Xavier
20-04-05, 11:07
‘Ik zag eruit als een slechte imitatie van Ronnie Tober’
Van onze verslaggever Raoul du Pré
DEN HAAG - Geert Wilders leeft sinds de moord op Theo van Gogh op onbekende adressen en achter zware metalen deuren. Zijn laatste adres is Kamp Zeist. Hij beschrijft de details in een boek.
Geert Wilders schreef Kies voor vrijheid over zijn onderduiken: met opgeplakte snor en donkerbruine pruik naar het zoveelste schuiladres
Geert Wilders heeft de foto’s zelf gemaakt. De zware metalen deur, de wc met het opschrift prisoners toilet. De donkere gordijnen voor de raampjes met de tralies. Dit is Kamp Zeist, de zwaarbewaakte cel waar het onafhankelijke Tweede-Kamerlid na 2 november 2004 voor zijn eigen veiligheid in belandde. Hij zit er nog altijd. ‘Het ergste vind ik nog dat er geen direct daglicht is’, schrijft Wilders in zijn boek Kies voor Vrijheid dat vandaag verschijnt. ‘Ik heb me nooit zo gerealiseerd wat het is om de hele tijd alleen met kunstlicht te leven. Het deprimeert je.’
Geert Wilders wordt liever niet te frequent met Pim Fortuyn vergeleken, al was het maar om associaties met de beruchte wanorde in de LPF te voorkomen. ‘Ik ben geen LPF2’, zegt Wilders daarom zo vaak als hij kan. Maar intussen vertoont zijn carrière onmiskenbaar parallellen met die van Fortuyn: onbegrepen door de grote gevestigde partijen, uiteindelijk voor zichzelf begonnen, bij tijd en wijlen met grote potentie in de opiniepeilingen – en nu, ruim voor de volgende verkiezingen, is er dus ook het boek. Het is een combinatie geworden van zijn levensverhaal en een politiek pamflet, inclusief de al eerder uitgegeven Onafhankelijkheidsverklaring.
In het tweede deel van de titel (‘een eerlijk antwoord’) ligt de motivatie van de schrijver besloten: het boek is in de eerste plaats een antwoord op de ‘vele tienduizenden e-mailtjes’ die het Kamerlid de afgelopen maanden kreeg van sympathisanten. ‘Wanneer wordt u een partij?’, vroegen die. ‘Hoe is het nou om bewaakt te worden? Waar woont u eigenlijk?’
Wilders vertelt het allemaal. Onthullend is zijn relaas over hoe hij zich in november door Nederland begaf, toen er na de moord op Theo van Gogh nog geen veilig onderkomen was gevonden. Met zijn echtgenote sliep hij enkele nachten in een kazerne zonder verwarming of warm water. En soms in een ‘gewone’ woonwijk, waar hij niet herkend mocht worden door zijn buren. ‘Dan moest ik in de auto mijn vermomming in orde maken. Je lippen vol met aceton van de opgeplakte snor. Een donkerbruine pruik op die speciaal voor mijn grote hoofd was gemaakt, een bril op en ten slotte ook een hoed. Ik zag eruit als een slechte imitatie van Ronnie Tober.’
Kies voor vrijheid is ook Wilders' afrekening met velen. Met politieke tegenstanders als Wouter Bos (‘Denkt zich het Catshuis in te zwijgen’) maar vooral met zijn voormalige partijgenoten van de VVD. Ze krijgen er allemaal van langs: oud-partijleider Hans Dijkstal (‘Zelden een politicus zo incompetent zien opereren’), zijn vroegere maatje in de fractie Gert-Jan Oplaat (‘Aardig maar weinig heldhaftig’) en goed beschouwd bijna al zijn oude liberale collega's, omdat zij nauwelijks historisch besef hebben (‘Ze staan je als een schaap aan te kijken als je iets verder teruggaat dan het WK-voetbal 1978’).
Wanneer de Groep Wilders nou een echte partij wordt, met een kieslijst en partijgenoten? Medestanders zijn er al volop, schrijft Wilders. Hij heeft al zeker tien personen op het oog. ‘Maar zolang de veiligheidsomstandigheden minder florissant zijn, blijven hun namen voor het grote publiek ongewis.’
Voor wie het nog niet wist: het wordt in elk geval een partij voor gewone mensen. En dus niet voor gestudeerde types als minister Donner van Justitie. ‘Ik eis van mijn toekomstige fractiegenoten dat ze constant in contact staan met de burgers. Ik vind het belangrijker dat ze in normaal Nederlands in gesprek zijn en blijven met de mensen bij hen in de straat, dorp of stad, dan dat ze met Donner-termen als nochtans en desalniettemin een zogenaamd mooi Kamerdebat kunnen houden.’
