Olive Yao
18-04-05, 20:50
LINKS LOOP AAN LEIBAND MOSLIM-EER
Nahed Selim
De Volkskrant, maandag 9 april 2005
VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, volgens Time behorend tot de invloedrijkste personen ter wereld, spreekt vandaag in Genève op een VN-congres over de positie van vrouwen in de islam. Nahed Selim steunt haar strijd, want met de rechten van moslimvrouwen is het wel degelijk bedroevend gesteld.
Nooit eerder is een Tweede Kamerlid opgenomen in de lijst van invloedrijkste personen van Time. Ayaan Hirsi Ali schrijft dus geschiedenis. Geschiedenis die door een deel van de politiek en de samenleving niet op waarde wordt geschat. Maar is dat niet inherent aan revolutionairen en leiders, dat ze zowel bewondering en afschuw oproepen? Revolutie en leiderschap zijn dan ook geen typisch nederlandse eigenschappen (meer). Hier is men eerder geneigd tot compromissen en pacificeren.
Toch is er een tijd geweest waarin een hele generatie zich afzette tegen de toen geldende normen en opvattingen. De generatie van de jaren zestig en zeventig bracht niet een, maar meerdere revoluties tot stand: onder andere een sexuele revolutie en een revolutie tegen gezag en authoriteit. Een tijd waarin Nederland een visionair land was dat niet schroomde, als een gidsland, voor de troepen uit te lopen.
Paradoxaal genoeg zijn het juist de figuren van weleer – die zich sterk hebben gemaakt voor waarden als individualisme, de rechten van vrouwen en gelijke kansen voor alle mensen – die zich nu afzetten tegen de strijd van het VVD-Kamerlid, terwijl die in wezen over dezelfde principes gaat.
De revolutionairen van toen zijn revolutie-moe. Ze geloven niet meer in de maakbaarheid van de mens en hebben zich bekerd tot het alles omvattende begrip “respect”. Ze propageren conformisme, kritiekloos realisme en verering van religie, wat die religie ook voorschrijf. De revolutionairen van weleer zijn de behoudende conservatieven van vandaag.
De revolutie tegen de onderdrukking van vrouwen is links Nederland een doorn in het oog geworden. Zo moest een voorvechtster voor vrouwenrechten verhuizen van een conservatieve PvdA naar een progressieve VVD. Was het ooit niet juist andersom? Ik weet het ook niet meer. Als moslim-feministe merk ik dat mijn geestverwanten, als het om vrouwenrechten gaat, zich vooral bevinden onder de, traditioneel gezien, rechtse vleugel van denkend Nederland, terwijl ik mezelf altijd zag als iemand met een linkse oriëntatie!
Het is verwarrend te moeten geloven dat emancipatie en gelijke rechten van vrouwen alleen voor westerse vrouwen van toepassing zijn. Zodra het om moslimvrouwen gaat, gelden andere normen – normen die gedicteerd worden door texten en voorschriften die pasten bij een tribale samenleving van 14 eeuwen gelden.
Tot een dergelijk schizofreen denken ben ik niet in staat. Het lijkt me vreemd dat de geldigheid van universele ideeën en waarden, geografisch of etnisch zou worden bepaald. Voor mij riekt dat eerder naar opportunisme.
Hoewel Ayaan Hirsi Ali en ik in methode van aanpak verschillen, is onze strijd voor vrouwenrechten en de individuele vrijheid van de mens dezelfde. Het verschil zit hem voornamelijk in nuances. Waar Hirsi Ali de verschillen van interpretatie binnen de verschillende islamitische gemeenschappen over het hoofd ziet, zie ik ze en onderken ik ze wel. Feit blijft echter dat haar kritiek volledig geldt voor de letterlijke, orthodoxe stroming binnen de islam, een stroming waartoe de meerderheid van de moslims in Nederland gerekend kan worden. Volgens deze stroming dienen de voorschriften van de koran en de overlevering van de profeet letterlijk te worden nageleefd, ook wanneer ze strijdig zijn met de Grondwet hier.
Uit een onderzoek in opdracht van Nova bleek onlangs dat bijna 50% van de ongeveer een miljoen in Nederland wonende moslims, de sharia boven de Grondwet vindt staan en ingevoerd wil zien in Nederland.
