Pytaghoras
26-04-05, 15:49
Gezien de laatste ontwikkelingen bij het Koninklijke Instituut voor de Amazigh cultuur, IRCAM, in Marokko, heeft Tawiza een interview gehouden met de voormalige directeur van IRCAM: Prof. dr. Mohammed Chafik. Het vertrek van 7 leden uit het Raad van bestuur van de IRCAM, volgt uit het uitblijven van afspraken, resultaten en tegenwerkingen bij de ministerie van onderwijs en communicatie om o.a. het Tamazight volledig te accepteren en op te nemen in het onderwijs en het openen van een Amazigh radio en tv station.
Voorgaand aan het interview, is er eerst achtergrond informatie over Prof. dr. Mohammed Chafik.
Achtergrond informatie over Prof. dr. Mohammed Chafik
Prof. dr. Mohammed Chafik werd op 17 september 1926 geboren in Ayt Sadden, in de provincie van Lefrou in het Atlas gebergte. Als kind kreeg hij, in de jaren '30, les in zijn eigen moedertaal, het Tamazight, op de Frans-Amazigh basisschool in Bir-Tamtam, in de buurt van Fes. Na deze basisschool, volgde hij onderwijs aan het Amazigh College van Azrou, waar hij de lessen in het Tamazight vervolgde. Na het College van Azrou ging hij verder studeren in Rabat. Mohamed Chafik voltooide zijn studie carrière aan de Universiteit van Rabat waar hij aan de faculteit "Der Letteren en Sociale Wetenschap" studeerde.
Na de "onafhankelijkheid" van Marokko eind jaren '50, greep het Arabische nationalistische regime de macht en begon met het Arabiseren van Marokko. De Arabische nationalistische partij "Al Istiqlal", voerde een politieke beleid in, waarbij het Tamazight als taal en cultuur onderdrukt, achtergesteld en strafbaar werd. Voor Imazighen kwam dit hard aan. Imazighen worden in hun eigen land onderdrukt, door de Arabische nationalistische partij met een racistische ideologie uit het midden-oosten. Voor Imazighen was er geen sprake van de bevrijding van Marokko, maar een onderdrukking van het Marokkaanse volk.
Zo werden de lessen in het Tamazight op de Amazigh College van Azrou, waar Mohammed Chafik ooit onderwijs in het Tamazight volgde, vervangen door lessen in het Arabisch. Tijdschriften, publicaties in en over de Amazigh taal en cultuur werden gezien als een misdrijf. Dit heeft Mohammed Chafik in de jaren '60 persoonlijk meegemaakt, toen zijn collega's van een Amazigh blad werden opgepakt. Zij werden door het Arabisch nationalistische regime opgepakt, omdat zij een culturele en educatieve Amazigh tijdschrift publiceerden.
Ondanks de intimidaties, onderdrukkingen van Imazighen, ging Mohammed Chafik vastbesloten verder voor de erkenning en ontwikkeling van het Tamazight als nationale taal en cultuur van Marokko.
In 2000 wanneer de Amazigh bewegingen vanuit heel Marokko bij elkaar kwamen in Bouznika bij Rabat, om de Amazigh manifest kracht bij te zetten, werd het congres verboden door de Ministerie. Mohamed Chafik behoorde bij de organisatoren, die de bijeenkomst in Bouznika hadden georganiseerd. Het verbieden van de Amazigh manifest congres, heeft Mohamed Chafik op een vreedzame manier een alternatief voor gevonden. Een alternatief, waar de Arabische nationalisten niet aan gedacht hadden. Hij heeft het congres voort laten zetten in zijn eigen huis in Rabat. Ruim 500 vertegenwoordigers van Amazigh organisaties uit heel Marokko hadden 1 miljoen handtekening verzameld voor het ondersteunen van het Amazigh manifest.
