AARDIG
21-04-05, 18:45
Baas op eigen hoofd
Pleidooi voor keuzevrijheid en emancipatie
door Cindy van den Bremen & Mira van Kuijeren
foto's: © Peter Stigter
website: www.capsters.com
Slecht nieuws voor de tegenstanders van de hoofddoek: ondanks alle pogingen tot stereotypering en uitsluiting komen er in Nederland steeds meer gesluierde moslima’s die volop meedraaien in de samenleving. Volgens Van den Bremen en Van Kuijeren is de hoofddoek in de huidige discussie een veel te zwaar beladen symbool geworden dat ten onrechte door velen te vuur en te zwaard wordt bestreden. Wij moeten onze blik niet laten vertroebelen door een accessoire dat enkele decennia geleden nog door filmsterren werd gedragen, en ons concentreren op de daadwerkelijke emancipatie van islamitische vrouwen, vinden zij.
De islamitische hoofddoek is inmiddels al zo’n dertig jaar in ons straatbeeld zichtbaar maar de beeldvorming erover is in al die jaren nooit veranderd. In veel gevallen gaat de associatie met isolement en onderdrukking echter niet meer op. Met verbazing volgen wij dan ook de recente discussies over de hoofddoek.
Hoewel zo’n beetje heel Nederland er een mening over heeft, is er toch vrij weinig bekend over de achtergronden en de verschillende motivaties voor het dragen van een hoofddoek. Onder de tweede en derde generatie is er een groeiend aantal moslima’s dat er bewust voor kiest. Ze willen participeren in de Nederlandse samenleving, maar wel vanuit hun eigen religieuze overtuiging. De hoofddoek kan daarbij dienen ter versterking van de eigen identiteit.
Zowel de Nederlandse samenleving als de islamitische gemeenschap moeten wennen aan het idee dat het hier gaat om een individuele keuze. Veel niet-moslims – maar ook moslims zelf – menen te weten waarom een moslima zich wel of niet dient te sluieren, zonder te luisteren naar deze vrouwen zelf.
Filmsterren
In de jaren vijftig en zestig was de hoofddoek een gerespecteerd accessoire. Filmsterren als Grace Kelly en Audrey Hepburn waren met hun hoofddoek het toonbeeld van vrouwelijke elegantie en stijl. Toen echter vanaf de jaren zeventig een andere groep vrouwen de hoofddoek ging dragen, konden Nederlandse vrouwen zich daar minder mee identificeren.
De Marokkaanse en Turkse vrouwen die de hoofddoek droegen, kwamen in het kader van gezinshereniging naar Nederland. Ze droegen hem niet alleen uit religieuze overtuiging maar ook vaak uit gewoonte, volgens een traditie die van moeder op dochter was overgegaan. Bovendien was de hoofddoek ook praktisch, bijvoorbeeld tijdens het koken (hygiëne) en tijdens het fysiek zware werk op het platteland (bescherming tegen de zon).
Het contrast tussen hun actieve leven op het platteland en hun bestaan in Nederland was enorm. Ze begaven zich nauwelijks in de samenleving en raakten geïsoleerd. Er bestonden nog geen inburgerings- en taalcursussen voor deze vaak analfabete vrouwen. Langzamerhand begon de hoofddoek symbool te staan voor vrouwenonderdrukking, gebrek aan integratie en slechte beheersing van het Nederlands, en verdween daarom rap uit de garderobes van de Nederlandse dames.
De hoofddoek is ongetwijfeld het bekendste symbool van de islam. Vanuit theologisch oogpunt is het bedekken van het hoofd echter niet strikt islamitisch; ook in het christendom, jodendom en hindoeïsme zijn er voorschriften voor het bedekken van het vrouwelijk lichaam. Maria staat nimmer ongesluierd afgebeeld en vooral onder rooms-katholieken is het nog niet lang geleden dat meisjes en vrouwen hoofddoeken dienden te dragen. Ook heden ten dage kennen we natuurlijk nog altijd gesluierde zusters van kloosterordes. Over de hoofddoek van deze nonnen is beduidend minder discussie dan over de islamitische variant.
