TonH
15-02-05, 21:08
Hoofdcommentaar NRC, 15 februari 2005
Dijkdoorbraken
"Er is een gaatje in de dijk, de stroom komt op gang, het gat wordt steeds groter. Wat wordt er meegesleurd?”
Dit schreef de raadsheer bij de Hoge Raad G.J.M. Corstens in de jongste aflevering van het Nederlands Juristenblad, waarvan hij redacteur is. Hij had het over een serie voorgenomen en reeds uitgevoerde verruimingen van het strafrecht in de strijd tegen het terrorisme. Met name de plannen van minister Donner (Justitie, CDA) voor verlenging van het voorarrest (en afscherming van het dossier) plus de toelating van moeilijk te controleren getuigenverklaringen van leden van de inlichtingendienst AIVD tot een strafrechtsprocedure, wekken zijn zorg.
Den Haag reageert met het politieke equivalent van een jijbak op het schoolplein. De afgelopen tijd hebben rechters geklaagd dat politici onvoldoende afstand behielden tot lopende rechtszaken, zoals de strafzaak tegen marinier Erik 0. Nu krijgen bezorgde rechters op hun beurt vanuit Den Haag te horen dat zij afstand behoren te bewaren tot politieke vragen. Dat is zeker waar — bij de behandeling van een concrete zaak in de rechtszaal. Daar is hier geen sprake van. Nederlandse rechters plegen zeer terughoudend te zijn in hun publieke uitingen. Dat illustreert hoe hoog de nood nu gestegen is. Behalve dat het flauw is, is het onverstandig (een teken van geestelijke luiheid, om het zo maar eens te zeggen) om de oren te sluiten voor de waarschuwing van vakmensen.
Met name het CDA-smaldeel (minister Donner en Kamerlid Van Haersma Buma) reageert gepikeerd op de waarschuwing dat de rechtstaat op het spel komt te staan. Dat is misplaatst. Donner brengt zelf de rechtstaat in het geding door zich voortdurend daarop te beroepen als rechtvaardiging voor een inbreuk op de mensenrechten. Een rechtstaat is geen een richtingsstraat die slechts ten gerieve van de overheid is ingericht. "De zorg voor de waarborgkant van het recht” staat bij deze minister van meet af aan onder druk, zoals een andere redacteur van het Juristenblad eind 2002 signaleerde. Toch hoort die kant er evenzeer bij als de veiligheid die het CDA benadrukt.
CDA-fractieleider Verhagen heeft al bepleit dat extremisten hun grondrechten worden afgenomen: geen vrijheid voor de vijanden van de vrijheid. Het Europees verdrag voor de mensenrechten zegt ook met zoveel woorden dat niemand een beroep kan doen op de Europese grondrechten als legitimatie om deze grondrechten teniet te doen. Het gaat in wezen echter niet om de extremisten en hun rechten (die reeds op allerlei manieren, met reden, beperkt zijn), maar om de rechtstaat zèlf. Wat is het gehalte van de rechtstaat die wij tegen terroristen en hun aanslagen verdedigen? De strafrechtspleging heet van oudsher de graadmeter waaraan men het peil van een beschaving kan aflezen. Zo’n peilstok verdient voortdurend bewaking.
Dijkdoorbraken
"Er is een gaatje in de dijk, de stroom komt op gang, het gat wordt steeds groter. Wat wordt er meegesleurd?”
Dit schreef de raadsheer bij de Hoge Raad G.J.M. Corstens in de jongste aflevering van het Nederlands Juristenblad, waarvan hij redacteur is. Hij had het over een serie voorgenomen en reeds uitgevoerde verruimingen van het strafrecht in de strijd tegen het terrorisme. Met name de plannen van minister Donner (Justitie, CDA) voor verlenging van het voorarrest (en afscherming van het dossier) plus de toelating van moeilijk te controleren getuigenverklaringen van leden van de inlichtingendienst AIVD tot een strafrechtsprocedure, wekken zijn zorg.
Den Haag reageert met het politieke equivalent van een jijbak op het schoolplein. De afgelopen tijd hebben rechters geklaagd dat politici onvoldoende afstand behielden tot lopende rechtszaken, zoals de strafzaak tegen marinier Erik 0. Nu krijgen bezorgde rechters op hun beurt vanuit Den Haag te horen dat zij afstand behoren te bewaren tot politieke vragen. Dat is zeker waar — bij de behandeling van een concrete zaak in de rechtszaal. Daar is hier geen sprake van. Nederlandse rechters plegen zeer terughoudend te zijn in hun publieke uitingen. Dat illustreert hoe hoog de nood nu gestegen is. Behalve dat het flauw is, is het onverstandig (een teken van geestelijke luiheid, om het zo maar eens te zeggen) om de oren te sluiten voor de waarschuwing van vakmensen.
Met name het CDA-smaldeel (minister Donner en Kamerlid Van Haersma Buma) reageert gepikeerd op de waarschuwing dat de rechtstaat op het spel komt te staan. Dat is misplaatst. Donner brengt zelf de rechtstaat in het geding door zich voortdurend daarop te beroepen als rechtvaardiging voor een inbreuk op de mensenrechten. Een rechtstaat is geen een richtingsstraat die slechts ten gerieve van de overheid is ingericht. "De zorg voor de waarborgkant van het recht” staat bij deze minister van meet af aan onder druk, zoals een andere redacteur van het Juristenblad eind 2002 signaleerde. Toch hoort die kant er evenzeer bij als de veiligheid die het CDA benadrukt.
CDA-fractieleider Verhagen heeft al bepleit dat extremisten hun grondrechten worden afgenomen: geen vrijheid voor de vijanden van de vrijheid. Het Europees verdrag voor de mensenrechten zegt ook met zoveel woorden dat niemand een beroep kan doen op de Europese grondrechten als legitimatie om deze grondrechten teniet te doen. Het gaat in wezen echter niet om de extremisten en hun rechten (die reeds op allerlei manieren, met reden, beperkt zijn), maar om de rechtstaat zèlf. Wat is het gehalte van de rechtstaat die wij tegen terroristen en hun aanslagen verdedigen? De strafrechtspleging heet van oudsher de graadmeter waaraan men het peil van een beschaving kan aflezen. Zo’n peilstok verdient voortdurend bewaking.