angkor
03-02-05, 11:45
'Maar ik voel me helemaal geen gast!'
ARTHUR VAN AMERONGEN en LOES DE FAUWE
De jiddische mama's zijn, spreekwoordelijk, altijd maar bezig met en bezorgd over hun kinderen. In Marokkaanse gezinnen heeft de moeder net zo'n centrale rol.
Trouwens, Marokkanen kunnen helemaal familieziek zijn. Twee keer per maand eten met de hele familie, twintig, dertig man, is vrij normaal. Vraag Marokkanen wat er nog leuk is aan Marokkaans zijn en ze noemen allemaal meteen die hechte familieband. ''Die feestdagen met de hele familie, de warmte van de ramadan, 's nachts opstaan, om half vijf, en dan samen eten. Dan heb je de prachtigste gesprekken,'' zegt Khalid Kasem. ''Daar denk ik nog wel eens met weemoed aan terug, het is iets wat ik later mijn kinderen zeker wil meegeven, die gezelligheid.''
Khalid (26) studeert rechten aan de UvA en is medeorganisator van de manifestatie Ben je bang voor mij? die voor het eerst werd gehouden op 22 september 2002 en morgen wordt herhaald, evenals de eerste keer in Paradiso.
Khalid is geboren in Nieuwegein. ''Wij waren daar het eerste Marokkaanse gezin. Mijn vader, in Marokko douanier, kwam naar Nederland om te werken in een zeepfabriek. Ik herinner mij mijn jeugd als heerlijk. We woonden in een galerijflat, waar bij iedereen altijd de deuren openstonden.''
''Mijn moeder en de buurvrouw communiceerden aanvankelijk met handen en voeten. In het begin is mijn moeder diep ongelukkig geweest, maar met die buurvrouw was ze erg blij. We werden daar opgenomen in de buurt. Wij waren hoogstens een beetje exotisch, met andere kleren, ander eten, andere feestdagen, maar we vierden wel kerst met de buurvrouw. Het was een fantastische tijd. Als ik oude buren spreek, zijn die contacten heel warm. Dat is een schril contrast met nu. Maar met de tolerantie die ik toen heb geproefd, sta ik nu in het leven.''
Khalids moeder overleed in 1987, zijn vader is vijf jaar geleden geremigreerd. Zijn moeder had, net als die andere moeders, in huis een centrale rol. ''De moeder is grotendeels met de kinderen bezig. Zij is ook verantwoordelijk voor de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Zij zorgt ervoor dat alles klaar staat. Jongens hoeven niet te helpen in het huishouden. Mijn Nederlandse vrienden moesten helpen met afruimen. Daar hing een lijst aan de koelkastdeur met afwasbeurten. Dat mijn vriendje moest afwassen, vond ik erg grappig.''
Vaders, zegt Khalid, verkeerden meestal op de achtergrond. ''De vader geeft één keer in de week een preek, dat je goed je best moet doen. Heel wat van die vaders waren gefrustreerd, werden depressief en moeilijk benaderbaar voor de kinderen. Dus als ze al met hun vader spraken, ging het over school, of over het geloof, maar zeker niet over seks. Je moet gewoon je best doen, meer niet.''
Er ging nog wel meer anders in Nederlands gezinnen, merkte hij. ''Ik had verkering met een Nederlands meisje. We liepen hand in hand, zoenden en ze nam mij gewoon mee naar huis. Na een paar maanden gaf haar vader ons, vriendelijk en met een grapje, condooms! Ik heb mij nog nooit zo ongemakkelijk gevoeld. Dat daar zo open over werd gedaan, was bij ons ondenkbaar.''
Hij kan er nu hartelijk om lachen. En met nostalgie terugkijken op de jaarlijkse vakantie naar Marokko: ''Die reis, met het bekende busje, met gordijntjes, vol troep, verzameld op Koninginnedag, met alles wat bruikbaar was, van stofzuigers en wasmachines tot fietsen, dat werd er allemaal in gepropt, en en het was ongelooflijk gezellig. Die ervaring zal mij altijd bijblijven: die lange reis, helemaal door België, door Frankrijk, door Spanje, zo anders dan wanneer je nu gaat, met het vliegtuig.''
