PDA

Bekijk Volledige Versie : De Vijfde Macht: De Media.



Orakel
29-12-04, 22:22
'De relatie tussen media en politiek is destructief'


De media roepen de macht ter verantwoording, maar zijn zelf ook een deel van de macht geworden. Dat stelt John Lloyd, redacteur van The Financial Times, die een boek publiceerde over de relatie tussen journalistiek en politiek.


Door onze correspondent Hans Steketee


LONDEN, 9 JULI. In de vroege ochtend van 29 mei 2003 beschuldigde Andrew Gilligan, defensiejournalist van de BBC-radio, premier Blair ervan het land met een moedwillige leugen in de oorlog tegen Irak te hebben gestort. Dat bericht rammelde, voorzichtig gezegd. Toch zou het niet meer dan een voetnoot in de persgeschiedenis zijn gebleven als de publieke omroep het meteen had ingetrokken en excuus had gemaakt. Dat gebeurde niet. Zelfs toen de gaten in Gilligans verhaal intern bekend waren, hield de BBC vol dat het grotendeels juist was.

Waarom? Het ingegroeide cynisme over het politieke bedrijf - de grondhouding dat politici nu eenmaal altijd liegen en draaien - bleek sterker dan de regels van de journalistiek, zegt Financial Times-redacteur John Lloyd. De 'Gilligan-casus', die zou leiden tot de zelfmoord van wapengeleerde David Kelly (Gilligans bron) en het officiële onderzoek door Lord Hutton dat Blair totaal vrijpleitte van liegen, is het uitgangspunt van Lloyds boek What the Media Are Doing to Our Politics. Want de affaire werpt volgens hem ,,een bijzonder licht'' op de verhouding tussen de media en de politieke wereld - de Britse, maar ook die elders in de wereld.

Het wantrouwen en cynisme heeft die verhouding ,,destructief gemaakt'', zei Lloyd gisteren in een gesprek met buitenlandse correspondenten in Londen. Het idee dat de politieke en economische machthebbers ter verantwoording geroepen kunnen worden via een botsing van meningen in de vrije pers is - althans in het Verenigd Koninkrijk - al een paar eeuwen oud. Maar dat heeft intussen geleid tot een paradox: ,,Vrije media zijn essentieel voor de democratie. Maar het uitoefenen van die mediavrijheid kan de democratie ook beschadigen'', zegt Lloyd. De houding dat politici geboren schurken zijn, heeft de instituten en praktijken aangetast van dezelfde democratie die de media hun eigen vrijheid en privileges geeft, betoogt hij.

Niet dat journalisten onderdanig moeten zijn, of hoeven te accepteren dat hun onderwerp hun voorschrijft hoe te handelen. Maar slordige Gilligans die de grens tussen feit en commentaar gemakzuchtig oversteken, bewijzen hun vak en de maatschappij geen dienst. Ook de harde interviewer met een stemmetje in zijn achterhoofd dat permanent zegt ,,Why is this lying bastard lying to me?'' moet zich daar volgens Lloyd rekenschap van geven, omdat zo'n houding leidt tot ontwijkend gedrag en punten scoren, in plaats van helderheid over een onderwerp.

Het is - in het klein - de machtsstrijd tussen politiek en media, die is begonnen met het 'tegels lichten' in de jaren '60 en die volgens hem heeft geleid tot een tweede paradox. ,,De media roepen de macht ter verantwoording, maar zijn in het westen zelf een macht geworden - met een eigen strategie, winstoogmerken en leiders - die niet op dezelfde manier verantwoording hoeft af te leggen.''

Media maken steeds vaker deel uit van internationale entertainment-bedrijven, die allerlei media samenbrengen, van advertenties tot internet-toegang, radio, tv, film, tijdschriften en kranten. ,,Die bedrijven zijn nu veel groter en machtiger en hebben hun eigen winststrategie, die zich ook uitstrekt tot het nieuws. News must pay.''

Dat heeft op zijn beurt geleid tot bezuinigingen op moeizame onderzoeksjournalistiek en het relatief dure, buitenlandse nieuws en tot een nadruk op goedkope en vaak gemakzuchtige commentaar-journalistiek. Bovendien schuift het nieuws zelf in de richting van entertainment, waardoor de ,,complexe, moeilijke nieuwsagenda het aflegt tegen programma's en verhalen die min of meer fictie zijn'', aldus Lloyd.

Door hun toegenomen macht - tv-kijken is de belangrijkste vrijetijdsbesteding geworden - construeren de media elke dag een serie narratives over de wereld, die de traditionele 'verhalen' vervangen: die van het gezin en de familie, tradities, de kerk, vakbonden, politieke partijen, zegt Lloyd. ,,Media claimen de verbeelding en hun identiteit.''

Hun macht over de publieke opinie (en hun minachting voor het parlement) heeft journalisten in het Westen het gevoel gegeven dat ze de 'de ware oppositie' zijn. Ten eerste is het niet zo, omdat ze niet dezelfde verantwoordelijkheden als het parlement hebben. Bovendien oefenen ze die rol volgens hem uit door ,,te kwader trouw'' te zijn en hun lezers en kijkers aan te moedigen in hun wantrouwen. Klagen over 'apathie onder de kiezers' is in dat licht hypocriet.

Dat moet veranderen, vindt Lloyd, maar hoe? ,,Wetgeving heeft geen zin. Want er zou meteen een race ontstaan om die te omzeilen en de overheid krijgt de neiging om de wet steeds verder te verscherpen. De enige manier is via de civic society'' - burgers die zich samen verantwoordelijk voelen voor hun samenleving. ,,Als het doel van de journalistiek is om het openbare leven te belichten, niet om het te degraderen of degenen te minachten die er uitvoering aan geven'', moeten ,,wij als journalisten zelf helpen onze standaarden te verhogen'', zegt hij.

Lloyd trekt een vergelijking met de traditie van slow cooking als tegenwicht voor de instant-eetcultuur, een beweging die benadrukt dat je tijd moet nemen voor het toebereiden en eten van goed voedsel. ,,Het voorbereiden, publiceren en begrijpen van zorgvuldige journalistiek die de werking van de maatschappij uitlegt aan de burgers, kost ook tijd'', zegt Lloyd. ,,Het lijkt een goed moment voor een slow journalism-beweging.''

Of de Britse media daarnaar zullen handelen valt nog te bezien. ,,Alastair Campbell will love this book'', schreef Trevor Kavanagh, de chef van de politieke redactie van The Sun vorige week in Lloyds eigen krant, de FT. Hij verwees ermee naar de klachten van Blairs omstreden ex-mediachef dat de ,,wrede'' Britse media alles verslaan ,,door een prisma van sensatie, schandaal en confrontatie''. Maar de ,,paranoïde'' regering-Blair en zijn ,,leugenachtige'' spin doctors hebben het er volgens Kavanagh zelf naar gemaakt dat ze het vertrouwen van burgers en journalisten hebben verloren.

Ook Lloyds uitgangspunt, de affaire-Gilligan, krijgt volgende week nog een staart. Dan verschijnt het onderzoek door Lord Butler naar het optreden van de inlichtingendiensten in de aanloop naar 'Irak'. Butler zou wel eens kunnen concluderen dat Blair misschien niet heeft gelogen, maar doelbewust veel te vergaande interpretaties over het Iraakse gevaar heeft opengelaten. Dat maakt van Gilligan nog geen goede journalist. Maar het zou ook de politiek een lesje geven.

John Lloyd: What the Media Are Doing to Our Politics. Constable, London, 218 blz; £12,99