Orakel
08-05-05, 22:28
Docenten in het voortgezet en beroepsonderwijs kunnen rekenen op meer respect van allochtone leerlingen dan van hun autochtone klasgenoten. Dat blijkt uit een enquête onder 338 jongeren van de Nationale Jeugdraad.
De Jeugdraad vroeg leerlingen van elf scholen naar hun mening over het onderwerp 'respect'. Van de ondervraagden was 66 procent van autochtone en 32 procent van allochtone afkomst. Twee procent had de herkomst van de ouders niet ingevuld.
Van de jongeren zegt 94 procent respect te hebben voor de medeleerlingen. Docenten kunnen op iets minder steun rekenen: 83 procent. Als de jongeren wordt gevraagd of ze meer respect voor hun medeleerlingen hebben dan voor hun leraren, reageert de helft van de allochtonen ontkennend. Van de autochtonen is dat slechts 29 procent.
Volgens D. Hoogland, voorzitter van de Nationale Jeugdraad, bevestigen de cijfers "dat het beeld dat veel mensen hebben van allochtonen niet strookt met de werkelijkheid''. Een mogelijke verklaring voor het verschil in respect is de cultuur "waar autoriteit voor een groot deel wordt ontleend aan de leeftijd''.
Hoogland durft niet te ontkennen dat leerlingen antwoorden hebben ingevuld die maatschappelijk wenselijk zijn. "Dat is niet te controleren. Maar omdat de enquête individueel en anoniem is ingevuld, heb ik vertrouwen dat de jongeren eerlijk zijn geweest in het beantwoorden van de vragen.''
Cultuurverschil
Hoogland heeft zich verbaasd over het feit dat vooral de allochtone jeugd (60 procent) geïnteresseerd is in het leren begrijpen van andere culturen en religies. Van de autochtone jongeren is dit 43 procent.
Vrienden met een andere nationaliteit kunnen dit wederzijds begrip bevorderen, stellen de meeste jongeren. Het leidt ook tot meer respect voor elkaar en elkaars gewoonten. Zestig procent van de ondervraagde leerlingen geeft aan veel vrienden te hebben met een andere nationaliteit.
Over de media en de politiek zijn de jongeren niet onverdeeld positief. De helft van de jongeren vindt dat de media en politici die zich negatief over de islam uitlaten het wij/zij-gevoel tussen allochtonen en autochtonen versterken.
De moord op Theo van Gogh had eenzelfde uitwerking, meent een op de twee jongeren. "Journalisten en politici kunnen dit wij/zij-gevoel verkleinen door minder negatief over cultuurverschillen te spreken'', stelt Hoogland. "Jongeren vinden in ieder geval dat ze dat zouden moeten doen.''
De Jeugdraad vroeg leerlingen van elf scholen naar hun mening over het onderwerp 'respect'. Van de ondervraagden was 66 procent van autochtone en 32 procent van allochtone afkomst. Twee procent had de herkomst van de ouders niet ingevuld.
Van de jongeren zegt 94 procent respect te hebben voor de medeleerlingen. Docenten kunnen op iets minder steun rekenen: 83 procent. Als de jongeren wordt gevraagd of ze meer respect voor hun medeleerlingen hebben dan voor hun leraren, reageert de helft van de allochtonen ontkennend. Van de autochtonen is dat slechts 29 procent.
Volgens D. Hoogland, voorzitter van de Nationale Jeugdraad, bevestigen de cijfers "dat het beeld dat veel mensen hebben van allochtonen niet strookt met de werkelijkheid''. Een mogelijke verklaring voor het verschil in respect is de cultuur "waar autoriteit voor een groot deel wordt ontleend aan de leeftijd''.
Hoogland durft niet te ontkennen dat leerlingen antwoorden hebben ingevuld die maatschappelijk wenselijk zijn. "Dat is niet te controleren. Maar omdat de enquête individueel en anoniem is ingevuld, heb ik vertrouwen dat de jongeren eerlijk zijn geweest in het beantwoorden van de vragen.''
Cultuurverschil
Hoogland heeft zich verbaasd over het feit dat vooral de allochtone jeugd (60 procent) geïnteresseerd is in het leren begrijpen van andere culturen en religies. Van de autochtone jongeren is dit 43 procent.
Vrienden met een andere nationaliteit kunnen dit wederzijds begrip bevorderen, stellen de meeste jongeren. Het leidt ook tot meer respect voor elkaar en elkaars gewoonten. Zestig procent van de ondervraagde leerlingen geeft aan veel vrienden te hebben met een andere nationaliteit.
Over de media en de politiek zijn de jongeren niet onverdeeld positief. De helft van de jongeren vindt dat de media en politici die zich negatief over de islam uitlaten het wij/zij-gevoel tussen allochtonen en autochtonen versterken.
De moord op Theo van Gogh had eenzelfde uitwerking, meent een op de twee jongeren. "Journalisten en politici kunnen dit wij/zij-gevoel verkleinen door minder negatief over cultuurverschillen te spreken'', stelt Hoogland. "Jongeren vinden in ieder geval dat ze dat zouden moeten doen.''