Schoonmaakkast
De hoofddoek is tevens een zwaarbeladen symbool geworden. Té zwaarbeladen volgens ons. Naast de puur religieuze connotaties lijkt het wel of de hoofddoek tegenwoordig synoniem staat voor alle politieke gebeurtenissen in de hele islamitische wereld zoals oorlog, terrorisme en fundamentalisme. Velen vergeten hierbij helaas dat iedere moslim ook een mens is, dat de islam net als het christendom vele verschillende stromingen kent, dat de islam per land, per streek, zelfs per stad kan verschillen en dus zeker niet uniform en universeel is. Er zijn daardoor ook vele tientallen vormen van bedekken: van hoofddoek tot burqa, niqab en chador.
Het lijkt erop alsof de Nederlandse samenleving de participatie van gesluierde moslimvrouwen op de arbeidsmarkt maar moeilijk kan accepteren. Hoger opgeleide moslima’s met hoofddoek bevinden zich daardoor ongewild in vaak denigrerende situaties. Zo werd een advocate met hoofddoek voor het binnengaan van de rechtszaal gewezen op de schoonmaakkast en hetzelfde overkwam een operatiekamerassistente toen ze een congres wilde bijwonen. :kots:
Deze verwarring leidt soms zelfs tot regelrechte discriminatie. Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet verbiedt het maken van onderscheid, onder meer op basis van geloof. Daarnaast is in de Grondwet de vrijheid van godsdienst opgenomen. Toch melden Nederlandse antidiscriminatiebureaus jaarlijks tientallen gevallen van discriminatie van moslima’s, met name op de arbeidsmarkt en binnen het onderwijs.
Zowel de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) als verschillende kantonrechters hebben herhaaldelijk bevestigd dat het weigeren van een vrouw op grond van haar hoofddoek wettelijk verboden is. Tussen 1995 en eind 2001 heeft de CGB in 26 zaken waarin sprake was van een mogelijk verboden onderscheid op grond van een islamitische levensovertuiging haar oordeel uitgesproken. In twintig zaken oordeelde de commissie dat er sprake was van verboden onderscheid. Ondanks de helderheid van deze juridische aspecten komen hoofddoekdiscussies regelmatig uitgebreid in het nieuws.
Rel
Zo verkondigde Opzij-hoofdredactrice Ciska Dresselhuys enkele jaren geleden geen hoofddoeken op haar redactie te tolereren en ontstond er een rel toen een rechtenstudente aangaf als griffier in de rechtbank van Zwolle te willen werken, mét hoofddoek. Sommige scholen proberen al jaren hoofddoeken te weren, en onlangs deden LPF en Leefbaar Rotterdam een poging om de sluier te verbieden voor alle ambtenaren.
Scholen, bedrijven, politieke partijen, invloedrijke intellectuelen en vele, vele anderen proberen voor een hoofddoekverbod te pleiten met het doel om vrouwenonderdrukking te bestrijden. Helaas realiseren zij zich niet dat in het geval van zo’n verbod de vrouwen in kwestie geen keuzevrijheid meer zouden hebben, en in feite juist dan onderdrukt zouden worden.
Het verbieden van de hoofddoek is daarom even erg als het verplichten ervan. Diezelfde keuzevrijheid waarvoor veel vrouwen in West-Europa hebben gestreden, wordt de moslimvrouwen ontnomen door een verbod af te kondigen. Ook is het geen oplossing tegen het gedwongen dragen van de hoofddoek. We hoeven maar te kijken naar de recente geschiedenis van Iran om dit te begrijpen: sluierverbod onder het regime van de sjah tot 1979, gevolgd door een sluiergebod onder de huidige islamitische machthebbers: in beide gevallen een flagrante schending van de vrijheid van godsdienst en in beide gevallen sterk bekritiseerd door de Iraanse bevolking.