Ook bleek dat 80% van de moslims die zeggen te gaan stemmen, stemt op PvdA en Groen Links. Dat wil zeggen dat zich onder het electoraat van PvdA en Groen Links ongeveer 400.000 moslims bevinden die voorstander zijn van de toepassing van de sharia in Nederland. Geen wonder dat deze polititiek partijen de vrijheid van geloof, zelfs wanneer deze in strijd is met vrouwenrechten en andere grondrechten van de individu, altijd laat prevaleren. In het kader van de vrijheid van geloof kan men in principe de invoering van de sharia in Nederland grondwettig verklaren. Met de PvdA en Groen Links heb je niet eens een Moslim Partij nodig.
In een recent boek beschrijft Jamaal al-Banna, nazaat van Hassan al-Banna – de grondlegger van de Moslim Broederschap in Egypte en de oom van de bekende zwitserse moslimfilosoof Tariq Ramadan – het gedachtegoed van enkele radicale groepen, zoals de Hizb ut Tahrir (die vrij snel na oprichting verboden werd in alle islamitische landen). Dat gedachtegoed heeft vooral veel aanhang verworven onder moslims in het Westen – “vruchtbare aarde om zijn boodschap te zaaien in de verschillende europese landen, gebruik makend van de bijzondere omstandigheden van deze landen die zijn leden asielrecht en ruimte voor hun activiteiten hebben geboden”.
Een cruciale alinea luidt:
“Een van de belangrijkste prncipes van kapitalisme is de bescherming van de democratische vrijheden van de mens. Deze vrijheden zijn: vrijheid van geloof, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van bezit en persoonlijke vrijheid (...). Over het algemeen zijn deze vier vrijheden tegengesteld aan de regels van de islam. Een moslim is niet vrij in zijn geloof. Als hij van zijn geloof valt, wordt hem bevolen zich terug te bekeren. Doet hij dat niet, dan wordt hij gedood (gebaseerd op een overlevering van de profeet: Doodt ieder die zijn geloof afvalt). Een moslim is niet vrij in zijn mening, hij kan van iets slechts datgene vinden wat de islam ook officieel vindt. Het kan niet zo zijn dat een moslim zich een andere mening aanmeet dan de mening van de islam. Een moslim is niet vrij om bezitting te vergaren. Wat betreft de persoonlijke vrijheid, die bestaat niet in de islam. Een moslim is persoonlijk niet vrij, maar gebonden aan voorschriften. Dus de persoonlijke vrijheden die het kapitalisme beschermen, bestaan niet voor de moslim”.
Daarmee wil ik absoluut niet beweren dat de meeste nederlandse moslims dit radicale gedachtegoed onderschrijven, maar – gelet op voornoemd Nova-onderzoek – minstens twee van deze punten (zo niet meer) scoren hoog bij de meerderheid van de nederlandse moslims.
En dat is geen polarisatie, geen overdrijving, geen handel in angst, maar pragmatisch analyseren (normaal een gedegen eigenschap waarop Nederlanders prat gaan) en aan die analyse de onvermijdelijke consequenties verbinden.
Wat je wel op het VVD-kamerlid tegen kan hebben, zijn haar provocaties en haar schoktherapie. Maar is provoceren per definitie slecht? Is het niet soms nodig om een kwestie op scherp te zetten, voordat er in de politiek naar een oplossing gezocht kan worden?
Emancipatie en vrouwenrechten zijn typisch westerse ideeën, roepen moslimfundamentalisten en hun linksige aanhang vaak. Ze weten wellicht niet dat er reeds in 1898 een boek, getiteld De bevrijding van de vrouw, van Qasim Amien, in Egypte verscheen. In 1902 verscheen zijn tweede boek, De nieuwe vrouw, waardoor deze dappere egyptische voorvechter van vrouwenrechten bespot werd door practisch het hele land. Ook hij werd ontslagen, verketterd en bijna vermoord. Hij bracht de rest van zijn leven door in isolement. Toch hebben zijn boeken en traject uiteengezet dat door vrouwen later is opgepakt. Dankzij zijn publicaties werden voor het eerst meisjesscholen opgericht.
