PDA

Bekijk Volledige Versie : Enigste democratie in het M-O



Don Vito
28-02-05, 23:05
Mensenrechtenschendingen

De nederzettingen zijn niet alleen een schending van het internationaal humanitair recht, zij leiden ook tot systematische en zware inbreuken op de mensenrechten van de Palestijnen, zoals verankerd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (Word document). Deze verklaring is in twee internationale verdragen vastgesteld, die in 1966 door de VN zijn aanvaard: het Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (Word document) en het Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (Word document).



Het nederzettingenbeleid resulteert in de volgende mensenrechtenschendingen.



Het recht op eigendom: Israël heeft vanaf 1979 een proces gestart om controle te verwerven over meer dan 40% van de bezette gebieden, vooral door delen van die gebieden tot Israëlisch state land te verklaren. Vaak waren de Palestijnse landeigenaren niet op de hoogte van de Israëlische inbeslagnames en konden zij daartegen niet in beroep gaan. De bewijslast lag bovendien bij de Palestijnen om aan te tonen dat zij de rechtmatige eigenaren waren van het land. Vooral in Oost-Jeruzalem heeft de stichting van nederzettingen geleid tot grootschalige onteigeningen van land, dat Palestijns privé-bezit was.



Het recht op huisvesting en een adequate levensstandaard: het planningsysteem dat door Israël wordt toegepast in de bezette gebieden is van grote invloed op het leven van de Palestijnen. Het systeem, dat discriminerend onderscheid maakt tussen joodse kolonisten en Palestijnen, is verantwoordelijk voor de ingrijpende veranderingen die Israël in de bezette gebieden heeft doorgevoerd: het kent vergunningen toe aan kolonisten voor de bouw en uitbreiding van nederzettingen en de aanleg van wegen, terwijl de Palestijnen meestal geen vergunningen krijgen om te bouwen op hun land. Huizen die zonder vergunning door Palestijnen worden gebouwd, worden vernietigd door de Israëlische autoriteiten, ook als die gebouwd zijn op land dat Palestijns privé-bezit is. De natuurlijke ontwikkelingsbehoefte van de Palestijnen wordt daardoor ernstig geschaad. Daarnaast heeft Israël duizenden Palestijnse huizen, bomen en hectaren agrarisch land vernietigd om ‘veiligheidsredenen’. Vaak hebben de achterliggende redenen voor deze vernietigingen te maken met de aanwezigheid en belangen van de nederzettingen.


Bewegingsvrijheid: sinds het begin van de tweede Palestijnse volksopstand (intifada) in oktober 2000 heeft het Israëlische leger de bewegingsvrijheid van de Palestijnse burgerbevolking drastisch beperkt. Er zijn honderden controleposten en wegversperringen in de bezette gebieden opgezet, die voetgangers en vooral het rijdend verkeer ernstig hinderen. Bovendien worden honderdduizenden Palestijnen geregeld onderworpen aan uitgaansverboden. Deze (en andere) maatregelen hebben de Palestijnse economie verwoest en de toegang van Palestijnen tot scholen en ziekenhuizen belemmerd, vaak zelfs onmogelijk gemaakt.

De aanwezigheid van de nederzettingen is een centrale reden voor de vergaande beperkingen, die de Palestijnen worden opgelegd. Twee voorbeelden. 1) De belangrijkste autoweg op de bezette Westoever loopt dwars door de Palestijnse plaats Hawwara. Om de kolonisten vrije doorgang te verlenen, wordt Hawwara vaak onder uitgaansverbod geplaatst, waardoor álle Palestijnse bewoners opgesloten zitten in hun huizen. 2) De Gazastrook is opgedeeld in drie stukken, waarbij de scheiding bestaat uit wegen die een tweetal nederzettingen met Israël verbinden. Palestijnen mogen zich vaak niet van het ene stuk naar het andere verplaatsen.

Het recht op controle over natuurlijk hulpbronnen: het Israëlische nederzettingenproject maakt inbreuk op het recht van de Palestijnen om hun natuurlijke hulpbronnen zelf te beheren. Een voorbeeld. Er wonen slechts 5.400 kolonisten in de bezette Jordaanvallei, terwijl bijna de gehele vallei tot state land is verklaard en dus niet beschikbaar is voor Palestijns gebruik. De Palestijnen kunnen dit uitgestrekte en vruchtbare gebied niet inzetten voor agrarische of industriële doeleinden. Bovendien hebben zij geen toegang tot de waterbronnen in dit gebied.



Het recht op gelijkheid: met uitzondering van het geannexeerde Oost-Jeruzalem heeft Israël de status van de bezette gebieden niet formeel veranderd. In de praktijk is het Israëlisch recht echter van toepassing op de kolonisten en nederzettingen. Zij zijn als het ware door Israël ingelijfd. Omdat de Palestijnen in hetzelfde gebied zijn onderworpen aan een apart rechtssysteem, is er sprake van een situatie van juridische scheiding en discriminatie, die sterk doet denken aan Apartheid Zuid-Afrika: in één gebied bestaan twee gescheiden rechtssystemen, waarbij de nationaliteit van iemand bepaalt onder welk systeem hij of zij valt en welke rechten en plichten van kracht zijn.



Het recht op zelfbeschikking: de nederzettingen zijn een groot obstakel voor de realisatie van het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen, dat door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is erkend. De bijna 200 nederzettingen in de bezette gebieden onderbreken de territoriale aaneengeslotenheid van de Palestijnse dorpen en steden. Mocht het merendeel van de nederzettingen niet worden ontmanteld, dan is het ontstaan van een soevereine en levensvatbare Palestijnse staat uitgesloten.



Bron: het rapport Land Grab. Israels settlement policy in the Westbank (May 2002) (PDF bestand) van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem, een partner van ICCO. Zie ook: http://www.btselem.org/.