PDA

Bekijk Volledige Versie : Moslimpartij mist wat het CDA heeft



Xavier
17-04-05, 23:31
Moslimpartij mist wat het CDA heeft
door Marcel ten Hooven
2005-04-18

Moslims in Nederland hebben meer aan het CDA als politiek onderkomen dan aan een moslimpartij, stelt Ab Klink. Zijn CDA biedt ruimte voor religie in de samenleving, van een moslimpartij is het nog maar afwachten hoe zij zich politiek manifesteert. Klink ging zaterdag in discussie met de voorman van Milli Görüs, Haci Karacaer.

De vader van Coskun Cörüz reageerde eerder verontrust dan verheugd, toen zijn zoon hem vertelde dat hij kamerlid voor het CDA werd: ,,Je bent toch geen christen geworden!?'' Cörüz kon hem geruststellen. Hij was nog steeds belijdend moslim. Toch koos hij uit volle overtuiging voor een toekomst in het CDA, uit enthousiasme over de visie op mens en maatschappij. Volgens Cörüz heeft de christen-democratie moslims meer te bieden dan het liberalisme en de sociaal-democratie.

Van de grote partijen is het CDA de enige die religie van publiek belang acht, meent het islamitische kamerlid, en zich teweerstelt tegen politieke krachten die het geloof tot de privésfeer willen verbannen.

Maar dat is niet het enige dat hem voor de christen-democratie heeft gewonnen. Misschien meer nog voelt hij zich aangesproken door het denken over de rol van burger en overheid dat schuilgaat achter de vier christen-democratische kernbeginselen rentmeesterschap, gespreide verantwoordelijkheid, solidariteit en publieke gerechtigheid. ,,Die 'C' van het CDA staat ergens voor. Het is het mens- en staatsbeeld dat me aanstaat. Daarom ben ik kamerlid voor het CDA'', zei Cörüz zaterdag op de discussiebijeenkomst die het CDA in Ede belegde over de rol van religie in de politiek.

Met zijn politieke wilsverklaring reageerde hij op een uitdagend betoog van Ab Klink, de directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Dat kwam erop neer dat een moslim als Cörüz vooralsnog in het CDA meer te zoeken heeft dan in een moslimpartij.

De christen-democratie biedt hem een uitgewerkte politieke filosofie over individu en gemeenschap, vrijheid en verantwoordelijkheid, gelijkheid en verscheidenheid, overheid en samenleving. Religie, burger en staat hebben daarin ieder hun eigen, zelfstandige positie, zonder volledig gescheiden te zijn. Met de islam daarentegen kun je volgens Klink alle kanten op, bij gebrek aan een eenduidige politieke filosofie. Zo krijgt hij geen helderheid over de status die de heilige wetten uit de islamitische sjaria nu precies hebben voor de wereldlijke wetten.

,,Hoe welwillend ik ook sta tegenover de islam, ik constateer wel dat het christendom iets heeft wat de islam niet heeft. Ik mis een uitgewerkte politieke filosofie over de verhouding tussen staat en burger. Ik verwijt dat de islam niet, ik constateer het slechts. Islamitische landen zijn niet zelden dictatoriaal geregeerde landen, zonder ruimte voor de ontwikkeling van politieke ideeen. De islam heeft daardoor geen denktraditie over de zelfstandige rol van de politiek kunnen opbouwen.''

Klink heeft zich met het Wetenschappelijk Instituut tot taak gesteld de christen-democratische ideologie bij de tijd te houden. Alleen al om hun gedachten daarover te scherpen, doen CDA'ers er volgens hem goed aan vertegenwoordigers van moslimgemeenschappen de nieren te proeven over hun zienswijze op rechtsstaat en religie. Dat gebeurt nog te weinig, meent hij.

Klink zelf discussieerde zaterdag op de CDA-bijeenkomst in Ede met Haci Karacaer, de directeur van de islamitische koepelorganisatie Milli Görüs. Hij stelde na afloop vast dat de onduidelijkheid niet was weggenomen.

,,Mij is niet helder welke invloed de sjaria volgens moslims op de politiek mag uitoefenen. Ik wil daarover meer zekerheid. Sommige islamitische landen zeggen dat zij achter het principe van godsdienstvrijheid staan, maar tegelijkertijd zet de sjaria een straf op bekering tot het christendom. Geeft godsdienstvrijheid nu het recht om zich van de islam te bekeren tot een andere godsdienst of niet?'' Zolang hij over dit soort vragen in het duister tast, hield Klink Karacaer voor, zal hij achterdochtig zijn jegens de islam en niet meer dan welwillendheid kunnen betrachten, wat een tot weinig verplichtende houding is.

Volgens Klink slaagde Karacaer er niet in zijn vragen te beantwoorden. Dat antwoord kwam erop neer dat de CDA'er de veelvormigheid in de islamitische wereld miskent: ,,Als Klink spreekt over 'de' islamitische staat, heeft hij het dan over Libië of over Indonesië? Dat maakt nogal een verschil. En wat is 'de' sjaria in zijn ogen? In Turkije verstaan ze daar iets anders onder dan in Indonesië.''

Ook in de eigen kring van Milli Görüs-Nederland kent Karacaer rekkelijken en preciezen, bleek uit een kleine anekdote. In een discussie wees hij zijn geloofsgenoten op die ene God die de drie abrahamitische religies islam, christendom en jodendom gemeen hebben; ,,God is te groot voor één religie.'' Meteen volgde de reactie: ,,Dan is jouw God niet mijn God.''

In het licht van zijn opvattingen is het niet verwonderlijk dat Klink zich fel afzette tegen het pleidooi van een katholieke partijgenoot om de 'C' in het CDA in te ruilen voor de 'R' van religieus of de 'S' van spiritueel. De man meende dat na de geslaagde integratie van katholieken en protestanten in het CDA, de partij haar grondslag kon verbreden van de Bijbel naar alle religieuze geschriften. Klink ziet daar niets in.

Hij houdt vast aan de formule dat het CDA een open huis is voor iedereen die de vier politieke kernbeginselen onderschrijft, of hij nu christen, moslim, hindoe of heiden is. Niettemin blijft de Bijbel wat hem betreft de grondslag van deze beginselen: ,,Ik vind het naïef de grondslag van het CDA te verbreden naar andere religies, zolang we nog zo weinig weten van de expliciete betekenis van de islam in het politieke domein. We moeten het CDA niet inruilen voor zoiets vaags als een religieus- of spiritueel-democratisch appel.

In tegenstelling tot vaagheid in de islam over de politieke betekenis van de sjaria, is de Bijbel in het Nieuwe Testament volgens Klink glashelder over de reikwijdte van geestelijke wetten. ,,Telkens weer lees je hoe Jezus Christus zich verzet tegen anderen die deze wetten willen misbruiken voor onderdrukking. Het Nieuwe Testament staat bol van wijze lessen over vrijheid.'' Als voorbeeld wijst hij op het verhaal van de Farizeëers die na een uitbundig loofhuttenfeest Jezus een overspelige vrouw voorgeleiden. Het Zesde Gebod verplicht Jezus volgens hen tot een veroordeling. Maar hij schenkt haar vergiffenis en een nieuwe kans: ,,Ga heen, zondig van nu af niet meer!''

Gevraagd naar de consequenties van zijn opvattingen voor een Nederlandse moslimpartij, zei Klink na afloop dat hij de komst van zo'n groepering op zichzelf toejuicht. Hij hoopt dat het debat met een moslimpartij meer duidelijkheid oplevert over de betekenis van de sjaria voor de politiek. Maar Klink sluit tegelijkertijd een verbod van een moslimpartij niet geheel uit. Een uitspraak van het Europese Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg over de Turkse Welvaartspartij is wat hem betreft richtinggevend.

Het Hof bekrachtigde het verbod van deze fundamentalistisch-islamitische partij omdat zij in Turkije voor moslims de sjaria wilde invoeren, streefde naar de suprematie van de Koran, het seculiere karakter van de Turkse staat ter discussie stelde, en zinspeelde op toepassing van geweld om van Turkije een moslimstaat te maken. Klink trekt de conclusie dat een verbod van partijen die zich tegen de democratie keren om een theocratie te kunnen vestigen legitiem kan zijn. ,,Zij zitten in de zone van een wettelijk verbod.''

Bron: trouw.nl (http://www.trouw.nl/nieuwsenachtergronden/artikelen/1113721196650.html)