''En dan de aankomst daar, zo hartelijk: je werd gezoend en geknuffeld door mensen die je amper kende, grootouders, tantes, neven en nichtjes. En het was altijd twee weken leuk, en dan miste je Nederland weer: het voetballen op het groene gras, een patatje speciaal. Maar die vakanties duurden en duurden maar, ze waren ongelooflijk lang, de volle zes of zeven weken bleven we daar, want mijn ouders vonden het natuurlijk heerlijk.''
Khalid, die strafrechtadvocaat wil worden, is nu even heel druk met politieke activiteiten, de organisatie van de manifestatie morgen in Paradiso. ''Op enig moment, na de moord op Theo van Gogh, zei PvdA-leider Wouter Bos: 'Nederland is niet meer hetzelfde'. Ik dacht: dat is voor veel Marokkanen al niet meer het geval sinds 11 september 2001. Toen was er een omslag.''
''Ik ben hier geboren en getogen, heb mij altijd een gewone Nederlander gevoeld en opeens, na de aanslagen, moest ik mij verantwoorden voor daden van totaal vreemden, ergens ver weg van hier, met wie ik als enige overeenkomst heb dat we dezelfde god hebben. Daar kwam Pim Fortuyn bij en dat alles heeft bij heel veel Marokkanen de reactie gegeven van: je zegt maar wat je wilt, ik verantwoord mij niet voor daden van vreemden, ik distantieer mij, zoek het maar uit.''
'De moord op Van Gogh is voor heel veel Nederlanders dichtbij, dichterbij dan de aanslag in Spanje. De aanslag in Casablanca (16 mei 2003, 44 doden - red. ) was voor de gemiddelde Marokkaan het dichtstbij, daar waren de meeste slachtoffers Marokkanen. Maar toen was hier niet het algemene gevoelen: het is een strijd van ons allen tegen terreur. Hier, in Nederland, zijn Marokkanen de zondebok. En dat leefde nog meer toen Theo van Gogh werd vermoord. Iedereen vindt het verschrikkelijk, maar Marokkanen hebben er geen zin in zich te verantwoorden voor wat deze Mohammed B. heeft gedaan.''
Als reactie op de spanningen vonden via internet autochtone en
allochtone jongeren elkaar in een gemeenschappelijke angst voor vervreemding. Die contacten mondden uit in de manifestatie Ben je bang voor mij? Theo van Gogh zat die bijeenkomst voor.
Khalid: ''We deden dat vanuit het gevoel dat de samenleving van ons allen was, dat we onduidelijkheden uit de wereld moesten helpen. Aan de eerste 'Ben je bang' heeft Theo nog meegewerkt. En nu is Theo vermoord in Amsterdam-Oost, dat is wel erg dichtbij. Dus reken maar dat jongeren een doom-scenario zien. Vandaar dat we nu zondag een nieuwe 'Ben je bang ' houden.
In de week na de moord op Theo Van Gogh belde Khalids vader opeens op. ''Hij sprak mij nooit aan op situaties in Nederland, maar nu had hij op tv gezien dat Van Gogh was vermoord, dat er brand was gesticht in moskeeën en scholen. Hij zei: 'Hoe gaat het? Wat is er aan de hand?' En na mijn uitleg zei hij: 'Zorg ervoor dat je je nergens mee bemoeit, ga naar school en dan meteen naar huis'. En hij zei ook: 'Vergeet nooit dat wij gasten zijn en dat we geen problemen moeten veroorzaken'. Maar ik voel mij helemaal geen gast!
'Niemand wil meer praten'
ARTHUR VAN AMERONGEN en LOES DE FAUWE
Mimoun Ouad Radi (26) is een snelle jongen. Met zijn ronde gezicht dat altijd op lachen staat, sociaal vaardig tot in zijn tenen, altijd babbels, kun je hem rustig laten gaan. Hij heeft zijn hbo-diploma commerciële economie op zak, hij speelde in de speelfilm Shouf Shouf Habibi!, weinig staat zijn geluk in de weg. Behalve een baan, hij zegt het meteen, want die heeft hij nog niet.
Hij is niet de enige Marokkaan met een goed diploma die alleen al vanwege zijn naam ondervindt dat de wereld om hem heen niet zo makkelijk meer is.