Een jaar later werd in 2001 het koninklijke instituut voor de Amazigh cultuur, IRCAM, opgericht. De koning Mohammed 6, benoemde Prof. Dr. Mohammed Chafik in 2001 tot directeur van het nieuw opgerichte koninklijk Instituut voor de Amazigh cultuur. Mohammed Chafik accepteerde de benoeming tot directeur, maar wel voor een kort termijn vanwege zijn leeftijd. En hij liet tegelijkertijd zien dat hij onafhankelijk blijft. Daarom schonk hij zijn salaris in zijn geheel over aan het instituut zelf. Totdat hij in 2003 vrijwillig het besluit nam om afstand te doen van de functie als directeur. Prof. dr. Mohammed Chafik, vond dat zijn lichaam op een leeftijd van 77 jaar het niet meer aankon om de functie van directeur naar behoren te vervullen. Maar hij heeft aangegeven dat hij op de achtergrond door blijft werken voor het Tamazight en Imazighen.
Mohammed Chafik is een zeer gedreven, sterk en intelligent persoon, die zich altijd heeft ingezet voor de erkenning van de Amazigh taal en cultuur in Marokko. Daarvoor is hij in 2002 bekroond met de Prins Claus Awards 2002 in Nederland, vanwege zijn jarenlange vreedzame strijd voor de erkenning van het Tamazight in Marokko. Een prijs die hij wel in het buitenland heeft mogen ontvangen, en in eigen land niet. Het Tamazight is in zijn eigen land, Marokko, nog steeds niet tot een officiële en nationale taal en cultuur van Marokko in de Marokkaanse wet boek opgenomen. Een erkenning die nog tegen wordt gehouden door Arabische nationalistische politieke partijen. Het zijn dezelfde politieke partijen die het hebben over mensenrechten en democratie in Marokko.
Prof. dr. Mohammed Chafik ontvangt de Prins Claus Awards 2002 uit handen van prins Willem Alexander.
Interview met Prof. dr. Mohammed Chafik
- 18 april 2005
* S = Interviewer Said Khouttour
** C = Prof. dr. Mohammed Chafik
* 1. S: Gaat u akkoord met het ontslag van de zeven leden en hun vertrek bij het IRCAM? Bent u het eens met de inhoud van hun verklaring ten gevolge van hun ontslag? Zo niet, welk alternatief zou u gekozen hebben?
** C: Het is niet aan mij om ze te beoordelen, maar in hun plaats zou ik niet afgetreden zijn. Hun verklaring verwijst naar reële feiten: er zijn inderdaad nog belemmeringen op allerlei niveaus. Dat er mensen zijn die het Tamazight niet goed gezind zijn, zal voor de vertrokken leden een rechtvaardiging voor hun handelen zijn. Misschien hadden ze hier geen aanstoot aan moeten nemen en hetzelfde te doen bij het IRCAM.
Laten we niet vergeten dat Tamazight
een achterstand heeft omdat het altijd
werd bestreden.
* 2. S: Wat is het voornaamste doel van het IRCAM? Wie verzet zich tegen de implementatie van dit doel?
** C: IRCAM heeft als voornaamste doel om het Tamazight te standaardiseren, en het ontwikkelen van een pedagogisch systeem die het hele proces kan vergemakkelijken. Maar het Instituut heeft geen invloed op het gebied van onderwijs of de organisatie van de scholing. Alle documenten die het IRCAM aan anderen overdraagt zijn als het ware brieven van een geest; ze hebben geen bindend effect. Voeg hieraan toe dat er ene media hetze gaande is tegen hen; aan deze hetze doen ook enkele Amazigh jongeren mee, omdat ze gemanipuleerd of slecht geïnformeerd zijn. Het is duidelijk dat vele ideologen in dit land het Instituut graag in duigen zien vallen – en hier ook naar handelen -, dit kunnen ze doen dankzij hun stevige grip op de bureaucratie en het onderwijssysteem van waaruit ze kunnen reageren. Laten we niet vergeten dat Tamazight een achterstand heeft omdat het altijd werd bestreden.
