observer
22-02-05, 14:36
AMSTERDAM - De bars zijn gesloten, voorgoed. Loterijen en andere kansspelen zijn verboden. Toeristen zijn niet langer welkom en ongesluierde vrouwen uit het straatbeeld verdwenen. Dit is Marokko in het jaar 2007. Althans als de fundamentalistische Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (PJD) aan de macht komt en haar programma uitvoert. Maar wordt de couscous zo heet gegeten als hij wordt opgediend?
Mohammed Tozy, hoogleraar aan de Hassan II-universiteit in Casablanca en een van de leidende politieke denkers in Marokko, gelooft van niet. "De PJD is bijzonder pragmatisch en zeker niet revolutionair." Volgens Tozy geldt dit zeker voor partijleider Saadeddine Othmani, geen imam maar psycholoog van beroep voor hij de politiek inging. De vergelijking met Turkije dringt zich op. Daar won de fundamentalistische partij met dezelfde naam de verkiezingen in 2002 en regeert sindsdien onder leiding van premier Recep Erdogan. De lijn van de Turkse PJD veranderde radicaal sinds zij aan de macht kwam, onder druk van het almachtige seculiere Turkse leger en het vooruitzicht van een mogelijke toetreding tot de Europese Unie. De Turkse PJD liet haar fundamentalistische lijn varen en vaart een conservatieve, maar pro-westerse koers.
Conservatiever
De grote vraag in Marokko is of de PJD hier het voorbeeld van haar Turkse zusterpartij zal volgen. Tozy denkt van wel, hoewel het niet zo gemakkelijk zal gaan als in Turkije. "De Marokkaanse PJD is conservatiever en ouderwetser dan de Turkse." Bovendien hangt Marokko niet de wortel van toetreding tot de EU voor de neus.
De rol van het Turkse leger wordt in Marokko in zekere zin gespeeld door de koning. Dat lijkt paradoxaal, aangezien Mohammed VI zeker geen seculier monarch is. Integendeel, zijn rol als Amir al-Mouminine - leider der gelovigen - maakt hem naast wereldlijk ook religieus leider van Marokko. De koning ziet de islamisten, zoals men hier de politiek-actieve fundamentalisten noemt, als tegenstander omdat zij zowel zijn eigen rol als de door de koning zo gewenste modernisering van Marokko in gevaar dreigen te brengen. Openlijk valt de PJD Mohammed VI niet aan, nog niet. De rol van de koning als commandeur der gelovigen is onomstreden, maar zijn in de grondwet verankerde heiligheid en onfeilbaarheid niet. "De rol van Amir al-Mouminine maakt iemand niet onfeilbaar zolang hij geen rekenschap aflegt voor zijn daden vanuit het gezichtspunt van de islam", zei PJD-fractievoorzitter Mustapha Ramid onlangs. Met andere woorden, de islamitische shariawetten staan boven de grondwet. Of een door de PJD geleide regering het moderniseringsproces van de Marokkaanse samenleving en economie kan dwarsbomen, is volgens Mohammed Tozy nog maar de vraag. Bijvoorbeeld het verbod op het produceren en nuttigen van alcohol is volgens hem "economisch niet haalbaar". Tozy: "Het kost te veel banen, als zo'n maatregel ertoe leidt dat opeens duizenden Marokkanen op straat staan, is het met de aanhang van de PJD snel gedaan."
Hoofddoek
Misschien is het daarom dat de islamisten zich steeds vaker juist hard opstellen als het gaat om economisch neutrale onderwerpen, zoals het verplicht dragen van de hoofddoek door vrouwen. De verhouding tussen de PJD en gewelddadige fundamentalisten is een heikel punt.
Aan de ene kant nam de partij afstand van de bloedige aanslagen in Casablanca op 16 mei 2003, nadat de pers de islamisten "moreel verantwoordelijk" had gesteld. Aan de andere kant flirt de PJD wel degelijk met terroristische organisaties: de Taliban in Afghanistan en Hamas in de Palestijnse gebieden worden door de Marokkaanse islamisten hun " broeders" genoemd. Een concrete relatie tussen de PJD en de 16-meiterroristen is nooit bewezen. Sinds mei 2003 heeft de partij haar taal gematigd, maar Mohammed Tozy benadrukt dat het gaat om "een verandering van tactiek, niet van politiek". De PJD-retoriek lijkt de afgelopen maanden juist weer verhard, de officieuze partijkrant Attajdid noemde de tsunami in Azië "een straf van Allah, die ook Marokko kan treffen" als het land geen stappen neemt tegen sekstoerisme en moreel verval. Het lijkt of de PJD zich sterk genoeg voelt opnieuw de aanval om de kiezersgunst in te zetten.
Hoe sterk de PJD electoraal precies is, is moeilijk te zeggen. De partij bezit momenteel 11 procent van de zetels in het parlement in Rabat. Maar bij de verkiezingen in 2002 deed zij slechts mee in een beperkt aantal kiesdistricten, een van de voorwaarden die de Marokkaanse regering stelde aan het meedoen van de islamisten.