Het argument dat Hirsi Ali haar doelgroep mist, bestrijd ik. Hoewel vele mondige moslimvrouwen steeds roepen dat ze niet onderdrukt worden, betekent dat nog niet dat andere moslimvrouwen niet te maken hebben met verwerpelijke en agressieve practijken in hun dagelijkse leven. Maar die worden niet gezien of gehoord, die komen hun huizen niet uit en spreken geen nederlands.
De krampachtige ontkenning van feiten die met cijfers zijn onderbouwd, moet gezien worden in het verlengd van het begrip eergevoel. Zoals de eer van de familie niet geschonden mag worden – en liever moet worden opgelapt door een hersteloperatie van het maagdenvlies, dan dat iedereen weet wat er aan de hand is – zo mogen ook de goede naam en de eer van de gemeenschap niet bezoedeld worden door toe te geven dat er foute dingen binnen de gemenscap plaat vinden. Een soort hersteloperatie van de gemeenschappelijke eer.
In hun hart weten ook deze vrouwen dat het niet zo is. Maar hoe lang gaan ze nog door met deze cosmetische operatie, meestal onder de noemer “bestrijding van de vooroordelen tegen de islam”?
Weldenkende vrouwen en mannen, moslims en niet-moslims, westers en niet-westers, het wordt tijd dat we onze krachten bundelen, dat we openlijk opkomen voor wat we werkelijk denken: gelijkheid van vrouwen en mannen, een optimale onplooiing van onze talenten en potentie en een menselijke samenleving waarin niemand voor zijn/haar mening afgeslacht of bedreigd hoeft te worden.
Vandaag wordt onder auspiciën van de VN een congres georganiseerd met als thema jihad and its victims. Daaraan zal Ayaan Hirsi Ali deelnemen. Zij spreekt over vrouwen. Haar slotconclusie is: “Oorlog tegen islamitisch terrorisme kan nooit gewonnen worden als meisjes en vrouwen blijven leven volgens een tribale mentaliteit”.
Nahed Selim is schrijfster (van egyptische oorsprong) van onder meer Brieven uit Egypte en Vrouwen van de profeet
Ayaan Hirsi Ali schonk haar en Naema Tahir (Een moslima ontsluierd) het geldbedrag dat verbonden is aan de emancipatieprijs van Opzij, die Hirsi Ali in februari ontving.
Nahed Selim
De Volkskrant, maandag 9 april 2005
VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, volgens Time behorend tot de invloedrijkste personen ter wereld, spreekt vandaag in Genève op een VN-congres over de positie van vrouwen in de islam. Nahed Selim steunt haar strijd, want met de rechten van moslimvrouwen is het wel degelijk bedroevend gesteld.
Nooit eerder is een Tweede Kamerlid opgenomen in de lijst van invloedrijkste personen van Time. Ayaan Hirsi Ali schrijft dus geschiedenis. Geschiedenis die door een deel van de politiek en de samenleving niet op waarde wordt geschat. Maar is dat niet inherent aan revolutionairen en leiders, dat ze zowel bewondering en afschuw oproepen? Revolutie en leiderschap zijn dan ook geen typisch nederlandse eigenschappen (meer). Hier is men eerder geneigd tot compromissen en pacificeren.
Toch is er een tijd geweest waarin een hele generatie zich afzette tegen de toen geldende normen en opvattingen. De generatie van de jaren zestig en zeventig bracht niet een, maar meerdere revoluties tot stand: onder andere een sexuele revolutie en een revolutie tegen gezag en authoriteit. Een tijd waarin Nederland een visionair land was dat niet schroomde, als een gidsland, voor de troepen uit te lopen.
Paradoxaal genoeg zijn het juist de figuren van weleer – die zich sterk hebben gemaakt voor waarden als individualisme, de rechten van vrouwen en gelijke kansen voor alle mensen – die zich nu afzetten tegen de strijd van het VVD-Kamerlid, terwijl die in wezen over dezelfde principes gaat.
De revolutionairen van toen zijn revolutie-moe. Ze geloven niet meer in de maakbaarheid van de mens en hebben zich bekerd tot het alles omvattende begrip “respect”. Ze propageren conformisme, kritiekloos realisme en verering van religie, wat die religie ook voorschrijf. De revolutionairen van weleer zijn de behoudende conservatieven van vandaag.