* 3. S: Te midden van de personen die hebben geholpen om het IRCAM op te richten, zouden zich ‘medestichters’ bevinden die absoluut niets hebben met het Tamazight en nooit hebben bijgedragen aan haar ontwikkeling. Wat is de echte reden van hun aanwezigheid binnen dit instituut? Hebben zij een politiek en vals doel - anders dan de ontwikkeling van de Amazigh cultuur? Is hun echte doel om eenvoudigweg een steen tussen de spaken van de Amazigh wielen te willen werpen?
** C: Ik weet niet wat je bedoelt met ‘medeoprichters’. Maar in ieder geval, de tegenstanders van het Instituut zijn bekend; en zij zijn niet aan het Instituut verbonden.
Op het moment is de werkelijke tegenstander van
Tamazight in dit land het ‘arabisme’. Het heeft zichzelf
vernieuwd door middel van het aantrekken van een
religieus jasje; je zou het ‘arabo- islamisme’ kunnen
noemen.
* 4. S: Drie jaar na de dahir (vert.: koninklijke besluit, red.) van Ajdir en alle koninklijke beloftes die hierna volgden, hebben de Amazigh cultuur, identiteit en het Tamazight nog steeds niets gezien. Integendeel, verschillende actieve leden van het IRCAM – het instituut dat als taak heeft de koninklijke besluiten uit te voeren – hebben gekozen dit Instituut te verlaten; ze hebben het gevoel dat hun handen achter op hun rug vastgebonden zitten. Deze actie geeft stof tot verschillende vragen en laat in ruime mate zien dat het IRCAM een doodgeboren instituut is. Kan men vervolgens stellen dat de koning van Marokko - verantwoordelijk voor de oprichting van de dahir van Ajdir, die aanleiding gaf tot de oprichting van het IRCAM - zelf verantwoordelijk is voor alle belemmeringen voor de oprichting van een wet die de Amazigh identiteit erkent en al haar constutionele rechten toestaat?
** C: Het is normaal dat Imazighen ongeduldig worden; ze hebben het recht vraagtekens te zetten bij de oprechtheid van de overheid. De weerstand tegen Tamazight is zo diepgeworteld in de geschiedenis van dit land dat het zich op elk gewenst moment en overal kan manifesteren. Maar deze ‘vernieuwde Makhzen’ die nu het land bestuurt is, naar mijn mening, in staat om te luisteren naar de wensen van Imazighen. Op het moment is de werkelijke tegenstander van Tamazight in dit land het ‘arabisme’. Het heeft zichzelf vernieuwd door middel van het aantrekken van een religieus jasje; je zou het ‘arabo- islamisme’ kunnen noemen.
Een goed voorbeeld hiervan zijn films die gemaakt zijn in Syrie en via Arabische satelliet zenders worden uitgezonden. Luister naar de ideologische debatten op die zenders waar enorme haat wordt geventileerd tegen wat ze noemen "aqalliyat" (minderheden, red.). Kortom, om te overleven zal het Tmazight, vroeg of laat, gedwongen worden een echte politieke strijd te leveren. Niemand anders zal het voor haar doen. Let op: ik zeg niemand.
We hopen natuurlijk altijd wel dat ons rechtvaardige strijd zonder enige racistische of ideologische connotaties zal worden beslecht. Wij zijn tenslotte gewone vrouwen en mannen, maar wel slachtoffer van willekeur. Er is ons veel onrecht aangedaan. Op het gebied van identiteit, hebben onze voorouders een onafgemaakt werk achtergelaten dat wij nu moeten klaren. Ze konden het werk zelf niet doen, omdat ze hun identiteit slechts door de duistere schemering zagen van een onschuldig metafysische wereld. Maar weinigen onder hen waren zo goed uitgerust om haarfijn de ideologische en politieke implicaties van het geloof te doorzien.
* 5. S: Wat is het standpunt van de politieke partijen jegens de Amazigh kwestie?