Ook in Nederland komt het voor dat (jonge) meisjes door familieleden worden gedwongen een hoofddoek te dragen. Vaak hebben ze minder vrijheden dan hun broers die in hetzelfde gezin opgroeien. Uit onderzoek blijkt dat deze meiden zich vaak vol overgave storten op het onderwijs en volop de kansen pakken die ze aangereikt krijgen, dit in tegenstelling tot hun vaak minder productieve broers. Juist deze meiden hebben inspirerende voorbeelden nodig: islamitische vrouwen op hoge functies die volop participeren in de maatschappij, mét hoofddoek.
Vrijheid
De hoofddoek is voor veel meisjes ook een vorm van vrijheid. Het dragen ervan wordt binnen de gemeenschap vaak gezien als teken van deugdelijkheid en sterkt daarmee het vertrouwen van de achterban. Zo kunnen veel meiden participeren en integreren in de maatschappij. Door studie en ambitie stellen ze hun eigen toekomst veilig. Economische zelfstandigheid zorgt er immers voor dat deze jonge meisjes later hun eigen keuzes kunnen maken, niet alleen of ze de hoofddoek willen dragen, maar bijvoorbeeld ook de keuze óf, en zo ja met wie ze willen trouwen, waar ze gaan wonen, etcetera.
Door de aanslagen van 11 september 2001 in de VS en de overwegend negatieve berichtgeving over de islam, voelen veel moslims in Nederland (en elders) zich gediscrimineerd en achtergesteld. Het ‘wij-zij’-gevoel wordt aan beide kanten versterkt, mede door de politieke wind die er waait. Juist daarom gaan veel migrantenjongeren zich verdiepen in de islam. Ze lezen de Koran, gaan het internet op, praten met geloofsgenoten, en halen uit het geloof wat voor hen belangrijk is en hen steun geeft.
Zeker voor islamitische vrouwen in West-Europa kan het geloof een houvast zijn in een omgeving die ze soms als vijandig ervaren. Door het dragen van een hoofddoek laten deze vrouwen de samenleving zien dat ze moslim zijn, en dat ze trots zijn op hun geloof én op hun vrouw-zijn. Een geëmancipeerde houding die in sommige landen van herkomst overigens niet altijd mogelijk is.
De Nederlandse islam heeft veel baat bij hoger opgeleide moslima’s die bewust kiezen voor het dragen van een hoofddoek. In plaats van hen beperkingen op te leggen, zouden deze jonge vrouwen juist moeten worden aangemoedigd. De moslimgemeenschap worstelt momenteel zelf enorm met de verhoudingen tussen traditie, cultuur en religie, en dit is een dynamisch en spannend proces.
Bewust geloof
De hoger opgeleide en zelfbewuste moslima grijpt naar de Koran, leest de teksten, (iets wat hun vaak analfabete moeders nooit hebben gekund) en bepaalt voor zichzelf wat de essentie van haar geloof is. Zo kan een einde worden gemaakt aan vrouwonterende praktijken als uithuwelijking en vrouwenbesnijdenis, tradities die cultureel bepaald zijn en weinig met de islam te maken hebben. Met hun kennis en inzichten in de Nederlandse samenleving kunnen juist zij zorgen voor een herinterpretatie van de islam van binnenuit. In hun ogen kan vooruitgang parallel lopen aan de ontwikkeling van hun gemeenschap en hoeven ze hier niet radicaal mee te breken.
Slecht nieuws voor de tegenstanders van de hoofddoek: ondanks alle discussies en pogingen tot uitsluiting komen er in Nederland steeds meer gesluierde moslima’s die volop meedraaien in de samenleving. Ondanks alle vooroordelen en kritiek kiezen ze er toch – of hierdoor wellicht juist– voor om een hoofddoek te dragen. Als iemand haar hoofd wenst te bedekken, of dat nou is om zich te beschermen tegen weer en wind of tegen ongewenste blikken, dan moet dat haar keuze zijn en blijven.
