NIS
06-12-04, 10:41
Nederlanders worden alsmaar zwaarder. Dat is de uitkomst van een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het percentage volwassenen dat te zwaar is, steeg sinds begin jaren tachtig van 33 naar 47 procent. Onder de jongeren zijn vooral allochtone Nederlanders vaak te dik.
Bijna één op de vier Turkse en Marokkaanse jongeren heeft last van overgewicht. Van de kinderen uit Suriname of de Antillen is zo'n veertien procent te dik. Van de Marokkaanse jongeren zit 13 procent in de gevarenzone. Zij kampen met zogenaamd ernstig overgewicht, waarbij problemen met de gezondheid optreden. Het percentage autochtone jongeren met ernstig overgewicht ligt op 2 procent.
Het CBS onderzocht jongeren tussen twee en de negentien jaar oud. Het onderzoeksbureau ziet een verband tussen dikke kinderen en dikke ouders. Als beide ouders overgewicht hebben, is bijna 35 procent van de kinderen te dik. Als geen sprake is van overgewicht, ligt dat percentage op 9 procent.
Ernstig overgewicht bij kinderen met veel te dikke ouders komt zeven keer zo vaak voor als bij kinderen met ouders die niet te zwaar zijn. Ouders bepalen dan ook in grote mate wat hun kinderen eten en hoeveel ze bewegen.
Bijna één op de vier Turkse en Marokkaanse jongeren heeft last van overgewicht. Van de kinderen uit Suriname of de Antillen is zo'n veertien procent te dik. Van de Marokkaanse jongeren zit 13 procent in de gevarenzone. Zij kampen met zogenaamd ernstig overgewicht, waarbij problemen met de gezondheid optreden. Het percentage autochtone jongeren met ernstig overgewicht ligt op 2 procent.
Het CBS onderzocht jongeren tussen twee en de negentien jaar oud. Het onderzoeksbureau ziet een verband tussen dikke kinderen en dikke ouders. Als beide ouders overgewicht hebben, is bijna 35 procent van de kinderen te dik. Als geen sprake is van overgewicht, ligt dat percentage op 9 procent.
Ernstig overgewicht bij kinderen met veel te dikke ouders komt zeven keer zo vaak voor als bij kinderen met ouders die niet te zwaar zijn. Ouders bepalen dan ook in grote mate wat hun kinderen eten en hoeveel ze bewegen.