De revolutie tegen de onderdrukking van vrouwen is links Nederland een doorn in het oog geworden. Zo moest een voorvechtster voor vrouwenrechten verhuizen van een conservatieve PvdA naar een progressieve VVD. Was het ooit niet juist andersom? Ik weet het ook niet meer. Als moslim-feministe merk ik dat mijn geestverwanten, als het om vrouwenrechten gaat, zich vooral bevinden onder de, traditioneel gezien, rechtse vleugel van denkend Nederland, terwijl ik mezelf altijd zag als iemand met een linkse oriëntatie!
Het is verwarrend te moeten geloven dat emancipatie en gelijke rechten van vrouwen alleen voor westerse vrouwen van toepassing zijn. Zodra het om moslimvrouwen gaat, gelden andere normen – normen die gedicteerd worden door texten en voorschriften die pasten bij een tribale samenleving van 14 eeuwen gelden.
Tot een dergelijk schizofreen denken ben ik niet in staat. Het lijkt me vreemd dat de geldigheid van universele ideeën en waarden, geografisch of etnisch zou worden bepaald. Voor mij riekt dat eerder naar opportunisme.
Hoewel Ayaan Hirsi Ali en ik in methode van aanpak verschillen, is onze strijd voor vrouwenrechten en de individuele vrijheid van de mens dezelfde. Het verschil zit hem voornamelijk in nuances. Waar Hirsi Ali de verschillen van interpretatie binnen de verschillende islamitische gemeenschappen over het hoofd ziet, zie ik ze en onderken ik ze wel. Feit blijft echter dat haar kritiek volledig geldt voor de letterlijke, orthodoxe stroming binnen de islam, een stroming waartoe de meerderheid van de moslims in Nederland gerekend kan worden. Volgens deze stroming dienen de voorschriften van de koran en de overlevering van de profeet letterlijk te worden nageleefd, ook wanneer ze strijdig zijn met de Grondwet hier.
Uit een onderzoek in opdracht van Nova bleek onlangs dat bijna 50% van de ongeveer een miljoen in Nederland wonende moslims, de sharia boven de Grondwet vindt staan en ingevoerd wil zien in Nederland.
Ook bleek dat 80% van de moslims die zeggen te gaan stemmen, stemt op PvdA en Groen Links. Dat wil zeggen dat zich onder het electoraat van PvdA en Groen Links ongeveer 400.000 moslims bevinden die voorstander zijn van de toepassing van de sharia in Nederland. Geen wonder dat deze polititiek partijen de vrijheid van geloof, zelfs wanneer deze in strijd is met vrouwenrechten en andere grondrechten van de individu, altijd laat prevaleren. In het kader van de vrijheid van geloof kan men in principe de invoering van de sharia in Nederland grondwettig verklaren. Met de PvdA en Groen Links heb je niet eens een Moslim Partij nodig.
In een recent boek beschrijft Jamaal al-Banna, nazaat van Hassan al-Banna – de grondlegger van de Moslim Broederschap in Egypte en de oom van de bekende zwitserse moslimfilosoof Tariq Ramadan – het gedachtegoed van enkele radicale groepen, zoals de Hizb ut Tahrir (die vrij snel na oprichting verboden werd in alle islamitische landen). Dat gedachtegoed heeft vooral veel aanhang verworven onder moslims in het Westen – “vruchtbare aarde om zijn boodschap te zaaien in de verschillende europese landen, gebruik makend van de bijzondere omstandigheden van deze landen die zijn leden asielrecht en ruimte voor hun activiteiten hebben geboden”.
Een cruciale alinea luidt:
“Een van de belangrijkste prncipes van kapitalisme is de bescherming van de democratische vrijheden van de mens. Deze vrijheden zijn: vrijheid van geloof, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van bezit en persoonlijke vrijheid (...). Over het algemeen zijn deze vier vrijheden tegengesteld aan de regels van de islam. Een moslim is niet vrij in zijn geloof. Als hij van zijn geloof valt, wordt hem bevolen zich terug te bekeren. Doet hij dat niet, dan wordt hij gedood (gebaseerd op een overlevering van de profeet: Doodt ieder die zijn geloof afvalt). Een moslim is niet vrij in zijn mening, hij kan van iets slechts datgene vinden wat de islam ook officieel vindt. Het kan niet zo zijn dat een moslim zich een andere mening aanmeet dan de mening van de islam. Een moslim is niet vrij om bezitting te vergaren. Wat betreft de persoonlijke vrijheid, die bestaat niet in de islam. Een moslim is persoonlijk niet vrij, maar gebonden aan voorschriften. Dus de persoonlijke vrijheden die het kapitalisme beschermen, bestaan niet voor de moslim”.