De Nederlandse vrouwenbeweging is beroemd geworden met de slogan ‘Baas in eigen buik’. Inmiddels is er een nieuwe variant: ‘Baas op eigen hoofd’. Deze leuze geldt niet alleen voor de dappere vrouwen die zich onder streng islamitische regimes proberen te bevrijden van onderdrukkende gewaden die hen door anderen worden opgelegd, die geldt net zo goed voor de dappere vrouwen hier in Nederland die bewust kiezen voor het dragen van een hoofddoek. Zij hebben ook behoorlijk wat obstakels te overwinnen, zowel in de samenleving als binnen de eigen gemeenschap. Het zou mooi zijn als we het zwaartepunt in de hele discussie verplaatsen naar waar het uiteindelijk over hoort te gaan: de emancipatorische ontwikkelingen binnen de moslimgemeenschap, met óf zonder hoofddoek!
Cindy van den Bremen (1972) is ontwerpster. Door haar eindexamenproject ‘sporthoofddoeken’ aan de Design Academy Eindhoven raakte ze geïnteresseerd in de hoofddoek. Inmiddels heeft ze de sporthoofddoeken onder het label Capsters op de markt gezet en het boek ‘Hoofddoeken’ gepubliceerd (uitgeverij Bulaaq). Een selectie van de foto’s en teksten uit het boek reist als tentoonstelling door Nederland, gecombineerd met lezingen en paneldiscussies met als doel meer besef en begrip te creëren voor het dragen van een hoofddoek uit vrije keus.
Mira van Kuijeren (1973) is historica en is verbonden aan de vakgroep Maatschappijgeschiedenis van de Erasmusuniversiteit Rotterdam. Ze is werkt aan een proefschrift over de hoofddoek-affaires op scholen in Frankrijk en Nederland in de afgelopen vijftien jaar: Veils, schools and nations. A comparative study of headscarf-affairs in France and the Netherlands, 1984-2000.
http://www.iiav.nl/nl/lover/bestellen/index_losse-nummers.html
__________________________________________________ __________
EAT YOUR HEARTS OUT :giechel:
Pleidooi voor keuzevrijheid en emancipatie
door Cindy van den Bremen & Mira van Kuijeren
foto's: © Peter Stigter
website: www.capsters.com
Slecht nieuws voor de tegenstanders van de hoofddoek: ondanks alle pogingen tot stereotypering en uitsluiting komen er in Nederland steeds meer gesluierde moslima’s die volop meedraaien in de samenleving. Volgens Van den Bremen en Van Kuijeren is de hoofddoek in de huidige discussie een veel te zwaar beladen symbool geworden dat ten onrechte door velen te vuur en te zwaard wordt bestreden. Wij moeten onze blik niet laten vertroebelen door een accessoire dat enkele decennia geleden nog door filmsterren werd gedragen, en ons concentreren op de daadwerkelijke emancipatie van islamitische vrouwen, vinden zij.
De islamitische hoofddoek is inmiddels al zo’n dertig jaar in ons straatbeeld zichtbaar maar de beeldvorming erover is in al die jaren nooit veranderd. In veel gevallen gaat de associatie met isolement en onderdrukking echter niet meer op. Met verbazing volgen wij dan ook de recente discussies over de hoofddoek.
Hoewel zo’n beetje heel Nederland er een mening over heeft, is er toch vrij weinig bekend over de achtergronden en de verschillende motivaties voor het dragen van een hoofddoek. Onder de tweede en derde generatie is er een groeiend aantal moslima’s dat er bewust voor kiest. Ze willen participeren in de Nederlandse samenleving, maar wel vanuit hun eigen religieuze overtuiging. De hoofddoek kan daarbij dienen ter versterking van de eigen identiteit.
Zowel de Nederlandse samenleving als de islamitische gemeenschap moeten wennen aan het idee dat het hier gaat om een individuele keuze. Veel niet-moslims – maar ook moslims zelf – menen te weten waarom een moslima zich wel of niet dient te sluieren, zonder te luisteren naar deze vrouwen zelf.
