Zwarte Schaap
03-02-05, 00:26
Advies WRR over nieuw mediabeleid:
Aanklagen media moet eenvoudiger
Door een onzer redacteuren
AMSTERDAM, 2 FEBR. Burgers moeten betere mogelijkheden krijgen om media juridisch aan te pakken bij onjuiste berichtgeving. Dagbladuitgevers moeten meer ruimte krijgen op de televisiemarkt. Amusement is niet langer een kerntaak van de publieke omroep.
Dat zijn de belangrijkste aanbevelingen die de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) doet in een vandaag verschenen rapport over het Nederlandse mediabeleid, waarvan delen eerder uitlekten. De WRR pleit ook voor een nieuwe toezichthouder op de mediasector.
Staatssecretaris M. van der Laan (Media) noemt het rapport een goede analyse van de media. ,,De vorm - de krant, de radio, de tv - staat niet meer centraal, maar de functie en de inhoud.''
De intensieve bemoeienis van de overheid met de publieke omroepen in Hilversum is achterhaald, vindt de WRR. Uitzenden via televisie is gebonden aan talloze regels, maar het uitzenden van programma's via internet heeft geen wettelijke beperkingen. Door deze zogenoemde digitalisering zal het programma-aanbod explosief toenemen, verwacht de raad. Daarom is het voor de publieke omroepen niet meer nodig om op de televisie een volledig programma-aanbod te leveren.
Amusement hoort niet langer tot de kerntaken van de publieke omroep, concludeert de WRR. Ook andere - commerciële - partijen moeten met overheidsgeld programma's kunnen maken als die iets toevoegen aan het aanbod. Een onafhankelijke stichting moet dit beoordelen. Dagbladuitgever De Telegraaf heeft een aandeel in SBS, maar probeert al jaren actiever te worden op de Nederlandse televisiemarkt.
Volgens de WRR moeten burgers die door de media zijn benadeeld een versterking krijgen van hun rechtspositie. Hierdoor kunnen zij bij de aanbieders van nieuws de mogelijk opgelopen reputatie- of inkomensschade verhalen. De WRR wil dat naar de mogelijkheden hiervan onderzoek wordt verricht. Een mogelijkheid zou zijn om een wettelijk recht op weerwoord in te voeren.
De WRR stelt verder dat met name dagbladuitgevers meer ruimte moeten krijgen op de mediamarkt. Van der Laan stelde in december juist dat dagbladuitgevers die een marktaandeel hebben van 25 tot 35 procent, maximaal 50 procent zeggenschap mogen hebben in een commercieel radio- of televisiestation. De WRR vindt dat deze beperking zoveel mogelijk moet worden opgeheven.
Volgens de WRR is één toezichthouder noodzakelijk. Nu is het toezicht nog verdeeld over zes instituten, waaronder kartelautoriteit NMa, telecomtoezichthouder Opta en het Commissariaat voor de Media. Door deze versnippering zijn zij ,,onvoldoende in staat'' om samenhangend en effectief mediatoezicht te houden. De toezichthouder zal zich onder meer bezighouden met de pluriformiteit van het aanbod van vooral nieuws en actualiteiten.
Bron: NRC-Handelsblad 02/02/05
WRR noemt scheiding publieke en commerciële zenders achterhaald
Internet dwingt nieuw mediabeleid af
De WRR, belangrijk adviesorgaan van de regering, stelt een radicaal nieuw mediabeleid voor. Grenzen vervagen door nieuwe technologie en regels moeten overboord.
Door onze redacteuren Mark Houben en Merel Thie
AMSTERDAM, 2 FEBR. Unox, de Telegraaf en de TROS die samen een informatieve documentaire maken over de Elfstedentocht. Als het aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ligt, moet het kunnen. Sterker nog, er mag publiek geld voor worden gebruikt. Want, zegt de WRR, de scheiding tussen publieke en commerciële omroepen is achterhaald.
Door digitalisering, met name via internet, wordt het veel makkelijker voor allerlei partijen om programma's bij consumenten in de huiskamer te krijgen. De oude omroep die beslist wat kijkers zien, is daarmee verleden tijd. ,,Straks zoeken mensen een gids, een clubje bij wie ze zich thuisvoelen en waarvan ze de meeste programma's waarderen,'' zegt W. van de Donk, voorzitter van de WRR. Of die 'gids' publiek of commercieel is, is dan niet meer van belang.
Dit en meer schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport Focus op functies, uitdagingen voor een toekomstbestendig mediabeleid dat vandaag is aangeboden aan staatssecretaris Van der Laan (Media). De WRR is een van de belangrijkste adviesorganen van de regering.
In het rapport wordt zorg uitgesproken over de kwaliteit van de journalistiek. Die staat volgens de raad onder commerciële druk. De raad voor de journalistiek, waar burgers kunnen klagen als zij zich in hun belangen geschaad zien, moet worden uitgebreid, vindt de WRR. Eerder liet de staatssecretaris ook al weten dit te willen.
