PDA

Bekijk Volledige Versie : Moslims en joden treuren om het heengaan van de paus



Marsipulami
04-04-05, 01:17
Ook Israëli's en Arabieren treuren

Van onze redactrice

BRUSSEL - Niet alleen de christelijke wereld rouwde gisteren om Johannes Paulus II. Opvallend was ook de vloed van rouwbetuigingen uit de Arabische wereld en Israël


Israël prees de paus van de ,,historische verzoening'' tussen de katholieke kerk en de joden, en de paus onder wie het Vaticaan in 1993 diplomatieke relaties met Israël aanknoopte. De Arabische wereld loofde de paus die opkwam voor de ,,Arabische zaak'' met zijn verdediging van de rechten van de Palestijnen en zijn verzet tegen de oorlog in Irak.

Niet alleen de meeste Arabische regeringen spraken hun rouw uit, ook het fundamentalistische regime van Iran deed dat. De Iraanse president, de ayatollah Mohammed Khatami, noemde Johannes Paulus iemand die ,,vrede, gerechtigheid en rechtschapenheid toegedaan was''.

Egypte, het volkrijkste Arabische land, kondigde aan dat het een delegatie op hoog niveau naar de begrafenis van de paus stuurt.

De accenten verschilden, maar er liep een rode draad door de rouwverklaringen. Johannes Paulus II was een man van vrede geweest. De Arabische en moslimwereld stelden bijzonder op prijs dat de paus, zeker na 11 september 2001, resoluut de idee van een ,,botsing der beschavingen'' afwees.

De Palestijnse president Mahmoud Abbas beschreef Johannes Paulus als ,,een grote godsdienstige figuur die zijn leven gewijd heeft aan de verdediging van de waarden van vrede, vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkheid voor alle rassen en religies, en van het recht op onafhankelijkheid van ons volk''.

In Syrië zei de prominente moslimgeestelijke Sheik Salah Keftaro dat de wereld een leider verloor die ,,dialoog en coëxistentie'' bepleitte. Tijdens zijn bezoek aan Syrië in 2000 bezocht de paus in Damascus de beroemde moskee van Omayyaden, als eerste paus die een islamitisch gebedshuis betrad.

Libanon, dat een christelijke bevolking van bijna een miljoen heeft, kondigde een nationale rouw van drie dagen af.

Maar er was ook Arabische kritiek. Het Islamitisch Actiefront, dat de politieke arm vormt van de Moslim Broeders, vond het fout dat de paus in 2000 deelnam aan een plechtigheid aan het Israëlische Yad Vashem-monument ter ere van de miljoenen joden die uitgemoord werden in de holocaust.

Die plechtigheid, tijdens het bezoek van de paus aan het Heilige Land, was juist van het grootst mogelijk belang voor Israël en voor de joodse gemeenschappen elders ter wereld.

De paus uitte er nogmaals zijn veroordeling van en diepe droefheid over de volkerenmoord op de joden. Hij zei: ,,De kerk verwerpt racisme in elke vorm als een ontkenning van het beeld van Christus inherent aan elk menselijk wezen.''

Voordien al had de paus het antisemitisme onvoorwaardelijk veroordeeld, en gezegd dat de kerk op geen enkele manier rechtvaardigt dat joden gediscrimineerd zouden worden omdat zij een collectieve schuld zouden hebben aan de dood van Jezus Christus. Hij deed dat op wat ooit zijn ,,langste reis'' is genoemd, zijn bezoek aan de synagoge van Rome van 1996.

De Israëlische premier Ariel Sharon noemde de paus gisteren ,,een van de belangrijkste leiders van onze generatie''.

Er is al een discussie aan de gang of de volgende paus evenzeer de dialoog met andere godsdiensten, en speciaal met de islam zal bevorderen, of integendeel eerder de nadruk zal leggen op de eigenheid van de Rooms-katholieke kerk.

Als men de verklaringen en het beleid van de paus nader bekijkt, lijkt dat eerder een valse tegenstelling. Er bestaat geen twijfel over de inzet van de paus voor de mensenrechten en de vrede. Maar zijn verzet tegen de oorlogen om Koeweit en in Irak was ook ingegeven door de bekommernis van een kerkvorst om de positie van de christenen in de Arabische landen.

Tevens maakte de paus duidelijk dat dialoog reciprociteit inhoudt. ,,Als de moslims in de landen met een christelijke traditie de essentiële faciliteiten vinden om aan de verplichtingen van hun godsdienst te voldoen, dan wens ik vurig dat de christenen eenzelfde behandeling mogen genieten in alle landen van islamitische traditie. De godsdienstvrijheid kan niet gereduceerd worden tot loutere tolerantie. Ze is een civiele en sociale realiteit, die gepaard gaat met precieze rechten die de gelovigen toelaten zonder vrees te getuigen van hun geloof in God.''

Dat was een duidelijke verwijzing naar de houding van de meeste islamitische landen die godsdienstige minderheden alleen gedogen, en ze aan zeer strenge beperkingen onderwerpen. Die boodschap over dat onevenwicht bracht de paus in 1985 in het Marokkaanse Casablanca.


04/04/2005 Mia Doornaert

©Copyright De Standaard