Filmsterren
In de jaren vijftig en zestig was de hoofddoek een gerespecteerd accessoire. Filmsterren als Grace Kelly en Audrey Hepburn waren met hun hoofddoek het toonbeeld van vrouwelijke elegantie en stijl. Toen echter vanaf de jaren zeventig een andere groep vrouwen de hoofddoek ging dragen, konden Nederlandse vrouwen zich daar minder mee identificeren.
De Marokkaanse en Turkse vrouwen die de hoofddoek droegen, kwamen in het kader van gezinshereniging naar Nederland. Ze droegen hem niet alleen uit religieuze overtuiging maar ook vaak uit gewoonte, volgens een traditie die van moeder op dochter was overgegaan. Bovendien was de hoofddoek ook praktisch, bijvoorbeeld tijdens het koken (hygiëne) en tijdens het fysiek zware werk op het platteland (bescherming tegen de zon).
Het contrast tussen hun actieve leven op het platteland en hun bestaan in Nederland was enorm. Ze begaven zich nauwelijks in de samenleving en raakten geïsoleerd. Er bestonden nog geen inburgerings- en taalcursussen voor deze vaak analfabete vrouwen. Langzamerhand begon de hoofddoek symbool te staan voor vrouwenonderdrukking, gebrek aan integratie en slechte beheersing van het Nederlands, en verdween daarom rap uit de garderobes van de Nederlandse dames.
De hoofddoek is ongetwijfeld het bekendste symbool van de islam. Vanuit theologisch oogpunt is het bedekken van het hoofd echter niet strikt islamitisch; ook in het christendom, jodendom en hindoeïsme zijn er voorschriften voor het bedekken van het vrouwelijk lichaam. Maria staat nimmer ongesluierd afgebeeld en vooral onder rooms-katholieken is het nog niet lang geleden dat meisjes en vrouwen hoofddoeken dienden te dragen. Ook heden ten dage kennen we natuurlijk nog altijd gesluierde zusters van kloosterordes. Over de hoofddoek van deze nonnen is beduidend minder discussie dan over de islamitische variant.
Schoonmaakkast
De hoofddoek is tevens een zwaarbeladen symbool geworden. Té zwaarbeladen volgens ons. Naast de puur religieuze connotaties lijkt het wel of de hoofddoek tegenwoordig synoniem staat voor alle politieke gebeurtenissen in de hele islamitische wereld zoals oorlog, terrorisme en fundamentalisme. Velen vergeten hierbij helaas dat iedere moslim ook een mens is, dat de islam net als het christendom vele verschillende stromingen kent, dat de islam per land, per streek, zelfs per stad kan verschillen en dus zeker niet uniform en universeel is. Er zijn daardoor ook vele tientallen vormen van bedekken: van hoofddoek tot burqa, niqab en chador.
Het lijkt erop alsof de Nederlandse samenleving de participatie van gesluierde moslimvrouwen op de arbeidsmarkt maar moeilijk kan accepteren. Hoger opgeleide moslima’s met hoofddoek bevinden zich daardoor ongewild in vaak denigrerende situaties. Zo werd een advocate met hoofddoek voor het binnengaan van de rechtszaal gewezen op de schoonmaakkast en hetzelfde overkwam een operatiekamerassistente toen ze een congres wilde bijwonen. :kots:
Deze verwarring leidt soms zelfs tot regelrechte discriminatie. Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet verbiedt het maken van onderscheid, onder meer op basis van geloof. Daarnaast is in de Grondwet de vrijheid van godsdienst opgenomen. Toch melden Nederlandse antidiscriminatiebureaus jaarlijks tientallen gevallen van discriminatie van moslima’s, met name op de arbeidsmarkt en binnen het onderwijs.
