PDA

Bekijk Volledige Versie : Extremist wordt je niet in één nacht



Marsipulami
15-01-05, 11:23
Interview / Protocol bestrijdt ontsporing in moskee
door Lodewijk Dros
2005-01-15

,,Wij willen radicalisering vóór zijn'', zegt U. Fatih Dag van de Amsterdamse Aya Sofiamoskee. Hij werkt aan een protocol voor moskeeën die daarmee in een vroeg stadium kunnen signaleren of jongeren extremistische neigingen hebben. Het protocol verschijnt eind januari.


'Extremist word je niet in één nacht'', zegt Fatih Dag (30), voorzitter van de Turkse Aya Sofiamoskee. Als het aan hem ligt, gaan moskeeën jongeren daarom 'volgen' om radicalisering te voorkomen. Als iemand zich 'vreemd begint te gedragen', moet de imam of de moskeevoorzitter ingrijpen en hem weer in het gareel brengen. ,,En als dat allemaal niet werkt, dan schakelen we de politie in.''

Fatih Dag, in het dagelijks leven accountmanager van een uitzendbureau, is een van de ondertekenaars van een 'contract met de samenleving' (zie inzet), waarmee het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes eind vorig jaar landelijk en zelfs internationaal de aandacht trok. Aanleiding was de moord op Theo van Gogh door Mohammed B., een geradicaliseerde moslim.

Bestuurders en moskeeën legden in een overeenkomst de wederzijdse verplichtingen vast. Een ervan: alles doen om te voorkomen dat jongens zich tot moslimextremist ontwikkelen.

Moskeevoorzitter Fatih Dag nam het schrijven van een handleiding daarvoor op zich. Het is niet toevallig dat híj het doet: Dag is lid van Milli Görüs, de Turkse moskeekoepel die de laatste jaren een voorhoederol in Nederland heeft gekregen. De nieuw te bouwen Westermoskee, opvolger van Dags Aya Sofiamoskee, moet volgens Haci Karacaer, directeur van Milli Görüs, de westerse islam gaan ontwikkelen en uitdragen.

Dag: ,,We waren ooit op het Oosten gericht, nu oriënteren we ons op westerse waarden. Ik kan niet ontkennen dat Milli Görüs ooit droomde van een islamitische staat, maar die taal, die slogans en die strategie zijn veranderd. We delen nu de westerse waarden, zijn geen buitenlanders meer, maar Nederlandse burgers.''

Voor hem op tafel in het kantoortje van Dags uitzendbureau ('Vooral voor banen in de bouw en schoonmaak, en productiewerk') ligt een velletje vol aantekeningen. Hij loopt de notities voor wat het 'moskeeprotocol tegen radicalisering' moet worden, nog even langs. ,,We gaan mensen volgen. Ik bedoel niet: als een spion achternalopen, maar kijken wie er in de moskee komt, meedoet aan activiteiten. Een vreemde valt ons meteen op.''

Een Turkse moskee, zegt Dag, heeft naast een gebedsruimte meestal ook een kantine, een theehoek, een ruimte voor jongeren en een voor vrouwen. ,,Marokkanen hebben vaak alleen een gebedsruimte. Vijf minuten vóór het gebed komen mensen binnen, daarna zijn ze zo weer weg. Voor hen is het moeilijker om bezoekers te volgen.''

Het nieuwe protocol wijst op verschillende zaken die op radicalisering kunnen duiden. Fatih Dag: ,,Als iemand zich afzondert achter in de gebedsruimte of bij de thee, een paar jongens om zich heen verzamelt en zijn ideeën probeert over te brengen, en als hij plotseling zwijgt als anderen in de buurt komen, dan gaan we dat in de gaten houden. Lokt iemand steeds felle discussies uit, dan is dat ook iets om op te letten.'' Daarnaast zijn er uiterlijke kenmerken: het gaan dragen van orthodox-religieuze kleding, of het laten staan van een baard.

Ten slotte, zegt Dag terwijl hij op zijn hoofd wijst, ,,wat er daarbinnen gebeurt, dáár gaat het om''.

Welke ideeën kunnen gevaar opleveren? Onlangs moest een functionaris van Milli Görüs opstappen, nadat hij de holocaust in twijfel had getrokken. Fatih Dag: ,,Een handjevol mensen in mijn achterban zegt: Ik houd niet van Joden. Die vonden een gepland bezoek namens een synagoge geen goed idee. Sommige Joden zeggen: Wat moeten al die islamieten hier? Ach, als het daarbij blijft, is er niet veel aan de hand. Als iemand in de moskee antisemitische taal uitslaat, dan spreek ik hem er wel op aan, maar radicalisering vind ik dat niet. Dat denk ik ook bij de Verenigde Staten: toen ik op televisie zag hoe die Amerikaanse soldaat een gewonde Irakees doodschoot, zei ik akelige dingen. Maar dat was na twee dagen over.''

Waar Fatih Dag wél scherp op let is hoe bezoekers over het Westen praten. ,,Volgens sommige islamitische geleerden van eeuwen geleden heb je aan de ene kant moslims, aan de andere kant alle anderen, de vijanden van de islam. Wie zich nu nog zo uitspreekt en dat blijft beweren - daar grijpen we in. Het begint met: die westerlingen deugen niet. Dat kan uit de hand lopen. Dan moeten we praten. ''

Er is nog een belangrijke aanwijzing voor ongewenste ontwikkelingen, zegt Fatih Dag. ,,Dat zo'n jongen zegt: wie niet vijf keer bidt, is een niks, die mag zich geen moslim noemen. Dat is zo onverdraagzaam, dat vind ik eng.''

Twee personen genieten voldoende 'respect' om in te grijpen bij verdacht gedrag, zegt Dag: de moskeevoorzitter en de imam. Dag heeft het nog nooit hoeven doen, maar hij weet dat het lastig is. ,,Je kunt wel zeggen: wegwezen hier, maar dan gaat zo'n jongen zich isoleren. Hij kan met anderen die zulke ideeën hebben, een gevaar worden. We houden ze liever binnen, veranderen hun mentaliteit. Wijzen ze op de gevolgen die hun gedrag op islamgemeenschappen heeft. Schakelen sleutelfiguren in, vrienden, familie. Maar als dat na een paar maanden allemaal niet lukt, dan schakelen we de politie in: nu is het jullie pakkie an.''

Dag denkt dat de Turkse gemeenschap het hierbij makkelijker heeft dan de Marokkaanse. ,,De jongens met wie ik vijftien jaar geleden naar Nederland kwam, zijn allemaal goed terechtgekomen. Dokter, advocaat, ik ben accountmanager. De Turken op betere posities dóén wat voor hun gemeenschap, de Marokkanen hebben zich ervan losgemaakt. Terwijl zij zouden kunnen helpen bij de problemen met jattende en radicaliserende jongens.''

Dag voorziet dat de Marokkaanse moskee in de buurt wat zal tegensputteren bij het protocol. ,,Zij zijn bang om voor politieagent te moeten spelen. Wij zeggen: dit is je verantwoordelijkheid.''