PDA

Bekijk Volledige Versie : Alle onheil komt van boven



barneveld
11-03-05, 19:50
Alle onheil komt van boven


De Marokkaanse moordenaar van Theo is geworteld in een mediterrane cultuur die bost met West-Europa. Bergachtige regio’s bevolkt door familieclans exporteren armoede, onrust en criminaliteit.

OORZAAK: DE BERGEN

Abe de Vries

Riffijnen, Herzegovijnen, Montenegrijnen, Albanezen: allemaal bergvolken aan de boorden van de Middellandse Zee. Onruststokers zijn het, al eeuwenlang. Sinds mensenheugenis botsen ze met de lokale, regionale, nationale en steeds vaker ook internationale autoriteiten. De thuisblijvers zorgen voor bloedige confrontaties in eigen land, terwijl de emigranten criminele bendes vormen in West-Europa.

Oorzaak: de bergen. Alles voor de eigen clan en ‘wij tegen de rest’: dat is namelijk de levenshouding van bergvolken. Een mentaliteit die ontstond doordat ze eeuwenlang in afgelegen, moeilijk toegankelijke gebieden wonen. Belastinginners van de centrale overheid werden vroeger nogal eens vermoord. Zelfs de relaties tussen dorpen onderling zijn vaak gespannen. De dorpen in het Atlasgebergte ten oosten en zuiden van het Marokkaanse Marrakech bijvoorbeeld, uit leem opgetrokken en tegen bergwanden aangeplakt, zijn niet voor niets bijna allemaal gefortificeerde vestigingen.

Mohammed Bouyeri, de moordenaar van Theo van Gogh, heeft naar alle waarschijnlijkheid zijn wortels in het Marokkaanse Rifgebergte. Op de discussiefora van de internetsite Marokko.nl roerde hij zich met de gebruiksnaam Rifo79. ‘Die naam staat voor personen die uit het Rifgebergte komen, zei R. Salmoun van de Stichting Marokko Media, de eigenaar van de site tegen het ANP. Het Openbaar Ministerie liet weten daarover geen zekerheid te hebben.

Verwarrend-modern

Niet alleen religie, in casu de islam, zorgt dus voor integratie- en veiligheidsproblemen in Europa De typische geografische en demografische eigenschappen van de Mediterranée drukken ook hun stempel op de West-Europese maatschappijen, en zelfs op de wereldpolitiek. Bergvolken zijn traditioneel georganiseerd in clans of stammen: hun loyaliteit aan die groepen is groter dan aan overheden. In het verwarrend-moderne West-Europa vallen emigranten uit deze streken snel terug op het
Bastion van hun achtergrond. Sociale verbanden blijven ook in de diaspora bestaan en maken voor arme, laag opgeleide emigranten de stap naar de criminaliteit makkelijker. Buitenstaanders, en zeker de politie, krijgen er moeilijk vat op.

Berg volken hebben traditioneel een te hoog geboortecijfer voor hun karige bestaansmogelijkheden. Het gevolg is een grootschalige emigratie, die in feite export is van achterstand, armoede en onrust. De soms verstrek kende gevolgen daarvan werden in de jaren negentig pijnlijk met het uitbreken van de oorlogen in Kroatië, Bosnië-Herzegovina en Kosovo. Radicale emigranten leverden het geld en vaak ook de ideologie voor die oorlogen. Zo was het oplaaiende Kroatische nationalisme voor een groot deel geïmporteerd uit Duitsland en Zwitserland. Clans uit het ontoegankelijke noorden van Albanië waren de motor achter het UCK, de Albanese terreurbeweging in het aangrenzende Kosovo. Zij bouwden de geheime trainingskampen. Hun geëmigreerde telgen financierden, vooral vanuit Duitsland en Zwitserland, mede de strijd.

