PDA

Bekijk Volledige Versie : Die vrijdag in een moskee in Molenbeek



Marsipulami
19-03-05, 17:43
Die vrijdag in een moskee in Molenbeek

,,Oh, draag mijn hoofddoek'', reageert flatgenote Amira als ik zeg dat ik mijn sluier thuis vergeten ben. Ik wikkel Amira's doek nonchalant rond mijn hoofd, bekijk mezelf in de spiegel en vraag me af hoe deugdelijkheid kan schuilen onder een flinterdunne stof. Zit de ondeugd niet in de ogen, ook al sla je ze neer? Ik moet denken aan de uitspraak van Yoesoef Qardawi, een bekende, conservatieve islamgeleerde: alles is door het kijken ontstaan; een vonk kan in een vuurzee overslaan. Een blik, een glimlach, een knik met het hoofd; dan een praatje, een belofte, de warmte van een bed. Ogen, of nee, héél het lichaam is gevaarlijk. Verstop het onder een boerka, alleen zo zijn we kuis. Ik kijk nog indringender in de spiegel. ,,Is de warmte van een bed dan zo'n zonde?''
Brrr, ik moet naar de badkamer. In mijn Molenbeekse flat is dat een piepkleine ruimte waar het nimmer warm is. Het raam staat er altijd op een kiertje, om het snoer van de satellietschotel door te laten. Het koude hol heeft geen verwarming, geen warm water en geen gordijnen voor het raam. De buren gluren en ik verkleum tot op het bot. Toch prevel ik de naam van Allah en begin aan de woedoe, de kleine wassing. Moslims moeten immers de kleine wassing verrichten voordat ze aan het gebed beginnen. Bidden doe ik vandaag in de moskee want het is vrijdag. Dan geven imams een preek en komen jong en oud samen om te knielen voor God.
Het is na de noen en op straat krioelt het meer dan anders van de moslims. De moskee is hun bestemming. Ikzelf ga richting Zwarte Vijvers, in het hartje van Molenbeek. ,,Wat nu?'' vraag ik mezelf af. Molenbeek-city en nergens een moskee te bespeuren. Aan een man in djellaba vraag ik naar de dichtstbijzijnde gebedsplaats. ,,Daar, mijn meisje, daar'', wijst hij naar een anonieme bruine deur. Zou ik? Durf ik? Ik open voorzichtig de deur en zie een lege koer zonder beweging. Plots staat een man met tulband en lange baard achter me. Helemaal in het wit gekleed, kijkt hij me streng aan. Een beetje bang vraag ik: ,,Is dit een moskee?'' De man knikt ja en zijn ogen met dikke kohlstrepen priemen in mijn lijf.
Bijna iedere vrijdag, twee maanden lang, stel ik op straat dezelfde vraag: waar is de nabijgelegen moskee? Het antwoord is altijd voorspelbaar: ,,daar, achter die deur.'' Maar geen moskee te zien, alleen deuren en garagepoorten: in de Ribaucourtstraat, rechtover mijn flat zie ik een brede, grijze, deur. Daarachter is een moskee. In de Ulensstraat, een witte garagedeur. Daarachter is een moskee. In de Zwarte Vijvers, een bruine garagedeur. Daarachter is een moskee. Binnen zijn properheid en orde veelal zoek. De gebouwen lijken wel een doolhof met schoolklasjes waar moslimkinderen de islam en de Arabische taal leren en waar vrouwen en mannen apart bidden.

Pas op, mijn zus
In de moskee aan de Zwarte Vijvers in Molenbeek staat zelfs een kiosk achter de hoek van de lege koer. De kioskman geeft me een Arabische folder met als titel Aanbevelingen voor de Beschermde Parel. Het pamflet uit Saudi-Arabië omschrijft de vrouw als een parel en geeft haar een lijst met adviezen, telkens beginnend met ,,Pas op, mijn zus.'' Een greep uit de waarschuwingen: ,,Draag een hoofddoek. Korte, strakke en transparante kledij leidt naar de hel. Verlaat het huis niet zonder toestemming van de man. Gehoorzaam uw echtgenoot en werk niet op zijn zenuwen. Kijk niet naar televisie, internet en video. Luister alleen naar religieuze muziek. Imiteer de man niet door het dragen van broeken en kortgeknipt haar. Deel islamitische pamfletten uit.''
Ik schrik van de vrouwonvriendelijke propaganda en vraag uitleg aan de imam. Die is kort van stof en geeft me een verwarde indruk. ,,Je moet niet alles doen wat het pamflet voorschrijft. Je bent een Belgische burger, evenwel in het land der ongelovigen.''
Ik begrijp er niets van. Een jonge moskeeganger is duidelijker: ,,Je moet de raadgevingen van het pamflet wél volgen. En overigens, jouw hoofddoek is niet genoeg. Je moet een boerka dragen, zo niet brand je in de hel!'' Ratel maar op, denk ik. Waardigheid is mijn sluier en niet een vormeloze tent op mijn lichaam. Bovendien zit de islam van binnen, van uiterlijkheden moet ik niet weten.
Ondertussen zie ik een paar meisjes in boerka de vrouwenruimte in de moskee binnenstappen. Ik volg ze en raak een beetje geïntrigeerd door hun spookachtige verschijning. Wie zijn deze meisjes? Waarom bedekken ze zich van kop tot teen helemaal in het zwart? Ik ben benieuwd naar hun gezicht, afgeschermd door een dunne zwarte stof. Zelfs hun handen verstoppen ze in lange, zwarte handschoenen. Met een van de meisjes knoop ik een gesprek aan. Ik vertel haar over mijn zogenaamde studie sociologie en de thesis die ik schrijf. ,,Het spijt me'', zegt het boerkameisje. ,,Maar ik mag niet zomaar met je praten zonder medeweten van mijn man.''
Even later, op de koer voor de garagedeur, komt de echtgenoot van het boerkameisje licht furieus naar me toe. ,,Heb je de toestemming van de imam om met mijn vrouw te spreken?'', vraagt hij. En weer begrijp ik er niets van. Sinds wanneer moet ik de toestemming van de imam hebben om een moslima aan te spreken? Ik lieg en zeg dat de imam zijn fiat heeft gegeven. Een ander boerkameisje belt me 's avonds op. ,,Ik mag van mijn man niet spreken. Vrede zij met u''. Dit is alles wat ze zegt en ze haakt in.