Die tweede 'Shouf Shouf' gaat er komen. Mimoun weet het zeker. Maar eerst gaan ze een serieuze film maken. Er zijn heel veel Nederlanders die, zelfs als ze naast Marokkanen wonen, nooit contact met ze hebben. Die kennen Marokkanen alleen van de draaideurcriminelen en van Mohammed B. En dat bepaalt hun idee over Marokkanen en daar wil Mimoun, samen met de andere Shouf Shouf-acteurs en regisseur Albert ter Heerd wat aan doen.
Mimoun Ouad Radi, zegt hij, is niet, zoals anderen, uitgescholden of negatief bejegend sinds de moord op Theo van Gogh. Mocht het toch gebeuren: ''Ik scheld gewoon terug. Ik ben natuurlijk niet verantwoordelijk voor wat Mohammed B. heeft gedaan. Jullie zijn toch ook niet met z'n allen verantwoordelijk voor wat Volkert van der G. heeft gedaan? Ik haat racisme. Op straat zijn het de sukkels die roepen dat de moord op Theo zijn eigen schuld was.''
Hij proeft de sfeer, ziet 'dat iedereen zich terugtrekt, dat niemand meer wil praten'. Hij wel: ''Ik ben voor negentig procent een Nederlander, een moslim-Nederlander. Ik voel en ik denk Nederlands en die tien procent, dat is uiterlijk. De grootste charme van mijn Marokkaanse roots is mijn eerlijkheid.''
Mimoun is gek op zijn familie. ''Mijn moeder deed bij ons de opvoeding. De hele familie studeert, gelukkig. Mijn beide ouders zijn analfabeet, ze hebben geen idee wat we leren, maar ze vinden het geweldig. Ze zeiden altijd: 'Als wij het opnieuw konden doen, zouden we ook gaan leren. Zij komen uit dorpen waar het water nog uit de put komt en waar alleen de jongste kinderen doorleren.'
Mimoun is tweede generatie. Zijn vader ging, zoals al die mannen, als pionier naar Nederland. Een baan zoeken, een huis, en dan de familie over laten komen. Hij heeft 25 jaar gewerkt bij, toen nog, Hoogovens in IJmuiden. Zevenenzestig is hij nu.
Zijn zoon is zo Amsterdams als wat. Zijn vrienden, zegt hij, heeft hij in alle etnische groepen: Nederlanders, Surinamers, Nigerianen, Antillianen en Turken.
Mimoun, dat spreekt voor hem vanzelf, is trots op zijn afkomst en weet precies wat hij mooi vindt aan het Arabische leven. Dat zijn de keuken, het kleurrijke en de hechte familiebanden, met ouders, broers en zussen. Hij kan zich bijvoorbeeld echt niet voorstellen dat zij, de kinderen, hun ouders in een bejaardenhuis zouden stoppen. ''Dan komen ze maar bij mij wonen. Het heeft te maken met voor elkaar zorgen.''
Voor Mimoun is het gezin de hoeksteen van de samenleving. Niet dat hij daar nu aan bouwt, daar is het leven nog net even te leuk voor, maar dat komt wel. Hij heeft al getrouwde vrienden en dan word je rustig, zegt hij. Die vrienden waren 'vroeger', net als hij nu, wild, maar sinds hun huwelijk niet meer: ''Een vrouw maakt je rustig, dan ga je meer aan geloof doen, je rookt en drinkt niet meer, je wordt serieus. Dan ga je ook niet meer uit, je kunt moeilijk je vrouw alleen thuis laten zitten.''
Volgens Mimoun verwacht negentig procent van de jongens te trouwen met een maagd. Hij waarschijnlijk ook, alhoewel: ''Je wordt natuurlijk gewoon verliefd en dan maakt het mij niet uit of ze Marokkaans is of Nederlands. Ik ken zoveel jongens die gemengd getrouwd zijn.'' Maar zijn bruid moet wel weten dat hij een jaloerse jongen is, die liever niet ziet dat zij straks bijvoorbeeld met collega's op stap gaat.
Er zijn dus zo een paar regels waarover ze afspraken gaan maken: ''Ze moet kiezen voor mij.'' Dat zit, zegt hij, 'in ons': ''Hoe modern wij ook worden op vrouwengebied, we blijven ouderwets.''