Terug naar Marokko. Het Rifgebergte is een van de meest anarchistische streken van Noord-Afrika. Mensensmokkel en hennep teelt zijn de twee belangrijkste inkomstenbronnen. Bijna elke nacht is er wel een Riffijn die met een bootlading vol gelukszoekers illegaal de Middellandse Zee probeert over te steken. De hasjteelt floreert, ondanks pogingen van de Europese Unie er een eind aan te maken. In de zomer staan overal langs de weg van Ketama naar Al Hoceima, met zijn vele haarspeldbochten en diepe afgronden, de hennepvelden in bloei. Wie in een van de dorpjes langs de route stopt, heeft onmiddellijk een agressieve hasjverkoper achter zich aan. Diverse garages willen best helpen met het verstoppen van de drugs in auto’s, door met snijbranders en lasapparaten holle ruimtes te creëren.

Toen Nederland en andere Europese landen in de jaren zestig gastarbeiders nodig hadden, zag de toenmalige Marokkaanse koning Hassan II dat als een uitgelezen kans om van de vanouds opstandige Rifbevolking af te komen. Bedrijven die arbeiders zochten, werden vooral naar steden als Al Hoceima gestuurd. Vandaar dat nu ongeveer 80 procent van de ruim 300.000 Marokkanen in Nederland afkomstig is uit het Rifgebergte. Criminaliteitscijfers van Riffijnen in Nederland zijn hoger dan die van migranten uit grote Marokkaanse steden, Stelen is in de ogen van veel Riffijnen niet verkeerd: voor het welzijn van eigen stam en familie is alles geoorloofd.

Noord-Afrika kent meer woeste bergvolken. In Kabylië, een ruige streek ten zuidoosten van de Algerijnse hoofdstad Algiers, rommelt het al sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1962. Bijna jaarlijks zijn er rellen waarbij doden vallen. De Kabyliërs eisen meer autonomie en meer geld uit de olie- export. Een aantal van de meest radicale leiders van de Algerijnse fundamentalisten is afkomstig uit deze streek. In Libië is de Jebel Akhdar (het groene gebergte) van oudsher het meest opstandige deel van het land. In de koloniale periode hield het verzet tegen de Italianen hier het langst stand, en begin jaren negentig was de streek de uitvalsbasis van Libische fundamentalisten. Maar ‘sterke man’ Moe’ammar Khaddafi liet het gebied op grote schaal bom bombarderen, met honderden doden onder de burgerbevolking tot gevolg. Als enige leider in Noord-Afrika lukt het hem een opstandig berggebied effectief te temmen.

Bloedwraak

Bergen betekenen niet altijd onheil. Als Griekenland bijvoorbeeld geen bergen had gekend, hadden de Griekse steden nooit de bakermat van de westerse beschaving kunnen worden. De ‘barbaren’ – barbaros is Grieks voor vreemdeling, niet-Griek - zouden het land dan zeker onder de voet hebben gelopen. Maar elders op de Balkan komt veel ellende juist uit de berggebieden. Het Dalmatische kustgebergte - Krajina, Herzegovina, Montenegro, met uitlopers in Kosovo en Albanië - is al sinds de Ottomaanse verovering van Zuidoost-Europa berucht om z’n roversnesten, bloedwraak en weerspannigheid. Noord-Albanië spant daarin ook nu nog de kroon.

Wie in deze contreien niet tot de eigen kring behoort, valt onmiddellijk op. In De herberg met het hoefijzer (1933) van A. den Doolaard wordt de komst van een vreemdeling in een Noord-Albanese bergvallei overal met schreeuw-en fluitsignalen aangekondigd. De islamitische en katholieke Albanese stammen in het noorden richten hun leven nog altijd in volgens de ‘kanun’, een uit de vijftiende eeuw stammende wet die richtlijnen geeft voor huwelijk, geboorte, dood, erfenissen en bloedwraak. Eind jaren negentig waren er in het gebied meer dan 2.700 bloedvetes met elk jaar tientallen, zo niet honderden slachtoffers. Het dreigen van geestelijken met hel en verdoemenis tegen de bloedwraak, zoals pater Jozef in het boek van Den Doolaard doet, heeft niets geholpen.

Na de val van het Communistische regime in 1991 is de anarchie in Albanië toegenomen en het centrale gezag en de politie verzwakt. In 1997 kwam het Tosksprekende, dichtbevolkte, vlakke zuiden in opstand tegen het bewind van president Sali Berisha, een Gegh-sprekende Noord-Albanees uit de bergen die vijfjaar lang zijn clangenoten had bevoordeeld. In die periode begon ook de onrust in Kosovo, opgestookt vanuit de bergen in deze Servische provincie met een grote Albanese, Geghsprekende meerderheid. Ook in West-Macedonië spreken de Albanezen het Gegh-dialect.

