’
‘De tweede generatie Marokkanen is de best geïntegreerde groep na de Surinamers, Antillianen en Molukkers ’, zegt Rachid Majiti. De MBA-student in Fontainebleau en voormalig lid van het Marokkaans-Nederlands interactieteam jeugd wordt vaak door media en bestuurders gevraagd om zijn mening, als het gaat om Marokkaanse jongeren. Zelfs Le Figaro en de Financial Times, vragen Majiti, die voor zijn MBA bij McKinsey werkte, om commentaar op de Nederlandse situatie. Dat er veel Marokkaans talent over de velden snelt, literaire prijzen in de wacht sleept en volle zalen trekt, is volgens hem een uitvloeisel van succesvol integreren.

Marokkanen hoog op integratieladder


Marokkanen goed geïntegreerd? Het lijkt vloeken in de kerk. Het zijn immers die ‘kut-Marokkanen’ die overlast veroorzaken en het was een Marokkaan die Theo van Gogh doodschoot. Toch heeft Majiti een punt. Marokkanen zijn wel degelijk beter geïntegreerd dan Turken. Dat blijkt tenminste uit een rapport dat in opdracht van minister Rita Verdonk voor Integratie is opgesteld. Op de ‘integratieladder’ doen de tweede en derde generatie Marokkanen het beter dan hun Turkse leeftijdgenoten. Terwijl ‘we’ van die laatste groep veel minder ‘last’ hebben.
‘Marokkanen gaan in hun vrije tijd meer om met autochtonen dan Turken of Chinezen, die veel meer op hun eigen groep gericht zijn’, zegt Jaco Dagevos van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Maar dat heeft ook nadelen. ‘Problemen liggen eerder op straat. Van een meer gesloten gemeenschap als de Turkse heb je als allochtoon en samenleving minder "last". Niet dat er geen problemen zijn bij die andere gemeenschappen. Het is alleen minder zichtbaar. Onder Chinezen bijvoorbeeld komt heel veel gokverslaving voor.’
Het verschil tussen Marokkanen en Turken – de twee groepen zijn ongeveer even groot en even lang in Nederland – is dat de tweede groep veel hechter is dan de eerste, constateert arabist Jan Jaap de Ruiter van de Universiteit van Tilburg. ‘Veel Marokkanen in Nederland zijn Berbers uit het noorden en oosten. Dat zijn regio’s die door de overheid in Rabat zijn verwaarloosd. Ze hebben niet zo veel op met hun nationale identiteit. Hun identiteit ontlenen ze meer aan de islam. Turken hebben juist een heel sterke nationale identiteit.’

Acceptatie zoeken buiten eigen groep


Dat gebrek aan nationale identiteit maakt ook dat Marokkanen minder hangen aan hun eigen taal. Marokkaanse kleuters, de kinderen van de tweede generatie, hebben volgens het SCP dan ook minder taalachterstand dan Turkse leeftijdsgenoten. ‘Marokkanen verliezen hun taal veel sneller, terwijl de meeste Turken van de tweede generatie nog goed Turks spreken’, zegt De Ruiter. Daarnaast beheersen veel Berbers de schrijftaal van Marokko, het Arabisch, niet. ‘Een Marokkaanse schrijver schrijft daarom in het Nederlands, terwijl een Turk ook in zijn eigen taal kan schrijven. Met name uit Duitsland – dat is een markt op zich – komt veel Turkse literatuur.’
Doordat de Marokkaanse gemeenschap minder hecht is, worden leden van de tweede generatie wel gedwongen zich sneller aan te passen dan Turkse leeftijdgenoten. Ze hebben minder culturele bagage om op terug te vallen. ‘Dat betekent dat ze meer op zoek gaan naar acceptatie buiten de eigen groep. En die krijgen ze soms wel, soms ook niet. Dat leidt tot extremen. Problemen, maar ook tot hele mooie literatuur, zoals bij Benali’, zegt arabist De Ruiter.
Ali B en schrijvers als Benali en Bouazza maken niet alleen gebruik van het Nederlands. ‘Ze maken deel uit van de Nederlandse scene’, zegt Dominique Caubet, hoogleraar Arabisch en Afrikaanse talen aan het Instituut voor oosterse talen en culturen in Parijs. Een cabaretier als Najib Amhali mag dan grappen maken over zijn Marokkaanse achtergrond, zijn werkwijze is volgens de Française door en door Nederlands. ‘Dat geldt alleen al voor het vak cabaretier. Zijn humor is ook typisch Nederlands.’
Caubet raakte geïnteresseerd in de kunst van Marokkanen in Nederland toen ze vorig jaar een tiental schrijvers, rappers, acteurs en kunstenaars interviewde voor een artikel. Ze vond de ontwikkelingen zo interessant dat ze nu na haar boek over Noord-Afrikaanse schrijvers en kunstenaars in Frankrijk, ook een boek over de Marokkaanse culturele elite in Nederland gaat schrijven. ‘Met name het succes van de film Shouf Shouf Habibi heeft mij verbaasd. Omdat de film zo veel bezoekers trok natuurlijk, maar ook omdat de film zo Nederlands was.’
Shouf Shouf Habibi was voor haar een teken dat het steeds beter ging met de Marokkanen in Nederland. ‘Ik wist dat Marokkanen in Nederland een slecht imago hebben, dat het dieven zijn. Ik denk dat een film als Shouf Shouf Habibi, waarin heel veel zelfspot zit, een grote rol speelt bij het veranderen van het imago van Marokkanen.’