© Het Parool, 29-01-2005
ARTHUR VAN AMERONGEN en LOES DE FAUWE
De jiddische mama's zijn, spreekwoordelijk, altijd maar bezig met en bezorgd over hun kinderen. In Marokkaanse gezinnen heeft de moeder net zo'n centrale rol.
Trouwens, Marokkanen kunnen helemaal familieziek zijn. Twee keer per maand eten met de hele familie, twintig, dertig man, is vrij normaal. Vraag Marokkanen wat er nog leuk is aan Marokkaans zijn en ze noemen allemaal meteen die hechte familieband. ''Die feestdagen met de hele familie, de warmte van de ramadan, 's nachts opstaan, om half vijf, en dan samen eten. Dan heb je de prachtigste gesprekken,'' zegt Khalid Kasem. ''Daar denk ik nog wel eens met weemoed aan terug, het is iets wat ik later mijn kinderen zeker wil meegeven, die gezelligheid.''
Khalid (26) studeert rechten aan de UvA en is medeorganisator van de manifestatie Ben je bang voor mij? die voor het eerst werd gehouden op 22 september 2002 en morgen wordt herhaald, evenals de eerste keer in Paradiso.
Khalid is geboren in Nieuwegein. ''Wij waren daar het eerste Marokkaanse gezin. Mijn vader, in Marokko douanier, kwam naar Nederland om te werken in een zeepfabriek. Ik herinner mij mijn jeugd als heerlijk. We woonden in een galerijflat, waar bij iedereen altijd de deuren openstonden.''
''Mijn moeder en de buurvrouw communiceerden aanvankelijk met handen en voeten. In het begin is mijn moeder diep ongelukkig geweest, maar met die buurvrouw was ze erg blij. We werden daar opgenomen in de buurt. Wij waren hoogstens een beetje exotisch, met andere kleren, ander eten, andere feestdagen, maar we vierden wel kerst met de buurvrouw. Het was een fantastische tijd. Als ik oude buren spreek, zijn die contacten heel warm. Dat is een schril contrast met nu. Maar met de tolerantie die ik toen heb geproefd, sta ik nu in het leven.''
Khalids moeder overleed in 1987, zijn vader is vijf jaar geleden geremigreerd. Zijn moeder had, net als die andere moeders, in huis een centrale rol. ''De moeder is grotendeels met de kinderen bezig. Zij is ook verantwoordelijk voor de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Zij zorgt ervoor dat alles klaar staat. Jongens hoeven niet te helpen in het huishouden. Mijn Nederlandse vrienden moesten helpen met afruimen. Daar hing een lijst aan de koelkastdeur met afwasbeurten. Dat mijn vriendje moest afwassen, vond ik erg grappig.''
Vaders, zegt Khalid, verkeerden meestal op de achtergrond. ''De vader geeft één keer in de week een preek, dat je goed je best moet doen. Heel wat van die vaders waren gefrustreerd, werden depressief en moeilijk benaderbaar voor de kinderen. Dus als ze al met hun vader spraken, ging het over school, of over het geloof, maar zeker niet over seks. Je moet gewoon je best doen, meer niet.''
Er ging nog wel meer anders in Nederlands gezinnen, merkte hij. ''Ik had verkering met een Nederlands meisje. We liepen hand in hand, zoenden en ze nam mij gewoon mee naar huis. Na een paar maanden gaf haar vader ons, vriendelijk en met een grapje, condooms! Ik heb mij nog nooit zo ongemakkelijk gevoeld. Dat daar zo open over werd gedaan, was bij ons ondenkbaar.''
Hij kan er nu hartelijk om lachen. En met nostalgie terugkijken op de jaarlijkse vakantie naar Marokko: ''Die reis, met het bekende busje, met gordijntjes, vol troep, verzameld op Koninginnedag, met alles wat bruikbaar was, van stofzuigers en wasmachines tot fietsen, dat werd er allemaal in gepropt, en en het was ongelooflijk gezellig. Die ervaring zal mij altijd bijblijven: die lange reis, helemaal door België, door Frankrijk, door Spanje, zo anders dan wanneer je nu gaat, met het vliegtuig.''