** C: Elk politieke partij in Marokko heeft zijn eigen referentiekader. Alleen partijen met enige democratische tradities verdedigen doorgaans rechtvaardige zaken in dit land. Maar aangezien onze politieke cultuur zeer oppervlakkig is, is de werkelijke motivatie van die partijen meer een wedloop om aan de macht te komen. Het opportunisme en populisme, blijken de kortste wegen naar macht te zijn; leiders van het politieke spel lijken de richting van de rechtvaardigheid vergeten te zijn.
Maar wij hebben gelukkig een goed opgeleide jeugd en zij voelen de verplichting om op den duur “timmuzgha” te rehabiliteren; en zij weten dat die strijd buiten de machtsstructuren van de afgelopen 50 jaar plaatsvindt. De culturele stroming binnen de Amazigh beweging heeft de morele steun van de meest rechtvaardige, de meest oprechte, de minst vervreemde of corrupte Marokkanen; en dat is voor onze strijd meer dan genoeg.
* 6. S: Zijn er politieke partijen die hun gedrag (/houding) jegens de Amazigh kwestie hebben veranderd?
** C: Over het algemeen hebben zelfs de meest felle tegenstanders van het Tamazight uiteindelijk water bij de wijn gedaan; dit hebben ze vanzelfsprekend uit opportunisme gedaan. Het is nu wachten op het moment dat ze aangeven zich meer Marokkaans, dan ‘Baathist’(1) of ‘Islamist’ voelen. Dan zullen we samen de Islam, het Arabisme en het Tamazight zonder complex of wrok verdedigen.
Wij noemen het "Tamazgha"
* 7. S: Kan men - gezien de huidige Marokkaanse politieke situatie en de houding van de verschillende politieke partijen – geloven in de erkenning van de Amazigh identiteit? Anders gezegd, gelooft u dat alle elementen voor een officiële erkenning (samenstelling, wetten) van het Tamazight worden verenigd?
** C: Alleen het geheel van gemotiveerde Imazighen kunnen hier een antwoord op geven. Ik kan echter wel zeggen dat alle Imazighen door de zorgen van het materiële dagelijkse leven, het gewicht van alle onrechtvaardigheden en het ondergaan van machtsmisbruik, “timmuzgha” als culturele en etnische identiteit voelen. De meeste mensen zijn in hun dagelijkse leven met allerlei problemen bezig waarvoor geen oplossing lijkt te zijn: op school, in de rechtbank, in het ziekenhuis, op officiële openbare bijeenkomsten, aan de loketten van allerlei instellingen... Ze zien onrecht en voelen zich als groep achtergesteld op grond van hun taal, etniciteit en identiteit. Ga maar eens kijken bij de burgerlijke stand of ze een naam als "Aburz Imazighen" (een Amazigh voornaam, red.) willen registreren! Tegelijkertijd kun je je kind wel laten registreren als "Azz el-Arab" (vert.: Arabische voornaam betekent “de trots van de Arabieren", red.); dit tot grote vreugde van de burgerlijke stand, want de ambtenaar bij de burgerlijke stand zal het niet wagen zijn superieuren en tevens opdrachtgevers teleur te stellen. Je vraag zou dus beantwoord moeten worden door alle Imazighen. Maar let wel op; Onstuimigheid is uitsluitend voor de nauwkeurigheid van de redenering; de gematigdheid, daarentegen, sluit vastberadenheid en volharding geenszins uit. Een ander voorbeeld: Noord- Afrika, ons enig thuisland, is tot “Al-Maghreb Al Arabi” omgedoopt. Wij noemen het "Tamazgha". We moeten die benaming ook hanteren in alle talen die we spreken en bij alle gelegenheden, want dingen krijgen pas betekenis als ze een naam krijgen. In dezelfde optiek heeft onze inzet voor het behoud van onze identiteit geen enkele zin als we het hier – en in andere betrokken landen - er niet in slagen het in de Grondwet te laten opnemen. En om dat doel te halen dienen we hier samen – synergetisch - aan te werken.