Bron: volkskrant.nl
Van onze verslaggever Raoul du Pré
DEN HAAG - Geert Wilders leeft sinds de moord op Theo van Gogh op onbekende adressen en achter zware metalen deuren. Zijn laatste adres is Kamp Zeist. Hij beschrijft de details in een boek.
Geert Wilders schreef Kies voor vrijheid over zijn onderduiken: met opgeplakte snor en donkerbruine pruik naar het zoveelste schuiladres
Geert Wilders heeft de foto’s zelf gemaakt. De zware metalen deur, de wc met het opschrift prisoners toilet. De donkere gordijnen voor de raampjes met de tralies. Dit is Kamp Zeist, de zwaarbewaakte cel waar het onafhankelijke Tweede-Kamerlid na 2 november 2004 voor zijn eigen veiligheid in belandde. Hij zit er nog altijd. ‘Het ergste vind ik nog dat er geen direct daglicht is’, schrijft Wilders in zijn boek Kies voor Vrijheid dat vandaag verschijnt. ‘Ik heb me nooit zo gerealiseerd wat het is om de hele tijd alleen met kunstlicht te leven. Het deprimeert je.’
Geert Wilders wordt liever niet te frequent met Pim Fortuyn vergeleken, al was het maar om associaties met de beruchte wanorde in de LPF te voorkomen. ‘Ik ben geen LPF2’, zegt Wilders daarom zo vaak als hij kan. Maar intussen vertoont zijn carrière onmiskenbaar parallellen met die van Fortuyn: onbegrepen door de grote gevestigde partijen, uiteindelijk voor zichzelf begonnen, bij tijd en wijlen met grote potentie in de opiniepeilingen – en nu, ruim voor de volgende verkiezingen, is er dus ook het boek. Het is een combinatie geworden van zijn levensverhaal en een politiek pamflet, inclusief de al eerder uitgegeven Onafhankelijkheidsverklaring.
In het tweede deel van de titel (‘een eerlijk antwoord’) ligt de motivatie van de schrijver besloten: het boek is in de eerste plaats een antwoord op de ‘vele tienduizenden e-mailtjes’ die het Kamerlid de afgelopen maanden kreeg van sympathisanten. ‘Wanneer wordt u een partij?’, vroegen die. ‘Hoe is het nou om bewaakt te worden? Waar woont u eigenlijk?’
Wilders vertelt het allemaal. Onthullend is zijn relaas over hoe hij zich in november door Nederland begaf, toen er na de moord op Theo van Gogh nog geen veilig onderkomen was gevonden. Met zijn echtgenote sliep hij enkele nachten in een kazerne zonder verwarming of warm water. En soms in een ‘gewone’ woonwijk, waar hij niet herkend mocht worden door zijn buren. ‘Dan moest ik in de auto mijn vermomming in orde maken. Je lippen vol met aceton van de opgeplakte snor. Een donkerbruine pruik op die speciaal voor mijn grote hoofd was gemaakt, een bril op en ten slotte ook een hoed. Ik zag eruit als een slechte imitatie van Ronnie Tober.’
Kies voor vrijheid is ook Wilders' afrekening met velen. Met politieke tegenstanders als Wouter Bos (‘Denkt zich het Catshuis in te zwijgen’) maar vooral met zijn voormalige partijgenoten van de VVD. Ze krijgen er allemaal van langs: oud-partijleider Hans Dijkstal (‘Zelden een politicus zo incompetent zien opereren’), zijn vroegere maatje in de fractie Gert-Jan Oplaat (‘Aardig maar weinig heldhaftig’) en goed beschouwd bijna al zijn oude liberale collega's, omdat zij nauwelijks historisch besef hebben (‘Ze staan je als een schaap aan te kijken als je iets verder teruggaat dan het WK-voetbal 1978’).
Wanneer de Groep Wilders nou een echte partij wordt, met een kieslijst en partijgenoten? Medestanders zijn er al volop, schrijft Wilders. Hij heeft al zeker tien personen op het oog. ‘Maar zolang de veiligheidsomstandigheden minder florissant zijn, blijven hun namen voor het grote publiek ongewis.’
Voor wie het nog niet wist: het wordt in elk geval een partij voor gewone mensen. En dus niet voor gestudeerde types als minister Donner van Justitie. ‘Ik eis van mijn toekomstige fractiegenoten dat ze constant in contact staan met de burgers. Ik vind het belangrijker dat ze in normaal Nederlands in gesprek zijn en blijven met de mensen bij hen in de straat, dorp of stad, dan dat ze met Donner-termen als nochtans en desalniettemin een zogenaamd mooi Kamerdebat kunnen houden.’
Bron: volkskrant.nl