''En dan de aankomst daar, zo hartelijk: je werd gezoend en geknuffeld door mensen die je amper kende, grootouders, tantes, neven en nichtjes. En het was altijd twee weken leuk, en dan miste je Nederland weer: het voetballen op het groene gras, een patatje speciaal. Maar die vakanties duurden en duurden maar, ze waren ongelooflijk lang, de volle zes of zeven weken bleven we daar, want mijn ouders vonden het natuurlijk heerlijk.''
Khalid, die strafrechtadvocaat wil worden, is nu even heel druk met politieke activiteiten, de organisatie van de manifestatie morgen in Paradiso. ''Op enig moment, na de moord op Theo van Gogh, zei PvdA-leider Wouter Bos: 'Nederland is niet meer hetzelfde'. Ik dacht: dat is voor veel Marokkanen al niet meer het geval sinds 11 september 2001. Toen was er een omslag.''
''Ik ben hier geboren en getogen, heb mij altijd een gewone Nederlander gevoeld en opeens, na de aanslagen, moest ik mij verantwoorden voor daden van totaal vreemden, ergens ver weg van hier, met wie ik als enige overeenkomst heb dat we dezelfde god hebben. Daar kwam Pim Fortuyn bij en dat alles heeft bij heel veel Marokkanen de reactie gegeven van: je zegt maar wat je wilt, ik verantwoord mij niet voor daden van vreemden, ik distantieer mij, zoek het maar uit.''
'De moord op Van Gogh is voor heel veel Nederlanders dichtbij, dichterbij dan de aanslag in Spanje. De aanslag in Casablanca (16 mei 2003, 44 doden - red. ) was voor de gemiddelde Marokkaan het dichtstbij, daar waren de meeste slachtoffers Marokkanen. Maar toen was hier niet het algemene gevoelen: het is een strijd van ons allen tegen terreur. Hier, in Nederland, zijn Marokkanen de zondebok. En dat leefde nog meer toen Theo van Gogh werd vermoord. Iedereen vindt het verschrikkelijk, maar Marokkanen hebben er geen zin in zich te verantwoorden voor wat deze Mohammed B. heeft gedaan.''
Als reactie op de spanningen vonden via internet autochtone en
allochtone jongeren elkaar in een gemeenschappelijke angst voor vervreemding. Die contacten mondden uit in de manifestatie Ben je bang voor mij? Theo van Gogh zat die bijeenkomst voor.
Khalid: ''We deden dat vanuit het gevoel dat de samenleving van ons allen was, dat we onduidelijkheden uit de wereld moesten helpen. Aan de eerste 'Ben je bang' heeft Theo nog meegewerkt. En nu is Theo vermoord in Amsterdam-Oost, dat is wel erg dichtbij. Dus reken maar dat jongeren een doom-scenario zien. Vandaar dat we nu zondag een nieuwe 'Ben je bang ' houden.
In de week na de moord op Theo Van Gogh belde Khalids vader opeens op. ''Hij sprak mij nooit aan op situaties in Nederland, maar nu had hij op tv gezien dat Van Gogh was vermoord, dat er brand was gesticht in moskeeën en scholen. Hij zei: 'Hoe gaat het? Wat is er aan de hand?' En na mijn uitleg zei hij: 'Zorg ervoor dat je je nergens mee bemoeit, ga naar school en dan meteen naar huis'. En hij zei ook: 'Vergeet nooit dat wij gasten zijn en dat we geen problemen moeten veroorzaken'. Maar ik voel mij helemaal geen gast!
'Niemand wil meer praten'
ARTHUR VAN AMERONGEN en LOES DE FAUWE
Mimoun Ouad Radi (26) is een snelle jongen. Met zijn ronde gezicht dat altijd op lachen staat, sociaal vaardig tot in zijn tenen, altijd babbels, kun je hem rustig laten gaan. Hij heeft zijn hbo-diploma commerciële economie op zak, hij speelde in de speelfilm Shouf Shouf Habibi!, weinig staat zijn geluk in de weg. Behalve een baan, hij zegt het meteen, want die heeft hij nog niet.
Hij is niet de enige Marokkaan met een goed diploma die alleen al vanwege zijn naam ondervindt dat de wereld om hem heen niet zo makkelijk meer is.