Het recht om te bestaan als groep
met eigen identiteit en als oorspronkelijke
bewoners van dit land is een fundamenteel recht.
Daarom is onze strijd om erkenning een
universele strijd.
Voorgaand aan het interview, is er eerst achtergrond informatie over Prof. dr. Mohammed Chafik.
Achtergrond informatie over Prof. dr. Mohammed Chafik
Prof. dr. Mohammed Chafik werd op 17 september 1926 geboren in Ayt Sadden, in de provincie van Lefrou in het Atlas gebergte. Als kind kreeg hij, in de jaren '30, les in zijn eigen moedertaal, het Tamazight, op de Frans-Amazigh basisschool in Bir-Tamtam, in de buurt van Fes. Na deze basisschool, volgde hij onderwijs aan het Amazigh College van Azrou, waar hij de lessen in het Tamazight vervolgde. Na het College van Azrou ging hij verder studeren in Rabat. Mohamed Chafik voltooide zijn studie carrière aan de Universiteit van Rabat waar hij aan de faculteit "Der Letteren en Sociale Wetenschap" studeerde.
Na de "onafhankelijkheid" van Marokko eind jaren '50, greep het Arabische nationalistische regime de macht en begon met het Arabiseren van Marokko. De Arabische nationalistische partij "Al Istiqlal", voerde een politieke beleid in, waarbij het Tamazight als taal en cultuur onderdrukt, achtergesteld en strafbaar werd. Voor Imazighen kwam dit hard aan. Imazighen worden in hun eigen land onderdrukt, door de Arabische nationalistische partij met een racistische ideologie uit het midden-oosten. Voor Imazighen was er geen sprake van de bevrijding van Marokko, maar een onderdrukking van het Marokkaanse volk.
Zo werden de lessen in het Tamazight op de Amazigh College van Azrou, waar Mohammed Chafik ooit onderwijs in het Tamazight volgde, vervangen door lessen in het Arabisch. Tijdschriften, publicaties in en over de Amazigh taal en cultuur werden gezien als een misdrijf. Dit heeft Mohammed Chafik in de jaren '60 persoonlijk meegemaakt, toen zijn collega's van een Amazigh blad werden opgepakt. Zij werden door het Arabisch nationalistische regime opgepakt, omdat zij een culturele en educatieve Amazigh tijdschrift publiceerden.
Ondanks de intimidaties, onderdrukkingen van Imazighen, ging Mohammed Chafik vastbesloten verder voor de erkenning en ontwikkeling van het Tamazight als nationale taal en cultuur van Marokko.
In 2000 wanneer de Amazigh bewegingen vanuit heel Marokko bij elkaar kwamen in Bouznika bij Rabat, om de Amazigh manifest kracht bij te zetten, werd het congres verboden door de Ministerie. Mohamed Chafik behoorde bij de organisatoren, die de bijeenkomst in Bouznika hadden georganiseerd. Het verbieden van de Amazigh manifest congres, heeft Mohamed Chafik op een vreedzame manier een alternatief voor gevonden. Een alternatief, waar de Arabische nationalisten niet aan gedacht hadden. Hij heeft het congres voort laten zetten in zijn eigen huis in Rabat. Ruim 500 vertegenwoordigers van Amazigh organisaties uit heel Marokko hadden 1 miljoen handtekening verzameld voor het ondersteunen van het Amazigh manifest.