Alleen de culturele elite geïntegreerd?
Als de tweede generatie Marokkanen het Nederlands zo goed beheerst, beter zelfs dan andere groepen allochtonen, waarom lijkt dan slechts de culturele elite geïntegreerd? Volgens Fatima Elatik, stadsdeelbestuurder in Amsterdam-Zeeburg mét hoofddoek, is het een misvatting dat veel Marokkanen niet zijn geïntegreerd. ‘Juist bij integratie treden botsingen op. Problemen liggen meteen op straat.’

In de huidige discussie wordt een ‘last hebben van’ bijna gelijkgesteld aan een gebrek aan integratie. Het tegendeel is volgens Elatik waar. ‘De hele integratiediscussie kwam pas op gang toen er een groep van de tweede generatie was waar de straat of de staat overlast van ondervond. De eerste generatie is vaak helemaal niet geïntegreerd, maar omdat niemand last van ze had, was het nooit een issue ’, zegt Elatik. In zeker opzicht heeft zelfs de groep jongens die veel zichtbare overlast veroorzaken, zich aangepast, denkt Majiti. ‘De kleine groep die problemen veroorzaakt, vanwege de zichtbare criminaliteit zoals straatroof, loopt niet in djellaba’s. Die jongens dragen Prada, luisteren naar Puff Daddy en eten bij de Febo of McDonald’s.’

En om maar meteen het volgende misverstand uit de wereld te helpen: die groep is geen kraamkamer van fundamentalisten. Mohammed B. was voordat hij radicaliseerde geen crimineeltje, maar redelijk succesvol en bovenal goed geïntegreerd. Hij moest het Arabisch in de brieven die hij op Van Gogh achterliet, opzoeken in het woordenboek. Nederlands is zijn eerste taal. ‘Mohammed B. is afkomstig uit de grote middengroep. Hij volgde een hbo-opleiding, werkte in het buurthuis. Waarschijnlijk geen jongen met buitengewoon of veel talent, maar ook zeker geen domme jongen en zeer maatschappelijk bewust’, zegt Majiti. ‘Juist in die groep is heel veel onrust. Ze kunnen bij wijze van spreken met hun hand bijna het succes aanraken. Alleen dan lukt het ze bijvoorbeeld niet om een stageplek te regelen.’