Maar er moet ook onderzoek komen naar de verbetering van de risicoaansprakelijkheid van media. Want, zegt de raad: met de toegenomen commerciële belangen in de media is het risico op ,,reputatie- of inkomensschade'' vergroot. Desgevraagd bevestigt Van de Donk dat bijvoorbeeld gedacht kan worden aan een wettelijk recht op wederhoor. Ook vindt hij het raadzaam als omroepen en dagbladen openheid geven over hun kwaliteitscriteria. ,,Zet maar op de site dat alle feiten in NRC Handelsblad twee keer gecheckt worden, als dat zo is. Je moet het vertrouwen van de consument verdienen.''
De WRR oordeelt verder dat zowel omroepen als bijvoorbeeld dagbladuitgevers meer mogelijkheden moeten krijgen activiteiten uit te breiden. Dagbladuitgever De Telegraaf, die zegt het rapport nog te bestuderen, vindt bij ,,eerste scanning'' de richting van de studie ,,de goede kant op gaan''. De krantenuitgever zou graag zijn vleugels meer willen uitslaan op de terreinen van televisie en radio, maar wordt daar nu in beperkt door de regels van de overheid. ,,Alleen zit voor ons aan dit rapport een grote 'maar'. Het is een advies, en de vraag blijft wat de politiek er mee gaat doen. Het verleden toont aan dat lang niet alle WRR-adviezen zijn overgenomen.'' De twee andere grote dagbladuitgevers, PCM en Wegener, waren vanochtend niet in staat een reactie op het rapport te geven.
Het WRR-rapport is het voorlopig laatste rapport waarin, onder meer, de toekomst van de publieke omroep wordt besproken. Eerder beoordeelde een visitatiecommissie onder leiding van ING-topman A. Rinnooy Kan de publieke omroepen. Dat rapport én het WRR-advies zal staatssecretetaris Van der Laan gebruiken bij de ontwikkeling van de kabinetsvisie op de publieke omroep. Volgens het ministerie is deze visie 'voor de zomer' gereed.
Staatssecretaris Van der Laan liet vandaag weten het rapport een ,,goede analyse van de enorme consequenties van digitalisering te vinden''. Wat de staatssecretaris betreft ligt voor de toekomst van het bestel ,,alles open''. Zij was dan ook teleurgesteld toen een Kamermeerderheid van CDA, PvdA en de kleine christelijke partijen in november in een motie vastlegde dat het ssysteem van omroepverenigingen het uitgangspunt is voor een nieuwe publieke omroep.
Bron: NRC-Handelsblad 02/02/05
Aanklagen media moet eenvoudiger
Door een onzer redacteuren
AMSTERDAM, 2 FEBR. Burgers moeten betere mogelijkheden krijgen om media juridisch aan te pakken bij onjuiste berichtgeving. Dagbladuitgevers moeten meer ruimte krijgen op de televisiemarkt. Amusement is niet langer een kerntaak van de publieke omroep.
Dat zijn de belangrijkste aanbevelingen die de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) doet in een vandaag verschenen rapport over het Nederlandse mediabeleid, waarvan delen eerder uitlekten. De WRR pleit ook voor een nieuwe toezichthouder op de mediasector.
Staatssecretaris M. van der Laan (Media) noemt het rapport een goede analyse van de media. ,,De vorm - de krant, de radio, de tv - staat niet meer centraal, maar de functie en de inhoud.''
De intensieve bemoeienis van de overheid met de publieke omroepen in Hilversum is achterhaald, vindt de WRR. Uitzenden via televisie is gebonden aan talloze regels, maar het uitzenden van programma's via internet heeft geen wettelijke beperkingen. Door deze zogenoemde digitalisering zal het programma-aanbod explosief toenemen, verwacht de raad. Daarom is het voor de publieke omroepen niet meer nodig om op de televisie een volledig programma-aanbod te leveren.
Amusement hoort niet langer tot de kerntaken van de publieke omroep, concludeert de WRR. Ook andere - commerciële - partijen moeten met overheidsgeld programma's kunnen maken als die iets toevoegen aan het aanbod. Een onafhankelijke stichting moet dit beoordelen. Dagbladuitgever De Telegraaf heeft een aandeel in SBS, maar probeert al jaren actiever te worden op de Nederlandse televisiemarkt.
Volgens de WRR moeten burgers die door de media zijn benadeeld een versterking krijgen van hun rechtspositie. Hierdoor kunnen zij bij de aanbieders van nieuws de mogelijk opgelopen reputatie- of inkomensschade verhalen. De WRR wil dat naar de mogelijkheden hiervan onderzoek wordt verricht. Een mogelijkheid zou zijn om een wettelijk recht op weerwoord in te voeren.
De WRR stelt verder dat met name dagbladuitgevers meer ruimte moeten krijgen op de mediamarkt. Van der Laan stelde in december juist dat dagbladuitgevers die een marktaandeel hebben van 25 tot 35 procent, maximaal 50 procent zeggenschap mogen hebben in een commercieel radio- of televisiestation. De WRR vindt dat deze beperking zoveel mogelijk moet worden opgeheven.