Een jaar later werd in 2001 het koninklijke instituut voor de Amazigh cultuur, IRCAM, opgericht. De koning Mohammed 6, benoemde Prof. Dr. Mohammed Chafik in 2001 tot directeur van het nieuw opgerichte koninklijk Instituut voor de Amazigh cultuur. Mohammed Chafik accepteerde de benoeming tot directeur, maar wel voor een kort termijn vanwege zijn leeftijd. En hij liet tegelijkertijd zien dat hij onafhankelijk blijft. Daarom schonk hij zijn salaris in zijn geheel over aan het instituut zelf. Totdat hij in 2003 vrijwillig het besluit nam om afstand te doen van de functie als directeur. Prof. dr. Mohammed Chafik, vond dat zijn lichaam op een leeftijd van 77 jaar het niet meer aankon om de functie van directeur naar behoren te vervullen. Maar hij heeft aangegeven dat hij op de achtergrond door blijft werken voor het Tamazight en Imazighen.
Mohammed Chafik is een zeer gedreven, sterk en intelligent persoon, die zich altijd heeft ingezet voor de erkenning van de Amazigh taal en cultuur in Marokko. Daarvoor is hij in 2002 bekroond met de Prins Claus Awards 2002 in Nederland, vanwege zijn jarenlange vreedzame strijd voor de erkenning van het Tamazight in Marokko. Een prijs die hij wel in het buitenland heeft mogen ontvangen, en in eigen land niet. Het Tamazight is in zijn eigen land, Marokko, nog steeds niet tot een officiële en nationale taal en cultuur van Marokko in de Marokkaanse wet boek opgenomen. Een erkenning die nog tegen wordt gehouden door Arabische nationalistische politieke partijen. Het zijn dezelfde politieke partijen die het hebben over mensenrechten en democratie in Marokko.
Prof. dr. Mohammed Chafik ontvangt de Prins Claus Awards 2002 uit handen van prins Willem Alexander.
Interview met Prof. dr. Mohammed Chafik
- 18 april 2005
* S = Interviewer Said Khouttour
** C = Prof. dr. Mohammed Chafik
* 1. S: Gaat u akkoord met het ontslag van de zeven leden en hun vertrek bij het IRCAM? Bent u het eens met de inhoud van hun verklaring ten gevolge van hun ontslag? Zo niet, welk alternatief zou u gekozen hebben?
** C: Het is niet aan mij om ze te beoordelen, maar in hun plaats zou ik niet afgetreden zijn. Hun verklaring verwijst naar reële feiten: er zijn inderdaad nog belemmeringen op allerlei niveaus. Dat er mensen zijn die het Tamazight niet goed gezind zijn, zal voor de vertrokken leden een rechtvaardiging voor hun handelen zijn. Misschien hadden ze hier geen aanstoot aan moeten nemen en hetzelfde te doen bij het IRCAM.
Laten we niet vergeten dat Tamazight
een achterstand heeft omdat het altijd
werd bestreden.
* 2. S: Wat is het voornaamste doel van het IRCAM? Wie verzet zich tegen de implementatie van dit doel?
** C: IRCAM heeft als voornaamste doel om het Tamazight te standaardiseren, en het ontwikkelen van een pedagogisch systeem die het hele proces kan vergemakkelijken. Maar het Instituut heeft geen invloed op het gebied van onderwijs of de organisatie van de scholing. Alle documenten die het IRCAM aan anderen overdraagt zijn als het ware brieven van een geest; ze hebben geen bindend effect. Voeg hieraan toe dat er ene media hetze gaande is tegen hen; aan deze hetze doen ook enkele Amazigh jongeren mee, omdat ze gemanipuleerd of slecht geïnformeerd zijn. Het is duidelijk dat vele ideologen in dit land het Instituut graag in duigen zien vallen – en hier ook naar handelen -, dit kunnen ze doen dankzij hun stevige grip op de bureaucratie en het onderwijssysteem van waaruit ze kunnen reageren. Laten we niet vergeten dat Tamazight een achterstand heeft omdat het altijd werd bestreden.
* 3. S: Te midden van de personen die hebben geholpen om het IRCAM op te richten, zouden zich ‘medestichters’ bevinden die absoluut niets hebben met het Tamazight en nooit hebben bijgedragen aan haar ontwikkeling. Wat is de echte reden van hun aanwezigheid binnen dit instituut? Hebben zij een politiek en vals doel - anders dan de ontwikkeling van de Amazigh cultuur? Is hun echte doel om eenvoudigweg een steen tussen de spaken van de Amazigh wielen te willen werpen?