Grote middengroep vindt zich goed aangepast


De grote middengroep bestaat volgens Majiti bovendien uit nieuwsconsumenten. De negatieve aandacht in de media en het algemene beeld dat ontstaat over Marokkaanse moslimjongeren doet ze niet alleen erg veel pijn, maar brengen ze ook in verband met het feit dat ze die stageplek of baan niet kunnen krijgen. ‘Ze hebben zich, vinden ze zelf, goed aangepast en vragen zich af wat ze nog meer moeten doen. Assimileren?’ Een enkeling raakt volgens Majiti zo gefrustreerd dat hij zich zoals Mohammed B. totaal afkeert van de Nederlandse maatschappij. Zijn daad is volstrekt verwerpelijk, maar Majiti begrijpt wel waar de frustratie vandaan komt. Hij ergert zich zelf namelijk ook aan de toon van het debat.
‘Die rel vorige week over die imam die Verdonk geen hand wilde geven bijvoorbeeld. Dat wordt enorm opgeblazen, terwijl twintig anderen de minister wel gewoon een hand gaven. Mag je als Marokkaan weer gaan uitleggen waarom "alle" moslimmannen vrouwen geen hand geven.’
Datzelfde lot treft ook schrijvers, muzikanten en voetballers en dat kan behoorlijk vervelend zijn. Zo klaagde Najib Amhali onlangs in Volkskrant Magazine dat interviews steevast over zijn achtergrond gaan en niet over zijn werk. ‘Waarom vraagt niemand naar mijn mening over stand-up comedy ?’
Ook Abdelkader Benali heeft er niet zo veel zin meer in om in radio- en tv-programma’s op te treden als lichtend voorbeeld. ‘Het is behoorlijk vervelend om in de media aangehaald te worden als geslaagd product van de integratie, want ik voel het zelf niet zo. Ik voel mezelf behoorlijk mislukt. Daar zal ik nog een boek over schrijven, met als titel Het Berberlied van Schijn en Wezen.’
Het is vervelend om steeds op hun Marokkaanse achtergrond te worden aangesproken, maar dat is het dan ook: hun carrière bijvoorbeeld, lijdt er niet onder. Majiti: ‘Echt talent laat zich daardoor niet tegenhouden.’ Anders is dat wellicht voor Marokkanen die geen bijzonder talent hebben, maar het wel moeten maken in het bedrijfsleven of zelfs in de politiek. ‘Als ik nu de arbeidsmarkt op zou moeten, weet ik niet of ik hetzelfde zou bereiken’, zegt Elatik.
En Caubet, denkt zij dat het voor Marokkanen in het algemeen moeilijker zal worden om door te breken? ‘Ja. Ik was net met de inleiding van mijn boek bezig en die zal ik moeten herschrijven, want die was heel optimistisch’, zegt Caubet. Maar toch denkt ze niet dat er geen nieuw talent meer zal doorbreken. ‘Hier in Frankrijk is dat ook niet gebeurd. Terwijl hier dezelfde problemen spelen. En moslimterrorisme kennen we hier al sinds de aanslagen van Algerijnse fundamentalisten in de jaren negentig.’

Intermediar, Door Thijs Peters / maandag 29 november 2004

Dat vind ik vreemd: 960 gedetineerden op de 1000?
En die mevrouw weet dat marokkanen dieven zijn?

Ik vind dat een nogal vreemde opmerking.....

mark61
02-12-04, 11:16
Geplaatst door Joesoef
... Op de Antillianen na kent geen bevolkingsgroep zo veel gevangenen per duizend inwoners (960 gedetineerden per duizend inwoners in 2002; het landelijk gemiddelde in dat jaar was 64, bron: CBS).

Dus 96% van de Marokkanen zit in de gevangenis? Goh. Dat er nog prikkers zijn hier. Hoe je het uit je tekstverwerker krijgt, werkelijk...

Maar ik denk toch echt dat Marokkanen oververtegenwoordigd zijn in de gevangenispopulatie. Schaap, doe nog eens de echte cijfers.


....‘Marokkanen verliezen hun taal veel sneller, terwijl de meeste Turken van de tweede generatie nog goed Turks spreken’, zegt De Ruiter. Daarnaast beheersen veel Berbers de schrijftaal van Marokko, het Arabisch, niet. ‘Een Marokkaanse schrijver schrijft daarom in het Nederlands, terwijl een Turk ook in zijn eigen taal kan schrijven. Met name uit Duitsland – dat is een markt op zich – komt veel Turkse literatuur.’

Turken spreken vreselijk slecht Turks. Maar ze doen het wel. De chaotische taalsituatie in Marokko heeft er veel mee te maken, inderdaad. Opvallend is dat er in Turkije, itt. Marokko, heel veel schrijvers en een uitgebreid literair leven is. Een beetje Marokkaan schrijft dacht ik meteen in het Frans, zijn lezerspubliek is grotendeels niet-Marokkaans. Vraag maar s een MarokNLer een Marokkaanse schrijver te noemen.


Doordat de Marokkaanse gemeenschap minder hecht is, worden leden van de tweede generatie wel gedwongen zich sneller aan te passen dan Turkse leeftijdgenoten. Ze hebben minder culturele bagage om op terug te vallen.

Das de theorie. In werkelijkheid hebben Turkse jongeren even weinig culturele bagage. Beiden zijn kinderen van een analfabete generatie. Lezen geen kranten en geen boeken. Dat doen NLjongeren ook niet meer, dus dat spoort prima. Over een jaar of 40 zijn alle kranten in NL failliet, behalve de Metro.



...In de huidige discussie wordt een ‘last hebben van’ bijna gelijkgesteld aan een gebrek aan integratie. Het tegendeel is volgens Elatik waar. ‘De hele integratiediscussie kwam pas op gang toen er een groep van de tweede generatie was waar de straat of de staat overlast van ondervond. De eerste generatie is vaak helemaal niet geïntegreerd, maar omdat niemand last van ze had, was het nooit een issue ’, zegt Elatik.

Yep.


Mohammed B. was voordat hij radicaliseerde geen crimineeltje, maar redelijk succesvol en bovenal goed geïntegreerd.

Waarom blijven ze die onzin verkopen? Dat was hij wel en hij was kansloos werkloos. Wat was die integratie dan? Iedereen lult maar door over een woord zonder betekenis.


De negatieve aandacht in de media en het algemene beeld dat ontstaat over Marokkaanse moslimjongeren doet ze niet alleen erg veel pijn, maar brengen ze ook in verband met het feit dat ze die stageplek of baan niet kunnen krijgen.

Ik maar denken dat de criminelen de voortijdig-schoolverlaters zijn. Er is discriminatie, maar dat heeft volgens mij geen klap met criminaliteit te maken. Hier wordt gesuggereerd dat afgestudeerde MarokNL kernfysici omdat ze geen baan krijgen maar uit roven gaan. Een romantisch, maar onzinnig beeld.

mark61
02-12-04, 11:24
Geplaatst door Joesoef
Hoogopgeleid, maar allochtoon

Dat allochtonen vaker werkloos zijn dan autochtonen, omdat ze nu eenmaal lager zijn opgeleid, is een fabeltje. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Van de hoogopgeleide allochtonen is maar liefst tien procent werkloos, tegenover drie procent van de autochtone hoogopgeleiden. Het opleidingsniveau is dus nauwelijks van invloed op de werkloosheid onder migranten. Het verschil tussen hoog- en laagopgeleide allochtonen is maar drie procentpunt: tien tegen dertien procent. Bij autochtonen doet de hoogte van de opleiding er meer toe.


Wat een ontstellend gelul. De tweede alinea weerspreekt op geen enkele manier de eerste. Zo'n schrijver moet eerst leren statistieken lezen. ALLE allochtonen zijn als groep lager opgeleid dan autochtonen als geheel, al is het verschil bij Surinamers klein.

Wat betekent in godsnaam: Het verschil tussen hoog- en laagopgeleide allochtonen is maar drie procentpunt? De overige 77% is volledig ongeschoold ?

Spookrijder
02-12-04, 13:58
Ook uit de Intermediair geplukt, maar dat ffe terzijde. Vindt het overdreven om deze mensen zeer succesvol te noemen. Ze gedragen zich normaal en hebben goed betaalde banen, wel iets waar je trots op kunt zijn, maar niet iets dat je vanwege je etnische achtergrond de hemel in kunt prijzen. De media concentreert zich teveel op het slechte en af en toe ook met dit soort artikelen op een overdreven soort van 'uitzonderlijke gevallen'. Just be yourself and be proud of that!