Volgens de WRR is één toezichthouder noodzakelijk. Nu is het toezicht nog verdeeld over zes instituten, waaronder kartelautoriteit NMa, telecomtoezichthouder Opta en het Commissariaat voor de Media. Door deze versnippering zijn zij ,,onvoldoende in staat'' om samenhangend en effectief mediatoezicht te houden. De toezichthouder zal zich onder meer bezighouden met de pluriformiteit van het aanbod van vooral nieuws en actualiteiten.
Bron: NRC-Handelsblad 02/02/05
WRR noemt scheiding publieke en commerciële zenders achterhaald
Internet dwingt nieuw mediabeleid af
De WRR, belangrijk adviesorgaan van de regering, stelt een radicaal nieuw mediabeleid voor. Grenzen vervagen door nieuwe technologie en regels moeten overboord.
Door onze redacteuren Mark Houben en Merel Thie
AMSTERDAM, 2 FEBR. Unox, de Telegraaf en de TROS die samen een informatieve documentaire maken over de Elfstedentocht. Als het aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ligt, moet het kunnen. Sterker nog, er mag publiek geld voor worden gebruikt. Want, zegt de WRR, de scheiding tussen publieke en commerciële omroepen is achterhaald.
Door digitalisering, met name via internet, wordt het veel makkelijker voor allerlei partijen om programma's bij consumenten in de huiskamer te krijgen. De oude omroep die beslist wat kijkers zien, is daarmee verleden tijd. ,,Straks zoeken mensen een gids, een clubje bij wie ze zich thuisvoelen en waarvan ze de meeste programma's waarderen,'' zegt W. van de Donk, voorzitter van de WRR. Of die 'gids' publiek of commercieel is, is dan niet meer van belang.
Dit en meer schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport Focus op functies, uitdagingen voor een toekomstbestendig mediabeleid dat vandaag is aangeboden aan staatssecretaris Van der Laan (Media). De WRR is een van de belangrijkste adviesorganen van de regering.
In het rapport wordt zorg uitgesproken over de kwaliteit van de journalistiek. Die staat volgens de raad onder commerciële druk. De raad voor de journalistiek, waar burgers kunnen klagen als zij zich in hun belangen geschaad zien, moet worden uitgebreid, vindt de WRR. Eerder liet de staatssecretaris ook al weten dit te willen.
Maar er moet ook onderzoek komen naar de verbetering van de risicoaansprakelijkheid van media. Want, zegt de raad: met de toegenomen commerciële belangen in de media is het risico op ,,reputatie- of inkomensschade'' vergroot. Desgevraagd bevestigt Van de Donk dat bijvoorbeeld gedacht kan worden aan een wettelijk recht op wederhoor. Ook vindt hij het raadzaam als omroepen en dagbladen openheid geven over hun kwaliteitscriteria. ,,Zet maar op de site dat alle feiten in NRC Handelsblad twee keer gecheckt worden, als dat zo is. Je moet het vertrouwen van de consument verdienen.''
De WRR oordeelt verder dat zowel omroepen als bijvoorbeeld dagbladuitgevers meer mogelijkheden moeten krijgen activiteiten uit te breiden. Dagbladuitgever De Telegraaf, die zegt het rapport nog te bestuderen, vindt bij ,,eerste scanning'' de richting van de studie ,,de goede kant op gaan''. De krantenuitgever zou graag zijn vleugels meer willen uitslaan op de terreinen van televisie en radio, maar wordt daar nu in beperkt door de regels van de overheid. ,,Alleen zit voor ons aan dit rapport een grote 'maar'. Het is een advies, en de vraag blijft wat de politiek er mee gaat doen. Het verleden toont aan dat lang niet alle WRR-adviezen zijn overgenomen.'' De twee andere grote dagbladuitgevers, PCM en Wegener, waren vanochtend niet in staat een reactie op het rapport te geven.
Het WRR-rapport is het voorlopig laatste rapport waarin, onder meer, de toekomst van de publieke omroep wordt besproken. Eerder beoordeelde een visitatiecommissie onder leiding van ING-topman A. Rinnooy Kan de publieke omroepen. Dat rapport én het WRR-advies zal staatssecretetaris Van der Laan gebruiken bij de ontwikkeling van de kabinetsvisie op de publieke omroep. Volgens het ministerie is deze visie 'voor de zomer' gereed.
Staatssecretaris Van der Laan liet vandaag weten het rapport een ,,goede analyse van de enorme consequenties van digitalisering te vinden''. Wat de staatssecretaris betreft ligt voor de toekomst van het bestel ,,alles open''. Zij was dan ook teleurgesteld toen een Kamermeerderheid van CDA, PvdA en de kleine christelijke partijen in november in een motie vastlegde dat het ssysteem van omroepverenigingen het uitgangspunt is voor een nieuwe publieke omroep.
Bron: NRC-Handelsblad 02/02/05