** C: Ik weet niet wat je bedoelt met ‘medeoprichters’. Maar in ieder geval, de tegenstanders van het Instituut zijn bekend; en zij zijn niet aan het Instituut verbonden.
Op het moment is de werkelijke tegenstander van
Tamazight in dit land het ‘arabisme’. Het heeft zichzelf
vernieuwd door middel van het aantrekken van een
religieus jasje; je zou het ‘arabo- islamisme’ kunnen
noemen.
* 4. S: Drie jaar na de dahir (vert.: koninklijke besluit, red.) van Ajdir en alle koninklijke beloftes die hierna volgden, hebben de Amazigh cultuur, identiteit en het Tamazight nog steeds niets gezien. Integendeel, verschillende actieve leden van het IRCAM – het instituut dat als taak heeft de koninklijke besluiten uit te voeren – hebben gekozen dit Instituut te verlaten; ze hebben het gevoel dat hun handen achter op hun rug vastgebonden zitten. Deze actie geeft stof tot verschillende vragen en laat in ruime mate zien dat het IRCAM een doodgeboren instituut is. Kan men vervolgens stellen dat de koning van Marokko - verantwoordelijk voor de oprichting van de dahir van Ajdir, die aanleiding gaf tot de oprichting van het IRCAM - zelf verantwoordelijk is voor alle belemmeringen voor de oprichting van een wet die de Amazigh identiteit erkent en al haar constutionele rechten toestaat?
** C: Het is normaal dat Imazighen ongeduldig worden; ze hebben het recht vraagtekens te zetten bij de oprechtheid van de overheid. De weerstand tegen Tamazight is zo diepgeworteld in de geschiedenis van dit land dat het zich op elk gewenst moment en overal kan manifesteren. Maar deze ‘vernieuwde Makhzen’ die nu het land bestuurt is, naar mijn mening, in staat om te luisteren naar de wensen van Imazighen. Op het moment is de werkelijke tegenstander van Tamazight in dit land het ‘arabisme’. Het heeft zichzelf vernieuwd door middel van het aantrekken van een religieus jasje; je zou het ‘arabo- islamisme’ kunnen noemen.
Een goed voorbeeld hiervan zijn films die gemaakt zijn in Syrie en via Arabische satelliet zenders worden uitgezonden. Luister naar de ideologische debatten op die zenders waar enorme haat wordt geventileerd tegen wat ze noemen "aqalliyat" (minderheden, red.). Kortom, om te overleven zal het Tmazight, vroeg of laat, gedwongen worden een echte politieke strijd te leveren. Niemand anders zal het voor haar doen. Let op: ik zeg niemand.
We hopen natuurlijk altijd wel dat ons rechtvaardige strijd zonder enige racistische of ideologische connotaties zal worden beslecht. Wij zijn tenslotte gewone vrouwen en mannen, maar wel slachtoffer van willekeur. Er is ons veel onrecht aangedaan. Op het gebied van identiteit, hebben onze voorouders een onafgemaakt werk achtergelaten dat wij nu moeten klaren. Ze konden het werk zelf niet doen, omdat ze hun identiteit slechts door de duistere schemering zagen van een onschuldig metafysische wereld. Maar weinigen onder hen waren zo goed uitgerust om haarfijn de ideologische en politieke implicaties van het geloof te doorzien.
* 5. S: Wat is het standpunt van de politieke partijen jegens de Amazigh kwestie?
** C: Elk politieke partij in Marokko heeft zijn eigen referentiekader. Alleen partijen met enige democratische tradities verdedigen doorgaans rechtvaardige zaken in dit land. Maar aangezien onze politieke cultuur zeer oppervlakkig is, is de werkelijke motivatie van die partijen meer een wedloop om aan de macht te komen. Het opportunisme en populisme, blijken de kortste wegen naar macht te zijn; leiders van het politieke spel lijken de richting van de rechtvaardigheid vergeten te zijn.
