PDA

Bekijk Volledige Versie : Franse theoloog die voor hoofddoekverbod stemde voelt zich misbruikt door regering



Marsipulami
03-02-05, 21:59
‘Islam en Europa blazen oud debat nieuw leven in’

Jan De Volder

De opkomst van de islam en de uitbouw van de Europese Unie stellen het debat over de verhouding tussen maatschappij en religie opnieuw aan de orde. Dat zegt de Parijse intellectueel René Rémond, die vanaf volgende week de bijzondere Ucsia-leerstoel in Antwerpen bekleedt.

De Franse historicus René Rémond, lid van de prestigieuze Académie française, is een monument onder de katholieke intellectuelen van Frankrijk. Vaak wordt de 86-jarige éminence grise opgevoerd als de laatste van een generatie. Zelf ijverde hij zijn leven lang voor het samengaan van geloven en denken. ,,Christenen moeten aanwezig zijn op het domein van de reflectie en het kritisch denken, en de gedachtestromingen van onze tijd grondig beluisteren,’’ stelde hij onlangs in een gesprek met de Franse krant La Croix.

Vanaf volgende week geeft Rémond gedurende twaalf weken een cursus ‘Verhouding godsdienst en maatschappij’ in het kader van de Ucsia-leerstoel aan de Universiteit Antwerpen. Daarin vergelijkt hij onder meer de verschillende systemen waarmee de Europese landen de scheiding tussen kerk en staat invullen. Een materie die door de uitbouw van de Europese Unie – denken we maar aan het debat over de plaats van de religie in de Europese grondwet – en door de discussie over de plaats van de islam opnieuw volop in de actualiteit staat. Maar het gesprek opent over Frankrijk, waar dit jaar veel aandacht gaat naar het eeuwfeest van de wet van 1905 die kerk en staat rigoureus scheidt.

Waarom is die wet zo belangrijk?

,,De ‘loi de la séparation’ of scheidingswet geldt als een van de basiswetten van de republiek. Er bestaat grote eerbied voor, ook bij de politieke klasse. Zozeer dat het idee alleen al dat die wet zou kunnen worden gewijzigd, op tegenstand botst. De wet van 1905 was bedoeld om de pacificatie te bewerkstelligen tussen wat men in de 19de eeuw ‘les deux France’ noemde: het katholieke en het seculiere Frankrijk. Het was het orgelpunt van een campagne om de samenleving te laïciseren, van onder het voogdijschap van de kerk weg te halen.’’

Was dat dan al niet gebeurd met de Franse Revolutie?

,,Niet echt. Na de restauratie die volgde op de nederlaag van Napoleon en gedurende de hele 19de eeuw bleef de greep van de kerk op de samenleving enorm. Zo verbood een wet van 1816 de echtscheiding. De burgerlijke wet volgde dus de kerkelijke leer terzake. Pas in 1884 werd echtscheiding wettelijk.

Vergeet niet dat de 19de-eeuwse maatschappij eigenlijk geen middenveld kende. De revolutie had immers alle intermediaire organisaties afgeschaft. Tegenover de staat stonden slechts individuen. De kerk vormde daarop de enige uitzondering, wat meteen haar invloed verklaart. Ook dat verandert, in 1884, wanneer de vrijheid van vereniging wettelijk wordt geregeld. Dat maakte de oprichting van vakbonden mogelijk.

Het laatste kwart van de 19de eeuw is gekenmerkt door voortdurende pogingen om de samenleving aan de kerkelijke invloed te onttrekken. Vooral in het onderwijs, waar school en kerk uit elkaar werden gehaald. In 1890 verdwenen de kruisbeelden uit de gerechtshoven. De scheidingswet van 1905 was de kers op de taart van die evolutie.’’

Hoe verliep de evolutie tussen 1905 en 2005? Hoe kijkt de Franse kerk een eeuw later op die wet terug?

,,Dat is zeer merkwaardig. In 1905 beschouwden de katholieken de wet als een grote nederlaag, maar vandaag is de kerk er veeleer positief over. De strikte scheiding had immers heel wat positieve effecten, zowel op de samenleving als op de kerk. Ze heeft de pacificatie mogelijk gemaakt. Zeker na 1923, toen Frankrijk opnieuw diplomatieke betrekkingen met de Heilige Stoel aanknoopte. In een oppervlakkige lezing vergeet men vaak dat de kerk voordien met handen en voeten aan de staat was gebonden, en er vaak een instrument van was. Zo werden de bisschoppen de facto benoemd door de overheid. Achteraf gezien bewerkstelligde de scheidingswet een dubbele onafhankelijkheid: van de staat tegenover de kerk, maar evenzeer van de kerk tegenover de staat. Vandaag is de Franse kerk positief over het einde van het concordaatregime.’’

In de Elzas, dat tussen 1870 en 1918 Duits gebied was, geldt tot op vandaag het concordaatregime. Hoe valt de vergelijking met Frankrijk uit?

,,De clerus in Elzas-Lotharingen heeft inderdaad een ambtenarenstatuut en wordt betaald door de overheid. Joseph Doré, de aartsbisschop van Straatsburg, is een hevige voorstander van dat regime. Ook de bevolking is eraan gehecht.