Analisten betwijfelen of de PJD over twee jaar de absolute meerderheid kan behalen, maar geloven wel dat de partij de grootste zal worden. Om te regeren zal de PJD dan compromissen moeten sluiten. stond in de telegraaf
bied wel mogelijkheden alle fundies daarheen alle progressie hierheen
Mohammed Tozy, hoogleraar aan de Hassan II-universiteit in Casablanca en een van de leidende politieke denkers in Marokko, gelooft van niet. "De PJD is bijzonder pragmatisch en zeker niet revolutionair." Volgens Tozy geldt dit zeker voor partijleider Saadeddine Othmani, geen imam maar psycholoog van beroep voor hij de politiek inging. De vergelijking met Turkije dringt zich op. Daar won de fundamentalistische partij met dezelfde naam de verkiezingen in 2002 en regeert sindsdien onder leiding van premier Recep Erdogan. De lijn van de Turkse PJD veranderde radicaal sinds zij aan de macht kwam, onder druk van het almachtige seculiere Turkse leger en het vooruitzicht van een mogelijke toetreding tot de Europese Unie. De Turkse PJD liet haar fundamentalistische lijn varen en vaart een conservatieve, maar pro-westerse koers.
Conservatiever
De grote vraag in Marokko is of de PJD hier het voorbeeld van haar Turkse zusterpartij zal volgen. Tozy denkt van wel, hoewel het niet zo gemakkelijk zal gaan als in Turkije. "De Marokkaanse PJD is conservatiever en ouderwetser dan de Turkse." Bovendien hangt Marokko niet de wortel van toetreding tot de EU voor de neus.
De rol van het Turkse leger wordt in Marokko in zekere zin gespeeld door de koning. Dat lijkt paradoxaal, aangezien Mohammed VI zeker geen seculier monarch is. Integendeel, zijn rol als Amir al-Mouminine - leider der gelovigen - maakt hem naast wereldlijk ook religieus leider van Marokko. De koning ziet de islamisten, zoals men hier de politiek-actieve fundamentalisten noemt, als tegenstander omdat zij zowel zijn eigen rol als de door de koning zo gewenste modernisering van Marokko in gevaar dreigen te brengen. Openlijk valt de PJD Mohammed VI niet aan, nog niet. De rol van de koning als commandeur der gelovigen is onomstreden, maar zijn in de grondwet verankerde heiligheid en onfeilbaarheid niet. "De rol van Amir al-Mouminine maakt iemand niet onfeilbaar zolang hij geen rekenschap aflegt voor zijn daden vanuit het gezichtspunt van de islam", zei PJD-fractievoorzitter Mustapha Ramid onlangs. Met andere woorden, de islamitische shariawetten staan boven de grondwet. Of een door de PJD geleide regering het moderniseringsproces van de Marokkaanse samenleving en economie kan dwarsbomen, is volgens Mohammed Tozy nog maar de vraag. Bijvoorbeeld het verbod op het produceren en nuttigen van alcohol is volgens hem "economisch niet haalbaar". Tozy: "Het kost te veel banen, als zo'n maatregel ertoe leidt dat opeens duizenden Marokkanen op straat staan, is het met de aanhang van de PJD snel gedaan."
Hoofddoek
Misschien is het daarom dat de islamisten zich steeds vaker juist hard opstellen als het gaat om economisch neutrale onderwerpen, zoals het verplicht dragen van de hoofddoek door vrouwen. De verhouding tussen de PJD en gewelddadige fundamentalisten is een heikel punt.
Aan de ene kant nam de partij afstand van de bloedige aanslagen in Casablanca op 16 mei 2003, nadat de pers de islamisten "moreel verantwoordelijk" had gesteld. Aan de andere kant flirt de PJD wel degelijk met terroristische organisaties: de Taliban in Afghanistan en Hamas in de Palestijnse gebieden worden door de Marokkaanse islamisten hun " broeders" genoemd. Een concrete relatie tussen de PJD en de 16-meiterroristen is nooit bewezen. Sinds mei 2003 heeft de partij haar taal gematigd, maar Mohammed Tozy benadrukt dat het gaat om "een verandering van tactiek, niet van politiek". De PJD-retoriek lijkt de afgelopen maanden juist weer verhard, de officieuze partijkrant Attajdid noemde de tsunami in Azië "een straf van Allah, die ook Marokko kan treffen" als het land geen stappen neemt tegen sekstoerisme en moreel verval. Het lijkt of de PJD zich sterk genoeg voelt opnieuw de aanval om de kiezersgunst in te zetten.
Hoe sterk de PJD electoraal precies is, is moeilijk te zeggen. De partij bezit momenteel 11 procent van de zetels in het parlement in Rabat. Maar bij de verkiezingen in 2002 deed zij slechts mee in een beperkt aantal kiesdistricten, een van de voorwaarden die de Marokkaanse regering stelde aan het meedoen van de islamisten.
Analisten betwijfelen of de PJD over twee jaar de absolute meerderheid kan behalen, maar geloven wel dat de partij de grootste zal worden. Om te regeren zal de PJD dan compromissen moeten sluiten. stond in de telegraaf
bied wel mogelijkheden alle fundies daarheen alle progressie hierheen