Maar wij hebben gelukkig een goed opgeleide jeugd en zij voelen de verplichting om op den duur “timmuzgha” te rehabiliteren; en zij weten dat die strijd buiten de machtsstructuren van de afgelopen 50 jaar plaatsvindt. De culturele stroming binnen de Amazigh beweging heeft de morele steun van de meest rechtvaardige, de meest oprechte, de minst vervreemde of corrupte Marokkanen; en dat is voor onze strijd meer dan genoeg.
* 6. S: Zijn er politieke partijen die hun gedrag (/houding) jegens de Amazigh kwestie hebben veranderd?
** C: Over het algemeen hebben zelfs de meest felle tegenstanders van het Tamazight uiteindelijk water bij de wijn gedaan; dit hebben ze vanzelfsprekend uit opportunisme gedaan. Het is nu wachten op het moment dat ze aangeven zich meer Marokkaans, dan ‘Baathist’(1) of ‘Islamist’ voelen. Dan zullen we samen de Islam, het Arabisme en het Tamazight zonder complex of wrok verdedigen.
Wij noemen het "Tamazgha"
* 7. S: Kan men - gezien de huidige Marokkaanse politieke situatie en de houding van de verschillende politieke partijen – geloven in de erkenning van de Amazigh identiteit? Anders gezegd, gelooft u dat alle elementen voor een officiële erkenning (samenstelling, wetten) van het Tamazight worden verenigd?
** C: Alleen het geheel van gemotiveerde Imazighen kunnen hier een antwoord op geven. Ik kan echter wel zeggen dat alle Imazighen door de zorgen van het materiële dagelijkse leven, het gewicht van alle onrechtvaardigheden en het ondergaan van machtsmisbruik, “timmuzgha” als culturele en etnische identiteit voelen. De meeste mensen zijn in hun dagelijkse leven met allerlei problemen bezig waarvoor geen oplossing lijkt te zijn: op school, in de rechtbank, in het ziekenhuis, op officiële openbare bijeenkomsten, aan de loketten van allerlei instellingen... Ze zien onrecht en voelen zich als groep achtergesteld op grond van hun taal, etniciteit en identiteit. Ga maar eens kijken bij de burgerlijke stand of ze een naam als "Aburz Imazighen" (een Amazigh voornaam, red.) willen registreren! Tegelijkertijd kun je je kind wel laten registreren als "Azz el-Arab" (vert.: Arabische voornaam betekent “de trots van de Arabieren", red.); dit tot grote vreugde van de burgerlijke stand, want de ambtenaar bij de burgerlijke stand zal het niet wagen zijn superieuren en tevens opdrachtgevers teleur te stellen. Je vraag zou dus beantwoord moeten worden door alle Imazighen. Maar let wel op; Onstuimigheid is uitsluitend voor de nauwkeurigheid van de redenering; de gematigdheid, daarentegen, sluit vastberadenheid en volharding geenszins uit. Een ander voorbeeld: Noord- Afrika, ons enig thuisland, is tot “Al-Maghreb Al Arabi” omgedoopt. Wij noemen het "Tamazgha". We moeten die benaming ook hanteren in alle talen die we spreken en bij alle gelegenheden, want dingen krijgen pas betekenis als ze een naam krijgen. In dezelfde optiek heeft onze inzet voor het behoud van onze identiteit geen enkele zin als we het hier – en in andere betrokken landen - er niet in slagen het in de Grondwet te laten opnemen. En om dat doel te halen dienen we hier samen – synergetisch - aan te werken.
Het recht om te bestaan als groep
met eigen identiteit en als oorspronkelijke
bewoners van dit land is een fundamenteel recht.
Daarom is onze strijd om erkenning een
universele strijd.