Die tweede 'Shouf Shouf' gaat er komen. Mimoun weet het zeker. Maar eerst gaan ze een serieuze film maken. Er zijn heel veel Nederlanders die, zelfs als ze naast Marokkanen wonen, nooit contact met ze hebben. Die kennen Marokkanen alleen van de draaideurcriminelen en van Mohammed B. En dat bepaalt hun idee over Marokkanen en daar wil Mimoun, samen met de andere Shouf Shouf-acteurs en regisseur Albert ter Heerd wat aan doen.
Mimoun Ouad Radi, zegt hij, is niet, zoals anderen, uitgescholden of negatief bejegend sinds de moord op Theo van Gogh. Mocht het toch gebeuren: ''Ik scheld gewoon terug. Ik ben natuurlijk niet verantwoordelijk voor wat Mohammed B. heeft gedaan. Jullie zijn toch ook niet met z'n allen verantwoordelijk voor wat Volkert van der G. heeft gedaan? Ik haat racisme. Op straat zijn het de sukkels die roepen dat de moord op Theo zijn eigen schuld was.''
Hij proeft de sfeer, ziet 'dat iedereen zich terugtrekt, dat niemand meer wil praten'. Hij wel: ''Ik ben voor negentig procent een Nederlander, een moslim-Nederlander. Ik voel en ik denk Nederlands en die tien procent, dat is uiterlijk. De grootste charme van mijn Marokkaanse roots is mijn eerlijkheid.''
Mimoun is gek op zijn familie. ''Mijn moeder deed bij ons de opvoeding. De hele familie studeert, gelukkig. Mijn beide ouders zijn analfabeet, ze hebben geen idee wat we leren, maar ze vinden het geweldig. Ze zeiden altijd: 'Als wij het opnieuw konden doen, zouden we ook gaan leren. Zij komen uit dorpen waar het water nog uit de put komt en waar alleen de jongste kinderen doorleren.'
Mimoun is tweede generatie. Zijn vader ging, zoals al die mannen, als pionier naar Nederland. Een baan zoeken, een huis, en dan de familie over laten komen. Hij heeft 25 jaar gewerkt bij, toen nog, Hoogovens in IJmuiden. Zevenenzestig is hij nu.
Zijn zoon is zo Amsterdams als wat. Zijn vrienden, zegt hij, heeft hij in alle etnische groepen: Nederlanders, Surinamers, Nigerianen, Antillianen en Turken.
Mimoun, dat spreekt voor hem vanzelf, is trots op zijn afkomst en weet precies wat hij mooi vindt aan het Arabische leven. Dat zijn de keuken, het kleurrijke en de hechte familiebanden, met ouders, broers en zussen. Hij kan zich bijvoorbeeld echt niet voorstellen dat zij, de kinderen, hun ouders in een bejaardenhuis zouden stoppen. ''Dan komen ze maar bij mij wonen. Het heeft te maken met voor elkaar zorgen.''
Voor Mimoun is het gezin de hoeksteen van de samenleving. Niet dat hij daar nu aan bouwt, daar is het leven nog net even te leuk voor, maar dat komt wel. Hij heeft al getrouwde vrienden en dan word je rustig, zegt hij. Die vrienden waren 'vroeger', net als hij nu, wild, maar sinds hun huwelijk niet meer: ''Een vrouw maakt je rustig, dan ga je meer aan geloof doen, je rookt en drinkt niet meer, je wordt serieus. Dan ga je ook niet meer uit, je kunt moeilijk je vrouw alleen thuis laten zitten.''
Volgens Mimoun verwacht negentig procent van de jongens te trouwen met een maagd. Hij waarschijnlijk ook, alhoewel: ''Je wordt natuurlijk gewoon verliefd en dan maakt het mij niet uit of ze Marokkaans is of Nederlands. Ik ken zoveel jongens die gemengd getrouwd zijn.'' Maar zijn bruid moet wel weten dat hij een jaloerse jongen is, die liever niet ziet dat zij straks bijvoorbeeld met collega's op stap gaat.
Er zijn dus zo een paar regels waarover ze afspraken gaan maken: ''Ze moet kiezen voor mij.'' Dat zit, zegt hij, 'in ons': ''Hoe modern wij ook worden op vrouwengebied, we blijven ouderwets.''
© Het Parool, 29-01-2005