Zowel de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) als verschillende kantonrechters hebben herhaaldelijk bevestigd dat het weigeren van een vrouw op grond van haar hoofddoek wettelijk verboden is. Tussen 1995 en eind 2001 heeft de CGB in 26 zaken waarin sprake was van een mogelijk verboden onderscheid op grond van een islamitische levensovertuiging haar oordeel uitgesproken. In twintig zaken oordeelde de commissie dat er sprake was van verboden onderscheid. Ondanks de helderheid van deze juridische aspecten komen hoofddoekdiscussies regelmatig uitgebreid in het nieuws.
Rel
Zo verkondigde Opzij-hoofdredactrice Ciska Dresselhuys enkele jaren geleden geen hoofddoeken op haar redactie te tolereren en ontstond er een rel toen een rechtenstudente aangaf als griffier in de rechtbank van Zwolle te willen werken, mét hoofddoek. Sommige scholen proberen al jaren hoofddoeken te weren, en onlangs deden LPF en Leefbaar Rotterdam een poging om de sluier te verbieden voor alle ambtenaren.
Scholen, bedrijven, politieke partijen, invloedrijke intellectuelen en vele, vele anderen proberen voor een hoofddoekverbod te pleiten met het doel om vrouwenonderdrukking te bestrijden. Helaas realiseren zij zich niet dat in het geval van zo’n verbod de vrouwen in kwestie geen keuzevrijheid meer zouden hebben, en in feite juist dan onderdrukt zouden worden.
Het verbieden van de hoofddoek is daarom even erg als het verplichten ervan. Diezelfde keuzevrijheid waarvoor veel vrouwen in West-Europa hebben gestreden, wordt de moslimvrouwen ontnomen door een verbod af te kondigen. Ook is het geen oplossing tegen het gedwongen dragen van de hoofddoek. We hoeven maar te kijken naar de recente geschiedenis van Iran om dit te begrijpen: sluierverbod onder het regime van de sjah tot 1979, gevolgd door een sluiergebod onder de huidige islamitische machthebbers: in beide gevallen een flagrante schending van de vrijheid van godsdienst en in beide gevallen sterk bekritiseerd door de Iraanse bevolking.
Ook in Nederland komt het voor dat (jonge) meisjes door familieleden worden gedwongen een hoofddoek te dragen. Vaak hebben ze minder vrijheden dan hun broers die in hetzelfde gezin opgroeien. Uit onderzoek blijkt dat deze meiden zich vaak vol overgave storten op het onderwijs en volop de kansen pakken die ze aangereikt krijgen, dit in tegenstelling tot hun vaak minder productieve broers. Juist deze meiden hebben inspirerende voorbeelden nodig: islamitische vrouwen op hoge functies die volop participeren in de maatschappij, mét hoofddoek.
Vrijheid
De hoofddoek is voor veel meisjes ook een vorm van vrijheid. Het dragen ervan wordt binnen de gemeenschap vaak gezien als teken van deugdelijkheid en sterkt daarmee het vertrouwen van de achterban. Zo kunnen veel meiden participeren en integreren in de maatschappij. Door studie en ambitie stellen ze hun eigen toekomst veilig. Economische zelfstandigheid zorgt er immers voor dat deze jonge meisjes later hun eigen keuzes kunnen maken, niet alleen of ze de hoofddoek willen dragen, maar bijvoorbeeld ook de keuze óf, en zo ja met wie ze willen trouwen, waar ze gaan wonen, etcetera.
Door de aanslagen van 11 september 2001 in de VS en de overwegend negatieve berichtgeving over de islam, voelen veel moslims in Nederland (en elders) zich gediscrimineerd en achtergesteld. Het ‘wij-zij’-gevoel wordt aan beide kanten versterkt, mede door de politieke wind die er waait. Juist daarom gaan veel migrantenjongeren zich verdiepen in de islam. Ze lezen de Koran, gaan het internet op, praten met geloofsgenoten, en halen uit het geloof wat voor hen belangrijk is en hen steun geeft.
Zeker voor islamitische vrouwen in West-Europa kan het geloof een houvast zijn in een omgeving die ze soms als vijandig ervaren. Door het dragen van een hoofddoek laten deze vrouwen de samenleving zien dat ze moslim zijn, en dat ze trots zijn op hun geloof én op hun vrouw-zijn. Een geëmancipeerde houding die in sommige landen van herkomst overigens niet altijd mogelijk is.