Boerkameisjes
Gedurende twee maanden spreek ik vele Brusselse boerkameisjes aan en allen wimpelen ze me af. Behalve de 24-jarige Hanane, die leer ik kennen op een andere vrijdag, in een andere moskee. Het gebed zit erop en als Hanane op het punt staat haar gezicht te bedekken, vraag ik haar medewerking voor mijn thesis. ,,Graag'', zegt de Marokkaanse vrouw zelfzeker. ,,Maar ik draag geen boerka. Dit is een niqaab.'' Hananes verhaal is ietwat ongewoon. Voor haar was de islam een onbekende godsdienst tot ze in de Grote Moskee van Brussel initiatielessen islam volgde en religieuze boeken begon te lezen.
,,Zestien was ik toen en er braken hevige gevoelens in me los. Het waren onbeschrijfelijke emoties in een nieuwe wereld. Ik besloot een hoofddoek te dragen. Moet je weten, ik was de eerste gesluierde vrouw van de familie. Zelfs mijn moeder dekte haar hoofd maar half. Wat later wilde ik mijn lichaam volledig in het zwart hullen. Alleen mijn ogen zou ik aan de buitenwereld tonen. Mijn ouders zagen het nut van mijn nieuwe kledingstijl niet in en vroegen zich af hoe ik met een niqaab aan een man kon geraken. ,Je bent nog zo jong', zeiden ze. Mijn zwarte, alles omhullende kledij zette ik dan maar opzij.''
,,Op mijn twintigste trouwde ik en zette mijn zinnetje door: voortaan zouden op straat alleen mijn ogen te zien zijn. Waarom? Omdat iedere moslima de plicht heeft om haar hoofd te sluieren. Ik geef de voorkeur aan een volledige sluier, gezicht en handen inbegrepen. Mijn kleding is een extraatje op de hoofddoek. Zo wil ik een maximum aan deugden bekomen. Inmiddels zijn mijn ouders bijgedraaid en zien ze mijn kleding als iets gewoons. Sterker nog, alle vrouwen van mijn familie dragen nu een hoofddoek, behalve mijn oudste zus. Ik blijf haar maar zeggen dat ze zich moet sluieren, maar tevergeefs. Moge Allah haar naar het juiste pad leiden Het is een smeekbede die ik opdraag aan alle ongesluierde moslimvrouwen.''

Innerlijk vuur
,,Ik merk dat wij, jonge moslima's, de islam intenser beleven dan onze mama's. Zij zijn veelal ongeschoold en hun kennis van de islam beperkt zich tot wat ze horen van anderen. De religiebeleving van onze moeders stoelt op tradities uit het thuisland. De jonge moslima's van vandaag halen hun passie uit islamboeken. Dat maakt dat er een soort van innerlijk vuur in ons brandt. Niet dat ik met dat vuur een islamitische staat in België beoog want ik ben Belg en mag hier alles. Ik weet eigenlijk niet wat een islamnatie in België te bieden heeft. De islamitische wetten in een Europees land toepassen is onmogelijk. Eigenlijk moet ik een beetje lachen bij die gedachte. Ik ben evenwel voorstander van bepaalde vormen van jihad, de heilige oorlog. Een jihad tegen onrecht is geoorloofd, bijvoorbeeld in Palestina en Tsjetsjenië. Daar waar grond wordt afgenomen en families worden onderdrukt, is de jihad gerechtvaardigd. Ik bid voor de Tsjetsjenen en de Palestijnen, meer kan ik niet doen. Wie de kans heeft om voor hen en de islam te strijden, moet dat doen. Waarom niet? '

De boerkameisjes blijven me een raadsel en komen zelfs in mijn dromen voor. Ik zie vrouwen in een zwart tafellaken met een venstertje voor hun ogen. Ze staan allemaal in een lange rij en kijken me vies aan. Ik word uit mijn droom/nachtmerrie gehaald door mijn flatgenote Amira. ,,Ik mis je.'', fluistert ze om twee uur 's nachts aan de telefoon. ,,Als ik hier een uitkering krijg, kom ik terug naar Marokko, terug naar jou.'' Amira heeft een minnaar, vermoed ik slaapdronken. Nog voor we gingen slapen vroeg ze hoe Belgische liefjes zijn. Niet anders dan de Marokkaanse, antwoordde ik. ,,Maar is het niet raar met een Belg?'', wou ze perse weten. Ik grijnsde breed: ,,Het is lekker.''

Hind Fraihi
www.nieuwsblad.be