Tomas
30-03-05, 21:51
Uitgegeven: 30 maart 2005 18:28
Laatst gewijzigd: 30 maart 2005 22:27
AMSTERDAM - Sterrenkundigen gaan de hulp van Nederlanders en Belgen inschakelen om een extreem zwak radiosignaal op te vangen van de Europese ruimtesonde Huygens. Huygens staat sinds 14 januari op de Saturnus-maan Titan. Hoewel men dacht dat Huygens na zijn afdaling aan parachutes maar een paar minuten zou overleven zijn er aanwijzingen dat de ruimtesonde nog steeds actief is.
Astronomen over de hele wereld willen Huygens' radiosignaal dan ook zo snel mogelijk opvangen, omdat elke dag de laatste kan zijn dat de sonde nog energie heeft. Om het zwakke radiosignaal op te vangen roepen sterrenkundigen de hulp van de bevolking in. Met behulp van mobiele telefoons kan er gemeten worden, omdat mobiele telefoons gevoelig zijn voor radiosignalen.
Via straalzenders communiceren ze met telecommunicatiesatellieten. Omdat deze satellieten het signaal weer terugkaatsen naar het aardoppervlak, kunnen grondstations voor satellietcommunicatie maar óók radiosterrenwachten, die vaak nog grotere schotelantennes gebruiken, het opvangen. Door alle mobiele telefoons te laten samenwerken, kunnen Nederland en België een gigantische radiotelescoop vormen.
Als mensen vrijdag tussen 12.30 en 13.00 uur de straat op gaan en hun mobieltje richten naar het oosten, werken die tienduizenden mobieltjes samen als één grote radiospiegel. Het zwakke Huygenssignaal kaatst dan via de ruimte terug naar het oosten van ons land, waar het terecht komt bij de Drentse syntheseradiotelescoop. De verhoogde opbrengst zorgt ervoor dat deze telescopen het Huygens-signaal luid en duidelijk ontvangen. Hopelijk kunnen sterrenkundigen er door deze versterking achter komen wat Huygens de laatste maanden is overkomen.
(c) www.nu.nl
Laatst gewijzigd: 30 maart 2005 22:27
AMSTERDAM - Sterrenkundigen gaan de hulp van Nederlanders en Belgen inschakelen om een extreem zwak radiosignaal op te vangen van de Europese ruimtesonde Huygens. Huygens staat sinds 14 januari op de Saturnus-maan Titan. Hoewel men dacht dat Huygens na zijn afdaling aan parachutes maar een paar minuten zou overleven zijn er aanwijzingen dat de ruimtesonde nog steeds actief is.
Astronomen over de hele wereld willen Huygens' radiosignaal dan ook zo snel mogelijk opvangen, omdat elke dag de laatste kan zijn dat de sonde nog energie heeft. Om het zwakke radiosignaal op te vangen roepen sterrenkundigen de hulp van de bevolking in. Met behulp van mobiele telefoons kan er gemeten worden, omdat mobiele telefoons gevoelig zijn voor radiosignalen.
Via straalzenders communiceren ze met telecommunicatiesatellieten. Omdat deze satellieten het signaal weer terugkaatsen naar het aardoppervlak, kunnen grondstations voor satellietcommunicatie maar óók radiosterrenwachten, die vaak nog grotere schotelantennes gebruiken, het opvangen. Door alle mobiele telefoons te laten samenwerken, kunnen Nederland en België een gigantische radiotelescoop vormen.
Als mensen vrijdag tussen 12.30 en 13.00 uur de straat op gaan en hun mobieltje richten naar het oosten, werken die tienduizenden mobieltjes samen als één grote radiospiegel. Het zwakke Huygenssignaal kaatst dan via de ruimte terug naar het oosten van ons land, waar het terecht komt bij de Drentse syntheseradiotelescoop. De verhoogde opbrengst zorgt ervoor dat deze telescopen het Huygens-signaal luid en duidelijk ontvangen. Hopelijk kunnen sterrenkundigen er door deze versterking achter komen wat Huygens de laatste maanden is overkomen.
(c) www.nu.nl