De Nederlandse islam heeft veel baat bij hoger opgeleide moslima’s die bewust kiezen voor het dragen van een hoofddoek. In plaats van hen beperkingen op te leggen, zouden deze jonge vrouwen juist moeten worden aangemoedigd. De moslimgemeenschap worstelt momenteel zelf enorm met de verhoudingen tussen traditie, cultuur en religie, en dit is een dynamisch en spannend proces.
Bewust geloof
De hoger opgeleide en zelfbewuste moslima grijpt naar de Koran, leest de teksten, (iets wat hun vaak analfabete moeders nooit hebben gekund) en bepaalt voor zichzelf wat de essentie van haar geloof is. Zo kan een einde worden gemaakt aan vrouwonterende praktijken als uithuwelijking en vrouwenbesnijdenis, tradities die cultureel bepaald zijn en weinig met de islam te maken hebben. Met hun kennis en inzichten in de Nederlandse samenleving kunnen juist zij zorgen voor een herinterpretatie van de islam van binnenuit. In hun ogen kan vooruitgang parallel lopen aan de ontwikkeling van hun gemeenschap en hoeven ze hier niet radicaal mee te breken.
Slecht nieuws voor de tegenstanders van de hoofddoek: ondanks alle discussies en pogingen tot uitsluiting komen er in Nederland steeds meer gesluierde moslima’s die volop meedraaien in de samenleving. Ondanks alle vooroordelen en kritiek kiezen ze er toch – of hierdoor wellicht juist– voor om een hoofddoek te dragen. Als iemand haar hoofd wenst te bedekken, of dat nou is om zich te beschermen tegen weer en wind of tegen ongewenste blikken, dan moet dat haar keuze zijn en blijven.
De Nederlandse vrouwenbeweging is beroemd geworden met de slogan ‘Baas in eigen buik’. Inmiddels is er een nieuwe variant: ‘Baas op eigen hoofd’. Deze leuze geldt niet alleen voor de dappere vrouwen die zich onder streng islamitische regimes proberen te bevrijden van onderdrukkende gewaden die hen door anderen worden opgelegd, die geldt net zo goed voor de dappere vrouwen hier in Nederland die bewust kiezen voor het dragen van een hoofddoek. Zij hebben ook behoorlijk wat obstakels te overwinnen, zowel in de samenleving als binnen de eigen gemeenschap. Het zou mooi zijn als we het zwaartepunt in de hele discussie verplaatsen naar waar het uiteindelijk over hoort te gaan: de emancipatorische ontwikkelingen binnen de moslimgemeenschap, met óf zonder hoofddoek!
Cindy van den Bremen (1972) is ontwerpster. Door haar eindexamenproject ‘sporthoofddoeken’ aan de Design Academy Eindhoven raakte ze geïnteresseerd in de hoofddoek. Inmiddels heeft ze de sporthoofddoeken onder het label Capsters op de markt gezet en het boek ‘Hoofddoeken’ gepubliceerd (uitgeverij Bulaaq). Een selectie van de foto’s en teksten uit het boek reist als tentoonstelling door Nederland, gecombineerd met lezingen en paneldiscussies met als doel meer besef en begrip te creëren voor het dragen van een hoofddoek uit vrije keus.
Mira van Kuijeren (1973) is historica en is verbonden aan de vakgroep Maatschappijgeschiedenis van de Erasmusuniversiteit Rotterdam. Ze is werkt aan een proefschrift over de hoofddoek-affaires op scholen in Frankrijk en Nederland in de afgelopen vijftien jaar: Veils, schools and nations. A comparative study of headscarf-affairs in France and the Netherlands, 1984-2000.
http://www.iiav.nl/nl/lover/bestellen/index_losse-nummers.html
__________________________________________________ __________
EAT YOUR HEARTS OUT :giechel: