PDA

Bekijk Volledige Versie : Condoléancebericht van de zaaduientelers in Oost-Groningen.



Marsipulami
18-04-05, 12:52
Preek van mgr. Eijk in requiemmis voor de paus

2005-04-08 - Donderdag 7 april hing bij de kathedrale kerk H.H. Martinus en Jozef aan de Radesingel in Groningen de geel-witte vlag halfstok en de doodsklok luidde. Om 19.00u. was er een gezongen requiemmis voor onze overleden paus Johannes Paulus II met mgr. W.J. Eijk, de bisschop van Groningen, als hoofdcelebrant. Bijna 500 gelovigen uit verschillende delen van ons bisdom waren aanwezig in de kerk. Omdat onder hen ook Polen waren, landgenoten van de paus, werd het evangelie ook in het pools gelezen. Tevens zongen de Polen aan het einde van de requiemmis een pools lied, n.l. dat Christus ons roept om Hem te volgen. Tijdens de pontificale eucharistieviering voor onze overleden paus hield mgr. Eijk de preek waarin hij stil stond bij Johannes Paulus II, bij zijn persoon en pontificaat.

Broeders en zusters,

Het frappeert hoe sinds zaterdagavond alle media uitvoerig hebben bericht over het overlijden van onze Heilige Vader, paus Johannes Paulus II. Ook buiten de Kerk realiseert men zich dat we aan het einde van een groots pontificaat staan. Na een kwart eeuw blijven de televisiebeelden op het netvlies gegrift met de ontmoetingen tussen de paus en generaal Jaruzelski, de toenmalige president van Polen, die het begin markeerden van de val van de muur. Begin jaren tachtig leek het nog ondenkbaar dat Oost-Europese staten ooit deel zouden uitmaken van de Europese Gemeenschap.

Alle Vatican-watchers en hooggeprezen vaticaankenners zaten er in 1978 naast. De echte Vatican-Watcher is voor ons katholieken de Heilige Geest. Voor mensen heel onverwachts kwam een einde aan de lange traditie van Italiaanse pausen, toen de pool Karol Woityla aantrad als nieuwe paus. Als ik de Heilige Geest – uiteraard wat uitdagend – de Vatican-watcher bij uitstek noem, zitten sommigen misschien al te popelen om te wijzen op pausen die het wellicht minder goed hebben gedaan. Één ding moeten we nooit vergeten: de Kerk is een goddelijke en menselijke werkelijkheid. Of een roeping ook overeenkomstig Gods bedoelingen tot haar recht komt, hangt mede af van de mate waarin de geroepen mens zich voor Gods genade openstelt. De eigen verantwoordelijkheid van een mens is niet dat hij zelf kan uitmaken wat goed of kwaad is maar dat hij de vrijheid heeft om op de hem gegeven roeping te antwoorden. Daarom is er naast dankbaarheid jegens God omdat hij ons deze grootse paus gegeven heeft, ook dankbaarheid jegens Johannes Paulus II zelf, vanwege de radicaliteit waarmee hij aan zijn roeping heeft beantwoord. Hij was werkelijk overeenkomstig zijn wapenspreuk: “totus tuus”, geheel de uwe.

Dit heeft hij op tal van manieren gedaan. Het meest zichtbaar wellicht in het grote aantal reizen dat hij ondernam. Maar tevens heeft hij de Kerk een serie encyclieken en andere pauselijke geschriften nagelaten met een onschatbare waarde. De diepgang van wat hij schreef vergde veel van de gemiddelde lezer. Waarschijnlijk zullen wij pas na jaren beseffen hoe profetisch zijn blik was met betrekking tot de eeuw waarin wij nu leven. Wat daar nog bij komt is dit: alles wat hij schreef, had bij hem een Sitz im Leben. In zijn encycliek over de fundamenten van de katholieke moraal, Veritatis Splendor, gaf hij aan dat het morele handelen tot vervollediging komt, wanneer de mens naar het voorbeeld van Christus, de volmaakte mens, tot een gave van zichzelf komt. De katholieke moraal, in wezen niets anders dan een door de Openbaring gesteunde verheldering van Gods scheppingsordening, stelt wellicht hoge eisen. Dit wordt echter pas begrijpelijk als we beseffen dat het diepste van het morele handelen bestaat in een gave van jezelf. Ieder kon constateren dat Johannes Paulus II wat hij hierover voorhield, zelf heeft gepraktiseerd tot het uiterste toe.

Wat betreft zijn geschriften zou ik één document willen citeren, met name omdat dat de laatste jaren als gevolg het verval van zijn fysieke conditie zo’n zichtbare impact heeft gehad. Het betreft zijn apostolische brief Over de christelijke betekenis van het lijden. Aan het einde hiervan vroeg hij de steun van alle mensen die lijden:
“Juist u, die zwak zijt, vragen wij een bron van kracht voor de kerk en de mensheid te worden. In de verschrikkelijke strijd tussen de machten van het goede en van het kwade, die zich voor onze ogen in de moderne wereld afspeelt, moge uw lijden in eenheid met het kruis van Christus overwinnen!”
Als dit klinkt uit de mond van iemand die het lijden zelf niet van nabij heeft meegemaakt, komt het over als een theologische theorie en verwekt het wellicht irritatie. Nu komen die woorden uit de mond van de paus die toen hij die schreef, zelf al heel wat had doorstaan.

Op dat moment kon hij niet bevroeden hoe diep de lijdensbeker zou zijn die hijzelf aan het einde van zijn leven tot de bodem heeft leeggedronken. Zijn ziekte, lichamelijke achteruitgang en de pijn die hij daardoor leed, verheelde hij niet, in tegenstelling tot de tendens in de huidige cultuur alles wat niet mooi en aantrekkelijk is, tot en met de tekenen van ouderdom toe, weg te stoppen. De paus kon het lijden als gevolg van zijn slopende ziekte zo’n plaats geven, omdat hij het lijden van Christus op voor iedereen zichtbare wijze in zijn leven een plaats had gegeven.

In de huidige geseculariseerde wereld heeft iemand die op 45-jarige leeftijd zijn baan verliest, heel wat moeite om nog in het arbeidsproces terug te keren en na je zestigste werd je praktisch van het publieke toneel weggekeken, tenzij ouderen in de nabije toekomst economisch weer interessant worden. Vanuit deze mensvisie schimpt die geseculariseerde wereld op een oude paus die - althans in haar ogen - te lang aanbleef. Juist echter daardoor laat zij zien hoezeer zij behoefte heeft aan het getuigenis, dat het lijden, ofschoon zinloos op zich en niet bedoeld door de Schepper, door de tussenkomst van Jezus’ kruis aan het leven diepgang en zin kan geven. Dit is een aspect van ons geloof, dat inderdaad alleen met gelovige ogen kan worden gezien, dat wil zeggen als we ons innerlijk laten verlichten door de Heilige Geest.

Wat Jezus met het menselijk lijden doet, verwoordt Hij in het Evangelie in de vergelijking van de stervende graankorrel. Als de graankorrel niet wordt gezaaid, blijft hij weliswaar intact, maar blijft hij alleen. Wordt hij gezaaid, dan sterft hij, maar brengt hij veel vrucht voort. Het sterven van Jezus aan het kruis heeft voor ons de weg naar de verrijzenis gebaand en de hemelpoort geopend. Wie aan zijn leven vasthoudt, en dan wordt bedoeld het leven zoals hij het los van God naar eigen inzichten wil inrichten, verliest het. Wie zijn leven inricht naar Gods wil, dat wil zeggen in dienst van Christus en daarmee van elke medemens stelt, wint het. Dan wordt het leven door God gezegend en daardoor vruchtbaar.

Zowel aan het begin van zijn pontificaat als aan het einde heeft Johannes Paulus II Christus gediend op een unieke wijze. Als een goede dienaar was hij tijdens zijn aardse leven steeds daar waar Jezus was, in het getuigen en in het lijden. “Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren,” zegt Jezus. Moge Johannes Paulus II nu na zijn dood ook daar zijn waar de Heer is. Amen.

mark61
18-04-05, 15:00
Dank je wel. Maar Oost-Groningen heeft werkelijk niks met Grunninge-Stad te maken. Das mijlen en eeuwen apart.

Enfin, heb je nog een bericht van het ex-supporterslegioen van Winterslag?