Omstreeks dezelfde tijd wisten de berg Albanezen een positie te veroveren in de heroïnesmokkel vanuit Klein-Azië naar West-Europa, en daarmee ook in de misdaadsyndicaten in de West-Europese hoofdsteden. De Amsterdamse politie bracht in 2002 meer dan 150 etnisch-Albanezen in de hoofdstad in kaart die van soms zware misdaden werden verdacht. Een Albanese speedbotenmaffia richt zich op Italië voor in handel in illegale migranten, meestal voor de prostitutie geronselde vrouwen uit Midden- en Oost-Europa. In steden als Londen, Brussel en Hamburg beheersen Albanezen de bordelen, net als aan de Tsjechisch-Poolse grens. In Amsterdam zijn ze actief bij de drugshandel.

Verder noordelijk, in Montenegro en Herzegovina, hebben bergbewoners van oudsher een al even gewelddadige reputatie. Het Servische verzet tegen de Ottomaanse overheersing concentrerende zich lange tijd in Herzegovina, en vooral in de bergen van Montenegro. Ook Tito wist daar in de Tweede Wereldoorlog stand te houden tegen de Duitse divisies die hem en zijn partizanen opjoegen.

Honderdduizenden Montenegrijnen leven tegenwoordig in de voorsteden van Belgrado, waar zij de harde kern vormen van een aantal misdaadclans die ook in West-Europa opereren. Servische en Montenegrijnse criminelen worden in Amsterdam gevreesd vanwege hun keiharde geweld; waarschijnlijk is drugsbaas Klaas Bruinsma in hun opdracht in 1991 vermoord en moeten ook tal van andere liquidaties in de Amsterdamse onderwereldhun conto worden geschreven. Montenegro is ook het land waar duizenden in West-Europa gestolen auto’s naartoe verhuisden. Het ontoegankelijke noorden en noordwesten van het bergstaatje biedt naar verluidt zo nu en dan een schuilplaats aan Radovan Karadzic, de voormalige Bosnisch-Servische president die sinds 1995 vergeefs door het Joegoslavië tribunaal in Den Haag wordt gezocht.

Milities

Ook de oostzijde van de Middellandse Zee heeft z’n bergvolken. Hier speelt emigratie nauwelijks een rol, maar de invloed op de regio is er niet minder om. Libanon wordt gerund vanuit de bergen rond Mont Liban, het hartland waar enkele grote families - za’im genoemd - de dienst uitmaken. In de burger oorlog die in 1975 uitbrak hadden de families Franjieh, Gemayel, Chamoun en Jumblat allemaal hun eigen milities. Dit mozaïek van etnische en religieuze groepen, is door de komst van PLO-strijders, de Israëlische invasie van 1981 en de bemoeienis van Syrië en Iran verstoord en herschikt. Buitenlandse machten kunnen gemakkelijk gebruik maken van de verdeeldheid die bergen zaaien. De door Iran gefinancierde anti-Israëlische terreurbeweging Hezbollah in het zuiden van Libanon is daar een voorbeeld van.

De beroemde Franse historicus Fernand Braudel, gespecialiseerd in de Méditerranée, had het over de ‘martelende geologie’ die de Middellandse Zee heeft gevormd. ‘Hoe vaak hebben we de kokende Etna geen ballen van vuur en gesmolten steen zien spugen!’ riep de Romeinse dichter Vergilius al uit, Minder letterlijk genomen zijnde berggebieden aan zee vulkanische streken waarvan de activiteit tot in West-Europa voelbaar is, door emigratiegolven van honderdduizenden mensen die zich moeten zien te verstaan met de westerse moderniteit.

Met medewerking van Jacqueline de Gier in Beirut en Gerbert van der Aa in Al Hoceima



alles wat hier in staat is niet mijn mening

Joesoef
11-03-05, 20:05
:giechel:

Joesoef
11-03-05, 20:06
:maf: