PDA

Bekijk Volledige Versie : Wat te velen bezielt, is angst



Orakel
30-12-04, 23:02
2004 / Wat te velen bezielt, is angst
door Jaap de Berg
Trouw, 2004-12-31

,,Ook afgezien van 2 november is het een koud kunstje met nieuws van 2004 te suggereren dat Nederland diep gezonken is.'' Oud-hoofdredacteur Jaap de Berg geeft zijn visie op de gebeurtenissen van het afgelopen jaar.

Naïef zijn we geweest. Toch logen de voortekenen er niet om. In maart meldde de AIVD dat sommige jongeren van Marokkaanse komaf zich leken aan te gorden tot de antiwesterse djihad. Een maand later berichtte dezelfde dienst dat in Nederland zo'n 150 terroristen in spe zich ophielden. Sinds het terreuralarm van 9 juli moesten we rekening houden met een aanslag op, pakweg, Schiphol of de Tweede Kamer. En toch wekte die ene moord op 2 november, naast afgrijzen en verdriet, alom en ook bij mij ongeloof en verbijstering.

Naïef bleven zij die deden alsof Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali aan dolgedraaide djihadfans niet de minste aanleiding hadden gegeven tot een gewelddadig antwoord. Brinkhorst had gelijk: 'Submission' maken was niet verstandig. Winsemius ook, in Trouw: wie geschopt wordt, geeft een keer een trap terug. En grote kans dat het niet bij een trap blijft, als onder de getergden zich door haat verblinde paradijsgangers in hope bevinden. (Voor wie moeite heeft met het verschil tussen verklaren en verontschuldigen: de rituele afslachting van Theo van Gogh blijft een barbaarse, zwaar te bestraffen misdaad.)

Na een shock als op 2 november konden irrationele reacties in brede kring niet uitblijven. Bijna een derde van de autochtonen hield, volgens een peiling van Motivaction, de hele moslimgemeenschap voor de gruweldaad verantwoordelijk. Vier van de tien hoopten dat moslims zich hier niet meer thuis zouden voelen; voor alle zekerheid schonden raddraaiers en rechtse extremisten nog wat scholen en moskeeën. Het zaad van Hirsi Ali, Wilders en hun paladijnen, die 'de islam' afschilderen als een ongeneeslijk inhumane en gevaarlijke godsdienst, viel op maar al te vruchtbare bodem.

Wat te velen bezielt, is angst. Onder moslims is hij nog het meest verklaarbaar. Dat autochtonen een minieme minderheid van terroristen vrezen, is ook zo gek nog niet, al zouden ze meer in hun rats moeten zitten voor de verkeersdoden die een minderheid van de zes miljoen automobilisten op Nederlandse wegen veroorzaakt. Maar om die angst te projecteren op een miljoen moslims, moet je toch een klap van de fortuynistische molen hebben gehad en bekeerd zijn tot het bijgeloof dat 'die vijfde colonne hier de boel komt overnemen'.

Hoe vatbaar Nederlanders zijn voor angst en pessimisme, bleek in oktober uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. De meesten huiveren voor een nabije toekomst waarin ze de samenleving harder, concurrerender en killer zien worden en sociale voorzieningen schaarser en soberder. Tja, zeer velen hebben anno 2004 dan ook weinig meer te winnen en veel te verliezen. Dan wen je niet makkelijk aan de noodzaak het land vergrijzings- en concurrentiebestendig te maken.

Tegen deze achtergrond moest je hopen dat onze kamerleden in de explosieve sfeer na 2 november het hoofd koel hielden, de problemen in de kern aanvatten en zich niet lieten afleiden door uitvergrote incidenten. In plaats daarvan stortten velen zich gretig op een ultraconservatieve imam en een moslim met een doodswens.

De imam weigerde, zoals ook sommige joden, op godsdienstige gronden de hand te reiken aan een vrouw. Hij trof het slecht met minister Verdonk, die trouwens in het voorjaar -toen Pronk haar 'deportatie' van asielzoekers verweet- blijk gaf van een even beperkt incasseringsvermogen als ze zelf aan allochtonen toeschreef. De andere moslim liet zich bij de EO verbaal zodanig knevelen dat hij ten slotte de vrijheid van meningsuiting bijna evenzeer misbruikte als Van Gogh placht te doen.

En dan was er nog het debat over godslastering. Het moet, ongeacht de uitkomst, onder moslims de indruk hebben gewekt dat een kamermeerderheid er niet van wakker ligt als ze in hun geloof worden gekrenkt.

Van het parlement zou je een verstandiger signaal verwachten aan het adres van de zwarte vmbo-school in Amsterdam waar, zo schreef een leraar, veel leerlingen het wel mooi vinden ,,dat nu ook eens 'een van jullie' gepakt'' is. Aan een fundamenteel debat over hoofdzaken waagde de Kamer zich niet. Stof genoeg, toch. In hoeverre noopt een harde en efficiënte bestrijding van extremistische, ontwortelde moslimjongeren ertoe afbreuk te doen aan de rechtsstaat en burgerlijke vrijheden? Kan de gematigde overgrote meerderheid van de allochtonen misschien doeltreffender geapaiseerd, van een besef van achterstelling verlost en voor de zuigkracht van radicalen geïmmuniseerd worden dan met overleg en polsbandjes?

In een debat hierover zou het besef passen dat autochtoon Nederland de problemen aan zichzelf te wijten heeft. Het idee dat moslims hier aan de slag moesten, is niet ontstaan in de mediterrane achterlanden waar 'onze gastarbeiders' vandaan kwamen. Het waren Nederlandse bedrijven en de Nederlandse overheid die de toestroom op gang brachten, en wel zonder de nieuwkomers vriendelijk te verzoeken hun godsdienst en cultuur bij de douane af te geven.

Nu te eisen dat zij en hun nakomelingen daar alsnog afstand van doen, zoals quasi-liberale inquisiteurs verlangen, is tamelijk unfair. (Dat ze zelf moeten meebetalen aan hun inburgering -terecht verplicht gesteld door een overheid die eindelijk het licht heeft gezien- getuigt evenmin van optimale billijkheid.) Te hopen valt, voor alle partijen, dat in 2005 het besef veld wint dat de moslims ook als moslims acceptatie verdienen, voor zover ze zich evenzeer aan de wet houden als de gemiddelde autochtoon. In hoeverre ze zich laten accepteren, zal er mede van afhangen of anderen hun eerlijkheidsterreur -'ik zeg wat ik denk'- weten te beteugelen.

Ook afgezien van 2 november is het een koud kunstje met nieuws van 2004 te suggereren dat Nederland diep gezonken is. In telegramstijl: Amsterdam EU-hoofdstad van de misdaad; vier van de vijf verpleeghuizen onder de maat; proef met vier kinderen in één cel; minstens 200 groepsverkrachtingen door minderjarige jongens; zelfverrijking aan de top, minima verder achteruit; een op de tien fraudeert met huursubsidie; financiële discriminatie van chronisch zieken (no-claimstelsel); top van OCW bedient zich uit de gemeenschapskas; managers 30 procent van hun tijd kwijt aan conflicten. Het is maar een bloemlezinkje.

Zeker, veel gaat wél goed tot zeer goed, al is het een veeg teken dat Trouw daar in een hoofdartikel de aandacht op moest vestigen. Premier Balkenende meent (althans zei) zelfs dat we er nu beter aan toe zijn dan een jaar geleden.

Helaas volstaat verbale massage niet om het vertrouwen in het kabinet te herstellen dat ruim driekwart van de stemgerechtigden goeddeels kwijt is. Een verward en pessimistisch Nederland is vermoedelijk meer gebaat met een regering die visie ontwikkelt en daar blijk van geeft in een langetermijnplan dat alle zorgwekkende dossiers bestrijkt, en wel in onderlinge samenhang: integratie, sociale voorzieningen, milieu en klimaatverandering, arbeidsproductiviteit, inkomensverhoudingen, onderwijs, verkeer en vervoer ('9 miljoen auto's in 2020' -Peijs), gezondheidszorg ('huisartsentekort in 2020 23 procent'-SCP), noem maar op.

Uiteraard kan geen regering dit alles afdoende regelen. Maar er zou al veel gewonnen zijn als het kabinet de burgers liet weten wat zowel de overheid als hun de komende tien, vijftien jaar te doen staat (en waarom). En als het de visie daarachter met verve uitdroeg. En nu we toch met een democratisch verlanglijstje bezig zijn: graag ook een parlement dat zich niet meer in de luren laat leggen, bijvoorbeeld door een machtsblok van ministers, ambtenaren en belangengroepen met een overbodige megahobby als de Betuwelijn.

Voor veel buitenland is geen plaats op deze pagina. In het hoofd van menige lezer vermoedelijk evenmin, want wie kan zoveel globalisering verdragen als de buitenlandpagina's van kranten veronderstellen? (Vele journalisten in elk geval niet, neem dat maar van mij aan.)

Eén dieptepunt was de herverkiezing van de machtigste man ter wereld. Aan de VS heeft de wereld veel te danken, maar helaas ook de prolongatie van een bewind dat in Irak, met valse argumenten bevrijd, de bloedige chaos niet de baas kan en met gruwelbeelden uit de Aboe Ghraib-gevangenis eigener beweging het Midden-Oosten van antipropaganda voorzag. Ook Afghanistan, waar vooral de heroïneproductie bloeit, levert niet het bewijs dat de rol van mondiale politiemacht en vredestichter in spe bij dit Amerikaanse bewind in vertrouwde handen is.

De uitbreiding van de Europese Unie gaf reden tot vreugde. Getemperd werd ze wel, mede door de vrekkige bejegening die de nieuwkomers te beurt valt. Euroscepsis bevorderen de regelneven van de EU ook met hun dwang tot vermarkting van nutsvoorzieningen en hun gemier over glazenwassers en automobilisten met kinderzitjes. Maar wie de geschiedenis van de afgelopen eeuwen doorneemt, mag over het bestaan en de uitbreiding van de unie niet mopperen -integendeel.

Dat mag wel, en flink ook, over de lapzwanserige houding van de EU, ook onder Nederlands voorzitterschap, tegenover de grootschalige slachtingen in Darfur. Genocide mocht het moorden niet heten. Dan zou de unie immers de gewapende handen uit de mouwen moeten steken -een bezigheid die nu aan slecht geëquipeerde Afrikaanse landen is overgelaten.

Nog zoveel meer schreeuwde dit jaar om aandacht van krantenlezers en tv-kijkers: Israël en de Palestijnen, het oprukkende aidsvirus, Congo, Rusland, Georgië, Ivoorkust, Nigeria, Spanje en deze week -met het meeste recht, want daar kunnen we achteraf iéts aan doen- de onvoorstelbare tol van de zondvloed in Zuidoost-Azië (giro 555). Men raadplege verder de rest van deze krant, inclusief het jaaroverzicht.

Misschien mist iemand daarin dat de corrupte Muluzi de sterke man van Zambia is gebleven, dat Paraguay voor het eerst een linkse president heeft gekozen of dat de moslimbeweging Hizb-ut-Tahrir huisgehouden heeft in Turkmenistan. Ik kan het me om twee redenen niet voorstellen. De eerste is dat niemand zich in de hele wereld kan verdiepen; wie het toch probeert, veroordeelt zichzelf geregeld tot borrelpraat. De tweede is dat in de zin van zo-even Zambia vervangen moet worden door Malawi, Paraguay door Uruguay en Turkmenistan door Oezbekistan. Niet opgemerkt? Niemand die het u kwalijk zal nemen.

Maar we zijn allemaal wereldburger genoeg om te vermoeden dat meer dan de halve wereld onze sociale sores graag zou overnemen, als ons welvaartspeil maar in de aanbieding begrepen was. Hopelijk zien we in 2005 ook zelf in dat in elk geval maatschappelijk pessimisme een luxe is die we ons niét moeten permitteren.

En wat de integratie nog betreft, kunnen we ons spiegelen aan zo niet de praktijk dan toch een uitspraak van -geloof het of niet- prins Bernhard, overgeleverd door dominee Carel ter Linden: ,,Je moet nooit denken dat je een haar beter bent dan je medemens''.