Daarmee wil ik absoluut niet beweren dat de meeste nederlandse moslims dit radicale gedachtegoed onderschrijven, maar – gelet op voornoemd Nova-onderzoek – minstens twee van deze punten (zo niet meer) scoren hoog bij de meerderheid van de nederlandse moslims.
En dat is geen polarisatie, geen overdrijving, geen handel in angst, maar pragmatisch analyseren (normaal een gedegen eigenschap waarop Nederlanders prat gaan) en aan die analyse de onvermijdelijke consequenties verbinden.
Wat je wel op het VVD-kamerlid tegen kan hebben, zijn haar provocaties en haar schoktherapie. Maar is provoceren per definitie slecht? Is het niet soms nodig om een kwestie op scherp te zetten, voordat er in de politiek naar een oplossing gezocht kan worden?
Emancipatie en vrouwenrechten zijn typisch westerse ideeën, roepen moslimfundamentalisten en hun linksige aanhang vaak. Ze weten wellicht niet dat er reeds in 1898 een boek, getiteld De bevrijding van de vrouw, van Qasim Amien, in Egypte verscheen. In 1902 verscheen zijn tweede boek, De nieuwe vrouw, waardoor deze dappere egyptische voorvechter van vrouwenrechten bespot werd door practisch het hele land. Ook hij werd ontslagen, verketterd en bijna vermoord. Hij bracht de rest van zijn leven door in isolement. Toch hebben zijn boeken en traject uiteengezet dat door vrouwen later is opgepakt. Dankzij zijn publicaties werden voor het eerst meisjesscholen opgericht.
Het argument dat Hirsi Ali haar doelgroep mist, bestrijd ik. Hoewel vele mondige moslimvrouwen steeds roepen dat ze niet onderdrukt worden, betekent dat nog niet dat andere moslimvrouwen niet te maken hebben met verwerpelijke en agressieve practijken in hun dagelijkse leven. Maar die worden niet gezien of gehoord, die komen hun huizen niet uit en spreken geen nederlands.
De krampachtige ontkenning van feiten die met cijfers zijn onderbouwd, moet gezien worden in het verlengd van het begrip eergevoel. Zoals de eer van de familie niet geschonden mag worden – en liever moet worden opgelapt door een hersteloperatie van het maagdenvlies, dan dat iedereen weet wat er aan de hand is – zo mogen ook de goede naam en de eer van de gemeenschap niet bezoedeld worden door toe te geven dat er foute dingen binnen de gemenscap plaat vinden. Een soort hersteloperatie van de gemeenschappelijke eer.
In hun hart weten ook deze vrouwen dat het niet zo is. Maar hoe lang gaan ze nog door met deze cosmetische operatie, meestal onder de noemer “bestrijding van de vooroordelen tegen de islam”?
Weldenkende vrouwen en mannen, moslims en niet-moslims, westers en niet-westers, het wordt tijd dat we onze krachten bundelen, dat we openlijk opkomen voor wat we werkelijk denken: gelijkheid van vrouwen en mannen, een optimale onplooiing van onze talenten en potentie en een menselijke samenleving waarin niemand voor zijn/haar mening afgeslacht of bedreigd hoeft te worden.
Vandaag wordt onder auspiciën van de VN een congres georganiseerd met als thema jihad and its victims. Daaraan zal Ayaan Hirsi Ali deelnemen. Zij spreekt over vrouwen. Haar slotconclusie is: “Oorlog tegen islamitisch terrorisme kan nooit gewonnen worden als meisjes en vrouwen blijven leven volgens een tribale mentaliteit”.
Nahed Selim is schrijfster (van egyptische oorsprong) van onder meer Brieven uit Egypte en Vrouwen van de profeet
Ayaan Hirsi Ali schonk haar en Naema Tahir (Een moslima ontsluierd) het geldbedrag dat verbonden is aan de emancipatieprijs van Opzij, die Hirsi Ali in februari ontving.