Het verschil met de Franse kerk is groot, want die is ongetwijfeld een van de armste in Europa. Franse bisschoppen hebben letterlijk niets: ze rijden zelf met de wagen en beantwoorden zelf de telefoon. Heel wat bisdommen, onder meer dat van Toulouse, bevinden zich in financiële moeilijkheden en staan op de rand van het faillissement. Ook de gemiddelde priester moet met weinig zien rond te komen.

Gelukkig is er wel een vorm van sociale bescherming uitgewerkt, waarbij de staat ook helpt. Het idee van de gesloten en rabiaat anti-kerkelijke laïciteit van de overheid behoort tot het verleden. Maar in de Franse kerk leeft sterk het idee dat de vrijheid te verkiezen valt boven de rijkdom.’’

In zijn recente boek La république, les religions, l’espérance stelt de voorzitter van de Union pour un Mouvement Populaire (UMP), Nicolas Sarkozy, voor het systeem te hervormen. Hij vindt het absurd dat de staat wel theaters, dans- of voetbalclubs helpt, maar niet de kerk en de godsdiensten.

,,Sarkozy heeft een punt. Niet-financieren, betekende in 1905 de stopzetting van de geprivilegieerde status van de kerk. Want in vergelijking met nu, bestond toen amper een niet-kerkelijk verenigingsleven. Anno 2005 betekent niet-financieren eigenlijk discrimineren.

Toch reageren de Franse bisschoppen behoedzaam op Sarkozy’s voorstellen, wat nogmaals aantoont hoezeer ze met dit regime leerden leven. Tegelijk vrezen ze allicht ook een scherpe reactie van de laïcisten. We mogen niet vergeten dat de staat op indirecte manier de kerk wel degelijk helpt. Met name voor het onderhoud van de gebouwen, of voor de financiering van de vrije scholen.’’

Wat is dan het probleem?

,,De islam. Moslims zijn relatief nieuw. Ze zijn voornamelijk arme immigranten. Die kunnen dus niet terugvallen op een patrimonium uit het verleden. Vandaar dat hun geloofsgenoten uit het buitenland hen te hulp schieten. In de eerste plaats Saudi-Arabië. Die hulp is natuurlijk niet vrij van eigenbelang. Ze versterkt de buitenlandse invloed op de Franse moslimbevolking. Dat is niet bevorderlijk voor de goede verstandhouding. Dus stelt Sarkozy voor hen te helpen. Maar als we hen helpen, waarom dan ook niet de anderen? Het is wonderlijk hoe de opkomst van de islam alle oude debatten plots weer actueel maakt. Sarkozy is de enige politicus die over dat soort zaken nadenkt. De anderen zitten nog allemaal in het oude stramien. Zij weigeren te erkennen dat de godsdienst ook een sociale dimensie heeft.’’

Nochtans hebben wij hier vaak de indruk dat in Frankrijk het oude antiklerikalisme is gestorven en dat met name de katholieke kerk er meer wordt gerespecteerd. Idealiseren we te veel?

,,Ten dele klopt dat. Momenteel overweegt een interpretatie van de laïciteit die niet sterk antiklerikaal is en die respectvol staat tegenover ‘le fait religieux’. Daartegenover staat het oude antiklerikalisme altijd klaar om de kop op te steken. Nu zie je bijvoorbeeld dat de ‘aumôneries’ – een vorm van pastorale aanwezigheid – in de externaten onder vuur liggen, want wettelijk zijn ze alleen gegarandeerd in gesloten instellingen zoals internaten of legerkazernes.’’

Ook Europees is de verhouding tussen kerk en staat weer aan de orde.

,,Zeker. De hevige discussie over de preambule van het Handvest van grondrechten, nadien overgedaan bij het ontwerp van grondwet, maakt dat duidelijk. In het eerste geval maakte Frankrijk nog bezwaar tegen het gebruik van het woord ‘religieux’, vanuit een archaïsche visie op de laïciteit. Maar in dezelfde week dat premier Lionel Jospin zijn veto stelde, ontving hij wel de verantwoordelijken van de godsdiensten. Hij gaf zich er snel rekenschap van dat hij een misstap had begaan. In de grondwet kon het woord ‘religieus’ wel, maar niet een expliciete verwijzing naar het christendom. Het is natuurlijk een delicate zaak omdat ieder land een andere traditie heeft. In Malta is het katholicisme zelfs nog de staatsgodsdienst.’’

U maakte deel uit van de commissie van Bernard Stasi, die onder meer voorstelde om ‘opzichtige religieuze symbolen’ op school en op andere publieke plaatsen te verbieden. Waarom stemde u voor?

,,Op het einde heb ik mij, samen met andere tegenstanders, neergelegd bij een verbod. We wilden de provocaties een halt toeroepen. Het verbod was voor ons maar aanvaardbaar omdat daar zoveel positieve voorstellen naast stonden, onder meer de hulp aan de ‘aumôneries’ en de gevangenissen. Maar terwijl president Jacques Chirac ook nog andere voorstellen steunde, zoals een officiële vakantiedag op een joods en een islamitisch feest, heeft de regering alleen het verbod op de opzichtige religieuze symbolen eruit gehaald. De commissie is misbruikt. Ik ben echt ontgoocheld door de reactie van de media en de politici. Als ik dat op voorhand had geweten, had ik wellicht niet voor gestemd.’’

René Rémond geeft college (in het Frans) vanaf 7 februari.

Info: Ucsia: 03/220.40.15.